A. TITEL

Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, met Protocol inzake voorrechten en immuniteiten;

Florence, 19 april 1972

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst van Overeenkomst en Protocol zijn geplaatst in Trb. 1973, 23.

Voor wijzigingen van de Overeenkomst i.v.m. de toetreding van Staten zie de rubrieken J van Trb. 1975, 55, Trb. 1987, 159 en Trb. 1991, 197 en rubriek J hieronder.

De Overeenkomst is voorts herzien bij de in rubriek J hieronder genoemde Overeenkomst van 1992.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1975, 28.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1975, 28.

F. TOETREDING

Zie Trb. 1975, 28 en 55, Trb. 1987, 159 en Trb. 1991, 197.

In overeenstemming met artikel 32, eerste lid, van de Overeenkomst heeft voorts nog de volgende Staat een akte van toetreding nedergelegd bij de Italiaanse Regering:

Oostenrijk27 januari 1998

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1975, 28 en 55, Trb. 1987, 159 en Trb. 1991, 197.

De bepalingen van de Overeenkomst en het Protocol zijn ingevolge artikel 32 junctis artikel 4 van de Overeenkomst en artikel 2 van het in rubriek J hieronder afgedrukte besluit van 11 december 1997 op 1 januari 1998 voor Oostenrijk in werking getreden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1973, 23, Trb. 1975, 55, Trb. 1987, 159 en Trb. 1991, 197.

Voor het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 77.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, thans geheten Europese Gemeenschap, zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zie ook, Trb. 1995, 78.

Op 18 juni/17 september 1992 is te Florence tot stand gekomen de Overeenkomst tot herziening van de onderhavige Overeenkomst. De Nederlandse, Engelse en Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1993, 68.

Op 11 december 1997 heeft de Raad van Bestuur van het Europees Universitair Instituut een besluit genomen tot wijziging van de onderhavige Overeenkomst in verband met de toetreding van Oostenrijk. De Nederlandse tekst1 van het besluit luidt als volgt:

Besluit Nr. 7/97 van de Raad van Bestuur van 11 december 1997 tot wijziging van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk

De Raad van Bestuur,

gelet op de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, gewijzigd bij de besluiten van de Raad van Bestuur van 20 maart 1975, van 21 november 1986, van 4 juni 1987, van 3 december 1987, van 7 december 1989 en van 19 juni 1997, hierna „Overeenkomst" genoemd, inzonderheid op artikel 32, lid 2;

overwegende dat de besprekingen in het Parlement om de Oostenrijkse regering te machtigen de akte van toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst neer te leggen, op 18 december 1997 afgerond moeten worden;

overwegende dat Oostenrijk in geval van machtiging de akte van toetreding in de eerste helft van januari 1998 zal neerleggen bij de Italiaanse regering, die depositaris van de Overeenkomst is;

overwegende dat de toetreding volgens artikel 32, lid 2, van de Overeenkomst van kracht wordt als de Raad van Bestuur de wijzigingen heeft bepaald die in de Overeenkomst aangebracht moeten worden;

overwegende dat de vaststelling van deze wijzigingen evenwel niet met zes maanden moet worden uitgesteld en de Republiek Oostenrijk als toetredende staat kan worden beschouwd, mits wordt bepaald dat deze wijzigingen slechts van kracht worden als de Republiek Oostenrijk de akte van toetreding heeft neergelegd;

overwegende dat de toetreding tot de Overeenkomst gepaard gaat met de wil van de Republiek Oostenrijk om de bepalingen van de Wijzigingsovereenkomst van 18 juni en 17 september 1992, zodra die in werking is getreden, te aanvaarden;

handelend in overeenstemming met de vertegenwoordiger van de Republiek Oostenrijk,

Besluit:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 1998 worden de volgende wijzigingen in de Overeenkomst aangebracht:

1. artikel 6, lid 7, wordt vervangen door:

„De stemmen met betrekking tot besluiten waarvoor een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist is, worden als volgt gewogen:

België 5

Denemarken 3

Duitsland 10

Griekenland 5

Spanje 8

Frankrijk 10

Ierland 3

Italië 10

Luxemburg 2

Nederland 5

Oostenrijk 4

Portugal 5

Finland 3

Zweden 4

Verenigd Koninkrijk 10

De besluiten komen tot stand wanneer zij ten minste tweeënzestig stemmen hebben verkregen, waarbij ten ministe tien regeringen voorstemmen.";

2. artikel 19, lid 1, wordt vervangen door:

„De financiële bijdragen van de Overeenkomstsluitende Staten, bestemd voor dekking van de in de begroting van het Instituut opgenomen uitgaven, worden vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:

België 5,11%

Denemarken 2,09%

Duitsland 17,89%

Griekenland 1,51%

Spanje 6,41%

Frankrijk 17,89%

Ierland 0,53%

Italië 17,89%

Luxemburg 0,16%

Nederland 5,11%

Oostenrijk 2,73%

Portugal 0,76%

Finland 1,23%

Zweden 2,80%

Verenigd Koninkrijk 17,89%."

Artikel 2

1. De toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst wordt van kracht op 1 januari 1998.

Artikel 3

De toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst impliceert de aanvaarding door deze staat van de wijzigingen in de Overeenkomst, zoals die in de Wijzigingsovereenkomst van Florence op 18 juni en 17 september 1992 zijn vastgelegd, zodra die in werking zijn getreden volgens artikel 13 van die Wijzigingsovereenkomst.

Artikel 4

Dit besluit is opgesteld in het Duits, Engels, Deens, Spaans, Fins, Frans, Grieks, Iers, Italiaans, Nederlands, Portugees en Zweeds, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 5

Dit besluit treedt pas in werking als de Republiek Oostenrijk uiterlijk 31 januari 1998 een akte van toetreding heeft neergelegd. Het treedt bijgevolg in werking op de dag waarop deze akte wordt neergelegd. De voorzitter van de Raad van Bestuur stelt de regering van elk van de Overeenkomstsluitende Staten in kennis van dit besluit.

GEDAAN te Florence, op 11 december 1997

Voor de Raad van Bestuur

De Voorzitter

(w.g.) ARGYRIS FATOUROS

Argyris Fatouros


Uitgegeven de veertiende januari 1999

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

De Deense, Duitse, Engelse, Finse, Franse, Griekse, Ierse, Italiaanse, Portugese, Spaanse en Zweedse tekst van het besluit zijn niet afgedrukt.

Naar boven