A. TITEL

Verdrag inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval;

Wenen, 26 september 1986

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 1986, 125.

Voor de ondertekeningen zie Trb. 1986, 164 en Trb. 1991, 140.

C. VERTALING

Zie Trb. 1986, 164 en Trb. 1991, 140.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1991, 140.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1991, 1401.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 12, tweede lid, van het Verdrag een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij de Directeur-Generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie nedergelegd:

Marokko 7 oktober 1993
Indonesië212 november 1993

F. TOETREDING

Zie Trb. 1991, 140.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 12, respectievelijk tweede lid en vijfde lid, letter a, van het Verdrag een akte van toetreding bij de Directeur-Generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie nedergelegd:

Mauritius117 augustus 1992
Armenië24 augustus 1993
Nicaragua211 november 1993
Estland 9 mei 1994
Litouwen16 november 1994
Peru317 juli 1995

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben aan de Directeur-Generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie medegedeeld zich gebonden te achten aan het Verdrag:

Rusland26 december 1991
de Federale Republiek van Joegoslavië28 april 1992
Slovenië 7 juli 1992
Kroatië29 september 1992
Tsjechië24 maart 1993
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië20 september 1996

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1986, 125 en Trb. 1991, 140.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1986, 125 en Trb. 1991, 140.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, 1994, 277.

Voor het op 26 september 1986 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of een calamiteit met radioactieve stoffen zie ook Trb. 1997, 33.

Uitgegeven de achttiende februari 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Op 11 mei 1994 heeft de Regering van Bulgarije medegedeeld het voorbehoud gemaakt op het tijdstip van de bekrachtiging van het Verdrag op 24 februari 1988 (zie Trb. 1991, 140, blz. 5) in te trekken.

XNoot
2

Onder het volgende voorbehoud:

“The Government of the Republic of Indonesia does not consider itself bound by the provisions of Article 11 of this Convention and takes the position that any dispute relating to the interpretation or application of the Convention may only be submitted to arbitration or to the International Court of Justice with the agreement of all parties of the dispute."

XNoot
1

Onder de volgende verklaring en het volgende voorbehoud:

“a) The Government of the Republic of Mauritius regrets that the scope of the Convention on Early Notification of a Nuclear Accident does not also cover nuclear emergencies resulting from military activities which involve nuclear weapons since the potential transboundary radiological effect would be equally injurious;

b) In accordance with article (11) paragraph (3) of the Convention on Early Notification of a Nuclear Accident, the Republic of Mauritius does not consider itself bound by the provisions of paragraph (2) article (11) thereof."

XNoot
2

Onder het volgende voorbehoud:

“.... in accordance with paragraph 3 of Article 11 of the Convention, [Nicaragua] does not consider itself bound by any of the dispute settlement procedures provided for in paragraph 2 of Article 11 of the Convention."

XNoot
3

Onder het volgende voorbehoud:

“The Government of the Republic of Peru, in accordance with paragraph 3 of Article 11, declares that it does not consider itself bound by either of the dispute settlement procedures provided for in paragraph 2 of that article."

Naar boven