A. TITEL

Verdrag betreffende uitkeringen bij invaliditeit en ouderdom en aan nagelaten betrekkingen (Verdrag Nr. 128 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar eenenvijftigste zitting);

Genève, 29 juni 1967

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1968, 131.

C. VERTALING

Zie Trb. 1968, 131.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1969, 229.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1969, 229 en Trb. 1984, 44.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 47 van het Verdrag hun bekrachtiging doen registreren door de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève:

  Onder aanvaarding van de verplichtingen voortvloeiend uit de volgende Delen van het Verdrag
Venezuela11 december 1983Delen II, III en IV
Slowakije*1 januari 1993Deel III
Tsjechië*1 januari 1993Deel III

1 Onder uitsluiting van de bepalingen in artikel 9, tweede lid, artikel 13, tweede lid, artikel 16, tweede lid, en artikel 22, tweede lid, alsmede artikel 38, eerste lid, van Deel VII.

* Voortgezette gebondenheid te rekenen vanaf de datum van onafhankelijkheid.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1969, 229.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1969, 229.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1968, 131, Trb. 1969, 229 en Trb. 1984, 44.

Voor het op 28 juni 1919 te Versailles tot stand gekomen Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 140.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 28 juni 1952 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende minimumnormen van sociale zekerheid (Arbeidsverdrag Nr. 102) zie ook Trb. 1997, 182.

Uitgegeven de vierde juli 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven