A. TITEL

Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua;

Managua, 26 augustus 1992

B. TEKST

De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1992, 170.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1993, 99 en, laatstelijk, Trb. 1994, 246.

De in rubriek J van Trb. 1994, 246 afgedrukte administratieve akkoorden d.d. 19 augustus 1994 zijn bij brieven van 3 februari 1995 ter kennis van de Staten-Generaal gebracht.

Het in rubriek J hieronder afgedrukte administratief akkoord behoefde ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1993, 99.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1994, 15 en 246.

Ter uitvoering van artikel I van de onderhavige Overeenkomst is op 8 september 1997 te Managua tussen de bevoegde Nederlandse en Nicaraguaanse autoriteiten een administratief akkoord tot stand gekomen inzake een programma om de kwaliteit, efficiëntie en het rendement van het landbouwonderwijs via het Nationaal Technologisch Instituut (INATEC) en de landbouwopleidingscentra voor landbouw en veeteelt (CETA'S) te verbeteren. De Nederlandse tekst van het akkoord luidt als volgt:

Administratief Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Nicaragua betreffende het project „Programa de Cooperación Técnica para el Desarrollo de la Educación Técnica Agropecuaria" (NI/90/014A)

De Nicaraguaanse Minister van Buitenlandse Samenwerking, zijnde de bevoegde Nicaraguaanse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nicaraguaanse Partij,

en

de Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, zijnde de bevoegde Nederlandse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nederlandse Partij,

Gelet op de bepalingen van Artikel I van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua inzake Technische Samenwerking, ondertekend te Managua op 26 augustus 1992, hierna te noemen de Overeenkomst;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I Het Project

1. De twee Partijen zullen uitvoering geven aan een project, geheten „Programa de Cooperación Técnica para el Desarrollo de la Educación Técnica Agropecuaria", hierna te noemen „het Project".

2. De doelstelling van het Project is een onderwijssysteem te creëren dat inspeelt op de behoefte van de verschillende plattelandsgebieden.

3. Deze doelstelling dient bereikt te worden door het ontwikkelen van de volgende activiteiten:

– het verhogen van de kwaliteit, de efficiëntie en het rendement van het onderwijs zoals gegeven door het Nationaal Technologisch Instituut (INATEC) en de Regionale Landbouwopleidingsinstituten (CETA'S).

4. De samenwerking tussen Partijen zal vooralsnog worden aangegaan voor een periode van drie (3) jaar, ingaande 1 november 1992 (de verlenging ging van start op 1 juni 1996/NI 005903).

Artikel II De Nederlandse Bijdrage

1. De Nederlandse Partij verbindt zich tot de navolgende bijdrage aan het Project:

– het beschikbaar stellen van deskundigen, zowel internationale als nationale;

– het beschikbaar stellen van materiaal en basisdiensten.

2. De Nederlandse bijdrage wordt geschat op het bedrag van vier miljoen negen honderd vier en zeventig duizend twee honderd en dertien (NLG 4.974.213,00) gulden. Dit bedrag wijkt af van het bedrag zoals genoemd in de brief van Hr Ms Ambassade te Managua aan het Ministerie van Buitenlandse Samenwerking (MCE) d.d. 27 november 1992, kenmerk MNG–1734/92; dit is een gevolg van de aanpassing door de gestegen loonkosten.

Artikel III De Nicaraguaanse Bijdrage

1. De Nicaraguaanse Partij verbindt zich tot de navolgende bijdrage aan het Project:

– de salarissen van lokaal personeel;

– ondersteunend materiaal;

– en overige faciliteiten.

2. De Nicaraguaanse bijdrage wordt geschat op het bedrag van negen honderd drie en zestig duizend acht honderd (US$ 963.800,00) dollars.

Artikel IV De Uitvoerende Autoriteiten

1. De Nederlandse Partij wijst het Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan als de Nederlandse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

2. De Nicaraguaanse Partij zal het Ministerie van Buitenlandse Samenwerking (MCE) aanwijzen als de Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit belast met het Project.

3. Ieder der Uitvoerende Autoriteiten heeft het recht haar verplichtingen met betrekking tot het Project geheel of gedeeltelijk te delegeren aan andere personen of instellingen. In dat geval brengen de Uitvoerende Autoriteiten elkaar schriftelijk op de hoogte van de namen van deze personen of instellingen. Tevens zullen de voorwaarden worden medegedeeld van deze delegatie en is de instemming van de tegenpartij vereist.

Artikel V Organisatie en directie van het Project

1. De Nicaraguaanse Autoriteit belast INATEC met de organisatie en directie van het Project. INATEC belast de Vice-President van INATEC met de leiding van het Project.

2. De Nederlandse Uitvoerende Autoriteit delegeert het Project aan de Tijdelijk Zaakgelastigde van Hr. Ms. Ambassade te Managua/Nicaragua: voor de uitvoering van het Project wordt een contract afgesloten met de Stichting STOAS Agriprojects te Wageningen/Nederland.

3. De Partijen zullen een Raadgevend Comité oprichten voor de begeleiding van de uitvoering van het Project. De leden zijn:

  • a. Een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Samenwerking (MCE).

  • b. De President van INATEC.

  • c. De Tijdelijk Zaakgelastigde van Hr. MS Ambassade te Managua/Nicaragua of diens vertegenwoordiger.

  • d. De vertegenwoordiger van de organisatie belast met de uitvoering van het Project namens de Nederlandse Uitvoerende Autoriteit.

  • e. De Directeur van het Project.

  • f. De Nederlandse Teamleider van het Project.

4. Het Raadgevend Comité zal minstens tweemaal (2) per jaar bij elkaar komen. De eerste bijeenkomst wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van MCE. De tweede bijeenkomst zal worden voorgezeten door de Tijdelijk Zaakgelastigde van Hr. MS Ambassade te Managua/Nicaragua of diens vertegenwoordiger en zo successievelijk voor de toekomstige bijeenkomsten.

Artikel VI Het Werkplan

1. De Directeur van het Project stelt in overleg met de Nederlandse Teamleider een Werkplan op, waarin zal worden opgenomen:

– de bijdrage van elke Partij;

– het aantal door de Nederlandse en Nicaraguaanse Partij in te zetten deskundigen, alsmede hun taakomschrijving;

– een tijdschema voor de activiteiten;

– een omschrijving van in te zetten materialen en uitrusting voor het Project;

– een schema voor het toezicht op en de evaluatie van de werkzaamheden;

– de werking en bevoegdheden van het Raadgevend Comité.

2. Het Werkplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Uitvoerende Autoriteiten.

3. Het goedgekeurde Werkplan zal integraal deel uitmaken van dit Akkoord.

4. Het Werkplan kan gewijzigd worden na schriftelijke toestemming van de Uitvoerende Autoriteiten.

Artikel VII Status van het Nederlandse personeel

De door de Nederlandse Partij in te zetten deskundigen zullen de privileges en immuniteiten genieten zoals vermeld in de Artikelen II en III van de Overeenkomst inzake Technische Samenwerking d.d. 26 augustus 1992.

Artikel VIII Status van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen

1. De bepalingen van Art. VII van de Overeenkomst inzake Technische Samenwerking zijn van toepassing op de invoer van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen voor dit Project.

2. De door de Nederlandse Partij geleverde apparatuur, voertuigen en materialen zullen onvoorwaardelijk ter beschikking staan aan het bij het Project betrokken personeel voor de stipte uitvoering van de Projectwerkzaamheden. De eigendom van alle apparatuur, voertuigen en materialen, verstrekt door de Nederlandse Partij, zal aan INATEC worden overgedragen bij beëindiging van de samenwerking tussen Partijen in dit Project, tenzij Partijen in gezamenlijk overleg daaraan een andere bestemming geven, in welk geval de overdracht onderworpen zal zijn aan de geldende legaliseringsnormen in Nicaragua.

Artikel IX Rapportage

1. INATEC en de Nederlandse Teamleider zullen tenminste elke zes (6) maanden een in het Spaans gesteld rapport over de voortgang in de uitvoering van het Project uitbrengen aan beide Uitvoerende Autoriteiten.

2. Bij de beëindiging van het Project zal INATEC in overleg met de Nederlandse Teamleider, via de Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit een in het Spaans en Nederlands gesteld eindverslag uitbrengen aan beide Partijen met daarin de resultaten van de samenwerking.

Artikel X Toezicht

De Nederlandse Partij behoudt zich het recht voor toezicht uit te oefenen op de uitvoering van het Project. De Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit zal alle mogelijke hulp geven aan de door de Nederlandse Partij aangewezen functionarissen, met name wat betreft de toegang tot documenten en locaties van het Project.

Artikel XI Beslechting van Geschillen

Elk geschil betreffende de interpretatie of uitvoering van dit Akkoord, dat niet door beide Partijen kan worden opgelost, dient aan de onderscheiden regeringen te worden voorgelegd teneinde op de door hen vast te stellen wijze te worden beslecht.

Artikel XII Inwerkingtreding en duur

Dit Akkoord treedt in werking op de dag van ondertekening met terugwerkende kracht tot 1 november 1992 en eindigt, hetzij aan het einde van de periode, genoemd in Artikel I, lid 4, van dit Akkoord, hetzij op de datum waarop het Project is beëindigd in overeenstemming met dit Akkoord en het Werkplan, welke van beide data de laatste is.

ONDERTEKEND te Managua in september 1997, in twee originelen, in de Spaanse en in de Nederlandse taal, zijnde de beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking: De Tijdelijk Zaakgelastigde van Hr. MS Ambassade te Managua/Nicaragua

(w.g.) M. M. BOT

Margarita M. Bot

Voor de Regering van de Republiek Nicaragua: De Minister van Buitenlandse Samenwerking van de Republiek Nicaragua

(w.g.) Ing. DAVID ROBLETO LANG

Ing. David Robleto Lang


Het akkoord is ingevolge zijn artikel XII in werking getreden op 8 september 1997.


Ter uitvoering van artikel I van de onderhavige Overeenkomst is op 8 september 1997 te Managua tussen de bevoegde Nederlandse en Nicaraguaanse autoriteiten een administratief akkoord tot stand gekomen geheten Plattelandsontwikkelingsprogramma in de zone Nueva Guinea, fase II (PRODES II)"1. De Nederlandse tekst van het akkoord luidt als volgt:

Administratief Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Nicaragua betreffende het project „Prodes Nueva Guinea" (NI 005302)

De Minister van Buitenlandse Samenwerking van de Republiek Nicaragua, zijnde de bevoegde Nicaraguaanse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nicaraguaanse Partij,

en

De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, zijnde de bevoegde Nederlandse autoriteit voor de uitvoering van dit Akkoord, hierna te noemen de Nederlandse Partij,

GELET OP de bepalingen van Artikel I van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Nicaragua inzake Technische Samenwerking, ondertekend te Managua op 26 augustus 1992, hierna te noemen de overeenkomst:

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I Het Project

1. De tweede Partijen zullen uitvoering geven aan een project, geheten Plattelandsontwikkelingsprogramma in de zone Nueva Guinea, fase II (PRODES II)".

2. De doelstelling van het Project is een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en introduceren van ecologisch duurzame en economisch rendabele agrarische produktiesystemen teneinde de inkomenspositie van kleinschalige boeren te verbeteren en mede daardoor de voortschrijdende ontbossing in het tropisch laagland van Nicaragua tegen te gaan. Uitvoering van het project zal plaatsvinden langs de lijnen zoals die zijn vastgelegd in het projectdocument „PRODES Nueva Guinea, Fase II, noviembre 1994".

3. De doelstellingen van het project dienen bereikt te worden door de uitvoering van een programmatisch plattelandsontwikkelingsprogramma dat de volgende activiteiten omvat:

– training en vorming van projectstaf en kleine boeren, waarbij participatie van vrouwen bij de trainingsactiviteiten zal worden benadrukt;

– verlenen van technische assistentie en voorlichting aan organisaties actief op het gebied van voorlichting ten behoeve van landbouw en veeteelt;

– opzetten van genenbanken en de produktie van verbeterd zaad;

– het bevorderen van het totstandkomen van alternatieve kredietsystemen met speciale nadruk op de verbetering van de toegang tot krediet voor vrouwen;

– het stimuleren van de duurzame ontwikkeling van het houden van kleinvee en vee in kleinschalige boerenbedrijven door graslandverbetering, kredietverstrekking, versterking van veterinaire dienstverlening, training van boeren in veterinaire zorg en het opzetten van een veterinair laboratorium, waarvan de constructie wordt voorzien in de loop van 1996;

– het bevorderen van de vermarkting van produkten van kleinschalige boerenbedrijven uit het gebied;

– het uitvoeren van landbouwonderzoek inzake de toepasbaarheid van nieuwe technologie

– verbetering van enkele onderdelen van het bestaande wegennet.

4. Infrastructurele werken: De uitvoering van het project geschiedt op basis van goedgekeurde werkplannen. Ten aanzien van het uitvoeren van infrastructurele werken is de procedure Verwerving Goederen, Werken en Diensten van toepassing. Door middel van een notawisseling worden specifieke afspraken gemaakt omtrent toezicht, uitvoering en facilitering door Nicaragua van de in het kader van het project geplande werkzaamheden ter verbetering van een onderdeel van het wegennet.

5. Krediet: Uitbesteding van het beheer van kredietfondsen kan slechts plaatsvinden op basis van een goedgekeurd kredietreglement.

6. De samenwerking tussen Partijen zal worden aangegaan voor een periode van 3 (drie) jaar en 9 (negen) maanden. De startdatum van het project is 1 april 1995.

Artikel II De Nederlandse Bijdrage

1. De Nederlandse Partij verbindt zich, conform het gestelde in het projectdocument, tot de navolgende bijdrage aan het project:

  • a. het beschikbaar stellen en financieren van deskundigen, zowel internationale als nationale;

  • b. het bijdragen met de benodigde financiële middelen aan de bouw van een veeteeltkundig laboratorium;

  • c. het bijdragen met de benodigde financiële middelen aan de in het kader van dit project geplande verbetering van een deel van het wegennet in het projectgebied.

2. De Nederlandse Bijdrage wordt geschat op het bedrag van negen miljoen zes en tachtig duizend vier honderd twee en zeventig guldens (NLG 9.086.472,00) vertegenwoordigende een tegenwaarde van vijf miljoen honderd twee en negentig twee honderd zeventig dollars en vijf cent (US$ 5,192,270.05)

Artikel III De Nicaraguaanse Bijdrage

1. De Nicaraguaanse Partij verbindt zich, conform het gestelde in het projectdocument, tot de navolgende bijdrage aan het Project:

  • a. het beschikbaar stellen en financieren van deskundigen en nationaal personeel conform het bepaalde in het projectdocument;

  • b. het waar nodig faciliteren inzake het uitvoeren van de geplande infrastructurele werken conform de daarover nader te maken afspraken tussen Partijen;

  • c. het leveren van een financiële bijdrage aan het project voor een bedrag van twee miljoen vijf honderd vier en zeventig duizend vijf honderd vijf en dertig (2.574.535) Cordobas, vertegenwoordigende een tegenwaarde van drie honderd zeven en vijftig duizend vijf honderd (US$ 357,500) dollars.

Artikel IV De Uitvoerende Autoriteiten

1. De Nederlandse Partij wijst het Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan als de Nederlandse Autoriteit belast met het Project.

2. De Nicaraguaanse Partij zal het Ministerie van Buitenlandse Samenwerking (MCE) aanwijzen als de Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit belast met het project.

3. Ieder van de Uitvoerende Autoriteiten heeft het recht haar verplichtingen met betrekking tot het project geheel of gedeeltelijk te delegeren aan andere personen of instellingen. In dat geval brengen de Uitvoerende Autoriteiten elkaar schriftelijk op de hoogte van de namen van deze personen of instellingen. Tevens zal worden medegedeeld hoever de delegatie zich uitstrekt.

Artikel V Organisatie en Directie van het project

1. De Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit belast het „Programa Nacional de Desarrollo Rural (PNDR)" met de organisatie en directie van het project. Genoemde delegatie van de uitvoering aan het PNDR geschiedt telkens voor de duur van één jaar, te rekenen vanaf de datum van het in werking treden van dit akkoord. Deze termijn wordt steeds stilzwijgend verlengd, indien dit niet tenminste drie maanden voorafgaand aan het einde van de jaarlijkse periode door één van beide partijen schriftelijk bezwaar wordt aangetekend. De Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit zal de candidaten voorstellen aan het Binationaal Comité met het oogmerk een nationale projectdirecteur te benoemen.

2. De Nederlandse Uitvoerende Autoriteit delegeert het Project aan de Tijdelijk Zaakgelastigde van Hr. Ms. Ambassade te Managua/Nicaragua, die de Nederlandse Co-directeur/teamleider belast met de realisering van de Nederlandse bijdrage aan het Project.

3. De Partijen begeleiden de uitvoering van het project middels een Binationaal Comité. Hierin zullen zitting hebben:

  • a. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Samenwerking (MCE);

  • b. de Uitvoerend Directeur van het Programa Nacional de Desarrollo Rural (PNDR) of diens afgevaardigde;

  • c. de Tijdelijk Zaakgelastigde van Hr. Ms. Ambassade te Managua/Nicaragua of diens afgevaardigde;

  • d. de Sectorspecialist Plattelandsontwikkeling van Hr. Ms. Ambassade te San José/Costa Rica, of diens afgevaardigde;

  • e. de Directeur van het Project;

  • f. de Nederlandse Co-directeur/teamleider van het project.

4. De voorstellen voor benoeming van de Directeur van het Project en de Nederlandse Co-directeur/teamleider worden voorgelegd aan het Binationaal Comité dat daarover zijn oordeel uitspreekt.

5. Het Binationaal Comité zal minstens tweemaal per jaar bij elkaar komen. Het voorzitterschap van de eerste bijeenkomst zal in handen zijn van de vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Samenwerking (MCE). Het voorzitterschap van de tweede bijeenkomst zal in handen zijn van de Tijdelijk Zaakgelastigde van de Nederlandse Ambassade te Managua en zo successievelijk voor de daarop volgende bijeenkomsten.

6. Het project dient, in het kader van de uitvoering, te coördineren met lokale instellingen, opdat deze bijdragen aan een effectieve tenuitvoerlegging ervan.

Artikel VI Het Werkplan

1. De Directeur van het Project stelt in overleg met de Nederlandse co-directeur/teamleider een Werkplan op, waarin zal worden opgenomen:

– de bijdrage van elke Partij;

– het aantal door de Nederlandse en Nicaraguaanse Partij in te zetten deskundigen, alsmede hun taakomschrijving;

– een tijdschema voor de activiteiten;

– een omschrijving van de in te zetten materialen, voertuigen en uitrusting voor het project;

– een schema voor het toezicht en de evaluatie van de werkzaamheden.

2. Het Werkplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Uitvoerende Autoriteiten.

3. Het goedgekeurde Werkplan zal integraal deel uitmaken van dit Akkoord.

4. Het Werkplan kan gewijzigd worden na schriftelijke toestemming van de Uitvoerende Autoriteiten.

Artikel VII Status van het Nederlandse personeel

1. De door de Nederlandse Partij in te zetten deskundigen zullen de privileges en immuniteiten genieten zoals vermeld in de Artikelen II en III van de Overeenkomst inzake Technische Samenwerking d.d. 26 augustus 1992.

Artikel VIII Juridische Status van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen

1. De bepalingen van Artikel VII van de Overeenkomst inzake Technische Samenwerking zijn van toepassing op de invoer van de Nederlandse apparatuur, voertuigen en materialen voor dit project.

2. De door de Nederlandse Partij geleverde apparatuur, voertuigen en materialen zullen onvoorwaardelijk ter beschikking staan van het bij het Project betrokken personeel voor de stipte uitvoering van de projectwerkzaamheden. Het eigendom van alle apparatuur, voertuigen en materialen, verstrekt door de Nederlandse Partij, zal aan de vertegenwoordiging van het Programma Nacional de Desarrollo Rural (PNDR) worden overgedragen bij beëindiging van de samenwerking tussen Partijen in dit Project, tenzij Partijen in gezamenlijk overleg daaraan een andere bestemming geven, in welk geval de overdracht onderworpen zal zijn aan de geldende legaliseringsnormen in Nicaragua.

Artikel IX Rapportage

1. De Directeur van het Project en de Nederlandse Co-directeur/teamleider zullen tenminste elke drie (3) maanden een in het Spaans gesteld rapport over de voortgang in de uitvoering van het project uitbrengen aan beide Uitvoerende Autoriteiten.

2. Bij de beëindiging van het project zal de Directeur van het Project in overleg met de Nederlandse Co-directeur/teamleider, via de Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit een in het Spaans en Nederlands gesteld eindverslag uitbrengen aan beide Partijen met daarin de resultaten van de samenwerking.

Artikel X Toezicht

De Nederlandse Partij behoudt zich het recht voor toezicht uit te oefenen op de uitvoering van het Project.

De Nicaraguaanse Uitvoerende Autoriteit zal alle mogelijke steun geven aan de door de Nederlandse Partij aangewezen functionarissen, met name wat betreft de toegang tot documenten en locaties van het Project.

Artikel XI Beslechting van geschillen

Elk geschil betreffende de interpretatie of uitvoering van dit Akkoord, dat niet door beide Partijen kan worden opgelost, dient aan de onderscheiden Regeringen te worden voorgelegd teneinde op de door hen vast te stellen wijze te worden beslecht.

Artikel XII Inwerkingtreding en duur

Dit Akkoord treedt in werking op de dag van ondertekening met terugwerkende kracht tot 1 april 1995 en eindigt, hetzij aan het einde van de periode, genoemd in Artikel I, lid 6, van dit Akkoord, hetzij op de datum waarop het project is beëindigd in overeenstemming met dit Akkoord en het Werkplan, welke van beide data de laatste is.

ONDERTEKEND te Managua in september 1997, in twee originelen, in de Spaanse en in de Nederlandse taal, zijnde de beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking: De Tijdelijke Zaakgelastigde van Hr Ms Ambassade in Nicaragua

(w.g.) M. M. BOT

Margarita M. Bot

Voor de Regering van de Republiek Nicaragua: De Minister van Buitenlandse Samenwerking van de Republiek Nicaragua

(w.g.) ROBLETO LANG

Ing. David Robleto Lang

Datum: 8-9-1997


Het akkoord is ingevolge zijn artikel XII in werking getreden op 8 september 1997 met terugwerkende kracht tot 1 april 1995.

Uitgegeven de negentiende december 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

INHOUD

INHOUD
A.TITEL1
   
B.TEKST1
   
C.VERTALING1
   
D.PARLEMENT1
   
G.INWERKINGTREDING1
   
J.GEGEVENS1
   
 Administratief akkoord tot stand gekomen inzake een programma om de kwaliteit, efficiëntie en het rendement van het landbouwonderwijs via het Nationaal Technologisch Instituut (INATEC) en de landbouwopleidingscentra voor landbouw en veeteelt (CETA'S) te verbeteren; Managua, 8 september 19972
   
 Administratief akkoord tot stand gekomen geheten Plattelandsontwikkelingsprogramma in de zone Nueva Guinea, fase II (PRODES II)"; Managua, 8 september 19977


XNoot
1

Voor fase I zie Trb. 1994, 15.

Naar boven