A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake luchtdiensten tussen en via de Britse overzeese gebieden Anguilla, de Bermuda-eilanden, de Britse Maagdeneilanden, de Caymaneilanden, Montserrat en de Turks- en Caicoseilanden, enerzijds, en de Nederlandse Antillen, anderzijds, met Bijlage;

Londen, 10 januari 2000

B. TEKST

De tekst van het Verdrag en Bijlage is geplaatst in Trb. 2000, 35.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 29 mei 2000 (kamerstukken II 1999/2000, 27 188 (R 1657), nr. 1) is het Verdrag, met Bijlage, in overeenstemming met artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 10 juli 2000.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 20 op 1 december 2000 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Verdrag ingevolge artikel 18 van het Verdrag alleen voor de Nederlandse Antillen.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2000, 35.

Voor de op 13 augustus 1946 te Londen tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende luchtdiensten zie ook Trb. 2001, 15.

Het onderhavige Verdrag strekt niet zoals vermeld in rubriek J van Trb. 2000, 35 tot vervanging van de gehele Overeenkomst van 1946 doch slechts tot vervanging van die Overeenkomst voor zover van toepassing op de luchtdiensten tussen en via, enerzijds, de Britse overzeese gebieden Anguilla, de Bermuda-eilanden, de Britse Maagdeneilanden, de Caymaneilanden, Montserrat en de Turks- en Caicoseilanden, en, anderzijds, de Nederlandse Antillen.

Uitgegeven de zeventiende januari 2001

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven