A. TITEL

Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bolivia;

La Paz, 6 september 1989

B. TEKST

De Nederlandse en de Spaanse tekst van de Overeenkomst zijn afgedrukt in Trb. 1989, 166.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1990, 133, en, laatstelijk, Trb. 1996, 338.

Het in rubriek J van Trb. 1996, 338 afgedrukte administratief akkoord van 7 september 1995 is bij brieven van 4 december 1997 medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Het in rubriek J hieronder afgedrukte administratief akkoord behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1990, 133.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1989, 166, Trb. 1990, 133, Trb. 1991, 195, Trb. 1993, 179, Trb. 1995, 279 en Trb. 1996, 338.

Ter uitvoering van artikel 1 van de onderhavige Overeenkomst is op 5 mei 1998 te La Paz tussen de bevoegde Nederlandse en Boliviaanse autoriteiten een administratief akkoord tot stand gekomen inzake het project betreffende het verzamelen van basisgegevens over ecologisch verantwoord landgebruik en integratie van deze gegevens in een data-bestand in Bolivia (ZONISIG II)1. De Nederlandse tekst van het akkoord luidt als volgt:

Administratief Akkoord

De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking zijnde de bevoegde Nederlandse Autoriteit voor de uitvoering van dit Administratief Akkoord, hierna te noemen de Nederlandse Partij,

en

de Boliviaanse Minister van Buitenlandse Zaken zijnde de bevoegde Boliviaanse autoriteit voor de uitvoering van dit Administratief Akkoord, hierna te noemen de Boliviaanse Partij,

Gelet op de bepalingen in Artikel I van de Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bolivia, ondertekend te La Paz op 6 september l989, hierna te noemen de Overeenkomst;

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I Het Project

1. Beide partijen zullen uitvoering geven aan een Project geheten „Zonificación Agro-Ecológica y Establecimiento de una Base de Datos y Red de Sistema de Información Geográfica en Bolivia (ZONISIG II)", hierna te noemen het Project.

2. De doelstelling van het Project is:

Ondersteuning van het duurzame gebruik van de natuurlijke hulpbronnen en van de ruimtelijke ordening op departementaal en gemeentelijk niveau.

3. Deze doelstelling dient bereikt te worden door middel van de ontwikkeling van de volgende activiteiten:

  • a. Selectie van proefgebieden.

  • b. Verzamelen en analyse van grondgegevens.

  • c. Ontwikkeling van een databank.

  • d. Zonificatie van het gebruik van de grond op agro-ecologische en sociaal-economische basis.

  • e. Post-zonificatie-activiteiten voor de ontwikkeling en uitvoering op departementaal en gemeentelijk niveau van plannen voor het gebruik van de grond (PLUS-plannen), alsmede verspreiding van de resultaten ervan.

4. De duur van het Project zal zijn van l september 1997 t/m 31 augustus 2000.

Artikel II De NederIandse Bijdrage

1. De Nederlandse Partij verbindt zich tot de navolgende bijdrage aan het Project:

  • a. Financiering van de technische assistentie, zowel nationaal als internationaal.

  • b. Investeringen op het gebied van kantoor-infrastructuur.

  • c. Aanschaf voertuigen en apparatuur.

  • d. Opleiding.

2. De Nederlandse bijdrage is maximaal NLG 7.378.171,-.

Artikel III De Boliviaanse Bijdrage

De Boliviaanse Partij verbindt zich tot de navolgende bijdrage aan het Project:

  • a. Ter beschikking stellen van kantoren voor het project.

  • b. Dekken van onkosten vanwege water- en electriciteitsgebruik in het gebouw en onderhoud van nieuwe voorzieningen.

  • c. Personeelskosten van plaatselijk technisch- en ondersteunend personeel.

2. De Boliviaanse bijdrage is US$ 716.000.

Artikel IV De Uitvoerende Autoriteiten

1. De Nederlandse Partij wijst de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Bolivia aan als de Nederlandse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

2. De Boliviaanse Partij wijst het Staatssecretariaat van Planning en Ruimtelijke Ordening van het Ministerie van Duurzame Ontwikkeling en Planning aan als de Boliviaanse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

3. Ieder der Uitvoerende Autoriteiten heeft het recht haar verplichtingen met betrekking tot het Project geheel of gedeeltelijk aan andere personen of instellingen te delegeren.

In dat geval brengen de Uitvoerende Autoriteiten elkaar schriftelijk op de hoogte van de namen van deze personen of instellingen. Tevens zal worden medegedeeld hoever deze delegatie zich uitstrekt en onder welke voorwaarden zij geschiedt.

Artikel V Organisatie en Directie van het Project

1. De Boliviaanse Uitvoerende Autoriteit belast het „Staatssecretariaat van Planning en Ruimtelijke Ordening" met de Projectuitvoering.

2. De Nederlandse Uitvoerende Autoriteit belast DHV consultants met de realisering van de Nederlandse bijdrage.

Artikel VI Het Werkplan

1. DHV belast zich in samenwerking met het Staatssecretariaat van Planning en Ruimtelijke Ordening met de opstelling van de Jaarlijkse Werkplannen waarin zal worden opgenomen:

– de bijdrage van elke Partij;

– het aantal door de Nederlandse en Boliviaanse Partij in te zetten deskundigen, alsmede hun taakomschrijving;

– een omschrijving van de in te zetten materialen en apparatuur;

– een tijdschema;

– een schema voor inspectie en evaluatie van de werkzaamheden.

2. De jaarlijkse werkplannen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Uitvoerende Autoriteiten.

3. Het Projectdocument zal integraal deel uitmaken van dit Administratief Akkoord.

4. De jaarlijkse werkplannen kunnen worden gewijzigd met schriftelijke toestemming van de Uitvoerende Autoriteiten.

Artikel VII Status van het NederIandse Personeel

Het Nederlandse Personeel bij dit Project zal de privileges en immuniteiten genieten, zoals vermeld in de Artikelen II, III en IV van de Overeenkomst.

Artikel VIII Status van de Nederlandse apparatuur en materialen

1. De bepalingen van Artikel VIII van de Overeenkomst zijn van toepassing op de invoer van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen voor dit Project.

2. De door de Nederlandse Partij geleverde apparatuur, voertuigen en materialen zullen uitsluitend ter beschikking staan aan het bij het Project betrokken personeel voor de stipte uitvoering van de Projectwerkzaamheden.

3. De eigendom van alle apparatuur, voertuigen en materialen verstrekt door de Nederlandse Partij zal bij beëindiging van de samenwerking tussen de Partijen in gezamenlijk overleg tussen de Uitvoerende Autoriteiten overgedragen worden aan een nader te bepalen instantie.

Artikel IX Rapportage

1. DHV en het Staatssecretariaat van Planning en Ruimtelijke Ordening zullen ten minste elke zes (6) maanden een in het Spaans opgesteld rapport over de voortgang in de uitvoering van het Project uitbrengen aan beide Uitvoerende Autoriteiten.

2. Bij de beëindiging van het Project zullen DHV en het Staatssecretariaat van Planning en Ruimtelijke Ordening een in het Spaans opgesteld eindverslag uitbrengen aan de Uitvoerende Autoriteiten met daarin de resultaten van het Project.

Artikel X Inspectie

De Nederlandse Partij behoudt zich het recht voor de uitvoering van het Project te inspecteren. De verantwoordelijke Boliviaanse Uitvoerende Autoriteit zal alle mogelijke hulp geven aan de door de Nederlandse Partij aangewezen functionarissen, met name wat betreft de toegang tot documenten en de werkterreinen van het Project.

Artikel XI Beslechting van geschillen

Elk geschil betreffende de interpretatie of uitvoering van dit Administratief Akkoord, dat niet door Uitvoerende Autoriteiten kan worden opgelost, dient aan de onderscheiden regeringen te worden voorgelegd teneinde op de door hen vast te stellen wijze te worden beslecht.

Artikel XII Inwerkingtreding en duur

Dit Administratief Akkoord treedt in werking op de datum van ondertekening, met terugwerkende kracht van 01 september 1997. Het Administratief Akkoord eindigt, hetzij aan het einde van de periode genoemd in Artikel I lid 4 van dit Akkoord, hetzij op de datum waarop het Project is beëindigd, welke van beide data de laatste is.

ONDERTEKEND te La Paz, op 5 mei 1998, in de Spaanse en Nederlandse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Voor deze,

(w.g.) M. W. J. A. VAN GOOL de GARCIA

Mevr. M. W. J. A. van Gool de García

Ambassadeur

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

De Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Bolivia

(w.g.) JAVIER MURILLO DE LA ROCHA

Dr. Javier Murillo de la Rocha


Het akkoord is ingevolge zijn artikel XII op 5 mei 1998 in werking getreden, met terugwerkende kracht vanaf 1 september 1997.

Uitgegeven de zestiende september 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

Voor fase I zie Trb. 1993, 179, blz. 15.

Naar boven