A. TITEL
Administratieve Overeenkomst ter uitvoering van artikel 60 van de Aanvullende
Overeenkomst van 3 augustus 1959, bij het NAVO-Verdrag nopens de rechtspositie
der krijgsmachten, betreffende de in de Bondsrepubliek Duitsland gestationeerde
buitenlandse krijgsmachten, zoals gewijzigd bij de Overeenkomsten van 21 oktober
1971, 18 mei 1981 en 18 maart 1993;
Bonn, 18 maart 1993
B. TEKST
De Engelse en de Duitse tekst zijn geplaatst in Trb. 1994, 18.
C. VERTALING
Zie Trb. 1995, 93.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1994, 18.
Bij brieven van 7 februari 1996 is de Overeenkomst in overeenstemming
met artikel 13, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen
medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst zijn ingevolge artikel 10, tweede lid,
van de Overeenkomst in werking getreden op 29 maart 1998.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Overeenkomst alleen
voor Nederland.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1994, 18.
Voor de op 3 augustus 1959 te Bonn tot stand gekomen Administratieve Overeenkomst
ter uitvoering van artikel 60 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Verdrag
nopens de rechtspositie der krijgsmachten betreffende de in de Bondsrepubliek
Duitsland gestationeerde buitenlandse krijgsmachten zie ook Trb. 1998, 126.
Voor de op 18 maart 1993 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging
van de op 3 augustus 1959 te Bonn tot stand gekomen Aanvullende Overeenkomst
bij het NAVO-Verdrag nopens de rechtspositie der krijgsmachten betreffende
de in de Bondsrepubliek Duitsland gestationeerde buitenlandse krijgsmachten,
zoals gewijzigd bij de Overeenkomsten van 21 oktober 1971 en 18 mei 1981,
zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 128.
Uitgegeven de achtste juni 1998
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN
MIERLO