A. TITEL

Protocol nr. 11 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden betreffende herstructurering van het bij dat Verdrag ingestelde controlemechanisme, met Bijlage;

Straatsburg, 11 mei 1994

B. TEKST

De tekst van het Protocol is geplaatst in Trb. 1994, 1411.

Het Protocol is in overeenstemming met artikel 3, eerste lid, voorts nog ondertekend voor de volgende Staten:

Andorra10 november 1994
Italië221 december 1994
Letland210 februari 1995
Albanië213 juli 1995
Moldavië213 juli 1995
Oekraïne2 9 november 1995
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië2 9 november 1995
Rusland228 februari 1996
Kroatië 6 november 1996

C. VERTALING

Zie Trb. 1994, 165.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 3 oktober 1994 (Kamerstukken II 1994/95, 23 936 (R 1523), nr. 1) is het Protocol in overeenstemming met artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen en van Aruba.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken H.A.F.M.O. VAN MIERLO en de Minister van Justitie W. SORGDRAGER.

In een brief gedateerd 10 november 1994 heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal medegedeeld dat de Kamer de wens te kennen had gegeven dat het Protocol aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zou worden onderworpen (vergelijk Kamerstukken II 1994/95, 23 936 (R 1523), nr. 2).

Artikel 1 van de Rijkswet van 31 oktober 1996 (Stb. 553,Publicatieblad Nederlandse Antillen 1997, 5) luidt:

“Het op 11 mei 1994 te Straatsburg tot stand gekomen Elfde Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, betreffende herstructurering van het bij dat Verdrag ingestelde controlemechanisme, met Bijlage, waarvan de Engelse en Franse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1994, 141 en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1994, 165, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.".

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO en de Minister van Justitie W. SORGDRAGER.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 23 936 (R 1523); Hand. II, 1995/96, blz. 4205-4216, 4220-4221; Kamerstukken I 1994/95, nr. 46; 1995/96, nrs. 247 en 247a; 1996/97, nr. 11; Hand. I 1996/97, zie vergadering d.d. 29 oktober 1996.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1994, 165.

Behalve de aldaar genoemde Staat hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 3, tweede lid, van het Protocol een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa nedergelegd:

Slovenië28 juni 1994
Slowakije28 september 1994
Bulgarije 3 november 1994
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland1 9 december 1994
Zweden21 april 1995
Hongarije26 april 1995
Tsjechië28 april 1995
Malta11 mei 1995
Litouwen20 juni 1995
Cyprus28 juni 1995
IJsland29 juni 1995
Zwitserland13 juli 1995
Noorwegen24 juli 1995
Oostenrijk 3 augustus 1995
Roemenië11 augustus 1995
Duitsland 2 oktober 1995
Liechtenstein14 november 1995
Finland12 januari 1996
Andorra22 januari 1996
Frankrijk 3 april 1996
Estland16 april 1996
Denemarken18 juli 1996
Luxemburg10 september 1996
Albanië 2 oktober 1996
San Marino 5 december 1996
Ierland16 december 1996
Spanje16 december 1996
Griekenland 9 januari 1997
België10 januari 1997
het Koninkrijk der Nederlanden (voor het gehele koninkrijk)21 januari 1997
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië10 april 1997
Portugal14 mei 1997
Polen20 mei 1997
Letland27 juni 1997
Turkije11 juli 1997
Oekraïne11 september 1997
Moldavië12 september 1997
Italië 1 oktober 1997
Kroatië 5 november 1997

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 4 op 1 november 1998 in werking treden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Protocol voor het gehele Koninkrijk gelden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1994, 141.

Voor het op 5 mei 1949 te Londen tot stand gekomen Statuut van de Raad van Europa zie Trb. 1996, 355.

Voor het op 4 november 1950 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zie ook Trb. 1998, 87.

Voor het op 20 maart 1952 te Parijs tot stand gekomen (Eerste) Protocol bij genoemd Verdrag zie ook Trb. 1998, 88.

Voor het op 6 mei 1963 te Straatsburg tot stand gekomen Tweede Protocol bij genoemd Verdrag zie ook Trb. 1998, 89.

Voor het op 16 september 1963 te Straatsburg tot stand gekomen Vierde Protocol bij genoemd Verdrag zie ook Trb. 1998, 90.

Voor het op 28 april 1983 te Straatsburg tot stand gekomen Zesde Protocol bij genoemd Verdrag zie ook Trb. 1998, 91.

Voor het op 22 november 1984 te Straatsburg tot stand gekomen Zevende Protocol bij genoemd Verdrag zie ook Trb. 1998, 92.

Voor het op 6 november 1990 te Rome tot stand gekomen Negende Protocol bij genoemd Verdrag zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 93.

Uitgegeven de zeventiende april 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

De ondertekening voor Spanje geschiedde ad referendum, onder voorbehoud van bekrachtiging. De Regering van Spanje heeft op 7 december 1995 de ondertekening bevestigd.

XNoot
2

Onder voorbehoud van bekrachtiging.

XNoot
1

Bekrachtiging voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, het baljuwschap Jersey, het baljuwschap Guernsey en het eiland Man.

Naar boven