A. TITEL
Verdrag betreffende de bescherming van het moederschap (herzien), 1952
(Verdrag Nr. 103 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar
vijfendertigste zitting);
Genève, 28 juni 1952
B. TEKST
De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1953, 129.
C. VERTALING
Zie Trb. 1953, 129.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1981, 230.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1981, 230.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming
met artikel 8 van het Verdrag een akte van bekrachtiging nedergelegd bij de
Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève:
Venezuela | 10 augustus 1982 |
Griekenland | 18 februari 1983 |
Portugal | 2 mei 1985 |
Equatoriaal-Guinea | 12 juni 1985 |
Ghana | 27 mei 1986 |
Guatemala | 13 juni 1989 |
Kroatië* | 8 oktober 1991 |
Kirgizië* | 31 maart 1992 |
Azerbeidzjan* | 19 mei 1992 |
Slovenië* | 29 mei 1992 |
Oezbekistan* | 13 juli 1992 |
Sri Lanka | 1 april 1993 |
Bosnië-Herzegowina* | 2 juni 1993 |
Tadzjikistan* | 26 november 1993 |
Chili | 14 oktober 1994 |
* Voortgezette gebondenheid te rekenen vanaf de datum van onafhankelijkheid.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1981, 230.
De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 12, eerste lid, op
28 oktober 1986 buiten werking getreden voor Venezuela.
I. OPZEGGING
In overeenstemming met artikel 12, eerste lid, is het Verdrag opgezegd
door:
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1953, 129 en Trb. 1981, 230.
Voor het op 28 juni 1919 te Versailles tot stand gekomen Statuut van de
Internationale Arbeidsorganisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 140.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der
Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.
Uitgegeven de vierde juli 1997
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN
MIERLO