A. TITEL

Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua;

Managua, 26 augustus 1992

B. TEKST

De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1992, 170.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1993, 99 en, laatstelijk, Trb. 1997, 315.

Het in rubriek J hieronder afgedrukte administratief akkoord behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1993, 99.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1994, 15 en 246 en Trb. 1997, 315.

Ter uitvoering van artikel I van de onderhavige Overeenkomst is op 3 juni 1998 te Managua tussen de bevoegde Nederlandse en Nicaraguaanse autoriteiten een administratief akkoord tot stand gekomen inzake het project „natuurbehoud en duurzame bosbouwontwikkeling". De Nederlandse tekst van het akkoord luidt als volgt:

Administratief Akkoord

De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, zijnde de bevoegde Nederlandse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nederlandse Partij,

en

De Nicaraguaanse Minister van Buitenlandse Samenwerking, zijnde de bevoegde Nicaraguaanse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nicaraguaanse Partij,

Gelet op de bepalingen van Artikel I van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua inzake Technische Samenwerking, ondertekend te Managua op 26 augustus 1992, hierna te noemen de Overeenkomst;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel l Het Project

1. De twee Partijen zullen uitvoering geven aan een project, geheten „Proyecto de Conservación y Desarrollo Forestal – PROCODEFOR", hierna te noemen „het Project". Het project zal worden gearchiveerd onder nummer NI008401.

2. De doelstelling van het Project is de bescherming en het duurzame beheer van het tropisch regenwoud. Het Project draagt bij aan de bescherming van de natuurlijke hulpbronnen van het Biologisch Reservaat Indio-Maíz, alsmede aan de ontwikkeling van de natuurlijke hulpbronnen van de bufferzone ten noorden van Indio-Maíz daarbij inbegrepen het bosbouwreservaat Cerro Silva.

Vanaf 1 januari 1998 zal het gebied van Rama en Muelle de los Buyes deel blijven uitmaken van het Programa Nacional de Desarrollo Rural (PNDR) als uitvoerende autoriteit van dit deel van het Project, bekend als MURA-PRODES, en zal worden gearchiveerd onder nummer NI008403.

Vanaf 1 januari 1998 gaat het project over in de uitvoeringsfase zoals beschreven in het Werkplan 1997-2000, met het Ministerie van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen (MARENA) als uitvoerende autoriteit, gebaseerd op projectdocument PROCODEFOR, dat hiertoe is opgesteld en goedgekeurd en zal worden geïmplementeerd volgens de Jaarplannen die voortvloeien uit hoger genoemd Werkplan.

Tot die datum zal het Project worden uitgevoerd zoals beschreven in het werkplan en in de jaarplannen gebaseerd op het projectdocument „Conservación y Desarrollo Forestal Sostenible en el Norte de SI-A-PAZ (PROCODEFOR)" de dato mei 1993.

3. De doelstelling dient bereikt te worden door het ontwikkelen van de volgende activiteiten:

  • a. ondersteuning van effectieve bescherming en beheer van de biologische diversiteit van de noordelijke sector van het natuurreservaat Indio-Maíz en de zuidelijke zone van het bosreservaat Cerro Silva, terwijl de actieve participatie van lokale organisaties en de plaatselijke bevolking verzekerd wordt;

  • b. introductie en bevordering van produktieve bosbouw- en agroforestrysystemen, gebaseerd op duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, terwijl de actieve participatie van lokale en de plaatselijke bevolking verzekerd wordt;

  • c. verbetering van het boereninkomen op een meer duurzame wijze, door middel van produktieverhoging, produktdiversificatie en een betere aansluiting bij de markt (economische duurzaamheid);

  • d. verbetering van de organisatiesystemen van de dorpen en bijdragen aan de effectieve participatie van de dorpsbewoners met betrekking tot planning en uitvoering van hun projecten die direct of indirect gericht zijn op de instandhouding van het regenbos. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan gender-issues (organisatorische duurzaamheid).

4. De samenwerking tussen Partijen zal worden aangegaan voor een periode van 5 jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1995 tot 30 juni 2000.

5. Bij de uitwerking van de activiteiten worden de volgende aandachtspunten in acht genomen:

  • a. samenwerking met andere instanties in het projectgebied en in vergelijkbare gebieden zal worden nagestreefd;

  • b. de doelstellingen, activiteiten en het budget dienen in de werkplannen aan elkaar gekoppeld te zijn met duidelijke momenten voor uit te voeren evaluaties/reviews;

  • c. ontwikkeling en toepassing van een duurzaam beheerssysteem voor secundair bos;

  • d. bij de uitvoering zal worden gestreefd naar expliciete aandacht voor behoud en bescherming van het tropisch regenwoud;

  • e. nagegaan zal worden of het mogelijk en noodzakelijk is om de activiteiten ten behoeve van de bescherming van het reservaat Indio- Maíz verder naar het zuiden uit te breiden;

  • f. bij de agro-forestry activiteiten zal extra aandacht worden besteed aan het gebruik van lokale soorten.

Artikel II De Nederlandse Bijdrage

1. De Nederlandse Partij verbindt zich tot de navolgende bijdragen aan het Project:

  • a. personele inzet met alle daaraan verbonden kosten van een Nederlandse Co-Directeur als expert voor langere tijd, gespecialiseerd in bescherming en duurzaam beheer van het tropisch regenbos en reservaten;

  • b. beschikbaarstelling van experts op technisch gebied indien dit nodig wordt geacht, gefinancierd uit additionele fondsen van de Nederlandse OS begroting zonder dat dit ten laste van het project komt;

  • c. beschikbaarstelling van projectgoederen en alle noodzakelijke middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het project, evenals andere operationele kosten, kosten voor opleiding, kosten voor infrastructuur, kosten van technische assistentie en lopende kosten (o.a. water, energie, telefoon, fax, e-mail), administratieve kosten en noodzakelijke financiële kosten.

2. De Nederlandse bijdrage aan het Project bedraagt maximaal NLG. 7.966.744,–; nadat de kosten voor het reeds uitgevoerde deel in mindering zijn gebracht, wordt per 1 januari 1998 het resterende bedrag van NLG 5.690.000,– verdeeld in NLG 1.845.000,– t.b.v. MURA-PRODES en NLG 3.845.000,– t.b.v. PROCODEFOR.

Artikel III De Nicaraguaanse Bijdrage

1. De Nicaraguaanse Partij verbindt zich tot de navolgende bijdrage aan het Project:

  • a. personele inzet van een nationale projectdirecteur, gespecialiseerd in thema's die relevant zijn voor het project, met alle daaraan verbonden kosten;

  • b. beschikbaarstelling van een nationale bijdrage van minstens 10% van het totale budget over de hele looptijd van het project;

  • c. vrijstelling van in- en uitvoerrechten van projectgoederen evenals vrijstelling van andere belastingen inclusief havenbelasting en opslagbelasting: toepassing conform het administratieve proces.

Artikel IV De Uitvoerende Autoriteiten

1. De Nederlandse Partij wijst de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Nicaragua aan als de Nederlandse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

2. De Nicaraguaanse Partij wijst het Programa Nacional de Desarrollo Rural (PNDR) aan als Uitvoerende Autoriteit belast met het Project tot 1-1-1998.

Na deze datum zal het Ministerie van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen (MARENA) als zodanig fungeren en PNDR als de uitvoerende autoriteit van MURA-PRODES.

3. Ieder der Uitvoerende Autoriteiten heeft het recht haar verplichtingen met betrekking tot het Project geheel of gedeeltelijk te delegeren aan andere personen of instellingen. In dat geval brengen de Uitvoerende Autoriteiten elkaar schriftelijk op de hoogte van de namen van deze personen of instellingen. Tevens zal worden medegedeeld wat deze delegatie inhoudt.

Artikel V Organisatie en directie van het Project

1. De door beide Partijen benoemde Directeuren (Nicaraguaanse en Nederlandse) vormen de Projectleiding.

2. Beide Directeuren zijn verantwoordelijk voor een juiste uitvoering van het Project en dienen gezamenlijk besluiten te nemen met betrekking tot de uitvoering van het project.

Elk benoemt een plaatsvervanger welke bij hun afwezigheid gemachtigd is cheques te tekenen en eventueel andere besluiten te nemen. De namen dienen schriftelijk te worden medegedeeld aan de Uitvoerende Autoriteiten.

3. De Partijen vormen een Binationaal Comité voor het begeleiden van de uitvoering van het Project. De leden zijn:

  • a. een vertegenwoordiger van MCE

  • b. een vertegenwoordiger van PNDR (tot 1/1/1998)

  • c. een vertegenwoordiger van MARENA

  • d. de Nederlandse ambassadeur in Nicaragua of diens vertegenwoordiger

  • e. de nationale projectdirecteur

  • f. de co-directeur van het Project

    Voor alle leden dient een plaatsvervanger benoemd te worden.

4. Het Binationaal Comité vergadert ten minste twee maal per jaar, of zoveel vaker als nodig wordt geacht. Het Comité kan beslissingen nemen, indien alle betrokkenen aanwezig zijn en tot overeenstemming komen, en tevens de Uitvoerende Autoriteiten het unaniem eens zijn. De Projectleiding van PROCODEFOR bekleedt de functie van technisch secretariaat tijdens de vergaderingen en draagt zorg voor verslagen, convocaties, agenda's en gelijksoortige werkzaamheden.

5. De invulling van de functie van voorzitter van het Comité zal rouleren, waarbij MCE als eerste de taak op zich neemt, gevolgd door de overige partijen.

Artikel VI Advies Comité

Er wordt een Advies Comité opgericht ten behoeve van het Project, dat zal fungeren als orgaan voor consultatie, advies en coordinatie in het gebied. Elk lid kan ten alle tijde een overleg van dit Comite beleggen.

Het Advies Comité heeft slechts een raadgevende functie en heeft geen beslissingsbevoegdheid. De leden van het Comité zijn:

  • a. de Algemeen Directeur van Areas Protegidas, Pesca y Fauna

  • b. een officiële vertegenwoordiger van de Regering van de RAAS

  • c. een vertegenwoordiger van MARENA in de RAAS

  • d. de Superintendent van SI-A-PAZ

  • e. de directeur van het Project Corredor Biológico del Atlántico

  • f. de directeur van het Project Río San Juan welke gesteund wordt door de NGO Amigos de la Tierra.

  • g. de directeur van het Project Manejo Sostenible in de Zona de Amortiguamiento van de gemeente Castillo uitgevoerd met de steun van de Deense regering.

  • h. de Nicaraguanse directeur van PROCODEFOR

  • i. de Nederlandse directeur van PROCODEFOR

  • j. anderen, indien de Uitvoerende Autoriteiten van het Project van mening zijn dat hun deelname noodzakelijk is.

Artikel VII Beheer van de Fondsen

1. Met betrekking tot de Nederlandse en Nicaraguaanse bijdragen zullen speciale bankrekeningen worden geopend. Betalingen ten laste van deze bankrekeningen kunnen uitsluitend plaatsvinden op basis van gezamenlijke ondertekening door de Nationale Directeur en de Nederlandse Directeur van het Project, of door de door hen schriftelijk aangewezen plaatsvervangers.

2. Op grond van de drie maandelijkse verantwoordingen en een liquiditeitsprognose, in het kader van de rapportageverplichtingen zoals aangegeven onder Artikel XI van dit Akkoord, vindt aanvulling van het rekeningsaldo plaats door de Nederlandse Partij.

Artikel VIII Het Werkplan

1. De Projectdirectie stelt binnen vijf (5) weken na de ondertekening van het Administratief Akkoord een Werkplan op, waarin zal worden opgenomen:

– de bijdrage van elke Partij;

– het aantal door de Nederlandse en Nicaraguaanse Partij in te zetten deskundigen, alsmede hun taakomschrijving;

– een taakomschrijving en een taakverdeling m.b.t. beide directeuren;

– een omschrijving van de beschikbare materialen, voertuigen en uitrusting en de wijze waarop deze gebruikt mogen worden;

– een systeem van toezicht op- en evaluatie van de werkzaamheden;

– een analyse van de genderverhoudingen binnen het huishouden met aandacht voor de verdeling van de arbeid (betaald/onbetaald) en de zeggenschap over de opbrengsten ervan;

– een tijdschema en een actieplan voor de uitvoering van de activiteiten en aandachtspunten genoemd in het projectdocument in art. 1 van dit Administratief Akkoord.

2. Het Werkplan 1997-2000 wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Uitvoerende Autoriteiten.

3. Het Werkplan 1997-2000 zal na goedkeuring integraal deel uitmaken van dit Administratief Akkoord.

4. Het Werkplan 1997-2000 kan schriftelijk worden gewijzigd in gemeenschappelijk overleg tussen de Uitvoerende Autoriteiten.

5. De Projectdirectie stelt jaarlijks in november een jaarplan met begroting op voor het komend kalenderjaar. Het jaarplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Uitvoerende Autoriteiten.

Artikel IX Status van het Nederlandse personeel

De door de Nederlandse Partij in te zetten deskundigen zullen de privileges en immuniteiten genieten zoals vermeld in de Artikelen II en III van de Overeenkomst.

Artikel X Status van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen

1. De bepalingen van Artikel VII van de Overeenkomst zijn van toepassing op de invoer van de Nederlandse apparatuur, transportmiddelen en materialen voor dit Project.

2. De door de Nederlandse Partij geleverde apparatuur en materialen zullen ter beschikking staan aan het Project personeel uitsluitend voor de stipte uitvoering van de Projectwerkzaamheden. Nederland blijft tot het einde van het project eigenaar van deze middelen.

De eigendom van alle apparatuur en materialen, verstrekt door de Nederlandse Partij, zal aan MARENA, worden overgedragen bij beëindiging van de samenwerking tussen Partijen in dit Project voor een vergelijkbare inzet, tenzij Partijen in gezamenlijk overleg daaraan een andere bestemming geven.

Indien er sprake is van een voortzetting van het Project, zal geen overdracht plaatsvinden, maar zullen de apparatuur en het materiaal ter beschikking blijven staan van het vervolgproject.

Artikel XI Rapportage

1. De Projectdirectie zal elke drie maanden een in het Spaans gesteld rapport over zowel de voortgang in de uitvoering van het Project als financiële verantwoording hierover uitbrengen aan beide Uitvoerende Autoriteiten.

2. Bij de beëindiging van het Project zal de Projectdirectie een in het Spaans gesteld eindverslag uitbrengen aan beide Partijen met daarin de resultaten van de samenwerking, inclusief financiële eindrapportage.

Artikel XII Toezicht

De Nederlandse Partij behoudt zich het recht voor toezicht uit te oefenen op de uitvoering van het Project. De Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit zal alle mogelijke hulp geven aan de door de Nederlandse Partij aangewezen functionarissen, met name wat betreft de toegang tot documenten en locaties van het Project.

Artikel XIII Beslechting van Geschillen

Elk geschil betreffende de interpretatie of uitvoering van dit Administratief Akkoord, dat niet door Partijen kan worden opgelost, dient aan de onderscheiden regeringen te worden voorgelegd teneinde op de door hen vast te stellen wijze te worden beslecht.

Artikel XIV Inwerkingtreding en duur

Dit Akkoord treedt in werking op de dag van ondertekening met terugwerkende kracht tot 1 juli 1995 en eindigt, hetzij aan het einde van de periode, genoemd in Artikel I, lid 4, van dit Akkoord, hetzij op de datum waarop het Project is beëindigd in overeenstemming met dit Akkoord en het Werkplan 1997-2000, welke van beide data de laatste is.

ONDERTEKEND te Managua op drie juni negentienhonderdachtennegentig, in vier originelen, twee in de Spaanse en twee in de Nederlandse taal, zijnde de beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Nederlandse Minister Voor Ontwikkelingssamenwerking

(w.g.) HENRICUS GAJENTAAN

Henricus Gajentaan

Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden

Voor de Regering van de Republiek Nicaragua

(w.g.) DAVID ROBLETO LANG

Ing. David Robleto Lang

Minister van Buitenlandse Samenwerking


Het akkoord is ingevolge zijn artikel XIV in werking getreden op 3 juni 1998 met terugwerkende kracht tot 1 juli 1995.

Uitgegeven de zestiende september 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven