A. TITEL

Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst), met Bijlage en Verklaringen;

Brussel, 26 juli 1995

B. TEKST

De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst van de Overeenkomst zijn geplaatst in Trb. 1995, 282. In dat Tractatenblad dienen de volgende correcties in de Nederlandse tekst te worden aangebracht:

– op blz. 5, artikel 2, tweede lid, dient „artikel VI" vervangen te worden door „Titel VI";

– op blz. 13, artikel 10, eerste lid, laatste alinea, 3e regel dient „vast" te vervallen;

– op blz. 41, artikel 45, vierde lid, vierde regel dient „artikel 24, lid 7" tussen artikel 10, lid 1, en artikel 30, lid 3 ingevoegd te worden;

– op blz. 45 noot 1) „portant création d'un office européen de Police (Convention Europol)" i.p.v. „Système informatique douanier".

D. PARLEMENT

Artikelen 1, 2, 4, 5 en 6 van de Wet van 24 december 1997 (Stb.775) luiden als volgt:

„Artikel 1

De op 26 juli 1995 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst), waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1995, 282, wordt goedgekeurd voor Nederland.

Artikel 2

De bij de ondertekening van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst afgelegde verklaring bij artikel 40, lid 2, van de Overeenkomst wordt goedgekeurd voor Nederland.

Artikel 4

1. Een ontwerp van een besluit dat beoogt het Koninkrijk te binden, wordt voordat daaromtrent enigerlei besluitvorming door de in artikel 28 van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst bedoelde Raad van Bestuur plaatsvindt, terstond nadat de tekst van dat ontwerp tot stand is gekomen openbaar gemaakt en aan de Staten-Generaal voorgelegd.

2. Een ontwerp-besluit als bedoeld in het eerste lid kan, in afwijking van het bepaalde in dat lid, ter vertrouwelijke kennisneming door de leden van de Staten-Generaal worden voorgelegd indien buitengewone omstandigheden van dwingende aard het bepaald noodzakelijk maken dat het ontwerp een geheim of vertrouwelijk karakter draagt.

3. Instemming van de Staten-Generaal is vereist voordat de vertegenwoordiger van het Koninkrijk zijn medewerking kan verlenen aan het totstandkomen van een besluit als bedoeld in het eerste lid.

4. Stilzwijgende instemming is verleend indien niet binnen vijftien dagen na overlegging van het ontwerp-besluit aan de Staten-Generaal door of namens een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het ontwerp-besluit de uitdrukkelijke instemming behoeft.

Artikel 5

1. Een ontwerp-regeling als bedoeld in artikel 28, eerste lid, punt 2 en 10, zevende lid, en artikel 42, eerste lid, van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst, wordt voordat daaromtrent enigerlei besluitvorming door de in artikel 28 van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst bedoelde Raad van Bestuur plaatsvindt, terstond nadat de tekst van dat ontwerp tot stand is gekomen aan de Staten-Generaal voorgelegd.

2. Indien een ontwerp-regeling als bedoeld in het eerste lid beoogt het Koninkrijk te binden, is artikel 4, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Indien een vraag die betrekking heeft op de uitlegging van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst aan de orde komt in een zaak aanhangig voor een tot de rechterlijke macht behorend gerecht dan wel een administratieve rechter waarvan de beslissingen niet vatbaar zijn voor hoger beroep, en deze instantie een beslissing noodzakelijk acht voor haar uitspraak, is deze instantie gehouden zich tot het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te wenden."

Deze wet is gecontrasigneerd door de Minister van Justitie W. SORGDRAGER, de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken M. PATIJN en de Minister van Binnenlandse Zaken H. F. DIJKSTAL.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 1996/97, 1997/98 25 339; Handelingen II 1997/98, blz. 2409–2434; 2473–2483; 2519, Kamerstukken I 1997/98, nrs. 162, 162a; Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 22 en 23 december 1997.

E. BEKRACHTIGING

In overeenstemming met artikel 45, tweede lid, van de Overeenkomst hebben de volgende Staten de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie kennisgeving gedaan van het feit dat de noodzakelijke procedures ter goedkeuring van de Overeenkomst zijn voltooid:

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland10 december 1996
Spanje 9 juni 1997
Denemarken17 november 1997
Zweden 5 december 1997
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) 24 december 1997
Portugal29 december 1997
Finland30 december 1997
Frankrijk 6 januari 1998
Oostenrijk30 januari 1998
Duitsland 3 februari 1998
Ierland11 maart 1998
Italië30 april 1998
Griekenland11 juni 1998
België12 juni 1998
Luxemburg12 juni 1998

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 45, derde lid, op 1 oktober 1998 in werking treden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de Overeenkomst alleen voor Nederland gelden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1995, 282.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.

Voor het op 3 maart 1980 te Wenen/New York tot stand gekomen Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal zie ook Trb. 1997, 31.

Voor het op 20 december 1988 te Wenen tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen zie ook Trb. 1995, 179.

Voor het op 8 november 1990 tot stand gekomen Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven zie ook Trb. 1997, 68.

Voor het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 12.

Op 24 juli 1996 is te Brussel tot stand gekomen het Protocol betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de onderhavige Overeenkomst. De tekst van dat Protocol is geplaatst in Trb. 1996, 265.

Uitgegeven de eenendertigste augustus 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven