A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake wederzijdse administratieve bijstand bij de invordering van belastingschulden en de uitreiking van documenten;

's-Gravenhage, 21 mei 1999

B. TEKST

De Nederlandse en de Duitse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 1999, 113.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 17 september 1999 (kamerstukken II 1999/2000, 26 809, nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Staatssecretaris van Financiën W. A. F. G. VERMEEND en de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 22 oktober 1999.

E. BEKRACHTIGING

Het Verdrag is bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zijn in overeenstemming met artikel 17, eerste lid, op 23 mei 2001 te Berlijn uitgewisseld.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 17, tweede lid, op 23 juni 2001 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Verdrag alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1999, 113.

Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 2001

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven