Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2000, 114 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2000, 114 | Verdrag |
Overeenkomst inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer (A.T.P.), met bijlagen;
Genève, 1 september 1970
De Engelse en de Franse tekst van de Overeenkomst en Bijlagen, zijn geplaatst in Trb. 1972, 112.
Voor wijzigingen van de Overeenkomst zie rubriek J van Trb. 1998, 71 en rubriek J hieronder.
Voor wijzigingen in Bijlage 1 zie rubriek J van Trb. 1981, 47, Trb. 1983, 22 en 141, Trb. 1985, 83, Trb. 1986, 25 en 64, Trb. 1987, 188, Trb. 1988, 31, Trb. 1989, 88, Trb. 1990, 113, Trb. 1991, 3 en 52, Trb. 1992, 25, Trb. 1993, 114, Trb. 1994, 188, Trb. 1996, 52, Trb. 1997, 229 en rubriek J hieronder.
Voor wijzigingen in Bijlage 2 zie rubriek J van Trb. 1991, 52 en van Trb. 1996, 52 en 219.
Voor wijzigingen in Bijlage 3 zie rubriek J van Trb. 1981, 47, Trb. 1985, 83, Trb. 1996, 219 en rubriek J hieronder.
Zie Trb. 1972, 112.
Zie Trb. 1979, 103, Trb. 1991, 3 en 52, Trb. 1992, 25, Trb. 1993, 114, Trb. 1994, 188 en Trb. 1996, 52 en 219, Trb. 1997, 229 en Trb. 1998, 71 en rubriek J hieronder.
Zie Trb. 1979, 103 en Trb. 1989, 88.
Zie Trb. 1972, 112, Zie Trb. 1979, 103, Zie Trb. 1981, 47, Trb. 1983, 22 en 141, Trb. 1985, 83, Trb. 1988, 31, Trb. 1989, 88, Trb. 1993, 114, Trb. 1994, 188, Trb. 1996, 52 en Trb. 1998, 71.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende staten in overeenstemming met artikel 9, vierde lid, van de Overeenkomst een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:
Estland | 6 februari 1998 |
Georgië | 30 november 1998 |
Oezbekistan | 11 januari 1999 |
Roemenië | 22 april 1999 |
Zie Trb. 1979, 103.
Zie Trb. 1972, 112, Zie Trb. 1979, 103, Trb. 1981, 47, Trb. 1983, 22 en 141, Trb. 1985, 83, Trb. 1986, 25 en 64, Trb. 1987, 188 Trb. 1988, 31, Trb. 1989, 88, Trb. 1990, 113, Trb. 1991, 3 en 52, Trb. 1992, 25, Trb. 1993, 114, Trb. 1994, 188, Trb. 1996, 52 en 219, Trb. 1997, 229 en Trb. 1998, 71.
Wijzigingen van artikel 5 en 10, eerste lid, van de Overeenkomst van 30 juli 1997 (Engelse en Franse tekst in rubriek J van Trb. 1998, 71)
Bij brieven van 16 september 1998 (kamerstukken II 1998/99, 26 214, nr. 1) zijn de wijzigingen in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Verkeer en Waterstaat T. NETELENBOS en de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 18 oktober 1998.
De wijzigingen zijn ingevolge artikel 18, zesde lid, van de Overeenkomst op 30 april 1999 in werking getreden voor alle Overeen-komstsluitende Partijen.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, gelden de wijzigingen evenals de Overeenkomst alleen voor Nederland.
Wijziging van artikel 18
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft in overeenstemming met artikel 18, eerste lid, van de Overeenkomst een wijziging voorgesteld van artikel 18 van de Overeenkomst, welke de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties in overeenstemming met hetzelfde artikellid, op 27 juli 1999 ter kennis heeft gebracht van alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle andere in artikel 9, eerste lid, van de Overeenkomst genoemde Staten.
In overeenstemming met artikel 18, tweede lid, onderdeel b, van de Overeenkomst heeft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden op 25 oktober 1999 aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties medegedeeld dat, hoewel zij voornemens is het voorstel te aanvaarden, aan de noodzakelijke voorwaarden voor een dergelijke aanvaarding nog niet is voldaan.
De wijziging behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de wijziging kan worden gebonden.
De Engelse en de Franse tekst1 van de wijziging van de Overeenkomst luiden als volgt:
Amendments to Article 18 of ATP
1. Any Contracting Party may propose one or more amendments to this Agreement. The text of any proposed amendment shall be communicated to the Secretary-General of the United Nations, who shall communicate it to all Contracting Parties and bring it to the notice of all the other States referred to in article 9, paragraph 1, of this Agreement.
The Secretary-General may also propose amendments to this Agreement or its annexes which have been communicated to him by the Working Party on the Transport of Perishable Foodstuffs of the Inland Transport Committee of the Economic Commission for Europe.
2. Within a period of six months following the date on which the proposed amendment is communicated by the Secretary-General, any Contracting Party may inform the Secretary-General
a) that it has an objection to the amendment proposed, or
b) that, although it intends to accept the proposal, the conditions necessary for such acceptance are not yet fulfilled in its country.
3. If a Contracting Party sends the Secretary-General a communication as provided for in paragraph 2 b) of this article, it may, so long as it has not notified the Secretary-General of its acceptance, submit an objection to the proposed amendment within a period of six months following the expiry of the period of six months prescribed in respect of the initial communication.
4. If an objection to the proposed amendment is stated in accordance with the terms of paragraphs 2 and 3 of this article, the amendment shall be deemed not to have been accepted and shall be of no effect.
5. If no objection to the proposed amendment has been stated in accordance with paragraphs 2 and 3 of this article, the amendment shall be deemed to have been accepted on the date specified below:
a) if no Contracting Party has sent a communication to the Secretary-General in accordance with paragraph 2 b) of this article, on the expiry of the period of six months referred to in paragraph 2 of this article;
b) if at least one Contracting Party has sent a communication to the Secretary-General in accordance with paragraph 2 b) of this article, on the earlier of the following two dates:
– the date by which all the Contracting Parties which sent such communications have notified the Secretary-General of their acceptance of the proposed amendment, subject however to the proviso that if all the acceptances were notified before the expiry of the period of six months referred to in paragraph 2 of this article the date shall be the date of expiry of that period;
– the date of expiry of the period of six months referred to in paragraph 3 of this article.
6. Any amendment deemed to be accepted shall enter into force three months after the date on which it was deemed to be accepted. The party submitting the amendment may specify in its proposal, for the purpose of entry into force of the amendment, should it be accepted, a period of more than three months.
7. The Secretary-General shall as soon as possible inform all Contracting Parties whether an objection to the proposed amendment has been stated in accordance with paragraph 2 a) of this article and whether one or more Contracting Parties have sent him a communication in accordance with paragraph 2 b) of this article. If one or more Contracting Parties have sent him such a communication, he shall subsequently inform all the Contracting Parties whether the Contracting Party or Parties which have sent such a communication raise an objection to the proposed amendment or accept it.
8. Independently of the amendment procedure laid down in paragraphs 1 to 6 of this article, the annexes and appendices to this Agreement may be modified by agreement between the competent administrations of all the Contracting Parties. If the administration of a Contracting Party has stated that under its national law its agreement is contingent on special authorization or on the approval of a legislative body, the consent of the Contracting Party concerned to the modification of an annex shall not be deemed to have been given until the Contracting Party has notified the Secretary-General that the necessary authorization or approval has been obtained. The agreement between the competent administrations may provide that, during a transitional period, the old annexes shall remain in force, wholly or in part, concurrently with the new annexes. The Secretary-General shall specify the date of the entry into force of the new texts resulting from such modifications.
Amendements à l'Article 18 de l'ATP
1. Toute Partie contractante pourra proposer un ou plusieurs amendements au présent Accord. Le texte de tout projet d'amendement sera communiqué au Secrétaire général de l'Organisation des Nations Unies, qui le communiquera à toutes les Parties contractantes et le portera à la connaissance des autres États visés au paragraphe 1 de l'article 9 du présent Accord.
Le Secrétaire général pourra également proposer des amendements au présent Accord ou à ses annexes qui lui auront été communiqués par le Groupe de travail du transport des denrées périssables du Comité des transports intérieurs de la Commission économique pour l'Europe.
2. Dans un délai de six mois à compter de la date de la communication par le Secrétaire général du projet d'amendement, toute Partie contractante peut faire connaître au Secrétaire général
a) soit qu'elle a une objection à l'amendement proposé,
b) soit que, bien qu'elle ait l'intention d'accepter le projet, les conditions nécessaires à cette acceptation ne se trouvent pas encore remplies dans son pays.
3. Tant qu'une Partie contractante qui a adressé la communication prévue ci-dessus au paragraphe 2 b) du présent article n'aura pas notifié au Secrétaire général son acceptation, elle pourra, pendant un délai de six mois à partir de l'expiration du délai de six mois prévu pour la communication, présenter une objection à l'amendement proposé.
4. Si une objection est formulée au projet d'amendement dans les conditions prévues aux paragraphes 2 et 3 du présent article, l'amendement sera considéré comme n'ayant pas été accepté et sera sans effet.
5. Si aucune objection n'a été formulée au projet d'amendement dans les conditions prévues aux paragraphes 2 et 3 du présent article, l'amendement sera réputé accepté à la date suivante:
a) lorsque aucune Partie contractante n'a adressé de communication en application du paragraphe 2 b) du présent article, à l'expiration du délai de six mois visé au paragraphe 2 du présent article;
b) lorsque au moins une Partie contractante a adressé une communication en application du paragraphe 2 b) du présent article, à la plus rapprochée des deux dates suivantes:
– date à laquelle toutes les Parties contractantes ayant adressé une telle communication auront notifié au Secrétaire général leur acceptation du projet, cette date étant toutefois reportée à l'expiration du délai de six mois visé au paragraphe 2 du présent article si toutes les acceptations étaient notifiées antérieurement à cette expiration;
– expiration du délai de six mois visé au paragraphe 3 du présent article.
6. Tout amendement réputé accepté entrera en vigueur trois mois après la date à laquelle il aura été réputé accepté. La partie proposant l'amendement peut spécifier dans sa proposition, aux fins de l'entrée en vigueur de cet amendement, s'il venait à être accepté, une période supérieure à trois mois.
7. Le Secrétaire général adressera le plus tôt possible à toutes les Parties contractantes une notification pour leur faire savoir si une objection a été formulée contre le projet d'amendement conformément au paragraphe 2 a) du présent article et si une ou plusieurs Parties contractantes lui ont adressé une communication conformément au paragraphe 2 b) du présent article. Dans le cas où une ou plusieurs Parties contractantes auront adressé une telle communication, il notifiera ultérieurement à toutes les Parties contractantes si la ou les Parties contractantes qui ont adressé une telle communication élèvent une objection contre le projet d'amendement ou l'acceptent.
8. Indépendamment de la procédure d'amendement prévue aux paragraphes 1 à 6 du présent article, les annexes et appendices du présent Accord peuvent être notifiés par accord entre les administrations compétentes de toutes les Parties contractantes. Si l'administration d'une Partie contractante a déclaré que son droit national l'oblige à subordonner son accord à l'obtention d'une autorisation spéciale à cet effet ou à l'approbation d'un organe législatif, le consentement de la Partie contractante en cause à la modification de l'annexe ne sera considéré comme donné qu'au moment où cette Partie contractante aura déclaré au Secrétaire général que les autorisations ou les approbations requises ont été obtenues. L'accord entre les administrations compétentes pourra prévoir que, pendant une période transitoire, les anciennes annexes resteront en vigueur, en tout ou en partie, simultanément avec les nouvelles annexes. Le Secrétaire général fixera la date d'entrée en vigueur des nouveaux textes résultant de telles modifications.
De vertaling van de wijziging van de Overeenkomst luidt als volgt:
1. Elke Overeenkomstsluitende partij kan één of meer wijzigingen van deze Overeenkomst voorstellen. De tekst van een voorgestelde wijziging dient ter kennis van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties te worden gebracht, die deze ter kennis brengt van alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle andere in Artikel 9, eerste lid, van deze Overeenkomst genoemde Staten. De Secretaris-Generaal kan eveneens wijzigingen van deze Overeenkomst of haar Bijlagen voorstellen die te zijner kennis zijn gebracht door de Werkgroep inzake het vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen van het Inland Transport Committee van de Economische Commissie voor Europa.
2. Binnen een tijdsbestek van zes maanden gerekend vanaf de datum waarop de Secretaris-Generaal mededeling doet van de voorgestelde wijziging, kan elke Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal berichten
a. dat zij bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijziging, of
b. dat, hoewel zij voornemens is het voorstel te aanvaarden, in haar land aan de voor de aanvaarding noodzakelijke voorwaarden nog niet is voldaan.
3. Indien een Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal een kennisgeving zendt als voorzien in het tweede lid, letter b, van dit artikel, kan zij, zolang zij de Secretaris-Generaal geen bericht van aanvaarding van de voorgestelde wijziging heeft gezonden, binnen een tijdbestek van zes maanden, gerekend vanaf de datum, waarop de termijn van zes maanden, als voorgeschreven met betrekking tot de eerste kennisgeving, is verstreken, bezwaar tegen de voorgestelde wijziging maken.
4. Indien overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel bezwaar wordt gemaakt tegen de voorgestelde wijziging, wordt de wijziging geacht niet te zijn aanvaard en wordt zij niet van kracht.
5. Indien overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel geen bezwaar is gemaakt tegen de voorgestelde wijziging, wordt de wijziging geacht te zijn aanvaard op de hierna te noemen datum:
a. indien geen enkele Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, letter b, van dit artikel, een kennisgeving heeft gezonden, na het verstrijken van de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn van zes maanden;
b. indien tenminste één Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, letter b, van dit artikel, een kennisgeving heeft gezonden, op één van de twee volgende data, en wel die datum welke het eerste valt:
– de datum waarop alle Overeenkomstsluitende Partijen die een dergelijke kennisgeving hebben ingezonden de Secretaris-Generaal van hun aanvaarding van het voorstel in kennis hebben gesteld, met dien verstande dat, indien alle kennisgevingen van aanvaarding worden ingezonden vóór het verstrijken van de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn van zes maanden, deze datum zal worden aangemerkt als de datum waarop de bedoelde termijn van zes maanden verstrijkt;
– de datum waarop de in het derde lid van dit artikel genoemde termijn van zes maanden verstrijkt.
6. Een als aanvaard geachte wijziging wordt drie maanden na de datum waarop zij werd geacht te zijn aanvaard van kracht. De Partij die de wijziging indient kan in haar voorstel, ten behoeve van het van kracht worden van de wijziging, mocht deze worden aanvaard, een termijn aangeven van meer dan drie maanden.
7. De Secretaris-Generaal bericht zo spoedig mogelijk alle Overeenkomstsluitende Partijen of, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, letter a, van dit artikel, bezwaar tegen de voorgestelde wijziging is gemaakt en of één of meer Overeenkomstsluitende Partijen hem een kennisgeving overeenkomstig het bepaalde in het twee lid, letter b, van dit artikel hebben gezonden. Indien hem door één of meer Overeenkomstsluitende Partijen een dergelijke verklaring is gezonden, bericht hij vervolgens alle Overeenkomstsluitende Partijen of van de zijde van de Overeenkomstsluitende Partij of Partijen door wie een dergelijke kennisgeving is gezonden, tegen de voorgestelde wijziging bezwaar wordt gemaakt of dat deze wordt aanvaard.
8. Onafhankelijk van de gang van zaken met betrekking tot wijzigingen, als omschreven in het eerste tot en met het zesde lid van dit artikel, kunnen de Bijlagen en Aanhangsels van deze Overeenkomst worden gewijzigd in onderlinge overeenstemming tussen de bevoegde instanties van alle Overeenkomstsluitende Partijen. Indien de bevoegde instantie van een Overeenkomstsluitende Partij te kennen heeft gegeven dat, op grond van haar nationale recht, goedkeuring harentwege gebonden is aan een bijzondere machtiging of aan de goedkeuring van een wetgevend lichaam, wordt de goedkeuring van de betrokken Overeenkomstsluitende Partij met betrekking tot de wijziging van een Bijlage niet geacht te zijn gegeven alvorens de Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal ervan in kennis heeft gesteld dat de vereiste machtiging of goedkeuring is verkregen. Bij de tussen de bevoegde instanties bereikte overeenstemming kan worden bepaald dat gedurende een overgangsperiode de oude Bijlagen, naast de nieuwe, geheel of gedeeltelijk van kracht zullen blijven. De Secretaris-Generaal bepaalt de datum waarop de uit dergelijke wijzigingen voortkomende nieuwe teksten van kracht worden.
De bovenstaande wijziging van de Overeenkomst zal slechts geacht worden te zijn aanvaard indien vóór 27 oktober 2000 de Overeenkomstsluitende Partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen de voorgestelde wijziging.
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft in overeenstemming met artikel 18, eerste lid, van de Overeenkomst wijzigingen voorgesteld van Bijlage 1, welke de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties in overeenstemming met hetzelfde artikellid, op 30 juli 1997 ter kennis heeft gebracht van alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle andere in artikel 9, eerste lid, van de Overeenkomst genoemde Staten.
De wijzigingen zijn ingevolge artikel 18, zesde lid, van de Overeenkomst op 30 april 1999 in werking getreden voor alle Overeen-komstsluitende Partijen.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, gelden de wijzigingen evenals de Overeenkomst alleen voor Nederland.
De Engelse en de Franse tekst1 van de wijzigingen van Bijlage 1 luiden als volgt:
1. Amendments to Annex 1 to ATP
(*) Annex 1, Appendix 2 In tests report models Nos. 2A, 2B, 4A, 4B, 4C, 5 and 6, replace “not more than three years" with “not more than six years".
1. Amendements à l'Annexe 1 de l'ATP
(*) Appendice 2 de l'Annexe aux modèles procès-verbaux No 2A, 2B, 4A, 4B, 4C, 5 et 6, remplacer: «une durée maximale de 3 ans» par «une maximale de 6 ans»
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft in overeenstemming met artikel 18, eerste lid, van de Overeenkomst wijzigingen voorgesteld van Bijlage 1, welke de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties in overeenstemming met hetzelfde artikellid, op 27 juli 1999 ter kennis heeft gebracht van alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle andere in artikel 9, eerste lid, van de Overeenkomst genoemde Staten.
De Engelse en de Franse tekst1 van de wijzigingen van Bijlage 1 luiden als volgt:
Amendments to Annex 1, Appendix 4
The penultimate paragraph of Annex 1, Appendix 4 of ATP should be amended to read:
“If the equipment is fitted with a removable or non-independent thermal appliance and if special conditions exist for the use of the thermal appliance, the distinguishing mark or marks shall be supplemented by the letter X in the following cases.
1. FOR REFRIGERATED EQUIPMENT:
Where the eutectic plates have to be placed in another chamber for freezing.
2. FOR MECHANICALLY REFRIGERATED EQUIPMENT
2.1. Where the compressor is powered by the vehicle engine,
2.2. Where the refrigeration unit itself or a part is removable, which would prevent its functioning"
Amendements à l'Annexe 1, appendice 4
L'avant-dernier paragraphe de l'appendice 4 de l'annexe 1 de l'ATP doit être modifié comme suit:
«Si l'engin est doté d'un dispositif thermique amovible ou non autonome et dans les cas où le dispositif thermique comporte des conditions particulières d'utilisation, la ou les marques d'identification seront complétées par la lettre X, par exemple dans les cas suivants:
1. POUR UN ENGIN RÉFRIGÉRANT:
Lorsque les plaques eurectiques doivent être placées dans une autre enceinte pour être congelées.
2. POUR UN ENGIN FRIGORIFIQUE:
2.1. Lorsque le moteur d'entraînement du compresseur est celui du véhicule.
2.2. Lorsque le groupe frigorifique lui-même ou une partie de ce groupe est amovible, ce qui empêcherait son fonctionnement.»
De wijziging behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de wijziging kan worden gebonden.
De bovenstaande wijziging van de Overeenkomst zal slechts geacht worden te zijn aanvaard indien vóór 27 oktober 2000 de Overeenkomstsluitende Partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen de voorgestelde wijziging.
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft in overeenstemming met artikel 18, eerste lid, van de Overeenkomst wijzigingen voorgesteld van Bijlage 3, welke de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties in overeenstemming met hetzelfde artikellid, op 23 november 1999 ter kennis heeft gebracht van alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle andere in artikel 9, eerste lid, van de Overeenkomst genoemde Staten.
De Engelse en de Franse tekst1 van de wijzigingen van Bijlage 3 luiden als volgt:
Selection of equipment and temperature conditions to be observed for the carriage of chilled foodstuffs
1. For the carriage of the following chilled foodstuffs, the transport equipment has to be selected and used in such a way that during carriage the highest temperature of the foodstuffs at any point of the load does not exceed the indicated temperature. If, however, one should proceed to the verification of the temperature of the foodstuff, this shall be done according to the procedure laid down in Appendix 2 to Annex 2 to this Agreement.
2. Accordingly, the temperature of the foodstuffs at any point in the load must not exceed the temperature as indicated below on loading, during carriage and on unloading.
3. Where it is necessary to open the equipment, e.g. to carry out inspections, it is essential to ensure that the foodstuffs are not exposed to procedures or conditions contrary to the objectives of this Annex and those of the International Convection on the Harmonization of Frontier Controls of Goods.
4. The temperature control of foodstuffs specified in this Annex should be such as not te cause freezing at any point of the load.
I. | Raw milk1) | + 6 °C |
II. | Red meat2) | + 7 °C |
III. | Meat products3), pasteurized milk, fresh dairy products (yoghurt, kefir, cream and fresh cheese4), ready cooked foodstuffs (meat, fish, vegetables), ready to eat prepared raw vegetables and vegetable products5) not listed below | + 6 °C or at temperature indicated on the label or on transport documents |
IV. | Game (other than large game), poultry2) and rabbits | + 4 °C |
V. | Red offal2) | + 3 °C |
VI. | Minced meat2) | + 2 °C or at temperature indicated on the label or on transport documents |
VII. | Untreated fish, molluscs and | on melting ice or at temperature of crustaceans6) melting ice |
1) When milk is collected from the farm for immediate processing, the temperature may rise during carriage to + 10 °C.
2) And preparations thereof.
3) Except for products fully-treated by salting, smoking, drying or sterilization.
4) “Fresh cheese" means a non-ripened (non-matured) cheese which is ready for consumption shortly after manufacturing and which has limited conservation period.
5) Raw vegetables which have been diced, sliced or otherwise size-reduced but excluding those which only been washed, peeled or simply cut in half.
6) Except for live fish, molluscs and crustaceans.
Amendement de l'Annexe 3 de l'ATP
Choix de l'équipement et des conditions de température pour le transport des denrées refrigerées
1. Pour le transport des denrées réfrigérées suivantes, l'engin de transport doit être choisi et utilisé de telle manière que pendant le transport la température la plus élevée des denrées en tout point de la cargaison ne dépasse pas le température indiquée. Si toutefois on procède à des contrôles de température de la denrée, ils sont effectués selon la procédure fixée à l'appendice 2 à l'annexe 2 au présent Accord.
2. La température des denrées ne doit donc dépasser en aucun point de la cargaison la température indiquée ci-dessous pendant le chargement, le transport et le déchargement.
3. S'il est nécessaire d'ouvrir les portes de l'engin, par exemple pour effectuer des inspections, il est primordial de s'assurer que les denrées ne sont pas exposées à des procédures ou des conditions contraires aux objectifs à la présente annexe ni à celles de la Convention internationale sur l'harmonisation des contrôles des marchandises aux frontières.
4. La régulation de la température des denrées mentionnées dans la présente annexe doit être telle qu'elle ne provoque pas de congélation en un point quelconque de la cargaison.
I. | Lait cru1) | + 6 °C |
II. | Viandes rouges2) et gros gibiers (autres qu'abats rouges) | + 7 °C |
III. | Produits carnés3), lait pasteurisé, produits laitiers frais (yaourts, kéfirs, crème et fromage4)), plats cuisinés (viande, poisson, légumes), légumes crus préparés prêts à être consommés et préparations de légumes5), produits à base de poisson3) non-mentionnés cidessous | + 6 °C ou température indiquée sur l'étiquette ou sur les documents de transport |
IV. | Gibier (autre que le gros gibier), volailles2) et lapins | + 4 °C |
V. | Abats rouges2) | + 3 °C |
VI. | Viande hachée2) | + 2 °C ou température indiquée sur l'étiquette ou sur les documents de transport |
VII. | Poissons, mollusques et crustacés non-traités6) | Sur de la glace fondante ou à la température de celle-ci |
1) Lorsque le lait est recueilli à la ferme, pour un traitement immédiat, la température peut augmenter pendant le transport, jusqu'à + 10 °C.
2) Et leurs préparations.
3) A l'exception des produits ayant subi un traitement complet par salaison, fumage, séchage ou stérilisation.
4) L'expression «fromage frais» s'entend des fromages non affinés (dont la maturation n'est pas achevée), prêts à être consommés peu de temps après leur fabrication et qui ont une durée de conservation limitée.
5) Légumes crus qui ont été émincés, hachés ou réduits en petits morceaux mais autres que ceux qui ont été seulement lavés, pelés ou simplement coupés en deux moitiés.
6) A l'exception des poissons, mollusques et crustacés vivants.
De wijziging behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de wijziging kan worden gebonden.
De bovenstaande wijziging van de Overeenkomst zal slechts geacht worden te zijn aanvaard indien vóór 23 februari 2001 de Overeenkomstsluitende Partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen de voorgestelde wijziging.
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de wijzigingen zullen zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na die der uitgifte van dit Tractatenblad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2000-114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.