A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Arabische Republiek Egypte inzake de bevorderingen en de wederzijdse bescherming van investeringen;

Kaïro, 17 januari 1996

B. TEKST

De Engelse en de Nederlandse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 1996, 66.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 4 juni 1996 (Kamerstukken II 1995/96, 24 767 (R 1575), nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen en van Aruba.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Staatssecretaris van Economische Zaken A. VAN DOK-VAN WEELE, de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO en de Minister van Financiën G. ZALM.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 8 juli 1996.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 14, eerste lid, op 1 maart 1998 in werking treden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Verdrag ingevolge artikel 13 voor het gehele Koninkrijk.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1996, 66.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationaal Gerechtshof zie ook Trb. 1997, 106.

Voor de op 30 oktober 1976 te Kaïro tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Arabische Republiek Egypte inzake de wederzijdse aanmoediging en bescherming van investeringen, met Brieven, zie ook Trb. 1998, 28.

Uitgegeven de zestiende februari 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven