A. TITEL
Aanvullende Overeenkomst bij het Verdrag van 19 juni 1951 tussen de
Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie
van hun krijgsmachten met betrekking tot de in het Koninkrijk der Nederlanden
gestationeerde Duitse strijdkrachten, met Protocol;
Bergen (Duitsland), 6 oktober 1997
B. TEKST
De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1998, 124.
D. PARLEMENT
Bij brieven van 1 mei 2000 (kamerstukken II 1999/2000, 27 097, nr.
1) is de Overeenkomst in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel
5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd
aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de
Minister van Defensie F. H. G. DE GRAVE en de Minister van Buitenlandse Zaken
J. J. VAN AARTSEN.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 8 juni 2000.
F. BEKRACHTIGING
De Overeenkomst is bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zijn in overeenstemming
met artikel 54, eerste zin, op 12 juli 2000 te 's-Gravenhage uitgewisseld.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 54, eerste
alinea, op 1 september 2000 in werking treden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de Overeenkomst ingevolge
artikel 54, tweede alinea, alleen voor Nederland gelden.
J. GEGEVENS
Voor het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake
de internationale burgerluchtvaart zie ook Trb. 1999, 108.
Voor het op 4 april 1949 te Washington tot stand gekomen Noord-Atlantisch
Verdrag zie ook Trb. 1999, 121.
Voor het op 6 december 1979 te Genève tot stand gekomen Radio-reglement
1979 zie ook Trb. 1999, 46.