A. TITEL

Verdrag betreffende de jaarlijkse vakantie met behoud van loon (herzien), 1970 (Verdrag Nr. 132 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar vierenvijftigste zitting);

Genève, 24 juni 1970

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1971, 91.

C. VERTALING

Zie Trb. 1971, 91.

In de vertaling dienen de volgende correcties te worden aangebracht:

– artikel 9, tweede lid: „Een deel van de jaarlijkse vakantie, die een ..." moet luiden „Elk deel van de jaarlijkse vakantie, dat een ...".

– artikel 11, vierde regel: „... de duur van de dienstperiode waarvoor hij nog geen dergelijke vakantie of een compensatie of een overeenkomstige vakantieuitkering heeft ontvangen." moet luiden „... van de duur van de dienstperiode waarvoor hij nog geen dergelijke vakantie heeft ontvangen, of op een compensatie of een overeenkomstige vakantie.".

– artikel 16 (a): „het aanvaarden van de verplichtingen van laatstgenoemd Verdrag .... betekent ipso jure onmiddellijke opzegging van dit Verdrag;" moet luiden „het aanvaarden van de verplichtingen van dit Verdrag .... betekent ipso jure onmiddellijke opzegging van dat Verdrag;".

– artikel 16 (b): „het aanvaarden van de verplichtingen van laatstgenoemd Verdrag .... betekent ipso jure onmiddellijke opzegging van dat Verdrag;" moet luiden „het aanvaarden van de verplichtingen van dit Verdrag .... betekent ipso jure onmiddellijke opzegging van dat Verdrag;".

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1971, 91.

Ingevolge artikel 19 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie is bij brief van 15 december 1976 een Nota inhoudende het standpunt van de Nederlandse Regering ten aanzien van het Verdrag ter kennisneming aangeboden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 1976/77, 14 303, nr. 1).

E. BEKRACHTIGING

De volgende Staten hebben in overeenstemming met artikel 17 van het Verdrag hun bekrachtiging doen registreren door de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève:

Madagaskar1 8 februari 1972
Spanje230 juni 1972
Kameroen3 7 augustus 1973
Noorwegen422 juni 1973
Irak519 februari 1974
Ierland620 juni 1974
Opper Volta712 juli 1974
Joegoslavië812 mei 1975
de Bondsrepubliek Duitsland9 1 oktober 1975
Noord-Jemen10 1 november 1976
Guinee11 2 juni 1977
Uruguay12 2 juni 1977
Zweden13 7 juni 1978
Kenia14 9 april 1979
Luxemburg15 1 oktober 1979
Portugal1617 maart 1981
Italië1728 juli 1981
Malta18 9 juni 1988
Finland1915 januari 1990
Ruanda2013 mei 1991
Kroatië21* 8 oktober 1991
Slovenië22*29 mei 1992
Zwitserland23 9 juli 1992
Bosnië-Herzegowina24* 2 juni 1993
Letland2510 juni 1994

* Voortgezette gebondenheid te rekenen vanaf de datum van onafhankelijkheid.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 18, tweede lid, op 30 juni 1973 in werking getreden voor Madagaskar en Spanje.

Voor de Staten die hun bekrachtiging na 30 juni 1972 doen registreren, treedt het Verdrag in werking twaalf maanden na de datum van registratie.

Het Koninkrijk der Nederlanden is niet partij bij het onderhavige Verdrag.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1971, 91.

Voor het op 28 juni 1919 te Versailles tot stand gekomen Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 140.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 26 juni 1952 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende betaalde vakantie in de landbouw, 1952 (Arbeidsverdrag Nr. 101) zie ook Trb. 1997, 181.

Uitgegeven de vierde juli 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Vakantieduur 3 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
2

Vakantieduur 3 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letter a.

XNoot
3

Vakantieduur 3 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
4

Vakantieduur 24 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
5

Vakantieduur 3 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
6

Vakantieduur 3 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letter a.

XNoot
7

Thans Burkina Faso geheten. Vakantieduur 1 kalendermaand; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
8

Vakantieduur 18 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
9

Vakantieduur 18 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
10

Vakantieduur 21 dagen voor werklieden en 30 dagen voor werknemers; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letter a.

De bekrachtiging door Noord-Jemen is na de eenwording van Noord- en Zuid-Jemen op 22 mei 1990 van toepassing op het gehele grondgebied van Jemen.

XNoot
11

Vakantieduur 1 kalendermaand; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
12

Vakantieduur 20 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
13

Vakantieduur 5 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
14

Vakantieduur 21 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
15

Vakantieduur 25 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
16

Vakantieduur 21 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
17

Vakantieduur 3 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
18

Vakantieduur 21 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
19

Vakantieduur 24 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
20

Vakantieduur 18 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letter a.

XNoot
21

Vakantieduur 18 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
22

Vakantieduur 18 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
23

Vakantieduur 4 weken voor werknemers in het algemeen en 5 weken voor werknemers jonger dan 20 jaar; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
24

Vakantieduur 18 werkdagen; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

XNoot
25

Vakantieduur 4 weken; onder aanvaarding van de verplichtingen van artikel 15, eerste lid, letters a en b.

Naar boven