A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek China inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking;

Peking, 12 april 1999

B. TEKST1

Agreement on scientific and technological cooperation between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the People's Republic of China

The Government of the Kingdom of the Netherlands

and

the Government of the People's Republic of China, hereinafter referred to as the Parties,

Desiring to further develop the friendly relationship and to promote for peaceful purposes the cooperation in the field of science and technology between the two countries;

Recognizing the need to consolidate joint activities at a time when scientific knowledge is being dynamically expanded and deepened and scientific research and development are becoming internationalised;

Recognizing also the favourable impact of scientific and technological cooperation on the endeavours of both countries to increase trade to create closer economic cooperation between them;

Have agreed as follows:

Article 1

The Parties shall in accordance with their possibilities and common interests and within the framework of their respective laws and regulations, including its obligations under international law, encourage and develop scientific and technological cooperation between the two countries on the basis of equality and mutual benefit.

Article 2

The Parties can undertake the following cooperation in appropriate ways:

1. Exchange of scientific and technological information and data;

2. Exchange of scientists, researchers, technicians and trainees for visits, study tours and advanced studies;

3. Joint research on projects of mutual interest;

4. Organization of bilateral scientific technical meetings;

5. Implementation of cooperation projects and programmes;

6. Other forms of scientific and technological cooperation as may be agreed by the Parties.

Article 3

The Parties shall implement this Agreement according to the principle of mutual benefit.

Article 4

Pursuant to the aims of this Agreement, the Parties shall encourage and promote direct contacts and cooperation between their scientific institutions, research centers and enterprises and the conclusion of separate implementing arrangements for the conduct of such cooperative activities under this Agreement.

Article 5

1. Financial arrangements related to the implementation of this Agreement shall be agreed upon separately when the implementing arrangements are being formulated.

2. The Parties agree that – unless otherwise decided – the sending Party shall, with regard to expense related to the working sessions mentioned in Article 7, cover the international travel expenses and wages and the receiving Party shall defray the costs for board, accommodation and internal transportation.

3. Each Party shall use its best efforts to facilitate, in accordance with its laws and regulations, the entry to and exit from its territory of personnel and equipment of the other country engaged or used in projects and programs under this Agreement.

Article 6

The authorities responsible for implementing this Agreement shall be the Ministry of Education, Culture and Science or, when appropriate, any other ministry on the side of the Kingdom of the Netherlands and the Ministry of Science and Technology on the side of the People's Republic of China.

Article 7

1. The Parties agree to hold working sessions, as necessary, preferably every three years, alternately in the two countries, to review and discuss the development of the scientific and technological cooperation between the two Parties or to discuss matters related to the implementing arrangements of this Agreement.

2. Each Party shall entrust its embassy in the other country to keep frequent contact with the other Party for an effective implementation of this Agreement.

Article 8

1. Matters regarding the sharing of results of joint research and the disposition of patents, copyright, designs and other industrial and intellectual property arising from the cooperative activities under this Agreement shall be agreed upon in the separate implementation arrangements.

2. The Parties shall undertake the obligation to keep confidential technical information, trade secrets and other confidential information.

Article 9

This Agreement shall not impede other arrangements for scientific and technical cooperation between the Parties.

Article 10

1. This Agreement shall enter into force thirty days after the Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the legal procedures required for the entry into force of this Agreement have been completed.

2. This Agreement may be denounced by either Party by giving written notice through diplomatic channels, in which case this Agreement shall terminate six months after the date on which the notice has been received by the other Party.

3. Termination of this Agreement shall not affect the carrying out of any project or program under this Agreement or any of its implementa-tion arrangements not or not fully executed at the time of the termination of the Agreement.

DONE in duplicate in Peking, on 12 April 1999, in the Dutch, Chinese and English languages, all three versions being equally authentic. In the case of divergence of interpretation, the English text shall prevail.

For the Government of the Kingdom of the Netherlands

(sd.) A. JORRITSMA-LEBBINK

For the Government of the People's Republic of China

(sd.) LI LANQING


Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Volksrepubliek China inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van de Volksrepubliek China, hierna te noemen de „Partijen",

Geleid door de wens de vriendschappelijke relatie en de samenwerking voor vreedzame doeleinden op het gebied van wetenschap en technologie tussen de twee landen verder te ontwikkelen en te bevorderen;

Erkennende de noodzaak gezamenlijke activiteiten te consolideren in een tijd waarin wetenschappelijke kennis in een hoog tempo wordt uitgebreid en verdiept en wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling een steeds internationaler karakter krijgen;

Tevens erkennende de gunstige invloed van wetenschappelijke en technologische samenwerking op de inspanningen van beide landen de handel te bevorderen om hun economische samenwerking te intensiveren;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

De Partijen bevorderen en ontwikkelen overeenkomstig hun mogelijkheden en gemeenschappelijke belangen en binnen het kader van hun onderscheiden wetten en voorschriften, met inbegrip van hun verplichtingen op grond van het internationaal recht, de wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de twee landen op basis van gelijkheid en wederzijds voordeel.

Artikel 2

De Partijen kunnen op de volgende terreinen op daarvoor geschikte manieren samenwerken:

1. Uitwisseling van wetenschappelijke en technologische informatie en gegevens;

2. Uitwisseling van wetenschappers, onderzoekers, technici en stagiair(e)s voor bezoeken, studiereizen en voortgezette opleidingen;

3. Gezamenlijk onderzoek in projecten van gemeenschappelijk belang;

4. Organisatie van bilaterale technisch-wetenschappelijke bijeen-komsten;

5. Implementatie van samenwerkingsprojecten en -programma's;

6. Andere vormen van wetenschappelijke en technologische samenwerking overeen te komen door de Partijen.

Artikel 3

De Partijen voeren dit Verdrag uit overeenkomstig het principe van wederzijds voordeel.

Artikel 4

Ingevolge de doelstellingen van dit Verdrag stimuleren en bevorderen de Partijen directe contacten en samenwerking tussen hun wetenschappelijke instellingen, onderzoekscentra en ondernemingen en de totstandkoming van afzonderlijke uitvoeringsregelingen voor de uitvoering van dergelijke samenwerkingsactiviteiten op grond van dit Verdrag.

Artikel 5

1. Financiële regelingen met betrekking tot de uitvoering van dit Verdrag worden afzonderlijk overeengekomen wanneer de uitvoerings-regelingen worden geformuleerd.

2. De Partijen komen overeen dat, tenzij anders wordt besloten, de zendende Partij, wat betreft de uitgaven die verband houden met de werksessies genoemd in artikel 7, de internationale reiskosten en de loonkosten draagt en dat de ontvangende Partij de plaatselijke reis- en verblijfskosten voor haar rekening neemt.

3. Beide Partijen stellen alles in het werk om, in overeenstemming met hun wetten en voorschriften, de binnenkomst op en het vertrek van hun grondgebied door personeel en uitrusting van het andere land dat betrokken is of gebruikt wordt bij projecten en programma's op grond van dit Verdrag, te vergemakkelijken.

Artikel 6

De voor de uitvoering van dit Verdrag verantwoordelijke autoriteiten zijn het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of, indien van toepassing een ander ministerie aan de zijde van het Koninkrijk der Nederlanden en het Ministerie van Wetenschap en Technologie aan de zijde van de Volksrepubliek China.

Artikel 7

1. De Partijen komen overeen zonodig, bij voorkeur eenmaal in de drie jaar, beurtelings in de twee landen werksessies te beleggen, om de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de twee Partijen te evalueren en te bespreken of aangelegenheden te bespreken die verband houden met de uitvoeringsregelingen van dit Verdrag.

2. Elke Partij draagt haar ambassade in het andere land op frequente contacten te onderhouden met de andere Partij ten behoeve van de effectieve uitvoering van dit Verdrag.

Artikel 8

1. Over aangelegenheden die verband houden met het delen van de resultaten van gemeenschappelijk onderzoek en de beschikking over octrooien, auteursrechten, ontwerpen en andere industriële en intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit de gezamenlijke activiteiten op grond van dit Verdrag wordt overeenstemming bereikt in de afzonderlijke uitvoeringsregelingen.

2. De Partijen verplichten zich technische informatie, bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie geheim te houden.

Artikel 9

Dit Verdrag laat onverlet andere regelingen voor wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Partijen.

Artikel 10

1. Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen nadat de Partijen elkaar schriftelijk langs diplomatieke weg hebben meegedeeld dat de wettelijk vereiste procedures voor de inwerkingtreding van dit Verdrag zijn voltooid.

2. Dit Verdrag kan door elk van beide Partijen worden opgezegd door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg, in welk geval dit Verdrag zes maanden na de datum waarop de kennisgeving door de andere Partij is ontvangen wordt beëindigd.

3. Beëindiging van dit Verdrag heeft geen invloed op de uitvoering van een project of programma uit hoofde van dit Verdrag of de uitvoe-ringsregelingen die niet of nog niet geheel zijn uitgevoerd ten tijde van de beëindiging van het Verdrag.

GEDAAN in tweevoud te Peking, op 12 april 1999, in de Nederlandse, de Chinese en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) A. JORRITSMA-LEBBINK

Voor de Regering van de Volksrepubliek China

(w.g.) LI LANQING


D. PARLEMENT

Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 10, eerste lid, in werking treden dertig dagen nadat de Partijen elkaar schriftelijk langs diplomatieke weg hebben medegedeeld dat de wettelijk vereiste procedures voor de inwerkingtreding van het Verdrag zijn voltooid.

Uitgegeven de twintigste mei 1999

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

De Chinese tekst is niet afgedrukt.

Naar boven