A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Georgië
inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden, met bijlage;
Wassenaar, 3 april 1995
B. TEKST
De tekst van Verdrag en bijlage is geplaatst in Trb. 1995, 111.
D. PARLEMENT
Bij brieven van 17 augustus 1995 (Kamerstukken 1994/95, 24 281, nr.
1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel
5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd
aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de
Minister van Verkeer en Waterstaat A. JORRITSMA-LEBBINK en de Minister van
Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 21 september 1995.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag, die ingevolge artikel 23 vanaf 3 mei 1995
voorlopig werden toegepast, zullen ingevolge hetzelfde artikel op 1 mei 1997
in werking treden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag ingevolge
artikel 22 alleen voor Nederland gelden.
J. GEGEVENS
Voor het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake
de internationale burgerluchtvaart zie ook Trb. 1996, 32.
Voor het op 14 september 1963 te Tokio tot stand gekomen Verdrag inzake
strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen
zie ook Trb. 1995, 203.
Voor het op 16 december 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen
zie ook Trb. 1995, 204.
Voor het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot
bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van
de burgerluchtvaart zie ook Trb. 1995, 205.