A. TITEL

Protocol tot wijziging van artikel 50(a) van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;

New York, 12 maart 1971

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Protocol zijn geplaatst in Trb. 1971, 68.

C. VERTALING

Zie Trb. 1971, 68.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1973, 117.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1973, 117 en Trb. 1985, 53.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met het terzake in het Protocol gestelde een akte van bekrachtiging bij de Secretaris-Generaal van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie nedergelegd:

Antigua en Barbuda17 oktober 1988
Cyprus 5 juli 1989
Burkina Faso15 juni 1992
Estland21 augustus 1992
Turkmenistan14 april 1993
de Tsjechische Republiek15 april 1993
Kroatië 5 oktober 1993
Oezbekistan24 februari 1994
Moldavië22 december 1994
Bosnië-Herzegowina 7 maart 1995
Slowakije20 maart 1995
Eritrea 6 juni 1995

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1973, 117.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1971, 68, Trb. 1973, 117 en Trb. 1985, 53.

Het onderhavige Protocol is inmiddels achterhaald door achtereenvolgens:

– het op 16 oktober 1974 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot wijziging van artikel 50(a) van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (zie ook Trb. 1996, 42);

– het op 26 oktober 1990 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot wijziging van artikel 50(a) van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (zie ook Trb. 1996, 48); dit Protocol is nog niet in werking getreden.

Voor het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart zie ook Trb. 1996, 32.

Voor een overzicht van de Protocollen tot wijziging van het bovengenoemd Verdrag zie ook rubriek J van Trb. 1996, 32.

Uitgegeven de negende februari 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven