A. TITEL

Verdrag betreffende organisaties van personen die in de landbouw werkzaam zijn en hun rol in de sociaal-economische ontwikkeling (Verdrag Nr. 141 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zestigste zitting);

Genève, 23 juni 1975

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1976, 29.

C. VERTALING

Zie Trb. 1976, 29.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1977, 27 en Trb. 1987, 16.

Bij brieven van 25 oktober 1995 (Kamerstukken II 1995/96, 24 492 (R 1556), nr. 1) is het voornemen tot opzegging van het Verdrag voor wat betreft Aruba in overeenstemming met artikel 14, eerste lid, junctis artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is op 9 december 1995 verleend.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1977, 27 en Trb. 1987, 16.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 7 van het Verdrag hun bekrachtiging doen registreren door de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève:

Malta 9 juni 1988
Guatemala13 juni 1989
Uruguay19 juni 1989
Griekenland17 oktober 1989
Costa Rica23 juli 1991
Polen29 november 1991
Hongarije 4 januari 1994
Brazilië27 september 1994
Mali12 juni 1995
El Salvador15 juni 1995

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1977, 27 en Trb. 1987, 16.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1987, 16.

I. OPZEGGING

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 27 november 1996 een verklaring van beëindiging voor Aruba per 24 november 1997 nedergelegd bij het Internationaal Arbeidsbureau te Genève. Deze verklaring is nog niet geregistreerd.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1976, 29 en Trb. 1987, 16.

Voor het op 28 juni 1919 te Versailles tot stand gekomen Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 140.

Voor het op 12 november 1921 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende het recht van vereniging en vergadering van landarbeiders, 1921 (Arbeidsverdrag Nr. 11) zie ook Trb. 1997, 144.

Voor het op 16 oktober 1945 te Quebec tot stand gekomen Statuut van de Voedsel- en Landbouworganisatie der Verenigde Naties (FAO) zie ook Trb. 1996, 341.

Voor het op 9 juli 1948 te San Francisco tot stand gekomen Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, 1948 (Arbeidsverdrag Nr. 87) zie ook Trb. 1997, 170.

Voor het op 1 juli 1949 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (Arbeidsverdrag Nr. 98) zie ook Trb. 1997, 178.

Voor het op 25 juni 1958 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep (Arbeidsverdrag Nr. 111) zie ook Trb. 1997, 186.

Voor het op 23 juni 1971 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de bescherming van de vertegenwoordigers van werknemers in de onderneming en de hun te verlenen faciliteiten (Arbeidsverdrag Nr. 135) zie ook Trb. 1997, 200.

Uitgegeven de vierde juli 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven