Tractatenblad 1998, 194

A. TITEL

Verdrag betreffende de arbeid van vrouwen bij ondergrondse werken in alle soorten mijnen, 1935 (Verdrag Nr. 45 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar negentiende zitting);

Genève, 21 juni 1935

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is bij Koninklijk besluit van 16 maart 1937 bekendgemaakt in Stb. 15.

Voor het Verdrag tot herziening der slotartikelen, 1946, dat de tekst op enkele punten wijzigde, zie rubriek J hieronder.

Voor het Verdrag tot herziening der slotartikelen, 1961, dat de tekst op enkele punten wijzigde, zie rubriek J hieronder.

C. VERTALING

De vertaling van het Verdrag is bij Koninklijk besluit van 16 maart 1937 bekendgemaakt in Stb. 15.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1957, 167.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1957, 167¹, Trb. 1965, 111 en Trb. 1969, 184.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten overeenkomstig artikel 4 van het Verdrag hun bekrachtiging doen registreren door de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève:

Bangladesh	22 juni 1972
Bolivia	15 november 1973
Fiji	19 april 1974
Somalië	11 juni 1975
de Duitse Democratische Republiek	20 augustus 1975
Nicaragua	1 maart 1976
Papoea Nieuw-Guinea	1 mei 1976
de Bahama's	25 mei 1976
Angola	4 juni 1976
Guinee-Bissau	21 februari 1977
Saoedi-Arabië	15 juni 1978
Djiboeti	3 augustus 1978
Zimbabwe	6 juni 1980
Swaziland	5 juni 1981
de Salomons-eilanden	6 augustus 1985
Malta	9 juni 1988
Kroatië	8 oktober 1991
de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië	17 november 1991
Kirgizië	31 maart 1992
Azerbeidzjan	19 mei 1992
Slovenië	29 mei 1992
Bosnië-Herzegovina	2 juni 1993
Tadzjikistan	26 november 1993
Vietnam	3 oktober 1994

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1957, 167 en Trb. 1969, 84.

Voor de Staten die het Verdrag opzeggen, treedt het Verdrag ingevolge artikel 7 een jaar na de datum waarop de opzegging is geregistreerd buiten werking.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag op 29 april 1999 voor het gehele Koninkrijk buiten werking treden.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1957, 167¹ en Trb. 1965, 111.

De bepalingen van het Verdrag zijn toepasselijk verklaard door:

Australië[2] op: Papoea-Nieuw-Guinea	15 juni 1973
Frankrijk op: de Overzeese Departementen (Frans Guyana, Guadeloupe, Martinique en Réunion)	27 november 1974
de Overzeese Gebieden (de Comoren, Frans Polynesië, het Franse gebied van de Affaren en de Issa's, Nieuw-Caledonië, St. Pierre en Miquelon)	27 november 1974

I. OPZEGGING

Zie Trb. 1969, 184.

Behalve de aldaar genoemde Staat hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 7, eerste lid, een verklaring van opzegging door de Secretaris-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau doen registreren:

Canada	19 mei 1978
Uruguay	26 mei 1978
Nieuw-Zeeland	23 juni 1987
Luxemburg	29 april 1988
Australië	20 mei 1988
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland	26 mei 1988
Ierland	27 mei 1988
Chili	30 mei 1997
Peru	9 juni 1997
Finland	19 september 1997
Zambia	3 maart 1998
het Koninkrijk der Nederlanden (voor het gehele Koninkrijk)	29 april 1998

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1957, 167, Trb. 1965, 111 en Trb. 1969, 184.

Voor het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie zie ook, laatstelijk Trb. 1998, 18.

Voor het op 9 oktober 1946 te Montreal tot stand gekomen Verdrag Nr. 80 betreffende de gedeeltelijke herziening van de door de Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie in haar eerste achtentwintig zittingen aangenomen Verdragen, 1946, zie ook Trb. 1997, 168.

Voor het op 26 juni 1961 te Genève tot stand gekomen Verdrag Nr. 116 betreffende de gedeeltelijke herziening van de Verdragen, teneinde eenvormigheid te brengen in de bepalingen aangaande het opstellen van verslagen door de Raad van beheer van het Internationaal Arbeidsbureau inzake de toepassing van Verdragen zie ook Trb. 1997, 189.

Uitgegeven de zevende augustus 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

---

1 Slowakije en Tsjechië hebben medegedeeld zich vanaf 1 januari 1993 gebonden te achten aan het Verdrag.

1 In verband met het weer uitoefenen van de soevereiniteit over Hong Kong door China met ingang van 1 juli 1997, deelde de Regering van het Verenigd Koninkrijk mede na 30 juni 1997 niet langer verantwoordelijk te zijn voor de internationale rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van het Verdrag op Hong Kong.

De Regering van China deelde mede dat het Verdrag vanaf 1 juli 1997 van toepassing is op Hong Kong.

De Regering van China heeft op 28 mei 1998 medegedeeld dat het Verdrag ophoudt van toepassing te zijn op Hong Kong. Deze mededeling wordt van kracht op 29 mei 1999.

2 Het Verdrag is door Australië opgezegd (zie rubriek I).