A. TITEL

Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua;

Managua, 26 augustus 1992

B. TEKST

De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1992, 170.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1993, 99 en, laatstelijk, Trb. 1998, 217.

De in rubriek J van Trb. 1997, 315 en Trb. 1998, 217 afgedrukte administratieve akkoorden van 8 september 1997 en 3 juni 1998 zijn bij brieven van 2 maart 1999 ter kennis gebracht van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Het in rubriek J hieronder afgedrukte administratief akkoord behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1993, 99.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1994, 15 en 246, Trb. 1997, 315 en Trb. 1998, 217.

Ter uitvoering van artikel I van de onderhavige Overeenkomst is op 28 april 1999 te Managua tussen de bevoegde Nederlandse en Nicaraguaanse autoriteiten een administratief akkoord tot stand gekomen inzake het project „Fortalecimiento del Sistema de Atención Primaria 1996–1998/FORSAP III"1. De Nederlandse tekst van het akkoord luidt als volgt:

Administratief Akkoord

De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, zijnde de bevoegde Nederlandse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nederlandse Partij,

en

de Nicaraguaanse Minister van het Secretariaat voor Buitenlandse Samenwerking van de Presidencia van de Republiek Nicaragua, zijnde de bevoegde Nicaraguaanse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nicaraguaanse Partij,

Gelet op de bepalingen van Artikel I van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua inzake technische samenwerking, ondertekend te Managua op 26 augustus 1992, hierna te noemen de „Overeenkomst";

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I Het Project

1. De twee Partijen zullen uitvoering geven aan een Project, geheten „Fortalecimiento del Sistema de Atención Primaria 1996–1998/FORSAP III", hierna te noemen „het Project". Het Project wordt gearchiveerd onder nummer NI 001102.

2. De doelstelling van het Project is een bijdrage te leveren aan het project „Fortalecimiento del Sistema de Atención Primaria 1996–1998" van de SILAIS Chontales en daardoor aan het gezondheidsniveau van de bevolking, met name van de meest kwetsbare groepen, alsmede de ondersteuning van het Nationale Gezondheidssysteem door de versterking van de SILAIS Chontales en door het uitbouwen van de relaties met andere instituties teneinde dit aan de lokale gemeenschappen ten goede te doen komen.

Vanaf 1 september 1996 wordt het Project uitgevoerd op de wijze beschreven in het PLAN de SALUD ATENCION PRIMARIA 1996–1998 van de SILAIS CHONTALES van oktober 1995 dat wordt uitgevoerd in overeenstemming met de jaarlijkse Werkplannen, die een afgeleide zijn van datzelfde Plan.

3. Deze doelstelling dient bereikt te worden door het ontwikkelen van de volgende activiteiten:

Op Gemeente niveau: het bijdragen aan de ontwikkeling van het model van eerstelijnsgezondheidszorg gebaseerd op lokale verantwoordelijkheid door middel van:

het trainen en superviseren van het (para-)medisch personeel; organisatie, training en begeleiding van basisgezondheidswerkers en vroedvrouwen, het organiseren van algemene, halfjaarlijkse supervisies, het garanderen van materialenvoorziening en versterking van de administratie.

Op het niveau van de SILAIS Chontales: Het verbeteren van de infrastructuur, de uitrusting van de lokale gezondheidsposten en van de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen door regelmatige training, het aanvullen van de medische benodigdheden in overeenstemming met de basislijst van MINSA en het stimuleren en ondersteunen van operationeel onderzoek, inclusief een onderzoek naar het (opzetten van een) systeem van „cost recovery" en versterking van de administratie.

4. De samenwerking tussen Partijen is voorzien voor een periode van drie (3) jaar en vier (4) maanden, vanaf l september 1996 tot 31 december 1999.

Artikel II De Nederlandse bijdrage

1. Als bijdrage aan het Project verbindt de Nederlandse Partij zich tot:

  • a: het beschikbaar stellen en bekostigen van een Nederlandse Directeur als bilateraal deskundige gespecialiseerd in Publieke Gezondheidszorg.

  • b: het beschikbaar stellen van nationale of internationale deskundigen; alsmede materiaal, basisdiensten en andere bijdragen als aanvulling op de Nicaraguaanse middelen met het oog op de uitvoering van het project „Fortalecimiento del Sistema de Atención Primaria 1996–1998" van de SILAIS Chontales.

2. De Nederlandse bijdrage wordt geschat op het bedrag van 7.878.194 gulden. (zijnde de tegenwaarde van 4.501.825 Amerikaanse dollars per september 1996)

Artikel III De Nicaraguaanse Bijdrage

1. Als bijdrage aan het Project verbindt de Nicaraguaanse Partij zich tot:

  • a. het beschikbaar stellen van de Directeur van de SILAIS Chontales als nationale directeur van het Project;

  • b. het beschikbaar stellen van lokaal personeel en de betaling van de lokale salarissen, het verschaffen van ondersteunend materiaal, fysieke infrastructuur alsmede het zorgen voor het financieren van andere bijdragen uit de nationale middelen van Nicaragua teneinde het project „Fortalecimiento del Plan de Salud Atención Primaria 1996–1998" van de SILAIS Chontales uit te voeren.

2. De Nicaraguaanse bijdrage wordt geschat op het bedrag van 86.850.027 córdobas (ongeveer 8.350.964 Amerikaanse dollars)

Artikel IV De Uitvoerende Autoriteiten

1. De Nederlandse Partij wijst de Nederlandse Ambassade te Managua aan als de Nederlandse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

2. De Nicaraguaanse Partij wijst het Ministerie van Gezondheidszorg aan als de Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

3. Ieder der Uitvoerende Autoriteiten heeft het recht haar verplichtingen met betrekking tot het Project geheel of gedeeltelijk te delegeren aan andere personen of instellingen. In dat geval brengen de Uitvoerende Autoriteiten elkaar schriftelijk op de hoogte van de namen van deze personen of instellingen. Tevens zal worden medegedeeld wat deze delegatie inhoudt.

Artikel V Organisatie en directie van het Project

1. De Nicaraguaanse en Nederlandse Directeur, elk benoemd door de Uitvoerende Partij, vormen gezamenlijk de Directie van het Project.

2. Beide Directeuren zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het Project en nemen gezamenlijk beslissingen met betrekking tot de uitvoering van het Project. Elk van hen benoemt een vervanger die de bevoegdheid krijgt cheques te tekenen bij afwezigheid van de ene Directeur, mits de cheque getekend is door de andere Directeur. Deze vervangers kunnen de noodzakelijke beslissingen nemen in afwezigheid van hun directeur. De namen van de vervangers zullen schriftelijk aan de Uitvoerende Autoriteiten worden medegedeeld.

3. De Directeuren zullen gemeenschappelijke besluiten nemen m.b.t. het technische en administratieve team van het Project. De Directeuren zullen gezamenlijk een voorstel uitwerken betreffende de administratieve organisatie van het project dat de taken reguleert van de technische en administratieve staf, evenals de dagelijkse coördinatie, organisatie en supervisie. Dit voorstel zal worden besproken en goedgekeurd door het „Comité Directivo". De administratieve organisatie van het Project zal integraal onderdeel vormen van dit Administratief Akkoord.

4. De partijen zullen een „Comité Directivo" oprichten voor de begeleiding van de uitvoering van het Project, waarvan de leden zijn:

  • a. vertegenwoordigers van het Secretariaat van Buitenlandse Samenwerking (SCE);

  • b. vertegenwoordigers van het Ministerie van Gezondheid (MINSA);

  • c. vertegenwoordigers van de Nederlandse Ambassade in Nicaragua;

  • d. de Nicaraguaanse Directeur van het Project en/of diens vervanger;

  • e. de Nederlandse Directeur van het Project en/of diens vervanger.

5. Het „Comité Directivo" vergadert tenminste elke zes (6) maanden en heeft de bevoegdheid de planning van de werkzaamheden te bespreken en goed te keuren, en ieder lid van het Comité Directivo kan toezicht uitoefenen op de uitvoering van het Project. De Directeuren van het project zullen alle mogelijke faciliteiten verstrekken gedurende die bezoeken, met name wat betreft de toegang tot documenten en locaties van het Project. Tevens kan het Comité aanbevelingen doen betreffende de administratie, coördinatie, monitoring en de uitgaven van het project. De Directeuren van het Project zijn verantwoordelijk voor het technisch secretariaat gedurende de vergaderingen, het opstellen van notulen, de uitnodigingen, agenda's etc. etc..

6. Het voorzitterschap van de vergaderingen van het „Comité Directivo" rouleert tussen het Ministerie van Gezondheid en de Nederlandse Ambassade.

Artikel VI Het Werkplan

1. De Directie van het Project zal in gezamenlijk overleg een Werkplan opstellen, waarin zal worden opgenomen:

– de bijdrage van elk der Partijen;

– het aantal door de Nederlandse en Nicaraguaanse Partij in te zetten deskundigen, alsmede hun taakomschrijving;

– een tijdschema voor de activiteiten;

– een beschrijving van de materialen, voertuigen en uitrusting die in het Project zullen worden ingezet;

– een schema voor het toezicht op en de evaluatie van de werkzaamheden.

2. Het Werkplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het „Comité Directivo".

3. Het goedgekeurde Werkplan zal integraal deel uitmaken van dit Akkoord.

4. Het Werkplan kan worden gewijzigd na schriftelijk verzoek van één van de leden van het „Comité Directivo", deze wijzigingen moeten worden goedgekeurd door het „Comité Directivo".

5. De Directie van het Project formuleert jaarlijks in januari een Jaarplan met bijbehorende begroting. Het Jaarplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het „Comité Directivo".

Artikel VII Beheer van de fondsen

1. Met betrekking tot de Nederlandse en Nicaraguaanse bijdragen worden speciale bankrekeningen geopend. Betalingen lastens deze rekeningen kunnen alleen worden verricht op basis van de handtekeningen van beide directeuren of indien nodig, met de handtekeningen van één directeur en van de plaatsvervanger van de andere directeur.

2. Op basis van de driemaandelijkse verantwoordingen en een liquiditeitsprognose, in het kader van de verplichting rapportages op te stellen zoals aangegeven onder artikel X van dit Akkoord, zal de rekening worden aangevuld door de Nederlandse Partij.

Artikel VIII Status van het Nederlandse personeel

De door de Nederlandse Partij in te zetten deskundigen zullen de privileges en immuniteiten genieten zoals neergelegd in de Artikelen II en III van de „Overeenkomst".

Artikel IX Juridische status van de Nederlandse apparatuur en materialen

1. De bepalingen van Artikel VII van de „Overeenkomst" zijn van toepassing op de invoer van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen voor het Project.

2. De door de Nederlandse Partij geleverde apparatuur, voertuigen en materialen zullen uitsluitend ter beschikking staan aan bij het Project betrokken personeel voor de stipte uitvoering van de Projectwerkzaamheden. Tot aan het einde van het Project is de Nederlandse Uitvoerende Autoriteit eigenaar van apparatuur, materialen en voertuigen.

De eigendom van alle apparatuur, voertuigen en materialen, verstrekt door de Nederlandse Partij, zal aan de SILAIS Chontales worden overgedragen bij beëindiging van de samenwerking tussen de Partijen in dit Project voor een gelijksoortige bestemming, tenzij Partijen in gezamenlijk overleg daaraan een andere bestemming wensen te geven in welk geval de overdracht volgens de geldende juridische normen dient te geschieden.

In geval van voortzetting van het Project vindt er geen overdracht plaats van apparatuur, voertuigen en materialen, maar blijven deze ter beschikking van het Project.

Artikel X Rapportage

1. De Directeuren van het Project zullen elke zes (6) maanden aan het „Comité Directivo" een in het Spaans gesteld rapport over de voortgang in de uitvoering van het jaarplan voorleggen, alsmede een financiële verantwoording.

Het rapport over het tweede semester zal bovendien een globale presentatie van de uitvoering van het Project van het afgelopen kalenderjaar omvatten.

De rapporten dienen tenminste 7 dagen voor de halfjaarlijkse vergadering aan het „Comité Directivo" te worden toegestuurd.

2. Aan het eind van het eerste en derde trimester wordt er een financieel rapport aan de Uitvoerende Autoriteiten voorgelegd.

3. Bij de beëindiging van het Project zal de Directie een in het Spaans gesteld eindverslag uitbrengen aan beide Uitvoerende Autoriteiten met daarin de resultaten en impact van de samenwerking, alsmede een financieel eindverslag.

Artikel XI Toezicht

De Nederlandse Partij behoudt zich het recht voor toezicht uit te oefenen op de uitvoering van het Project. De Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit zal alle mogelijke faciliteiten verstrekken aan de door de Nederlandse Partij aangewezen functionarissen, met name wat betreft de toegang tot documenten en locaties van het Project.

Artikel XII Beslechting van Geschillen

Elk geschil betreffende de interpretatie of uitvoering van dit Akkoord dat niet door de Uitvoerende Autoriteiten kan worden opgelost, zal aan de Regeringen worden voorgelegd teneinde op de door hen vast te stellen wijze te worden beslecht.

Artikel XIII Inwerkingtreding en duur

Dit Akkoord treedt in werking op de datum van ondertekening met terugwerkende kracht tot 1 september 1996 en eindigt, hetzij aan het einde van de periode, genoemd in Artikel I, lid 4, van dit Akkoord, hetzij op de datum waarop het Project zal zijn beëindigd, conform dit Akkoord en het Werkplan, afhankelijk van welke van beide data de laatste is.

ONDERTEKEND te Managua op 28 van de maand april van het jaar negentienhonderd negenennegentig, in twee originelen, in de Spaanse en in de Nederlandse taal, zijnde de teksten in beide talen gelijkelijk authentiek.

Voor de Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

(w.g.) MARGARITA M. BOT

Margarita M. Bot Tijdelijk Zaakgelastigde

Voor de Regering van de Republiek Nicaragua

(w.g.) DAVID R. LANG

Ing. David Robleto Lang Minister van het Secretariaat voor Buitenlandse Samenwerking van de Presidencia van de Republiek van Nicaragua


Het akkoord is ingevolge zijn artikel XIII op 28 april 1999 in werking getreden, met terugwerkende kracht tot 1 september 1996.

Uitgegeven de twintigste augustus 1999

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

Voor FORSAP fase II, zie Trb. 1994, 246, blz. 2.

Naar boven