A. TITEL

Protocol bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een Partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds;

Brussel, 15 mei 1997

B. TEKST1

Protocol bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een Partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds

Het Koninkrijk België,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

Ierland,

de Italiaanse Republiek,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Portugese Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

hierna „Lid-Staten" te noemen, en

de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

hierna „de Gemeenschappen" te noemen,

enerzijds, en

de Republiek Moldavië,

anderzijds,

Gelet op de toetreding op 1 januari 1995 van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en uit dien hoofde tot de Gemeenschap,

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

De Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden zijn Verdragsluitende Partijen bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, die op 28 november 1994 te Brussel werd ondertekend, hierna „Overeenkomst" te noemen, en, zoals de andere Lid-Staten van de Gemeenschap hechten zij hun goedkeuring aan, respectievelijk nemen zij nota van de tekst van de Overeenkomst, en de aan de op dezelfde datum ondertekende Slotakte gehechte gemeenschappelijke verklaringen, verklaringen en briefwis- selingen.

Artikel 2

De tekst van de Overeenkomst, de Slotakte en alle daaraan gehechte documenten worden geacht tevens te zijn opgesteld in de Finse en de Zweedse taal. Zij worden aan dit Protocol gehecht1 en zijn evenzeer authentiek als de teksten in de andere talen waarin de Overeenkomst, de Slotakte en de daaraan gehechte documenten zijn opgesteld.

Artikel 3

Dit Protocol is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Moldavische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 4

Dit Protocol wordt door de Overeenkomstsluitende Partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

Het Protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de Partijen elkaar ervan kennisgeving doen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.

GEDAAN te Brussel, de vijftiende mei negentienhonderd zevenennegentig.


Het Protocol is op 15 mei 1997 ondertekend voor:

België1

Denemarken

Duitsland

de Europese Gemeenschappen

Finland

Frankrijk

Griekenland

Ierland

Italië

het Koninkrijk der Nederlanden

Luxemburg

Moldavië

Oostenrijk

Portugal

Spanje

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Zweden

D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel a, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, juncto artikel 2 van de Rijkswet van 15 december 1994 (Stb. 881) niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

Artikel 2 van de Rijkswet van 15 december 1994 luidt:

„De goedkeuring door de Staten-Generaal van de verdragen, welke als noodzakelijk en rechtstreeks gevolg van het in artikel 1 genoemde Verdrag gesloten worden tussen de lid-staten van de Europese Unie onderling, danwel tussen de lid-staten, al dan niet gezamenlijk met de Europese Gemeenschappen enerzijds en derde staten of internationale organisaties anderzijds, is niet vereist."

Deze wet is gecontrasigneerd door de Minister President W. KOK, de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO, de Minister van Financiën G. ZALM en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken M. PATIJN.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 867 (R 1511); Hand. II 1994/95, blz. 1488-1510, Kamerstukken I 1994/95, nrs. 102, 102a; Hand. I 1994/95, blz. 254.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel 4, tweede lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop Partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de eigen procedures voor de goedkeuring van het Protocol zijn voltooid.

J. GEGEVENS

Van het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, naar welk Verdrag wordt verwezen in de preambule tot het onderhavige Protocol, zijn de Franse tekst en de vertaling geplaatst in Trb. 1951, 82; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 77.

Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, naar welk Verdrag wordt verwezen in de preambule tot het onderhavige Protocol, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 75 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 92; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 78.

Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, naar welk Verdrag wordt verwezen in de preambule tot het onderhavige Protocol, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 74 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 76.

Van het op 24 juni 1994 te Korfoe tot stand gekomen Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, naar welk Verdrag wordt verwezen in de preambule tot het onderhavige Protocol, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1994, 200; zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 74.

Van de op 28 november 1994 te Luxemburg tot stand gekomen Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië anderzijds, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in artikel 1 van het onderhavige Protocol, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1995, 71.

Uitgegeven de eenendertigste juli 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

G. ZALM


XNoot
1

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

XNoot
1

De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Moldavische tekst zijn niet afgedrukt.

XNoot
1

De Finse en de Zweedse tekst van de Overeenkomst zijn niet afgedrukt.

Naar boven