A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België
betreffende de culturele en intellectuele betrekkingen;
's-Gravenhage, 16 mei 1946
B. TEKST
De tekst van het Verdrag is bij Koninklijk besluit van 9 januari 1948
bekendgemaakt in Stb. I 9. Zie ook rubriek J van Trb. 1957, 133,
rubriek J van Trb. 1964, 73 en rubriek J van Trb. 1969, 103.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1957, 133.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1957, 133.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1957, 133.
Ingevolg artikel 11, eerste lid, van het in rubriek J hieronder genoemde
Verdrag van 17 januari 1995, zal de samenwerking in het kader van het onderhavige
Verdrag op 1 maart 1997 eindigen wat betreft de Vlaamse Gemeenschap.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1957, 133, Trb. 1958, 79, Trb. 1964, 73 en 145, Trb. 1969, 103
en Trb. 1970, 7.
Van het op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdrag inzake
de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap in het Koninkrijk
België is de tekst geplaatst in Trb. 1995, 52; zie ook Trb. 1997, 60.
Briefwisseling van 12 november 1968 en 26 maart 1969 tot vaststelling
van een addendum bij het onderhavige Verdrag (tekst in Trb. 1969, 103)
De Nederlandse Regering heeft op 4 februari 1997 een verklaring aan het „Ministerie
van de Vlaamse Gemeenschap", aan het «Gouvernement de la Communauté
Germanophone de Belgique» en aan het «Commissariat Général
aux Relations Internationales de la Communauté Française de
Belgique» toegestuurd. De Nederlandse tekst (aan de Vlaamse Gemeenschap
gezonden) luidt als volgt:
No. BRU-33
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van
de Vlaamse Gemeenschap haar complimenten aan en heeft de eer, met verwijzing
naar de briefwisseling van 12 november 1968 en 26 maart 1969 tot vaststelling
van een Addendum betreffende coproductie tussen Nederland en België van
films bij het op 16 mei 1946 tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en België betreffende culturele en intellectuele betrekkingen
(hierna te noemen „het Addendum"), namens de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden te verklaren dat de Stichting Nederlands Fonds voor de Film
die per 1 november 1993 is opgericht, is aangewezen als de bevoegde instantie
voor Nederland ten behoeve van de erkenning van een coproductie.
In punt 6 van het Addendum dient derhalve in plaats van de zinsnede „voor
Nederland: het Directoraat-Generaal voor Culturele Zaken van het Ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk" te worden gelezen „voor
Nederland: „de Stichting Nederlands Fonds voor de Film".
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zou het op prijs stellen
dat de ontvangst van deze verklaring schriftelijk wordt bevestigd en maakt
van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap de
hernieuwde verzekering van haar zeer bijzondere hoogachting aan te bieden.
Brussel, 4 februari 1997
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Adm. Buitenlands Beleid
Mevr. M. Bosmans
Boudewijnlaan 30
1000 Brussel