A. TITEL
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
Suriname inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden,
met bijlage;
Paramaribo, 16 oktober 1990
B. TEKST
De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1990, 163.
D. PARLEMENT
Bij brieven van 10 januari 1991 (Kamerstukken II 1990/91, 21 985,
nr. 1) is de Overeenkomst in overeenstemming met artikel 91, juncto additioneel
artikel XXI, eerste lid, onderdeel a, van de Grondwet op de voet van artikel
61, derde lid, van de Grondwet naar de tekst van 1972 overgelegd aan de Eerste
en Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de
Minister van Verkeer en Waterstaat J. R. H. MAIJ-WEGGEN en de Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken P. DANKERT.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 11 februari 1991.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst, die vanaf 16 oktober 1990 voorlopig
werd toegepast, zijn ingevolge artikel 23 op 10 januari 1996 in werking getreden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Overeenkomst ingevolge
artikel 22 alleen voor Nederland.
J. GEGEVENS
Voor het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake
de internationale burgerluchtvaart zie ook Trb. 1996, 32.
Voor het op 14 september 1963 te Tokio tot stand gekomen Verdrag inzake
strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen
zie ook Trb. 1995, 203.
Voor het op 16 december 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen
zie ook Trb. 1995, 204.
Voor het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot
bestrijding van wederrechtelijke gedragingen, gericht tegen de veiligheid
van de burgerluchtvaart zie ook Trb. 1995, 205.