A. TITEL
Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland
en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot
het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging
van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol
betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie;
Luxemburg, 9 oktober 1978
B. TEKST
De Nederlandse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1978, 175 en
de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1979, 58. Zie ook rubriek
J van Trb. 1988, 86.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1986, 131.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1986, 131, Trb. 1988, 86 en Trb. 1992, 44.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1986, 131 en Trb. 1988, 86.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1978, 175, Trb. 1979, 58, Trb. 1986, 131, Trb. 1988, 86 en Trb. 1992,
44.
Voor het op 10 mei 1952 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot eenmaking
van enkele bepalingen inzake conservatoir beslag op zeeschepen zie ook Trb. 1996,
321.
Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.
Voor het op 27 september 1968 te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende
de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke
en handelszaken zie ook Trb. 1999, 99.
Voor het op 3 juni 1971 te Luxemburg tot stand gekomen Protocol betreffende
de uitlegging door het Hof van Justitie van het hierboven genoemde Verdrag
van 27 september 1968 zie ook Trb. 1999, 100.
Voor het op 5 oktober 1973 te München tot stand gekomen Verdrag inzake
de verlening van Europese Octrooien zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 198.