A. TITEL
Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn-
en binnenvaart, met Bijlagen en Aanhangsels;
Straatsburg, 9 september 1996
B. TEKST
De tekst van Verdrag, Bijlagen en Aanhangsels is geplaatst in Trb. 1996,
293.
In de Nederlandse tekst van Aanhangsel III, vierde lid, (blz. 35) dient
in de tweede regel na „lozing op" „het" te worden geschrapt
en dient in de derde regel na „voorgeschreven" te worden toegevoegd: „losstandaard,
te weten".
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1996, 293.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1996, 293.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1996, 293.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1996, 293.
De Centrale Commissie voor de Rijnvaart heeft op 25 april 1996 te Straatsburg
een besluit genomen inzake de toepassing van het Verdrag in het kader van
de Herziene Rijnvaartakte. De Franse tekst en de vertaling van dat Besluit
luiden als volgt:
Résolution
La Commission Centrale,
considérant
qu'en vertu de l'article 1 de la Convention révisée pour
la navigation du Rhin la navigation du Rhin et de ses embouchures, depuis
Bâle jusqu'à la pleine mer, est libre aux navires de toutes les
nations, à la condition de se conformer aux stipulations contenues
dans ladite Convention et aux mesures prescrites pour le maintien de la sécurité
générale,
que la Convention relative à la collecte, au dépôt
et à la réception des déchets survenant en navigation
intérieure et rhénane contient, outre les prescriptions relatives
aux installations à terre, également des prescriptions pour
la navigation sur le Rhin,
qu'il est souhaitable que la Convention s'applique sur le Rhin ainsi que
sur les voies de navigation intérieure européennes qui lui sont
reliées,
qu'il est souhaitable, dans l'intérêt d'une sanction uniforme
des infractions aux obligations et interdictions édictées par
la Convention sur le Rhin d'une part et sur les autres voies de navigation
intérieure d'une partie contractante tombant sous le champ d'application
de la Convention d'autre part, de sanctionner les infractions aux dispositions
de la Convention en vertu de son article 16,
déclare que la prévention des dommages à l'environnement
fait partie des motifs des prescriptions relatives à la navigation
sur le Rhin,
constate que la Convention est applicable dans le champ d'application
de la Convention révisée pour la navigation du Rhin,
décide que celles des infractions à ses règlements
communs qui constituent également des infractions aux dispositions
de la Convention relative à la collecte, au dépôt et à
la réception des déchets seront exceptionnellement, en dérogation
aux articles 32 à 40 de la Convention révisée pour la
Navigation du Rhin, poursuivies en vertu de l'article 16 de ladite Convention
relative à l'élimination des déchets.
La présente résolution est soumise à l'approbation
des Etats contractants à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin. La Commission Centrale prie ses Etats contractants de
donner cette approbation en même temps que l'approbation de la Convention.
Besluit
De Centrale Commissie,
overwegende,
dat ingevolge artikel 1 van de Herziene Rijnvaartakte de vaart op de Rijn
en zijn uitmondingen van Bazel tot in de open zee vrij is voor de schepen
van alle naties op voorwaarde dat de in de Akte vervatte bepalingen en de
in het belang van de algemene veiligheid voorgeschreven maatregelen in acht
worden genomen,
dat het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in
de Rijn- en binnenvaart naast voorschriften voor inrichtingen aan de wal,
mede voorschriften ten aanzien van de scheepvaart op de Rijn bevat,
dat het wenselijk is dat het Verdrag zowel op de Rijn als op de daarmee
in verbinding staande Europese binnenwateren wordt toegepast,
dat het in het belang van een eenvormige bestraffing van overtredingen
van de in het Verdrag vastgelegde ge- en verboden begaan op de Rijn enerzijds
en op de overige onder het toepassingsgebied van het Verdrag vallende binnenwateren
van een Verdragsluitende Partij anderzijds, wenselijk is dat de bestraffing
van overtredingen van de bepalingen van het Verdrag geschiedt overeenkomstig
artikel 16 van het Verdrag,
verklaart dat het voorkomen van schade aan het milieu ook een doel is
van de bepalingen voor de scheepvaart op de Rijn,
stelt vast dat het Verdrag van toepassing is op het toepassingsgebied
van de Herziene Rijnvaartakte,
besluit dat die overtredingen van de gemeenschappelijk uitgevaardigde
reglementen, die tegelijkertijd ook overtredingen zijn van de bepalingen van
het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn-
en binnenvaart, bij wijze van uitzondering en in afwijking van de artikelen
32 tot en met 40 van de Herziene Rijnvaartakte, vervolgd worden overeenkomstig
artikel 16 van het genoemde Verdrag inzake de verwijdering van afval.
Dit besluit dient te worden goedgekeurd door de Verdragsluitende Staten
van de Herziene Rijnvaartakte. De Centrale Commissie voor de Rijnvaart verzoekt
de Verdragsluitende Staten deze goedkeuring gelijktijdig met de goedkeuring
van het Verdrag te verlenen.
De tekst van de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene
Rijnvaartakte, naar welke Akte in het Besluit wordt verwezen, is geplaatst
in Trb. 1955, 161. De bepalingen van de Rijnvaartakte alsmede de vóór
20 november 1963 tot stand gekomen wijzigingen, voor zover deze op 20 november
1963 nog van kracht waren en niet vervallen of gewijzigd door de op 20 november
1963 te Straatsburg tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van de Herziene
Rijnvaartakte, zijn bestanddeel van genoemde Overeenkomst. De tekst van die
Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1964, 83; zie ook, laatstelijk, Trb. 1997,
96.