A. TITEL

Aanvullend Protocol No. 5 bij de Herziene Rijnvaartakte, met Verklaring;

Straatsburg, 28 april 1999

B. TEKST1

Protocole Additionnel No 5 à la Convention révisée pour la Navigation du Rhin

la République Fédérale d'Allemagne,

le Royaume de Belgique,

la République Française,

le Royaume des Pays-Bas,

la Confédération Suisse,

Considérant,

– que le Protocole additionnel no 4 à la Convention révisée pour la Navigation du Rhin autorisant l'introduction temporaire sur le Rhin de mesures d'assainissement structurel expire le 31 décembre 1999,

– qu'en réponse à une crise économique grave dans la navigation rhénane et intérieure, des mesures temporaires d'assainissement structurel ont été introduites entre 1989 et 1999,

– qu'il est apparu nécessaire, pour ne pas compromettre l'effet de ces mesures, de prolonger pendant une période limitée les conditions relatives à la mise en service de cales supplémentaires,

– que pour être efficaces ainsi que pour éviter des disparités de régime et des distorsions de concurrence, ces conditions doivent continuer à s'appliquer de manière uniforme dans tous les Etats Contractants,

sont convenus de ce qui suit:

Article I

Nonobstant les principes généraux contenus dans la Convention révisée pour la Navigation du Rhin, la navigation rhénane peut, jusqu'au 29 avril 2003, être soumise à des conditions relatives à la mise en service de cale supplémentaire, telles que l'obligation pour les propriétaires mettant en service de la cale supplémentaire de déchirer simultanément un volume équivalent de cale ou de verser une contribution spéciale au fonds de la navigation intérieure.

Article II

Pour que la disposition visée à l'article I ainsi que ses modifications ultérieures soient applicables d'une façon uniforme dans tous les Etats Contractants, la Commission Centrale pour la Navigation du Rhin est habilitée à prendre des résolutions en ce sens.

Les Etats Contractants ont, en ce qui concerne l'application de cette disposition, des droits et obligations égaux.

Article III

Le présent Protocole est soumis à la ratification, à l'acceptation ou à l'approbation des Etats signataires.

La ratification, l'acceptation ou l'approbation s'effectue par le dépôt d'un instrument en bonne et due forme auprès du Secrétaire général de la Commission Centrale. Celui-ci dresse un procès-verbal dépôt et remet à chaque Etat signataire une copie certifiée conforme de chacun des instruments de ratification, d'acceptation ou d'approbation ainsi que du procès-verbal de dépôt.

Article IV

Le présent Protocole additionnel entrera en vigueur le premier jour du mois suivant le dépôt du cinquième instrument de ratification, d'acceptation ou d'approbation au Secrétariat de la Commission Centrale. Le Secrétaire général en informera les Etats Contractants.

Article V

Le présent Protocole additionnel est rédigé en un seul exemplaire en allemand, en français et en néerlandais; en cas de divergences, le texte français fait foi; il sera déposé dans les archives de la Commission Centrale.

Une copie certifiée conforme par le Secrétaire Général en sera remise à chacun des Etats Contractants.

EN FOI DE QUOI, les soussignés ayant déposé leurs pleins pouvoirs, ont signé le présent Protocole additionnel.

FAIT à Strasbourg, le 28 avril 1999.


Het Aanvullend Protocol is op 28 april 1999 ondertekend voor de volgende staten:

België1

Duitsland

Frankrijk

Déclaration des Etats signataires à l'occasion de la signature du Protocole additionnel No 5

Compte tenu de l'urgence de la disposition à prendre, les Etats signataires consentent à ce que le Protocole additionnel no 5 soit appliqué à partir du 1er janvier 2000 avant que tous les instruments de ratification, d'acceptation ou d'approbation aient été déposés, étant entendu que l'entrée en vigueur définitive sera subordonnée à l'accomplissement des procédures constitutionnelles propres à chacun des Etats Contractants.

FAIT à Strasbourg, le 28 avril 1999


Aanvullend Protocol No 5 bij de Herziene Rijnvaartakte

de Bondsrepubliek Duitsland,

het Koninkrijk België,

de Franse Republiek,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Zwitserse Bondsstaat,

Overwegende,

– dat het Aanvullend Protocol No 4 bij de Herziene Rijnvaartakte, dat de mogelijkheid biedt op de Rijn tijdelijk maatregelen ter structurele sanering in te voeren, op 31 december 1999 buiten werking treedt,

– dat om een ernstige crisis in de Rijn- en binnenvaart het hoofd te kunnen bieden tijdelijke maatregelen ter structurele sanering in werking zijn gesteld tussen 1989 en 1999,

– dat het teneinde het resultaat van die maatregelen niet in gevaar te brengen, noodzakelijk is geoordeeld de voorwaarden gesteld voor het in gebruik nemen van toegevoegde scheepsruimte gedurende een beperkte periode te verlengen,

– dat deze voorwaarden, om doeltreffend te kunnen zijn en teneinde verschil in regime en concurrentievervalsingen te vermijden, op uniforme wijze dienen te worden ingevoerd in alle Overeenkomstsluitende Staten,

zijn als volgt overeengekomen:

Artikel I

Niettegenstaande de algemene beginselen vervat in de Herziene Rijnvaartakte, kan de Rijnvaart tot 29 april 2003 onderworpen worden aan voorwaarden voor het in gebruik nemen van toegevoegde scheepsruimte, zoals de verplichting voor een eigenaar die toegevoegde scheepsruimte in gebruik neemt om gelijktijdig een gelijkwaardige hoeveelheid scheepsruimte te slopen dan wel een bijzondere bijdrage te storten in het fonds van de binnenvaart.

Artikel II

Opdat de in artikel I bedoelde bepaling en de latere wijzigingen daarop in alle Overeenkomstsluitende Staten op uniforme wijze worden toegepast, is de Centrale Commissie voor de Rijnvaart bevoegd besluiten dienaangaande te nemen.

De Overeenkomstsluitende Staten hebben, wat de toepassing van deze bepaling betreft, gelijke rechten en plichten.

Artikel III

Dit Aanvullend Protocol vereist de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de ondertekenende Staten.

De bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring vindt plaats door nederlegging van een geëigende akte bij de Secretaris-Generaal van de Centrale Commissie. Deze maakt een proces-verbaal van de nederlegging op en zendt aan elk der ondertekenende Staten een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring alsmede van het proces-verbaal van de nederlegging.

Artikel IV

Dit Aanvullend Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij het Secretariaat van de Centrale Commissie. De Secretaris-Generaal stelt de Overeenkomstsluitende Staten hiervan in kennis.

Artikel V

Dit Aanvullend Protocol is opgesteld in een enkel exemplaar in de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal; in geval van verschil is de Franse tekst doorslaggevend; het wordt nedergelegd in het archief van de Centrale Commissie.

Een door de Secretaris-Generaal voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt aan elk der Overeenkomstsluitende Staten toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, na overlegging van hun volmachten, dit Aanvullend Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Straatsburg, op 28 april 1999.


het Koninkrijk der Nederlanden

Zwitserland

Verklaring van de Overeenkomstsluitende Staten bij de ondertekening van Aanvullend Protocol No 5

Gezien de urgentie van de te treffen bepaling stemmen de Overeenkomstsluitende Staten ermede in dat Aanvullend Protocol No 5 voorlopig wordt toegepast vanaf 1 januari 2000, voordat alle akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring zijn nedergelegd, met dien verstande dat de definitieve inwerkingtreding afhangt van de voltooiing van de in de onderscheiden Overeenkomstsluitende Staten constitutioneel vereiste procedures.

GEDAAN te Straatsburg, op 28 april 1999.


De Verklaring is op 28 april 1999 ondertekend voor de volgende staten:

België1

Duitsland

Frankrijk

het Koninkrijk der Nederlanden

Zwitserland

D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel IV op de eerste dag van de maand volgend op de nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij het Secretariaat van de Centrale Commissie in werking treden.

Ingevolge de Verklaring bij het Protocol zal het Protocol vanaf 1 januari 2000 voorlopig worden toegepast.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Protocol alleen voor Nederland gelden.

J. GEGEVENS

Van de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte, tot aanvulling van welk verdrag het onderhavige Protocol strekt, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1955, 161.

Uitgegeven de drieëntwintigste september 1999

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

EVELINE HERFKENS


XNoot
1

De Duitse tekst is niet afgedrukt.

XNoot
1

Deze handtekening verbindt eveneens het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

XNoot
1

Deze handtekening verbindt eveneens het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Naar boven