A. TITEL

Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, met bijlagen, en Protocol;

Brussel, 23 januari 1995

B. TEKST

De Nederlandse tekst van Overeenkomst, bijlagen en Protocol is geplaatst in Trb. 1995, 144. Zie ook Trb. 1995, 219.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 1 november 1996 (kamerstukken II 1996/97, 25 086, nr. 1) is de Overeenkomst in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken M. PATIJN.

In een brief gedateerd 27 november 1996 heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal medegedeeld dat 37 leden van de Kamer de wens te kennen hadden gegeven dat de Overeenkomst aan de uitdrukkelijke goedkeuring der Staten-Generaal zou worden onderworpen (vergelijk kamerstukken II 1996/97, 25 086, nr. 2).

Artikel 2 van de Wet van 11 september 1997 (Stb. 402) luidt:

„De op 23 januari 1995 te Brussel tot stand gekomen Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1995, 144, wordt goedgekeurd voor Nederland.".

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken M. PATIJN.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: kamerstukken II 1996/97, 25 086; Hand. II 1996/97, blz. 6835–6836; kamerstukken I 1996/97, nrs. 66, 66a, 308 en 308a; Hand. I 1996/97, zie vergadering dd. 9 september 1997.

E. BEKRACHTIGING

De volgende Staten en internationale organisaties hebben een kennisgeving als bedoeld in artikel 99 van de Overeenkomst aan de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie gedaan:

Spanje30 januari 1996
Ierland24 mei 1996
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland14 juni 1996
Denemarken 8 juli 1996
Finland 9 juli 1996
Zweden17 juli 1996
Oostenrijk26 september 1996
Frankrijk26 februari 1997
Italië 3 juli 1997
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) 30 oktober 1997
Luxemburg12 december 1997
Kazachstan 5 februari 1998
Griekenland19 februari 1998
België22 juni 1998
Duitsland 8 juli 1998
Portugal27 november 1998
de Europese Gemeenschap30 maart 1999
de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie20 mei 1999
de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal20 mei 1999

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de Overeenkomst, met Bijlagen en Protocol, zijn ingevolge artikel 99, juncto artikel 94 van de Overeenkomst op 1 juli 1999 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Overeenkomst alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1995, 144 en Trb. 1995, 219

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties zie ook Trb. 1998, 145.

Voor de op 27 december 1945 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds (IMF) zie ook Trb. 1998, 72.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zie ook Trb. 1998, 13.

Voor het op 10 juni 1958 te New York tot stand gekomen Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken zie ook Trb. 1996, 13.

Voor het op 26 oktober 1961 te Rome tot stand gekomen Internationaal Verdag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties zie ook Trb. 1996, 16.

Voor het op 8 april 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, met Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, zie ook Trb. 1994, 266.

Voor de op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Herziene Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken zie ook Trb. 1996, 126.

Voor het op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Herziene Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom zie ook Trb. 1996, 308.

Voor het op 19 juni 1970 te Washington tot stand gekomen Verdrag tot samenwerking inzake octrooien zie ook, laatstelijk, Trb. 1999, 33.

Voor de op 24 juli 1971 te Parijs tot stand gekomen Herziene Berner Conventie van 9 september 1886 voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst zie ook Trb. 1996, 312.

Voor het op 6 april 1974 te Genève tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences zie ook Trb. 1995, 245.

Voor het op 28 april 1977 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening zie ook Trb. 1996, 314.

Voor de op 13 mei 1977 te Genève tot stand gekomen Herziene Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken zie ook Trb. 1996, 313.

Voor de op 23 oktober 1978 te Genève tot stand gekomen Herziene Akte houdende wijziging van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten zie ook Trb. 1996, 356.

Voor het op 22 maart 1989 tot stand gekomen Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan zie ook Trb. 1996, 81.

Van het op 27 juni 1989 te Madrid tot stand gekomen Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, waarnaar wordt verwezen in Bijlage III, eerste lid, bij de onderhavige Overeenkomst, zijn de Franse en Engelse tekst, alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1990, 44 en niet in Trb. 1994, 40 zoals vermeld in Trb. 1995, 144; zie ook Trb. 1998, 43.

Voor het op 19 maart 1991 te Genève tot stand gekomen Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten van 2 december 1961, zoals herzien te Genève op 10 november 1972, 23 oktober 1978 en 19 maart 1991 zie ook Trb. 1998, 116.

Voor het op 25 februari 1991 te Espoo tot stand gekomen Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 298.

Voor het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 12.

Voor de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 325.

Voor het op 17 december 1994 te Lissabon tot stand gekomen Verdrag inzake het Europees Energiehandvest zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 78.

Uitgegeven de zevenentwintigste juli 1999

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

EVELINE HERFKENS

Naar boven