A. TITEL

Protocol tot wijziging van de artikelen 40, 41 en 65 van de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord;

Lissabon, 24 juni 1997

B. TEKST1

Protocol tot wijziging van de artikelen 40, 41 en 65 van de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord

De Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (hierna te noemen „Overeenkomstsluitende Partijen"), die partij zijn bij de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord (hierna te noemen „Schengen-Uitvoeringsovereenkomst"),

Gelet op artikel 141 van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst;

Overwegende dat de bevoegde ambtenaren, autoriteiten en organen van de Overeenkomstsluitende Partijen, bedoeld in artikel 40, leden 4 en 5, artikel 41, lid 7, en artikel 65, lid 2, van de Schengen-Uitvoerings- overeenkomst rechtstreeks in deze Overeenkomst zijn aangewezen en dat bijgevolg latere, uit wijzigingen in de interne organisatie van een Staat voortvloeiende aanwijzingen tot wijziging van deze Overeenkomst nopen;

Overwegende dat het, teneinde in de toekomst dergelijke wijzigingen van de Overeenkomst te vermijden, wenselijk is deze procedure te vereenvoudigen door vastlegging van het beginsel dat het aan elk van de Overeenkomstsluitende Partijen is om haar eigen ambtenaren, autoriteiten en organen aan te wijzen, onverminderd de aanvaarding van deze aanwijzing door de overige Overeenkomstsluitende Partijen ingeval ambtenaren worden belast met de uitvoering van taken in een andere dan hun eigen Staat;

Overwegende dat het voor de invoering van deze vereenvoudigde aanwijzingsprocedure noodzakelijk is om aan de artikelen 40, 41 en 65 van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst nieuwe alinea's toe te voegen, welke voorzien in de aanwijzing van bevoegde ambtenaren, autoriteiten of organen;

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

1. Aan artikel 40, lid 4, van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de aanwijzing van hun ambtenaren wijzigen. De door de betrokken Overeenkomstsluitende Partij medegedeelde aanwijzing van ambtenaren wordt in de vorm van een verklaring van het Uitvoerend Comité aanvaard en wordt effectief op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van deze verklaring."

2. Aan artikel 40, lid 5, van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de aanwijzing van hun autoriteiten wijzigen. Van de door de betrokken Overeenkomstsluitende Partij medegedeelde aanwijzing van een autoriteit wordt in de vorm van een verklaring van het Uitvoerend Comité kennis genomen; deze aanwijzing wordt effectief op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van deze verklaring."

3. Aan artikel 41, lid 7, van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de aanwijzing van hun ambtenaren wijzigen. De door de betrokken Overeenkomstsluitende Partij medegedeelde aanwijzing van ambtenaren wordt in de vorm van een verklaring van het Uitvoerend Comité aanvaard en wordt effectief op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van deze verklaring."

4. Aan artikel 65, lid 2, van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de aanwijzing van hun bevoegde ministeries wijzigen. Van de door de betrokken Overeenkomstsluitende Partij medegedeelde aanwijzing van een bevoegd ministerie wordt in de vorm van een verklaring van het Uitvoerend Comité kennis genomen. Deze aanwijzing wordt effectief op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van deze verklaring."

Artikel 2

1. Dit Protocol dient te worden bekrachtigd, goedgekeurd of aanvaard. Nederlegging van de akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding dient bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg te geschieden, die aan alle partijen mededeling van de nederlegging doet.

2. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding.

3. De Regering van het Groothertogdom Luxemburg doet aan elk der Overeenkomstsluitende Partijen mededeling van de datum van inwerkingtreding.

TEN BLIJKE WAARVAN ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, hun handtekening onder dit Protocol hebben gezet.

GEDAAN te Lissabon, op 24 juni negentienhonderd zevenennegentig, in de Duitse, de Deense, de Spaanse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Zweedse taal, zijnde de teksten in elk van deze tien talen gelijkelijk authentiek, in een origineel dat zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, die een voor eensluidend gemerkt1 afschrift daarvan aan alle Overeenkomstsluitende Partijen toezendt.


Het Protocol is op 24 juni 1997 ondertekend voor:

België

Denemarken

Duitsland

Finland

Frankrijk

Griekenland

Italië

Luxemburg

het Koninkrijk der Nederlanden

Oostenrijk

Portugal

Spanje

Zweden

Protocole modifiant les articles 40, 41 et 65 de la Convention d'application de l'Accord de Schengen du 14 juin 1985 signée à Schengen le 19 juin 1990

Les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Royaume de Danemark, de la République fédérale d'Allemagne, de la République hellénique, du Royaume d'Espagne, de la République française, de la République italienne, du Grand-Duché de Luxembourg, du Royaume des Pays-Bas, de la République d'Autriche, de la République portugaise, de la République de Finlande et du Royaume de Suède, (denommés ci-après «Parties contractantes»), Parties à la Convention d'application de l'Accord de Schengen du 14 juin 1985 signée à Schengen le 19 juin 1990 (dénommée ci-après «Convention de Schengen»);

Vu l'article 141 de la Convention de Schengen;

Considérant que les agents, autorités et instances compétentes des Parties contractantes visés à l'article 40 paragraphes 4 et 5, à l'article 41 paragraphe 7 et à l'article 65 paragraphe 2 de la Convention de Schengen ont été désignés directement dans la Convention, et que par conséquent, les désignations ultérieures résultant de changements dans l'organisation interne d'une Partie contractante exigent une modification de la Convention;

Considérant que pour éviter à l'avenir ces modifications de la Convention, il convient de simplifier cette procédure et de consacrer le principe selon lequel il appartient à chaque Partie contractante de désigner ses propres agents, autorités et instances sous réserve de l'accord des autres Parties contractantes lorsqu'il s'agit d'agents qui se voient confier des missions sur le territoire d'une autre Partie contractante;

Considérant que l'introduction de cette procédure de désignation simplifiée implique ajout de nouveaux alinéas aux articles 40, 41 et 65 de la Convention de Schengen, qui prévoient la désignation d'agents, d'autorités ou d'instances compétentes;

Sont convenus de ce qui suit:

Article 1er

1. L'article 40 paragraphe 4 de la Convention de Schengen est complété par l'alinéa suivant:

«Les Parties contractantes pourront modifier la désignation de leurs agents. La désignation des agents communiquée par la Partie contractante concernée sera agréée sous forme d'une déclaration du Comité exécutif et produira des effets à partir du premier jour du deuxième mois qui suit la date de cette déclaration».

2. L'article 40 paragraphe 5 de la Convention de Schengen est complété par l'alinéa suivant:

«Les Parties contractantes pourront modifier la désignation de leurs autorités. La désignation de l'autorité communiquée par la Partie contractante concernée sera actée sous forme d'une déclaration du Comité exécutif et produira des effets à partir du premier jour du deuxième mois qui suit la date de cette déclaration.»

3. L'article 41 paragraphe 7 de la Convention de Schengen est complété par l'alinéa suivant:

«Les Parties contractantes pourront modifier la désignation de leurs agents. La désignation des agents communiquée par la Partie contractante concernée sera agréée sous forme d'une déclaration du Comité exécutif et produira des effets à partir du premier jour du deuxième mois qui suit la date de cette déclaration.»

4. L'article 65 paragraphe 2 de la Convention de Schengen est complété par l'alinéa suivant:

«Les Parties contractantes pourront modifier la désignation de leurs ministères compétents. La désignation du ministère compétent communiquée par la Partie contractante concernée sera actée sous forme d'une déclaration du Comité exécutif et produira des effets à partir du premier jour du deuxième mois qui suit la date de cette déclaration.»

Article 2

1. Le présent Protocole sera soumis à ratification, approbation ou acceptation. Les instruments de ratification, d'approbation ou d'acceptation seront déposés auprès du Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg, qui notifiera le dépôt à toutes les Parties contractantes.

2. Le présent Protocole entrera en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suit le dépôt du dernier instrument de ratification, d'approbation ou d'acceptation.

3. Le Grand-Duché de Luxembourg notifiera la date de l'entrée en vigueur à chacune des Parties contractantes.

EN FOI DE QUOI, les soussignés dûment autorisés à cet effet, ont apposé leurs signatures au bas du présent Protocole.

FAIT à Lisbonne, le 24 juin mil neuf cent quatre-vingt-dix-sept, en langues allemande, danoise, espagnole, finlandaise, française, grecque, italienne, néerlandaise, portugaise et suédoise, les dix textes faisant également foi, en un exemplaire original qui sera déposé dans les archives du Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg, qui remettra une copie certifiée conformé à chacune des Partie.


(Voor de ondertekeningen zie blz. 4 van dit Tractatenblad)

Protokoll zur Änderung der Artikel 40, 41 und 65 des Übereinkommens zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985, unterzeichnet am 19. Juni 1980 in Schengen

Die Regierungen des Königreichs Belgien, des Königreichs Dänemark, der Bundesrepublik Deutschland, der Griechischen Republik, des Königreichs Spanien, der Französischen Republik, der Italienischen Republik, des Großherzogtums Luxemburg, des Königreichs der Niederlande, der Republik Österreich, der Portugiesischen Republik, der Republik Finnland und des Königreichs Schweden (nachstehend die »Vertragsparteien« genannt). Vertragsparteien des Übereinkommens zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985, unterzeichnet am 19. Juni 1990 in Schengen (nachstehend das »Schengener Durchführungsübereinkommen« genannt):

– gestützt auf Artikel 141 des Schengener Durchführungsübereinkommens,

in der Erwägung, daß die zuständigen Beamten, Behörden und Organe der Vertragsparteien, die als zuständig für Aufgaben nach Artikel 40 Absatz 4 und 5, Artikel 41 Absatz 7 und Artikel 65 Absatz 2 des Schengener Durchführungsübereinkommen angegeben wurden, direkt im Übereinkommen bezeichnet wurden und daß spätere Bezeichnungen auf grund von Änderungen der internen Organisation einer Vertragspartei eine Änderung des Übereinkommens erforderlich machen,

in der Erwägung, daß zur Vermeidung derartiger Änderungen des Schengener Durchführungsübereinkommens dieses Verfahren vereinfacht und der Grundsatz festgeschrieben werden sollte, daß jeder Vertragspartei die Bezeichnung ihrer Beamten, Behörden und Organe obliegt, unbeschadet der Annahme dieser Bezeichnung durch die übrigen Vertragsparteien, für den Fall, daß den Beamten Aufgaben im Hoheitsgebiet einer anderen Vertragspartei zugewiesen werden,

in der Erwägung, daß die Einführung dieses vereinfachten Verfahrens zur Bezeichnung es erforderlich macht, in die Artikel 40, 41 und 65 des Schengener Durchführungsübereinkommens neue Absätze aufzunehmen, die die Bezeichnung der zuständigen Beamten, Behörden und Organen vorsehen,

haben folgendes beschlossen:

Artikel 1

1. Artikel 40 Absatz 4 des Schengener Durchführungsübereinkommens wird um folgenden Absatz ergänzt:

»Den Vertragsparteien steht eine Änderung der Bezeichnung ihrer Beamten frei. Die Mitteilung bezüglich der Bezeichnung der Beamten der betreffenden Vertragspartei wird durch eine Erklärung des Exekutivausschusses bestätigt. Die Bezeichnung wird am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Datum dieser Erklärung wirksam.«

2. Artikel 40 Absatz 5 des Schengener Durchführungsübereinkommens wird um folgenden Absatz ergänzt:

»Den Vertragsparteien steht eine Änderung der Bezeichnung ihrer Behörden frei. Die Mitteilung bezüglich der Bezeichnung der Behörde der betreffenden Vertragspartei wird durch eine Erklärung des Exekutivausschusses zur Kenntnis genommen. Die Bezeichnung wird am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Datum dieser Erkläring wirksam.«

3. Artikel 41 Absatz 7 des Schengener Durchführungsübereinkommens wird um folgenden Absatz ergänzt:

»Den Vertragsparteien steht eine Änderung der Bezeichnung ihrer Beamten frei. Die Mitteilung bezüglich der Bezeichnung der Beamten der betreffenden Vertragspartei wird durch eine Erklärung des Exekutivausschusses bestätigt. Die Bezeichnung wird am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Datum dieser Erklärung wirksam.«

4. Artikel 65 Absatz 2 des Schengener Durchführungsübereinkommens wird um folgenden Absatz ergänzt:

»Den Vertragsparteien steht eine Änderung der Bezeichnung der zuständigen Ministerien frei. Die Mitteilung bezüglich der Bezeichnung der zuständigen Ministeriums der betreffenden Vertragspartei wird durch eine Erklärung des Exekutivausschusses zur Kenntnis genommen. Die Bezeichnung wird am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Datum dieser Erklärung wirksam.«

Artikel 2

1. Dieses Protokoll bedarf der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung. Die Ratifikations-, Annahme- oder Genehmigungsurkunden werden bei der Regierung des Großherzogtums Luxemburg hinterlegt; diese notifiziert allen Vertragsparteien die Hinterlegung.

2. Dieses Protokoll tritt am ersten Tag des zweiten Monats nach der Hinterlegung der letzten Ratifikations-, Annahme- oder Genehmigungsurkunde in Kraft.

3. Das Großherzogtum Luxemburg notifiziert allen Vertragsparteien das Datum des Inkrafttretens.

ZU URKUND dessen haben die hierzu gehörig befugten Unterzeichneten dieses Protokoll unterzeichnet.

GESCHEHEN zu Lissabon am vierundzwanzigsten Juni neunzehnhundertsiebenundneunzig in dänischer, deutscher, finnischer, französischer, griechiser, italienischer, niederländischer, portugiesischer, schwedischer und spanischer Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist, in einer Urschrift, die bei der Regierung des Großherzogtums Luxemburg hinterlegt wird; diese übermittelt jeder Vertragspartei eine beglaubigte Abschrift.


(Voor de ondertekeningen zie blz. 4 van dit Tractatenblad)

D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal.

E. BEKRACHTIGING

Bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het Protocol is voorzien in artikel 2, eerste lid.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel 2, tweede lid, op de eerste dag van de tweede maand volgend op de nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring in werking treden.

J. GEGEVENS

Van het op 14 juni 1985 te Schengen tot stand gekomen Akkoord tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, naar welk Akkoord onder meer in de titel van het onderhavige Protocol wordt verwezen, zijn de Nederlandse en de Franse tekst geplaatst in Trb. 1985, 102; zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 121.

De volgende Staten zijn tot bovengenoemd Akkoord toegetreden

Spanje door middel van een Protocol van toetreding van 25 juni 1991, waarvan de Nederlandse, de Franse en de Spaanse tekst zijn geplaatst in Trb. 1992, 48; zie ook Trb. 1997, 126;

Portugal door middel van een Protocol van toetreding van 25 juni 1991, waarvan de Nederlandse, de Franse en de Portugese tekst zijn geplaatst in Trb. 1992, 50; zie ook Trb. 1997, 125;

Italië door middel van een Protocol van toetreding van 27 november 1990, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1991, 26; zie ook Trb. 1997, 123;

Griekenland door middel van een Protocol van toetreding van 6 november 1992, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Trb. 1993, 17; zie ook Trb. 1997, 296;

Oostenrijk door middel van een Protocol van toetreding van 28 april 1995, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Trb. 1995, 176.

De volgende Staten zullen tot bovengenoemd Akkoord toetreden

Denemarken door middel van een Protocol van toetreding van 19 december 1996, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1997, 127;

Finland door middel van een Protocol van toetreding van 19 december 1996, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1997, 129;

Zweden door middel van een Protocol van toetreding van 19 december 1996, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1997, 131.

Van de op 19 juni 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, tot wijziging van welke Overeenkomst het onderhavige Protocol strekt, zijn de Nederlandse, de Franse en de Duitse tekst geplaatst in Trb. 1990, 145; zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 122.

De volgende Staten zijn tot bovengenoemde Uitvoeringsovereenkomst toegetreden

Spanje door middel van een Overeenkomst van toetreding van 25 juni 1991, waarvan de Nederlandse, de Franse en de Spaanse tekst zijn geplaatst in Trb. 1992, 49; zie ook Trb. 1994, 45;

Portugal door middel van een Overeenkomst van toetreding van 25 juni 1991, waarvan de Nederlandse, de Franse en de Portugese tekst zijn geplaatst in Trb. 1992, 51; zie ook Trb. 1994, 46;

Italië door middel van een Overeenkomst van toetreding van 27 november 1990, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1991, 27; zie ook Trb. 1997, 124;

Griekenland door middel van een Overeenkomst van toetreding van 6 november 1992, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Trb. 1993, 18; zie ook Trb. 1997, 297;

Oostenrijk door middel van een Overeenkomst van toetreding van 28 april 1995, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Trb. 1995, 177.

De volgende Staten zullen tot bovengenoemde Uitvoeringsovereenkomst toetreden

Denemarken door middel van een Overeenkomst van toetreding van 19 december 1996, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1997, 128;

Finland door middel van een Overeenkomst van toetreding van 19 december 1996, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1997, 130;

Zweden door middel van een Overeenkomst van toetreding van 19 december 1996, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1997, 132.

Uitgegeven de tweede december 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

De Franse en de Duitse tekst zijn afgedrukt op blz. 6 e.v. van dit Tractatenblad.

De Deense, de Finse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.

XNoot
1

lees: gewaarmerkt.

Naar boven