A. TITEL
Verklaring van bepaalde Europese Regeringen inzake de produktiefase
van de Ariane-draagraket;
Parijs, 4 oktober 1990
B. TEKST
De tekst van de Verklaring is geplaatst in Trb. 1991, 137.
D. PARLEMENT
Bij brieven van 7 oktober 1991 (kamerstukken II 1991/92, 22 341, nr. 1)
is de Verklaring in overeenstemming met artikel 91, juncto additioneel artikel
XXI, eerste lid, onderdeel a, van de Grondwet op de voet van artikel 61, derde
lid, van de Grondwet naar de tekst van 1972 overgelegd aan de Eerste en de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken P. DANKERT en de Minister van Economische
Zaken J. E. ANDRIESSEN.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 8 november 1991.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1991, 137.
Behalve de aldaar genoemde staten hebben nog de volgende staten in overeenstemming
met artikel IV, tweede lid, letter a, van de Verklaring de Directeur-Generaal
van het Europees Ruimte-Agentschap in kennis gesteld van hun aanvaarding van
de Verklaring: 1) In Trb. 1991, 37 staat hier ten onrechte als
systematisch nummer „36" vermeld.
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland | 9 oktober 1991 |
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) | 8 november 1991 |
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Verklaring zijn ingevolge artikel IV, tweede lid,
letter a, op 21 mei 1992 in werking getreden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Verklaring
alleen voor Nederland.
De Verklaring is verlengd ingevolge de hieronder in rubriek J afgedrukte
verlenging van de Verklaring.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1991, 137.
Verlenging Verklaring
Hieronder volgt de Engelse tekst, voor zover van belang, van document
ESA/C(99). rev. 2 Paris, van 12 oktober 1999 inzake een verlenging van de
Verklaring:
ESA/C(99)27, rev. 2 Paris, 12 October 1999 (Original: English)
“EUROPEAN SPACE AGENCY
COUNCIL
Ariane launcher production phase
Extension of the Declaration by certain European Governments on the Ariane
launcher production until the end of 2001
(Status of acceptance)
Background:
In accordance with the procedure described in document ESA/GOV.REP.ARIANE
DEC.(99)3 and approved on 13 April 1999 by the Governments' Representatives
on the renewal of the Ariane launcher Production Declaration (`Production
Declaration'), it was decided that the Production Declaration should be extended
until end 2001, and that such extension would take effect once two thirds
of the Participants (i.e. 9 States out of 13) in the Production Declaration,
which entered into force on 21 May 1992, had notified the Director General
of the Agency in writing of their acceptance.
This extension of the Production Declaration took effect on 10 May 1999,
with the notification by the Government of the United Kingdom of its acceptance.
On that date the Executive issued a document describing the situation regarding
the acceptance (see ESA/C(99)27). However, the entry into force of the extended
Production Declaration only applies to the States having formally confirmed
their acceptance of this extension and the other remaining Participants (i.e.
4 States) were invited to notify as soon as possible after that date their
acceptance of the extension of the Production Declaration. Delegations were
informed in document ESA/C(99)27, rev. I that Germany and Italy had notified
their acceptance of the extension of the Production Declaration until 2001."
De verlenging van de Verklaring behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel
e, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring
van de Staten-Generaal, alvorens de verlenging voor het Koninkrijk van kracht
kan worden.
De verlenging van de Verklaring is ingevolge het in het hierboven afgedrukte
besluit terzake gestelde op 10 mei 1999 in werking getreden voor de staten
die voor of op die datum de verlenging hebben aanvaard.
Voor de staten die de verlenging na 10 mei 1999 aanvaarden, treedt de
verlenging in werking op de datum van hun aanvaarding.
De volgende staten hebben in overeenstemming met het bepaalde in het hierboven
afgedrukte besluit de Directeur-Generaal in kennis gesteld van hun aanvaarding
van de verlenging van de Verklaring:
Spanje | 14 april 1999 |
Ierland | 30 april 1999 |
Denemarken | 3 mei 1999 |
België | 6 mei 1999 |
Zwitserland | 5 mei 1999 |
Frankrijk | 7 mei 1999 |
Noorwegen | 7 mei 1999 |
Zweden | 7 mei 1999 |
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland | 10 mei 1999 |
Duitsland | 9 juli 1999 |
Italië | 30 juli 1999 |
het Koninkrijk der Nederlanden | 29 september
1999 |