A. TITEL

Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de door het Koninkrijk der Nederlanden te verlenen ondersteuning bij het beheer van onroerend goed te Budel, met bijlagen;

Bergen (Duitsland), 6 oktober 1997

B. TEKST

Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de door het Koninkrijk der Nederlanden te verlenen ondersteuning bij het beheer van onroerend goed te Budel

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland,

Gelet op het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake het ter beschikking stellen van onroerend goed en het medegebruiken van oefenvoorzieningen van 6 oktober 1997,

zijn het volgende overeengekomen:

1. Juridisch kader

De volgende overeenkomsten zijn van toepassing:

– het Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten van 19 juni 1951 (NAVO-Status Verdrag),

– de Aanvullende Overeenkomst bij het Verdrag van 19 juni 1951 tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, met betrekking tot de in het Koninkrijk der Nederlanden gestationeerde Duitse strijdkrachten (Aanvullende Overeenkomst NL) van 6 oktober 1997,

– de nog te sluiten Administratieve Overeenkomst inzake het uitvoeren van bouwwerkzaamheden ten behoeve van en door de in het Koninkrijk der Nederlanden gestationeerde Duitse strijdkrachten (Overeenkomst inzake opdrachten voor bouwwerkzaamheden Nederland - ABV NL).

2. Doel

Dit Akkoord regelt de ondersteuning van de in de Nassau-Dietz-kazerne in Budel gestationeerde eenheden van de Bundeswehr door het Koninkrijk der Nederlanden, met name de samenwerking tussen de »Bundeswehrverwaltungsstelle« in Nederland (BWVSt NL) en het liaisondetachement Nassau-Dietz-kazerne (lso-det. NDK).

3. Gebruik

  • a. Het onroerend goed in Budel staat onder commando van de Bundeswehr.

  • b. Op het gebruik van dit onroerend goed is overeenkomstig artikel 36 van de Aanvullende Overeenkomst NL Nederlands recht van toepassing, voor zover in de Aanvullende Overeenkomst NL en in andere internationale overeenkomsten niets anders is bepaald en voor zover niet de organisatie, de interne wijze van functioneren en de leiding van de Bundeswehr en haar civiel gevolg, leden en gezinsleden alsmede andere interne aangelegenheden, die geen voorzienbare gevolgen hebben voor de rechten van derden of voor omliggende gemeenten en het publiek in zijn algemeenheid, in het geding zijn.

4. Infrastructuur

  • a. Het regelmatig onderhoud van de in Bijlage 1 bij dit Akkoord vermelde, door de Nederlandse zijde ter beschikking gestelde voorzieningen valt onder de verantwoordelijkheid van de BWVSt NL. De aard en omvang van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden worden in het kader van een jaarlijkse bouwinspectie tussen de BWVSt NL en de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, Directie Zuid-Nederland (DGWT) overeengekomen.

  • b. Voor zover onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan de voorzieningen niet door eigen personeel kunnen worden uitgevoerd, besteedt de DGWT dit werk uit aan vakbekwame bedrijven en begeleidt zij de uitvoering daarvan technisch.

  • c. Hetzelfde geldt in verband met de uitvoering van nieuwbouw, verbouwing en uitbreiding van bestaande gebouwen (ABV NL).

  • d. De verwezenlijking van infrastructurele plannen geschiedt op basis van de ABV NL.

  • e. De roerende zaken voor de in Bijlage 1 vermelde voorzieningen die, zonder dat zij deel uitmaken van de hoofdzaak, ertoe bestemd zijn het economisch doel van de hoofdzaak te dienen en daarmee ruimtelijk in verband staan, worden door de Bondsrepubliek Duitsland beheerd. Aanschaf, onderhoud en reparatie van deze roerende zaken vallen onder de verantwoordelijkheid van de chef van de BWVSt NL.

5. Procedure voor de ondersteunende diensten van het lso-det. NDK

  • a. De ondersteunende diensten ingevolge artikel 4, eerste lid van het Verdrag inzake onroerend goed, die door het lso-det. NDK kunnen worden verleend, zijn vermeld in Bijlage 2 bij dit Akkoord.

  • b. De door het lso-det. NDK aan de chef van de BWVSt NL te verlenen ondersteuning wordt in een door deze op te stellen jaarplan met opgave van de behoeften vastgelegd en dit plan wordt in de maand juni van het jaar voorafgaand aan het jaar van realisatie van het plan (jaar X-1) aan het lso-det. NDK overhandigd ter opstelling van een kostenraming.

  • c. De kostenraming voor de realisatie van het jaarplan wordt uiterlijk op 15 augustus van het jaar X-1 door de commandant van het lsodet. NDK aan de chef van de BWVSt NL voorgelegd.

  • d. Vervolgens wordt het jaarplan in een door de chef van de BWVSt NL en de commandant van het Regionaal Militair Commando Zuid te ondertekenen jaarcontract vastgelegd.

6. Normen, marktconformiteit en belastingen

  • a. In het door de chef van de BWVSt NL op te stellen jaarplan worden de aard en de omvang van de door het lso-det. NDK te verlenen ondersteuning precies aangegeven.

  • b. In beginsel worden in het kader van de ondersteuning door het lso-det. NDK marktconforme tarieven vastgesteld.

  • c. In met redenen omklede gevallen van uitzondering dient tussen de chef van de BWVSt NL en de commandant van het lso-det. NDK overeenstemming te worden bereikt over afwijkende tarieven.

  • d. Indien van de zijde van de BWVSt NL twijfel bestaat over de marktconforme tarieven, zal de chef van de BWVSt NL zo mogelijk drie alternatieve voorstellen doen, die onder de kostenraming van de VBD-NDK liggen.

  • e. In die gevallen waarin geen overeenstemming kan worden bereikt, heeft de chef van de BWVSt NL het recht via het lso-det. NDK contracten met derden aan te vragen.

  • f. In de kostenraming voor het jaarplan houdt de commandant van het lso-det. NDK rekening met alle belastingen waarvan de Duitse strijdkrachten overeenkomstig het NAVO-Status Verdrag, de Aanvullende Overeenkomst Nederland of op andere gronden zijn vrijgesteld. Ingeval zulks niet is geschied, zal de commandant van het lso-det. NDK zich in samenspraak met de bevoegde Nederlandse autoriteiten inspannen voor teruggave achteraf van de in rekening gebrachte belastingen.

7. Aanpassing van het jaarcontract in het realisatiejaar (jaar X)

  • a. Een zich in het jaar X voordoende aanvullende behoefte zal, met inachtneming van het onder nummer 6 van dit Akkoord gestelde, door de chef van de BWVST NL aan de commandant van het lso-det. NDK worden gemeld, die zich vervolgens voor de desbetreffende realisatie zal inspannen. Het jaarcontract wordt na gezamenlijk overleg dienovereenkomstig aangepast.

  • b. Voor zover de commandant van het lso-det. NDK op grond van nummer 3, onder b), van dit Akkoord aanvullende diensten noodzakelijk acht, deelt hij dit aan de chef van de BWVSt NL onverwijld mede onder vermelding van de toepasselijke bepalingen van het Nederlandse recht. Indien de chef van de BWVSt NL na toetsing instemt met de benodigde aanvullende diensten, wordt het jaarcontract met inachtneming van nummer 6 van dit Akkoord aangepast.

8. Kwartaalcontrole

De commandant van het lso-det. NDK en de chef van de BWVSt NL toetsen elk kwartaal in hoeverre de door het lso-det. NDK te verlenen ondersteuning voldoet aan het in het jaarcontract overeengekomene. De commandant van het lso-det. NDK informeert de chef van de BWVSt NL steeds tijdig, wanneer het gevaar bestaat dat de in het jaarcontract vastgestelde maximumbedragen worden overschreden.

9. Planningshorizon

Omwille van de planning en de doelmatigheid wordt een algemene planningshorizon van 5 jaren gehanteerd, die ieder jaar wordt gecontinueerd.

10. Kostenmatiging

De kosten van de door het lso-det. NDK te verlenen ondersteuning dienen in beginsel de in het jaarcontract genoemde maximumbedragen niet te overschrijden.

11. Toeslag administratiekosten

Teneinde marktconformiteit te bereiken, wordt op de ondersteunende diensten van het lso-det. NDK geen toeslag voor administratiekosten geheven.

12. Betaling

  • a. De door de commandant van het lso-det. NDK in verband met de realisatie van het jaarcontract ingediende rekeningen worden door de chef van de BWVSt NL overeenkomstig STANAG 3381 achteraf betaald, tenzij anders overeengekomen bij de ondertekening van het jaarcontract.

  • b. In de rekeningen wordt altijd aan de datum en de titel van dit Akkoord gerefereerd; hetzelfde geldt voor betalingsopdrachten.

13. Beslechting van geschillen

Geschillen die voortvloeien uit de toepassing van dit Akkoord, worden op het laagst mogelijke niveau door overleg tussen de Partijen opgelost en worden niet ter beslechting aan een derde voorgelegd.

14. Evaluatie

De uitvoering van dit Akkoord wordt, voor zover noodzakelijk, ieder jaar geëvalueerd tijdens de onderhandelingen over het jaarcontract als bedoeld onder nummer 5, d).

15. Correspondentie

Correspondentie met betrekking tot dit Akkoord wordt aan de navolgende dienstonderdelen gericht:

  • a. in Duitsland: 2>Bundesministerium der Verteidigung Referat R II 4 Postfach 13 28 D - 53003 Bonn

  • b. in Nederland: Ministerie van Defensie Directie Juridische Zaken Afdeling Internationale en Juridische Beleidsaangelegenheden Postbus 20701 NL - 2500 ES 's-Gravenhage

16. Slotbepalingen

  • a. Dit Akkoord treedt in werking op de dag waarop het Verdrag tussen de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden inzake het ter beschikking stellen van onroerend goed en het medegebruiken van oefenvoorzieningen van 6 oktober 1997 in werking treedt.

  • b. Elk der Partijen bij dit Akkoord is gerechtigd de andere Partij voorstellen tot wijziging van dit Akkoord voor te leggen. Wijzigingen worden van kracht, zodra beide Partijen schriftelijk hebben medegedeeld dat zij daarmee instemmen.

  • c. De bijlagen bij dit Akkoord kunnen namens de Partijen bij dit Akkoord door hen te benoemen autoriteiten in gezamenlijk overleg worden gewijzigd. Elke Partij informeert de andere schriftelijk over de door haar hiertoe gemachtigde autoriteiten.

  • d. Dit Akkoord kan door elke Partij schriftelijk worden opgezegd. De opzegtermijn bedraagt ten minste 12 maanden, te beginnen op 1 januari van het jaar volgend op het jaar van opzegging.

GEDAAN te Bergen, op 6 oktober 1997, in twee originele exemplaren, elk in de Nederlandse en in de Duitse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) A.P. VAN WALSUM

Voor de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland

(w.g.) P. HARTMANN


Voor Bijlage 1 zie Anlage 1

Bijlage 2 bij het Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de door het Koninkrijk der Nederlanden te verlenen ondersteuning bij het beheer van onroerend goed te Budel

1. Het Nederlandse liaison-detachement verleent aan de Bundeswehrverwaltungsstelle in Nederland (BWVSt NL) in hoofdzaak de volgende ondersteuning ten behoeve van de kazerne en de kazerneterreinen in Budel:

  • a. het sluiten van overeenkomsten voor de levering van water, stroom, gas, stookolie en schoonmaakdiensten (van gebouwen en ramen) alsmede overeenkomsten voor afvalverwijdering met inbegrip van bijzonder afval

  • b. bemiddeling bij het sluiten van overeenkomsten voor goederen en diensten

  • c. reiniging van het perceel (eenmaal per halfjaar gebruikmaking van een veegmachine op het desbetreffende terrein)

  • d. personeelsmanagement en -administratie van het Nederlandse burgerpersoneel dat voor dienstverlening als lokale kracht beschikbaar wordt gesteld aan de Duitse instanties en aan de BBV overeenkomstig de Duitse personeelsplanning

  • e. ondersteuning van de Duitse instanies in de contacten met Nederlandse autoriteiten, diensten en bedrijven.

2. De Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGWT) verleent aan de BWVST NL de volgende ondersteuning:

  • a. uitvoeren van grote en kleine bouwwerkzaamheden, onderhoud van gebouwen

    b. exploitatie, onderhoud en het opheffen van storingen

    • van het elektriciteitssysteem, de trafostations, de schakel- en verdeeltechnologie in huis

    • van de aan- en afvoerleidingen voor water en afvalwater (veront-reinigd water en oppervlaktewater) en van afscheiders

  • c. het leveren van warmte, warm water en noodstroom met inbegrip van het exploiteren en onderhouden van de bijbehorende technische voorzieningen, leidingen en verdeelsystemen alsmede het opheffen van storingen daaraan

  • d. pexploitatie en onderhoud van de zuiveringsinstallatie

  • e. onderhoud van en opheffen van storing aan

    • installaties (bijvoorbeeld hijskranen, liften, poorten, bunkerstations voor olie, bliksembeveiliginginstallaties) die zijn voorzien van een verplicht controle- en signaleringssysteem

    • sanitaire voorzieningen in gebouwen (bijvoorbeeld ventilatoren, werk- en keukenmachines, koelinstallaties)

  • f. uitvoeren van kleine onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen zoals bepaald naar aanleiding van bouwinspectie respectievelijk op verzoek (klein onderhoud)

  • g. verzorging en onderhoud van groenvoorziening en sportterreinen.

3. Het garnizoenskommando Venlo verzorgt de telecommunicatiedienst en de garnizoensschietbaan.

Vereinbarung zwischen der Regierung des Königreichs der Niederlande und der Regierung der Bundesrepublik Deutschland über die von dem Königreich der Niederlande zu leistende Unterstützung bei der Verwaltung der Liegenschaft Budel

Die Regierung des Königreichs der Niederlande

und

die Regierung der Bundesrepublik Deutschland -

auf der Grundlage des Abkommens vom 6. Oktober 1997 zwischen der Regierung des Königreichs der Niederlande und der Regierung der Bundesrepublik Deutschland über die Bereitstellung von Liegenschaften und die Mitbenutzung von Übungseinrichtungen -

sind wie folgt übereingekommen:

1. Rechtsrahmen

Die folgenden Abkommen finden Anwendung:

– das Abkommen vom 19. Juni 1951 zwischen den Parteien des Nordatlantikvertrags über die Rechtsstellung ihrer Truppen (NATO-Truppenstatut),

– das Zusatzabkommen vom 6. Oktober 1997 zu dem Abkommen vom 19. Juni 1951 zwischen den Parteien des Nordatlantikvertrags über die Rechtsstellung ihrer Truppen hinsichtlich der im Königreich der Niederlande stationierten deutschen Truppen (Zusatzabkommen NL),

– das noch zu schließende Abkommen über die Durchführung der Baumaßnahmen für und durch die in dem Königreich der Niederlande stationierten deutschen Streitkräfte (Auftragsbauvereinbarung Niederlande – ABV NL –).

2. Ziel

Diese Vereinbarung regelt die Unterstützung der in der Nassau-Dietz-Kaserne in Budel stationierten Einheiten der Bundeswehr durch das Königreich der Niederlande, insbesondere die Zusammenarbeit zwischen der Bundeswehrverwaltungsstelle in den Niederlanden (BWVSt NL) und dem Verbindungsdetachement Nassau-Dietz-Kaserne (VBD-NDK).

3. Benutzung

  • a) Die Liegenschaft in Budel untersteht dem Kommando der Bundeswehr.

  • b) Bei der Benutzung dieser Liegenschaft findet gemäß Artikel 36 des Zusatzabkommens NL niederländisches Recht Anwendung, soweit im Zusatzabkommen NL und in anderen internationalen Übereinkünften nicht etwas anderes vorgesehen ist und sofern nicht die Organisation, die interne Funktionsweise und die Führung der Bundeswehr und ihres zivilen Gefolges, ihrer Mitglieder und deren Angehöriger sowie andere interne Angelegenheiten, die keine vorhersehbaren Auswirkungen auf die Rechte Dritter oder auf umliegende Gemeinden und die Öffentlichkeit im allgemeinen haben, betroffen sind.

4. Infrastruktur

  • a) Die ordnungsgemäße Unterhaltung der in Anlage 1 zu dieser Vereinbarung aufgeführten, von der niederländischen Seite bereitgestellten Anlagen obliegt der BWVSt NL. Art und Umfang der notwendigen Bauunterhaltungsmaßnahmen werden im Rahmen einer jährlichen Baubegehung zwischen der BWVSt NL und der Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, Directie Zuid-Nederland (DGWT) abgestimmt.

  • b) Soweit die Instandhaltung und Instandsetzung der Anlagen nicht mit eigenen Kräften durchgeführt werden kann, vergibt die DGWT Aufträge an geeignete Fachfirmen und begleitet deren Ausführung technisch.

  • c) Gleiches gilt im Zusammenhang mit der Durch- und Ausführung von Neu-, Umund Erweiterungsbauten (ABV NL).

  • d) Die Realisierung der Infrastruktur-Vorhaben erfolgt auf der Grundlage der ABV NL.

  • e) Die beweglichen Sachen für die in Anlage 1 aufgeführten Einrichtungen, die, ohne Bestandteil der Hauptsache zu sein, dem wirtschaftlichen Zweck der Hauptsache zu dienen bestimmt sind und zu ihr im räumlichen Verhältnis stehen, werden von der Bundesrepublik Deutschland verwaltet. Die Beschaffung, Instandhaltung und Instandsetzung dieser beweglichen Sachen obliegt dem Leiter der BWVSt NL.

5. Verfahren für die Unterstützungsleistungen des VBD-NDK

  • a) Die Unterstützungsleistungen gemäß Artikel 4 Absatz 1 des Liegenschaftsabkommens, die von dem VBD-NDK erbracht werden können, sind in Anlage 2 zu dieser Vereinbarung aufgeführt.

  • b) Die von dem VBD-NDK dem Leiter der BWVSt NL zu leistende Unterstützung wird in einem von diesem aufzustellenden Jahresbedarfsplan festgelegt und jeweils im Monat Juni des Jahres vor dem Jahr der Realisierung des Planes (Jahr X-1) dem VBD-NDK zur Aufstellung der Kostenvoranmeldung übergeben.

  • c) Die Kostenvoranmeldung für die Realisierung des Jahresplans wird dem Leiter der BWVSt NL vom Leiter des VBD-NDK spätestens am 15. August des Jahres X-I vorgelegt.

  • d) Anschließend wird der Jahresplan in einem von dem Leiter der BWVSt NL und dem Kommandeur des Regionaal Militair Commando Zuid zu unterzeichnenden Jahresvertrag festgelegt.

6. Normen, Marktkonformität und Steuern

  • a) In dem vom Leiter der BWVSt NL aufzustellenden Jahresplan werden Art und Umfang der vom VBD-NDK zu leistenden Unterstützung genauestens angegeben.

  • b) Grundsätzlich werden im Rahmen der Unterstützung durch das VBD-NDK marktkonforme Kostensätze festgesetzt.

  • c) In begründeten Ausnahmefällen soll zwischen dem Leiter der BWVSt NL und dem Leiter des VBD-NDK Einvernehmen über abweichende Sätze erzielt werden.

  • d) Wenn seitens der BWVSt NL die marktkonformen Kostensätze angezweifelt werden, wird der Leiter der BWVSt NL möglichst drei Vergleichsangebote vorlegen, die den Kostenrahmen des VBD-NDK unterschreiten.

  • e) In den Fällen, in denen keine Einigung erzielt werden kann, hat der Leiter der BWVSt NL das Recht, über das VBD-NDK Verträge mit Dritten anzufordern.

  • f) In der Kostenvoranmeldung für den Jahresplan berücksichtigt der Leiter des VBD-NDK alle Steuern, von deren Bezahlung die deutschen Streitkräfte gemäß dem NATO-Truppenstatut, dem Zusatzabkommen Niederlande oder aus anderen Gründen befreit sind. Falls dies unterlassen wurde, wird sich der Leiter des VBD-NDK im Einvernehmen mit den zuständigen niederländischen Behörden um die Rückerstattung der in Rechnung gestellten Steuern bemühen.

7. Anpassung des Jahresvertrags im Realisierungsjahr (Jahr X)

  • a) Ein während des Jahres X entstehender ergänzender Bedarf wird unter Berücksichtigung von Nummer 6 dieser Vereinbarung vom Leiter der BWVSt NL beim Leiter des VBD-NDK angemeldet, der sich anschließend um entsprechende Realisierung bemühen wird. Der Jahresvertrag wird in gegenseitigem Einvernehmen dementsprechend angepaßt.

  • b) Falls nach Ansicht des Leiters des VBD-NDK aufgrund von Nummer 3 Buchstabe b dieser Vereinbarung ergänzende Leistungen erforderlich sind, informiert er den Leiter der BWVSt NL hierüber unverzüglich unter Angabe der anwendbaren Bestimmungen des niederländischen Rechts. Falls der Leiter der BWVSt NL nach Prüfung den zusätzlich erforderlichen Leistungen zustimmt, wird der Jahresvertrag unter Berücksichtigung von Nummer 6 dieser Vereinbarung angepaßt.

8. Vierteljährliche Kontrolle

Der Leiter des VBD-NDK und der Leiter der BWVSt NL prüfen vierteljährlich, inwieweit die von dem VBD-NDK zu leistende Unterstützung dem vereinbarten Jahresvertrag entspricht. Der Leiter des VBD-NDK wird den Leiter der BWVSt NL stets rechtzeitig informieren, wenn die Gefahr einer Überschreitung der im Jahresvertrag festgelegten Höchstbeträge besteht.

9. Planungshorizont

Aus Planungs- und Zweckmäßigkeitsgründen wird ein allgemeiner Planungshorizont von fünf Jahren zugrunde gelegt, der jährlich fortgeschrieben wird.

10. Kostendämpfung

Die Kosten der von dem VBD-NDK zu leistenden Unterstützung sollen grundsätzlich die in dem Jahresvertrag genannten Höchstbeträge nicht überschreiten.

11. Verwaltungskostenzuschlag

Zur Erreichung der Marktkonformität wird auf die Unterstützungsleistungen des VBD-NDK kein Verwaltungskostenzuschlag erhoben.

12. Bezahlung

  • a) Die vom Leiter des VBD-NDK im Zusammenhang mit der Realisierung des Jahresvertrags eingereichten Rechnungen werden von dem Leiter der BWVSt NL gemäß STANAG 3381 nachträglich bezahlt, es sei denn, daß bei der Unterzeichnung des Jahresvertrags etwas anderes vereinbart wurde.

  • b) In den Rechnungen wird immer auf Datum und Bezeichnung dieser Vereinbarung Bezug genommen; entsprechendes gilt auch für die Zahlungsanweisungen.

13. Beilegung von Meinungsverschiedenheiten

Meinungsverschiedenheiten, die sich aus der Anwendung dieser Vereinbarung ergeben, werden durch Konsultationen zwischen den Parteien auf einer möglichst niedrigen Ebene gelöst und nicht einem Dritten zur Schlichtung vorgelegt.

14. Auswertung

Die Durchführung dieser Vereinbarung wird, soweit erforderlich, jährlich während der Verhandlungen über den Jahresvertrag gemäß Nummer 5 Buchstabe d ausgewertet.

15. Korrespondenz

Korrespondenz bezüglich dieser Vereinbarung wird an nachfolgende Dienststellen gerichtet:

  • a) in Deutschland: Bundesministerium der Verteidigung Referat R II4 Postfach 13 28 D-53003 Bonn

  • b) in den Niederlanden: Ministerie van Defensie Directie Juridische Zaken Afdeling Internationale en Juridische Beleidsaangelegenheden Postbus 20701 NL-2500 ES 's-Gravenhage

16. Schlußbestimmungen

  • a) Diese Vereinbarung tritt gleichzeitig mit dem Abkommen vom 6. Oktober 1997 zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland und der Regierung des Königreichs der Niederlande über die Bereitstellung von Liegenschaften und die Mitbenutzung von Übungseinrichtungen in Kraft.

  • b) Jede Partei dieser Vereinbarung ist berechtigt, der anderen Partei Vorschläge zur Änderung dieser Vereinbarung vorzulegen. Änderungen werden wirksam, sobald beide Parteien schriftlich mitgeteilt haben, daß sie ihnen zustimmen.

  • c) Die Anlagen zu dieser Vereinbarung können im Namen der Parteien dieser Vereinbarung durch von ihnen zu benennende Dienststellen einvernehmlich geändert werden. Jede Partei informiert die andere schriftlich über die von ihr hierzu ermächtigten Dienststellen.

  • d) Diese Vereinbarung kann von jeder Partei schriftlich gekündigt werden. Die Kündigungsfrist beträgt mindestens zwölf Monate, beginnend am I . Januar des auf das Jahr der Kündigung folgenden Jahres.

GESCHEHEN zu Bergen am 6. Oktober 1997 in zwei Urschriften, jede in niederländischer und deutscher Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist.

Für die Regierung des Königreichs der Niederlande

(gez.) A. P. VAN WALSUM

Für die Regierung der Bundesrepublik Deutschland

(gez.) P. HARTMANN


Anlage 1, die uit een kaart bestaat, is los bijgevoegd

Anlage 2 zur Vereinbarung zwischen der Regierung des Königreichs der Niederlande und der Regierung der Bundesrepublik Deutschland über die von dem Königreich der Niederlande zu leistende Unterstützung bei der Verwaltung der Liegenschaft Budel

1. Der mederländische Verbindungsstab leistet der Bundeswehrverwaltungsstelle in den Niederlanden (BWVSt NL) im wesentlichen folgende Unterstützung für die Kasernenanlage Budel:

  • a) Abschluß von Verträgen für die Lieferung von Wasser, Strom, Gas, Heizöl und Reinigung (Gebäude-, Glasreinigung) sowie Verträge für Abfallbeseitigung einschließlich Sondermüll,

  • b) Beschaffungshilfe beim Abschluß von Verträgen für Waren und Dienstleistungen,

  • c) Grundstücksreinigung (halbjährlicher Einsatz einer Straßenkehrmaschine innerhalb der Liegenschaft),

  • d) Personalbearbeitung hinsichtlich des niederländischen Zivilpersonals, welches den deutschen Dienststellen und dem BBV zur Dienstleistung gemäß den deutschen Stellenplänen als Ortskräfte zur Verfügung gestellt wird,

  • e) Unterstützung der deutschen Dienststellen im Verkehr mit niederländischen Behörden, Dienststellen und Firmen.

2. Der Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGWT) leistet der BWVSt NL folgende Unterstützung:

  • a) Durchführung großer und kleiner Baumaßnahmen, Bauunterhaltung,

  • b) Betrieb, Wartung, Instandhaltung sowie Störungsbeseitigung an

    – Elt-Leistungssystem, Trafostationen, Verteil- und Haustechnik,

– Ver- und Entsorgungsleitungen für Wasser und Abwasser (Schmutz- und Oberflächenwasser), Abscheidern,

  • c) Lieferung von Wärme, Warmwasser und Notstrom einschl. Betrieb, Wartung, Instandhaltung der dazugehörenden technischen Einrichtungen, Leitungen und Verteilersysteme sowie Störungsbeseitigung,

  • d) Betrieb, Wartung und Instandhaltung der Kläranlage,

  • e) Wartung, Instandhaltung sowie Störungsbeseitigung an

    – prüf- und überwachungspflichtigen Anlagen (z.B. Kräne, Aufzüge, Tore, Tankanlagen, Blitzschutzanlagen),

– sanitären Gebäudeeinrichtungen (z.B. Lüfter, Arbeits- und Küchenmaschinen, Kühlanlagen),

  • f) Durchführung kleiner Instandhaltungs- und Instandsetzungsarbeiten an Gebäuden und Anlagen nach Festlegung durch Baubegehen bzw. Anforderung (kleiner Bauunterhalt),

  • g) Pflege der gärtnerischen Anlagen und Sportplätze.

3. Das Garnisonskommando Venlo betreibt die Fernmeldedienststelle und die Standortschießanlage.

D. PARLEMENT

Het Akkoord behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Akkoord kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Akkoord zullen ingevolge artikel 16, onderdeel a, in werking treden op de dag dat het op 6 oktober 1997 tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake het ter beschikking stellen van onroerend goed en het medegebruiken van oefenvoorzieningen in werking treedt.

J. GEGEVENS

Bij gelegenheid van de ondertekening van het onderhavige Akkoord is een Protocol van ondertekening tot stand gekomen, waarvan de tekst is afgedrukt in rubriek J van Trb. 1998, 117.

Van het op 19 juni 1951 te Londen tot stand gekomen Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, naar welk Verdrag in artikel 1 van het onderhavige Akkoord wordt verwezen, zijn de Engelse en de Franse tekst geplaatst in Trb. 1951, 114 en de vertaling in Trb. 1953, 10; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 326.

Van het op 6 oktober 1997 te Bergen (Duitsland) tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake het ter beschikking stellen van onroerend goed en het medegebruiken van oefenvoorzieningen, naar welk Verdrag in de preambule tot het onderhavige Akkoord wordt verwezen, en tot uitvoering van welk Verdrag het onderhavige Akkoord strekt, is de tekst geplaatst in Trb. 1998, 119.

Van de op 6 oktober 1997 te Bergen (Duitsland) tot stand gekomen Aanvullende Overeenkomst bij het Verdrag van 19 juni 1951 tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten met betrekking tot de in het Koninkrijk der Nederlanden gestationeerde Duitse strijdkrachten, naar welke Overeenkomst in artikel 1 van het onderhavige Akkoord wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1998, 124.

Uitgegeven de negentiende mei 1998

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven