A. TITEL

Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten;

Brussel, 19 december 1997

B. TEKST

De tekst van het Protocol is geplaatst in Trb. 1998, 188.

C. VERTALING

Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten

Gezien het „Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten" en het Aanvullend Protocol daarbij, beide ondertekend te Brussel op negentien juni 1995;

Gezien de behoefte de rechtspositie van militaire hoofdkwartieren van de NAVO en het personeel daarvan op het grondgebied van Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede vast te leggen en te regelen teneinde de betrekkingen met de strijdkrachten van de individuele landen die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede te vergemakkelijken;

Gezien de behoefte in een adequate rechtspositie te voorzien voor aan militaire hoofdkwartieren van de NAVO verbonden of toegevoegd personeel van de strijdkrachten van Partnerschapsstaten;

Gezien het feit dat de omstandigheden in bepaalde NAVO-lidstaten of Partnerschapsstaten het wenselijk kunnen maken aan bovengenoemde behoeften te voldoen door middel van dit Protocol;

Zijn de Partijen bij dit Protocol het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Voor de toepassing van dit Protocol wordt aan de onderstaande uitdrukkingen de volgende betekenis toegekend:

  • 1. „Protocol van Parijs": het „Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag", ondertekend te Parijs op 28 augustus 1952.

    • a. „Verdrag", ongeacht waar deze uitdrukking in het Protocol van Parijs voorkomt: het NAVO-Status-verdrag, zoals van toepassing geworden door het „Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten", tot stand gekomen te Brussel op 19 juni 1995.

    • b. „Krijgsmacht" en „civiele dienst", ongeacht waar deze uitdrukkingen in het Protocol van Parijs voorkomen: de in artikel 3 van het Protocol van Parijs aan deze uitdrukkingen toegekende betekenis; zij omvatten tevens dergelijke aan militaire hoofdkwartieren van de NAVO verbonden of toegevoegde personen uit andere Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede

    • c. „Gezinslid", ongeacht waar deze uitdrukking in het Protocol van Parijs voorkomt: de echtgenoot van een lid van de krijgsmacht of een civiele dienst als omschreven in onderdeel b van dit artikel, of kinderen die van hem of haar afhankelijk zijn voor hun onderhoud.

  • 2. „PfP SOFA", ongeacht waar deze uitdrukking in dit Protocol voorkomt: „het „Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten", tot stand gekomen te Brussel op 19 juni 1995.

  • 3. „NAVO": de Noordatlantische Verdragsorganisatie.

  • 4. „Militaire hoofdkwartieren van de NAVO": geallieerde hoofdkwartieren of andere internationale militaire hoofdkwartieren of organisaties die onder artikel 1 en artikel 14 van het Protocol van Parijs vallen.

Artikel II

Onverminderd de rechten van NAVO-lidstaten of Partnerschapsstaten die geen Partij zijn bij dit Protocol, passen de Partijen bij dit Protocol op de werkzaamheden van de militaire hoofdkwartieren van de NAVO en het militaire en burgerpersoneel daarvan die op het grondgebied van een Partij bij dit Protocol worden uitgevoerd, bepalingen toe die identiek zijn aan de in het Protocol van Parijs vastgelegde bepalingen, tenzij zij zijn gewijzigd bij het onderhavige Protocol.

Artikel III

  • 1) Dit Protocol is, behalve op het gebied waarop het Protocol van Parijs van toepassing is, tevens van toepassing op het grondgebied van alle Staten die Partij zijn bij dit Protocol, zoals omschreven in artikel II, eerste lid, van het PfP SOFA.

  • 2) Voor de toepassing van dit Protocol worden verwijzingen in het Protocol van Parijs naar het Noord-Atlantisch Verdrag geacht de grondgebieden te omvatten waarnaar wordt verwezen in het eerste lid van dit artikel.

Artikel IV

Voor de uitvoering van dit Protocol ten aanzien van aangelegenheden waarbij Partnerschapsstaten zijn betrokken, worden de bepalingen van het Protocol van Parijs waarin wordt bepaald dat geschillen moeten worden voorgelegd aan de Noordatlantische Raad, zodanig uitgelegd dat van de betrokken Partijen wordt verlangd dat zij onderling of met elkaar onderhandelingen voeren zonder zich tot een externe rechterlijke instantie te wenden.

Artikel V

  • 1) Dit Protocol staat ter ondertekening open voor alle Staten die het PfP SOFA hebben ondertekend.

  • 2) Dit Protocol dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, die van elke nederlegging mededeling doet aan alle ondertekenende Staten.

  • 3) Zodra twee of meer ondertekenende Staten hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring hebben nedergelegd, treedt dit Protocol voor die Staten in werking. Voor elke andere ondertekenende Staat treedt het in werking op de datum van nederlegging van de desbetreffende akte.

Artikel VI

Dit Protocol kan door elke Partij daarbij worden opgezegd door een schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, die alle ondertekenende Staten van elke opzegging mededeling zal doen.

De opzegging wordt van kracht één jaar na ontvangst van de kennisgeving van opzegging door de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. Behoudens de regeling van uitstaande vorderingen ontstaan vóór de dag waarop de opzegging van kracht wordt, is dit Protocol na afloop van de termijn van één jaar niet meer van kracht voor de opzeggende Partij, maar blijft het van kracht voor de overige Partijen.

TEN BLIJKE WAARVAN ondergetekenden, naar behoren gevolmachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel op 19 december 1997, in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk gezaghebbend, in een enkel exemplaar dat zal worden nedergelegd in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika zal gewaarmerkte afschriften ervan doen toekomen aan alle ondertekenende Staten.

(Voor de ondertekeningen zie blz. 6 van Trb. 1998, 188)


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1998, 188.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1998, 188.

In dat Tractatenblad dient in de eerste regel het woord „af" te worden vervangen door „of".

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1998, 188.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1998, 188.

Uitgegeven de zestiende november 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven