A. TITEL

Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, met Bijlagen en Protocollen;

Luxemburg, 10 juni 1996

B. TEKST1

Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten optredend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds

Het Koninkrijk België,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

Ierland,

de Italiaanse Republiek,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Portugese Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het Verdrag betreffende de Europese Unie, hierna „Lid-Staten" te noemen, en

De Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna „de Gemeenschap" te noemen,

optredend in het kader van de Europese Unie,

enerzijds, en

De Republiek Slovenië, hierna „Slovenië" genoemd,

anderzijds,

Overwegende het belang van de banden tussen de Gemeenschap, haar Lid-Staten en Slovenië en hun gemeenschappelijke waarden;

Erkennende dat de Gemeenschap en Slovenië deze banden wensen te versterken en nauwe, duurzame betrekkingen tot stand willen brengen op grond van wederkerigheid en wederzijds belang, waardoor Slovenië zal kunnen deelnemen aan het proces van Europese integratie, en aldus de betrekkingen versterken en uitbreiden die in het verleden tot stand zijn gebracht, met name door de Samenwerkingsovereenkomst en het Protocol betreffende de financiële samenwerking die de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië op 5 april 1993 hebben ondertekend en die op 1 september 1993 in werking zijn getreden, en door de op 5 april 1993 tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Slovenië ondertekende overeenkomst;

Overwegende dat de betrekkingen tussen de Partijen op het gebied van het overlandvervoer geregeld moeten blijven door de tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Slovenië gesloten overeenkomst op het gebied van het vervoer die op 5 april 1993 is ondertekend en op 29 juli 1993 in werking is getreden;

Overwegende de mogelijkheden die het ontstaan van een nieuwe democratie in Slovenië biedt voor betrekkingen van een nieuw gehalte;

Overwegende het belang dat de Partijen hechten aan versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van de associatie vormen;

Erkennende dat er in Slovenië een nieuw politiek bestel tot stand is gebracht dat de beginselen van de rechtsstaat en de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren, eerbiedigt en dat voorziet in een meerpartijenstelsel met vrije, democratische verkiezingen;

Erkennende dat de Gemeenschap bereid is bij te dragen tot versterking van dit nieuwe democratische bestel en steun te verlenen voor het tot stand brengen van een nieuw economisch bestel in Slovenië dat gegrondvest is op de beginselen van een vrije markteconomie;

Overwegende het grote belang dat de Partijen hechten aan de volledige uitvoering van alle bepalingen en beginselen van het CVSE-proces die met name zijn opgenomen in de Slotakte van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), de Helsinki-documenten van 1992, de top van Boedapest van 1994 en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa;

Bewust van het belang van deze Europa-Overeenkomst, hierna „de Overeenkomst" te noemen, om in Europa een systeem van stabiliteit op grond van samenwerking tot stand te brengen, waarbij de Europese Unie één van de hoekstenen is;

Van oordeel zijnde dat een verband dient te worden gelegd tussen de volledige uitvoering van de associatie, enerzijds, en de concrete verwezenlijking van hervormingen in Slovenië op politiek, economisch en juridisch vlak, anderzijds, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking en het nader tot elkaar brengen van de systemen van de Partijen, met name op grond van de conclusies van de CVSE-Conferentie van Bonn;

Verlangende regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen;

Erkennende dat het Stabiliteitspact in Europa kan bijdragen tot het bevorderen van stabiliteit en goed nabuurschap in de regio en bevestigende dat zij vastbesloten zijn samen te ijveren voor het welslagen van dit initiatief;

Rekening houdende met het feit dat de Gemeenschap bereid is om afdoende steun te verlenen voor de uitvoering van hervormingen en bereid is Slovenië te helpen om de economische en sociale gevolgen van structurele aanpassing op te vangen;

Rekening houdende bovendien met het feit dat de Gemeenschap bereid is tot het instellen van instrumenten voor samenwerking en economische, technische en financiële bijstand op veelomvattende en meerjarige basis;

Overwegende het belang dat de Partijen hechten aan vrijhandel, steunend op de beginselen van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel van 1994, hierna „de GATT 1994" genoemd, als gewijzigd door de handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde en rekening houdend met de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, hierna „WHO" genoemd;

Overwegende het belang dat de Gemeenschap en Slovenië hechten aan de beginselen die zijn neergelegd in het Europees Energiehandvest van 17 december 1991 en in de Slotverklaring van de Conferentie van Luzern van april 1993;

Gelet op de economische en sociale verschillen tussen de Gemeenschap en Slovenië en daarbij erkennende dat de doeleinden van deze associatie dienen te worden verwezenlijkt door middel van de passende regelingen waarin de Overeenkomst voorziet;

Herinnerend aan de doelstellingen van de Overeenkomsten die in november 1975 te Osimo door de Italiaanse Republiek en de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië, opgevolgd door de Republiek Slovenië, zijn ondertekend, met name de Overeenkomst inzake bevordering van de economische samenwerking tussen beide landen;

Overtuigd dat de Overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun economische betrekkingen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, instrumenten die onontbeerlijk zijn voor economische herstructurering en technologische modernisering in Slovenië;

Verlangende culturele samenwerking tot stand te brengen en de uitwisseling van informatie te bevorderen;

Erkennende dat het lidmaatschap van de Europese Unie het uiteindelijke doel van Slovenië is en dat deze associatie, naar het oordeel van de Partijen, Slovenië zal helpen dit doel te verwezenlijken;

Rekening houdend met de strategie ter voorbereiding van de toetreding die door de Europese Raad van Essen van december 1994 is goedgekeurd en die politiek wordt geïmplementeerd door tussen de geassocieerde Staten en de Instellingen van de Europese Unie gestructureerde betrekkingen in het leven te roepen die het wederzijds vertrouwen versterken en een kader scheppen voor het behandelen van onderwerpen van gemeenschappelijk belang,

Overeenstemming hebben bereikt omtrent de volgende bepalingen:

Artikel 1

1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en Slovenië, anderzijds.

2. Deze associatie heeft ten doel:

– een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog met het oog op het onderhouden van nauwe politieke betrekkingen tussen de Partijen;

– uibreiding van de handel en harmonische economische betrekkingen tussen de Partijen te bevorderen en aldus de dynamische economische ontwikkeling en welvaart in Slovenië te stimuleren;

– geleidelijk een vrijhandelszone tussen de Gemeenschap en Slovenië tot stand te brengen die vrijwel alle onderling handelsverkeer omvat;

– Slovenië te steunen in zijn streven naar ontwikkeling van zijn economie en voltooiing van de overgang naar een markteconomie;

– een passend kader tot stand te brengen voor de geleidelijke integratie van Slovenië in de Europese Unie. Daartoe zal Slovenië zich inzetten om aan de nodige voorwaarden te voldoen.

TITEL I

algemene beginselen

Artikel 2

Eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, als vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en als omschreven in de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, en de beginselen van de markteconomie als neergelegd in het Document van de CVSE-conferentie van Bonn over Economische Samenwerking vormen de grondslag van het binnen- en buitenlands beleid van de Partijen en zijn een essentieel onderdeel van deze Overeenkomst.

Artikel 3

1. De associatie omvat een overgangsperiode van ten hoogste zes jaar, verdeeld in twee opeenvolgende etappes, die respectievelijk vier en twee jaar duren. De eerste etappe begint wanneer de Overeenkomst in werking treedt.

2. De wijze waarop de Overeenkomst wordt toegepast en de resultaten van de economische hervormingen van Slovenië op grond van de in de preambule vastgestelde beginselen worden regelmatig door de bij artikel 110 ingestelde Associatieraad onderzocht.

3. In de periode van twaalf maanden vóór de voorziene einddatum van de eerste etappe komt de Associatieraad bijeen om te beslissen over de overgang naar de tweede etappe en over eventuele inhoudelijke veranderingen in de bepalingen die gelden voor de tweede etappe. Daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten van het in lid 2 bedoelde onderzoek.

4. De twee etappes als bedoeld in leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op titel III.

TITEL II

politieke dialoog

Artikel 4

De politieke dialoog met Slovenië zal worden ontwikkeld en versterkt. Hij zal de toenadering tussen de Europese Unie en Slovenië begeleiden en consolideren, de politieke en economische veranderingen die in Slovenië zijn doorgevoerd dan wel aan de gang zijn steunen en bijdragen tot het tot stand brengen van duurzame banden van solidariteit en nieuwe vormen van samenwerking tussen de Partijen. De politieke dialoog moet met name bijdragen tot het bevorderen van:

– de volledige integratie van Slovenië in de gemeenschap van democratische naties en de geleidelijke toenadering tot de Europese Unie;

– de convergentie van standpunten over internationale vraagstukken, met name over aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor één van de Partijen kunnen hebben;

– de samenwerking op gebieden die onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie vallen;

– gemeenschappelijke standpunten ten aanzien van veiligheid en stabiliteit in Europa.

Artikel 5

De politieke dialoog vindt plaats in het multilaterale kader en in overeenstemming met de vormen en gebruiken zoals die met de geassocieerde landen van Midden-Europa zijn overeengekomen.

Artikel 6

1. Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de Associatieraad, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor alle aangelegenheden die de Partijen de Associatieraad voorleggen.

2. Met instemming van de Partijen worden andere procedures voor de politieke dialoog ingesteld, met name:

– indien nodig vergaderingen tussen hoge functionarissen (politieke directeuren) die Slovenië vertegenwoordigen enerzijds en vertegenwoordigers van het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en de Commissie anderzijds;

– het optimaal gebruik maken van alle diplomatieke kanalen tussen de Partijen, met inbegrip van passende contacten in derde landen en binnen de Verenigde Naties, de OVSE en andere internationale fora;

– het opnemen van Slovenië in de groep van landen die regelmatig informatie ontvangen over de activiteiten die worden ontplooid in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het uitwisselen van informatie met het oog op het verwezenlijken van de in artikel 4 vermelde doeleinden;

– alle andere middelen die een nuttige bijdrage leveren tot het consolideren, ontwikkelen en opvoeren van deze dialoog.

Artikel 7

Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het bij artikel 116 ingestelde Parlementair Associatiecomité.

TITEL III

vrij verkeer van goederen

Artikel 8

1. De Gemeenschap en Slovenië verbinden zich ertoe in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste zes jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, geleidelijk een vrijhandelszone in te stellen op grond van deze Overeenkomst en overeenkomstig de bepalingen van de GATT 1994 en de WHO.

2. In het handelsverkeer tussen de Partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de Gecombineerde Nomenclatuur.

3. Het basisrecht waarop de in de Overeenkomst vastgestelde opeenvolgende verlagingen worden toegepast, is voor elk produkt het recht dat Slovenië erga omnes daadwerkelijk toepast op de dag voorafgaand aan de datum van ondertekening van de Overeenkomst.

4. Indien na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst enige tariefverlaging op erga omnes grondslag wordt toegepast, waarbij in het bijzonder wordt gedacht aan verlagingen voortvloeiende uit de tariefovereenkomst die naar aanleiding van de Uruguay-ronde in het kader van de GATT werd gesloten, treden deze verlaagde rechten in de plaats van de in lid 3 bedoelde basisrechten, met ingang van de datum waarop de verlagingen toepassing vinden.

5. De Gemeenschap en Slovenië delen elkaar hun respectieve basisrechten mede.

HOOFDSTUK I

INDUSTRIEPRODUKTEN

Artikel 9

1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Slovenië, bedoeld in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de Gecombineerde Nomenclatuur, met uitzondering van de in bijlage I genoemde produkten.

2. De bepalingen van de artikelen 10 tot en met 14 zijn niet van toepassing op de in de artikelen 16 en 17 bedoelde textielprodukten en produkten die onder het Verdag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen.

3. De handel tussen de Partijen in produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen, geschiedt in overeenstemming met de bepalingen van dat Verdrag.

Artikel 10

1. De douanerechten bij invoer die in de Gemeenschap van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit Slovenië, andere dan die bedoeld in bijlage II, worden opgeheven bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

2. Voor de produkten van oorsprong uit Slovenië vermeld in bijlage II worden, binnen de grenzen van jaarlijkse communautaire tariefplafonds, de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap geschorst. Deze plafonds worden geleidelijk verhoogd overeenkomstig het bepaalde in de genoemde bijlage, zodat de op de betrokken produkten rustende douanerechten bij invoer op 1 januari 2000 volledig afgeschaft zijn.

3. De kwantitatieve beperkingen bij invoer in de Gemeenschap en de maatregelen van gelijke werking worden voor de produkten van oorsprong uit Slovenië opgeheven op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

Artikel 11

1. De douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Slovenië van produkten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan die bedoeld in bijlagen III en IV, worden afgeschaft bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

2. De douanerechten bij invoer welke in Slovenië van toepassing zijn op de produkten van oorsprong uit de Gemeenschap bedoeld in bijlage III worden geleidelijk verlaagd volgens het onderstaande tijdschema:

– op 1 januari 1996 wordt elk recht verlaagd tot 80% van het basisrecht;

– op 1 januari 1997 wordt elk recht verlaagd tot 55% van het basisrecht;

– op 1 januari 1998 wordt elk recht verlaagd tot 30% van het basisrecht;

– op 1 januari 1999 wordt elk recht verlaagd tot 15% van het basisrecht;

– op 1 januari 2000 worden de resterende rechten afgeschaft.

3. De douanerechten bij invoer die in Slovenië van toepassing zijn op de produkten van oorsprong uit de Gemeenschap bedoeld in bijlage IV worden geleidelijk verlaagd volgens het onderstaande tijdschema:

– op 1 januari 1996 wordt elk recht verlaagd tot 90% van het basisrecht;

– op 1 januari 1997 wordt elk recht verlaagd tot 70% van het basisrecht;

– op 1 januari 1998 wordt elk recht verlaagd tot 45% van het basisrecht;

– op 1 januari 1999 wordt elk recht verlaagd tot 35% van het basisrecht;

– op 1 januari 2000 wordt elk recht verlaagd tot 20% van het basisrecht;

– op 1 januari 2001 worden de resterende rechten afgeschaft.

4. De kwantitatieve beperkingen bij invoer in Slovenië van de produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en de maatregelen van gelijke werking worden bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

Artikel 12

De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op de douanerechten van fiscale aard.

Artikel 13

De Gemeenschap en Slovenië schaffen bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst in hun onderlinge handelsverkeer alle heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer af.

Artikel 14

1. De Gemeenschap schaft bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst alle douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking af.

Slovenië schaft bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking af, behalve voor de in bijlage XII vermelde produkten waarvoor die afschaffing zal plaatsvinden in overeenstemming met het in die bijlage opgenomen tijdschema.

2. De Gemeenschap en Slovenië schaffen bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst alle kwantitatieve beperkingen bij de uitvoer en alle maatregelen van gelijke werking af.

Artikel 15

Slovenië verklaart zich bereid haar douanerechten in het handelsverkeer met de Gemeenschap in een sneller tempo te verlagen dan datgene waarin artikel 11 voorziet, mits de algemene economische situatie en de situatie in de betrokken sector van de economie zulks mogelijk maken.

Onder dezelfde omstandigheden verklaart de Gemeenschap zich bereid binnen een kortere termijn de tariefplafonds bedoeld in artikel 10, lid 2, sterker te verhogen of af te schaffen.

De Associatieraad kan daartoe strekkende aanbevelingen doen.

Artikel 16

In Protocol nr. 1 is de regeling neergelegd die van toepassing is op de daarin genoemde textielprodukten.

Artikel 17

In Protocol nr. 2 is de regeling neergelegd die van toepassing is op produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen.

Artikel 18

1. Het bepaalde in dit hoofdstuk vormt geen beletsel voor de handhaving door de Gemeenschap, voor goederen van oorsprong uit Slovenië, van een landbouwelement in de rechten welke op de in bijlage V genoemde goederen van toepassing zijn.

2. Het bepaalde in dit hoofdstuk vormt geen beletsel voor de invoering door Slovenië, voor goederen van oorsprong uit de Gemeenschap, van een landbouwelement in de rechten welke op de in bijlage V genoemde goederen van toepassing zijn.

HOOFDSTUK II

LANDBOUW

Artikel 19

1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap en Slovenië.

2. Met „landbouwprodukten" worden bedoeld de produkten vermeld in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de Gecombineerde Nomenclatuur en de produkten bedoeld in bijlage I, met uitzondering van de visserijprodukten zoals deze in Verordening (EEG) nr. 3759/92 zijn omschreven.

Artikel 20

In Protocol nr. 3 is de handelsregeling neergelegd voor de daarin genoemde verwerkte landbouwprodukten.

Artikel 21

1. Op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst gaat de Gemeenschap over tot afschaffing van de kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking op de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit Slovenië.

2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst past de Gemeenschap op de invoer in haar markt van landbouwprodukten van oorsprong uit Slovenië de concessies toe die in bijlage VI zijn vermeld.

3. Slovenië schaft bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking op de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap af.

4. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst past Slovenië op de invoer in Slovenië van produkten van oorsprong uit de Gemeenschap de concessies toe die in bijlage VII zijn vermeld.

5. Rekening houdend met de omvang van hun onderlinge handelsverkeer in landbouwprodukten, de bijzondere gevoeligheid van deze produkten, de regels van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Gemeenschap en van het Sloveense landbouwbeleid en de gevolgen van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de GATT 1994 en de WHO, onderzoeken de Gemeenschap en Slovenië in de Associatieraad, produkt per produkt, systematisch en op basis van wederkerigheid, de mogelijkheden die er zijn om elkaar verdere concessies te verlenen.

Artikel 22

Onverminderd de andere bepalingen van deze Overeenkomst, met name die van artikel 31, plegen beide Partijen, indien, wegens de bijzondere gevoeligheid van de markten voor landbouwprodukten, de invoer van produkten van oorsprong uit een Partij waarvoor de in artikel 21 bedoelde concessies zijn verleend ernstige problemen veroorzaakt op de markt van de andere Partij, onverwijld overleg ten einde een passende oplossing te vinden voor het probleem. In afwachting van deze oplossing kan de betrokken Partij de maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.

HOOFDSTUK III

VISSERIJ

Artikel 23

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de visserijprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap en Slovenië waarop Verordening (EEG) nr. 3759/92 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur van toepassing is.

Artikel 24

1. Voor de in bijlage VIIIa bedoelde visserijprodukten van oorsprong uit Slovenië gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst de verlaagde douanerechten waarin deze bijlage voorziet. De bepalingen van artikelen 21 en 22 zijn van overeenkomstige toepassing op visserijprodukten.

2. Voor de in bijlage VIIIb bedoelde visserijprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst de verlaagde douanerechten waarin deze bijlage voorziet. De bepalingen van artikelen 21 en 22 zijn van overeenkomstige toepassing op visserijprodukten.

HOOFDSTUK IV

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 25

Behoudens andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk of in de Protocollen nr. 1, 2 of 3 zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing op de handel in alle produkten.

Artikel 26 Standstill

1. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Slovenië worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking ingesteld, noch worden de rechten of heffingen welke reeds van toepassing zijn verhoogd.

2. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Slovenië worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe kwantitatieve beperkingen bij invoer of bij uitvoer of maatregelen van gelijke werking ingesteld, noch worden de bestaande beperkingen of maatregelen verscherpt.

3. Onverminderd de overeenkomstig artikel 21 verleende concessies vormen de bepalingen van de leden 1 en 2 van dit artikel in geen enkel opzicht een beletsel voor de voortzetting van het landbouwbeleid van Slovenië en van de Gemeenschap, noch voor het nemen van enige maatregel in het kader van dit beleid, voor zover de invoerregeling in bijlagen VI en VII daardoor niet wordt beïnvloed.

Artikel 27 Non-discriminatie op fiscaal gebied

1. Beide Partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, rechtstreeks of onrechtstreeks, discrimineren tussen de produkten van de ene Partij en soortgelijke produkten van oorsprong uit de andere Partij.

2. Voor produkten die naar een der Partijen worden uitgevoerd mogen de terugbetaalde bedragen aan binnenlandse belastingen niet hoger zijn dan de bedragen van de op deze produkten rustende indirecte belastingen.

Artikel 28 Douane-unies, vrijhandelszones, regelingen voor grensverkeer

1. De Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze Overeenkomst neergelegde handelsakkoorden daardoor niet worden gewijzigd. Zij mag met name geen invloed hebben op de tenuitvoerlegging van specifieke regelingen voor het goederenverkeer die zijn vastgelegd in grensovereenkomsten die vroeger tussen een of meer Lid-Staten en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië, opgevolgd door de Republiek Slovenië, zijn gesloten.

2. De Partijen plegen in de Associatieraad overleg over overeenkomsten waarbij dergelijke douane-unies of vrijhandelszones worden opgericht en, desgewenst, over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Dergelijk overleg vindt in het bijzonder plaats bij de toetreding van een derde land tot de Gemeenschap, om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Slovenië als omschreven in deze Overeenkomst.

Artikel 29 Buitengewone tariefmaatregelen

Slovenië mag in de vorm van verhoogde douanerechten buitengewone maatregelen van beperkte duur nemen die afwijken van het bepaalde in de artikelen 11 en 26, lid 1.

Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend worden genomen ten behoeve van jonge industrieën of van bepaalde sectoren waarin herstructureringen plaatsvinden of die met grote moeilijkheden te kampen hebben, vooral wanneer deze moeilijkheden ernstige sociale gevolgen hebben.

De douanerechten bij invoer die krachtens deze maatregelen door Slovenië worden toegepast ten aanzien van produkten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen niet meer dan 25% ad valorem bedragen en dienen een preferentie voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in te houden. De totale waarde van de ingevoerde produkten waarop dergelijke maatregelen van toepassing zijn mag niet meer bedragen dan 15% van de totale invoer van industrieprodukten uit de Gemeenschap als omschreven in hoofdstuk I gedurende het laatste jaar waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn.

Dergelijke maatregelen gelden voor een periode van ten hoogste vijf jaar tenzij de Associatieraad toestemming geeft voor de toepassing ervan over een langere periode. Zij treden uiterlijk bij het verstrijken van de overgangsperiode buiten werking.

Deze maatregelen kunnen voor een bepaald produkt niet meer worden getroffen indien meer dan drie jaar is verstreken sedert de opheffing van alle rechten en kwantitatieve beperkingen of heffingen en maatregelen van gelijke werking die op het betrokken produkt van toepassing waren.

Slovenië stelt de Associatieraad in kennis van alle buitengewone maatregelen die het voornemens is te treffen. Indien de Gemeenschap daarom verzoekt, vindt vooraf in de Associatieraad overleg plaats over deze maatregelen en de sectoren waarop zij betrekking hebben. Indien het dergelijke maatregelen neemt, legt Slovenië aan de Associatieraad een tijdschema voor de afschaffing van de overeenkomstig dit artikel ingestelde douanerechten over. Dit tijdschema dient te voorzien in de geleidelijke afschaffing van deze rechten in gelijke jaarlijkse percentages, beginnende uiterlijk twee jaar nadat zij werden ingesteld. De Associatieraad kan een ander tijdschema vaststellen.

Artikel 30 Dumping

Indien een der Partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere Partij dumping in de zin van artikel VI van de GATT 1994 plaatsvindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 en haar wetgeving ter zake en overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 34.

Artikel 31 Algemene vrijwaringsclausule

Indien een produkt wordt ingevoerd in hoeveelheden en onder omstandigheden die:

• ernstige moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende produkten op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen, of

• in enige sector van de economie aanleiding geven of kunnen geven tot moeilijkheden die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de economische situatie in een bepaald gebied,

kan de Gemeenschap of Slovenië, naargelang van het geval, passende maatregelen nemen overeenkomstig de bepalingen en procedures van artikel 34.

Artikel 32 Clausule inzake tekorten

Wanneer de naleving van de artikelen 14 en 26:

• ertoe leidt dat goederen wederuitgevoerd worden naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende Partij voor het betrokken produkt kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of

• ernstige tekorten aan produkten die van wezenlijk belang zijn voor de exporterende Partij doet ontstaan of dreigt te doen ontstaan,

en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende Partij, kan deze Partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de bepalingen en procedures van artikel 34. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te worden ingetrokken zodra zij niet meer gerechtvaardigd zijn.

Artikel 33 Staatsmonopolies

De Partijen passen alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, in dier voege dat tegen het einde van het vierde jaar volgende op de inwerkingtreding van de Overeenkomst, tussen onderdanen van de Lid-Staten en van Slovenië geen discriminatie meer bestaat ten aanzien van de omstandigheden waaronder goederen worden verworven en op de markt gebracht. De Associatieraad wordt in kennis gesteld van de maatregelen welke te dien einde worden genomen.

Artikel 34 Procedures

1. Indien de Gemeenschap of Slovenië de invoer van produkten die de in artikel 31 bedoelde moeilijkheden zouden kunnen geven, aan een administratieve procedure onderwerpen die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de ontwikkeling van de handelsstromen, stelt de betrokken Partij de andere Partij daarvan in kennis.

2. In de in de artikelen 30, 31 en 32 bedoelde gevallen verstrekken de Gemeenschap of Slovenië, naargelang van het geval, vóór zij de in de genoemde artikelen bedoelde maatregelen nemen of, in de gevallen waarop lid 3, onder d, van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de Associatieraad alle ter zake dienende informatie ten einde deze in staat te stellen een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de werking van de Overeenkomst het minst verstoren.

De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van de Associatieraad die hierover periodiek overleg pleegt, meer bepaald met het oog op de vaststelling van een tijdschema voor de afschaffing van deze maatregelen zodra de omstandigheden dit toelaten.

3. Voor de toepassing van lid 2 geldt het hierna volgende:

  • a. De moeilijkheden welke voortvloeien uit de omstandigheden bedoeld in artikel 31 worden voorgelegd aan de Associatieraad die alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een einde te maken aan deze moeilijkheden.

Indien de Associatieraad of de exporterende Partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden of geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden binnen 30 dagen nadat de kwestie aan de Associatieraad is voorgelegd, kan de invoerende Partij passende maatregelen nemen om het probleem op te lossen. Deze maatregelen mogen niet verder strekken dan hetgeen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de gerezen moeilijkheden.

  • b. De Associatieraad wordt van de in artikel 30 bedoelde dumping in kennis gesteld zodra de autoriteiten van de invoerende Partij een onderzoek hebben geopend. Indien de dumping niet is beëindigd in de zin van artikel VI van de GATT 1994 of geen andere bevredigende oplossing is gevonden binnen 30 dagen nadat de zaak aan de Associatieraad is voorgelegd, kan de invoerende Partij passende maatregelen nemen.

  • c. De moeilijkheden die voortvloeien uit de in artikel 32 bedoelde omstandigheden worden aan de Associatieraad voorgelegd.

    De Associatieraad kan elke beslissing nemen die nodig is om een einde te maken aan de moeilijkheden. Indien de Raad een dergelijke beslissing niet heeft genomen binnen 30 dagen nadat de zaak hem is voorgelegd, kan de exporterende Partij passende maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken produkt.

  • d. Wanneer uitzonderlijke omstandigheden die tot onmiddellijk optreden nopen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek, al naargelang van het geval, onmogelijk maken, neemt de Gemeenschap of Slovenië, in de in artikelen 30, 31 en 32 bedoelde omstandigheden, onverwijld de vrijwaringsmaatregelen die strikt noodzakelijk zijn om het probleem op te lossen en wordt de Associatieraad onmiddellijk op de hoogte gebracht.

Artikel 35

In Protocol nr. 4 zijn de regels van oorsprong voor de toepassing van de in deze Overeenkomst vastgestelde tariefpreferenties neergelegd.

Artikel 36 Toegestane beperkingen

De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn om redenen in verband met de goede zeden, de openbare orde en veiligheid, de bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren of planten, de bescherming van de eindige natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, noch voor voorschriften in verband met goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de Partijen vormen.

Artikel 37

De toepassing van deze Overeenkomst laat Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden onverlet.

TITEL IV

het verkeer van werknemers, de vestiging, het verrichten van diensten

HOOFDSTUK I

HET VERKEER VAN WERKNEMERS

Artikel 38

1. Met inachtneming van de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten:

– is de behandeling van werknemers van Sloveense nationaliteit die legaal op het grondgebied van een Lid-Staat zijn tewerkgesteld vrij van elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit wat betreft de arbeidsvoorwaarden, de beloning of ontslag in vergelijking met de nationale onderdanen;

– hebben de legaal op het grondgebied van een Lid-Staat verblijvende echtgenoot en kinderen van een legaal op het grondgebied van een Lid-Staat tewerkgestelde werknemer, met uitzondering van seizoenwerknemers en werknemers die onder bilaterale overeenkomsten in de zin van artikel 42 vallen, tenzij in dergelijke overeenkomsten anders is bepaald, gedurende de periode van het toegestane tewerkstellingsverblijf van die werknemer toegang tot de arbeidsmarkt van die Lid-Staat.

2. Slovenië verleent, volgens de in dat land geldende voorwaarden en modaliteiten, aan werknemers die onderdaan zijn van een Lid-Staat en die legaal op zijn grondgebied zijn tewerkgesteld alsmede aan hun echtgenoot en kinderen die aldaar legaal verblijven, de in lid 1 vermelde behandeling.

Artikel 39

1. Met het oog op de coördinatie van de sociale-zekerheidsregelingen voor legaal op het grondgebied van een Lid-Staat tewerkgestelde werknemers van Sloveense nationaliteit en hun aldaar legaal verblijvende gezinsleden en volgens de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten:

– worden alle door dergelijke werknemers in de verschillende Lid-Staten vervulde tijdvakken van verzekering, tewerkstelling of wonen bijeengeteld voor pensioenen en renten uit hoofde van ouderdom, invaliditeit en overlijden, en voor de medische verzorging van genoemde werknemers en gezinsleden;

– kunnen alle pensioenen of renten uit hoofde van ouderdom, overlijden, een arbeidsongeval of een beroepsziekte dan wel wegens de eruit voortvloeiende invaliditeit, met uitzondering van uitkeringen waarvoor geen premie is betaald, vrij worden overgemaakt tegen de krachtens de wetgeving van de debiteuren-Lid-Staat of -Lid-Staten toegepaste koers;

– ontvangen de genoemde werknemers gezinsbijslag voor hun in het hierboven bedoelde gezinsleden.

2. Slovenië kent aan legaal op zijn grondgebied tewerkgestelde werknemers die onderdaan van een Lid-Staat zijn en aan hun aldaar legaal verblijvende gezinsleden een soortgelijke behandeling toe als die welke in het tweede en derde streepje van lid 1 is omschreven.

Artikel 40

1. De Associatieraad stelt bij besluit de passende bepalingen vast ter uitvoering van de in artikel 39 vermelde doelstelling.

2. De Associatieraad stelt bij besluit gedetailleerde regels vast voor administratieve samenwerking waarbij in de nodige beheer- en controlegaranties wordt voorzien voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde bepalingen.

Artikel 41

De door de Associatieraad overeenkomstig artikel 40 vastgestelde bepalingen doen geen afbreuk aan eventuele rechten of verplichtingen voortvloeiende uit bilaterale overeenkomsten tussen Slovenië en de Lid-Staten, wanneer deze overeenkomsten in een gunstiger behandeling van Sloveense onderdanen of onderdanen van de Lid-Staten voorzien.

Artikel 42

1. Rekening houdend met de arbeidsmarktsituatie in een Lid-Staat, zijn wetgeving en de regels die er gelden op het gebied van de mobiliteit van werknemers

– dienen de door de Lid-Staten in het kader van bilaterale overeenkomsten verleende tewerkstellingsmogelijkheden voor Sloveense werknemers behouden te blijven en, zo mogelijk, te worden verbeterd;

– dienen de overige Lid-Staten de mogelijkheid van het sluiten van soortgelijke overeenkomsten te overwegen.

2. De Associatieraad onderzoekt de toekenning van andere verbeteringen, zoals bijvoorbeeld toegang tot beroepsopleiding, overeenkomstig de in de Lid-Staten geldende regels en procedures en met inachtneming van de arbeidsmarktsituatie in de Lid-Staten en de Gemeenschap.

Artikel 43

De Associatieraad onderzoekt in de in artikel 3 bedoelde tweede etappe, of eerder indien aldus wordt besloten, verdere mogelijkheden tot verbetering van het verkeer van werknemers, met inachtneming van onder andere de sociale en economische situatie in Slovenië en de werkgelegenheidssituatie in de Gemeenschap. Hij doet hiertoe aanbevelingen.

Artikel 44

Teneinde de herschikking van de arbeidskrachten als gevolg van de economische herstructurering in Slovenië te vergemakkelijken, verleent de Gemeenschap technische bijstand voor de totstandbrenging in Slovenië van een passende sociale-zekerheidsregeling, zoals in artikel 89 van de Overeenkomst is uiteengezet.

HOOFDSTUK II

VESTIGING

Artikel 45

1. Tijdens de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode bevordert Slovenië het op zijn grondgebied opzetten van activiteiten door vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap.

Daartoe

    • i. verleent het vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst voor de vestiging van vennootschappen van de Gemeenschap een niet minder gunstige behandeling dan die welke aan de nationale vennootschappen of aan die uit derde landen wordt verleend, behalve voor de in de Bijlage IXa bedoelde sectoren ten aanzien waarvan een dergelijke behandeling op zijn laatst aan het einde van de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode wordt toegekend, en

    • ii. verleent het vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst voor de activiteiten van in Slovenië gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap een niet minder gunstige behandeling dan die welke aan de nationale vennootschappen en filialen of aan de Sloveense dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit derde landen wordt verleend, indien deze behandeling gunstiger is.

2. Slovenië voert tijdens de in lid 1 bedoelde overgangsperioden geen nieuwe wettelijke regelingen of maatregelen in die de vestiging van vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap op zijn grondgebied alsook de activiteiten van op zijn grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap discrimineren in vergelijking met de nationale vennootschappen en onderdanen.

3. De Gemeenschap en haar Lid-Staten verlenen vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst:

– voor de vestiging van Sloveense vennootschappen een niet minder gunstige behandeling dan die welke de Lid-Staten aan hun eigen vennootschappen of aan die uit derde landen verlenen, indien deze behandeling gunstiger is;

– voor de activiteiten van op hun grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van Sloveense vennootschappen een niet minder gunstige behandeling dan die welke de Lid-Staten aan hun eigen vennootschappen en filialen of aan op hun grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit derde landen verlenen, indien deze behandeling gunstiger is.

4. De in leden 1 en 3 beschreven behandeling is vanaf het einde van de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode van toepassing op de vestiging en activiteiten van onderdanen.

5. De in lid 1 van dit artikel vervatte bepalingen inzake de nationale behandeling voor de vestiging en activiteiten van vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap zijn niet van toepassing op de in Bijlage IXb vermelde gebieden en aangelegenheden.

6. De Associatieraad onderzoekt in de in lid 1 i. bedoelde overgangsperiode regelmatig of de verlening van nationale behandeling voor de in de Bijlage IXa vermelde sectoren kan worden bespoedigd en of de toepassingssfeer van de leden 1 en 3 kan worden uitgebreid tot de in Bijlage IXb vermelde gebieden of aangelegenheden. Deze bijlagen kunnen bij besluit van de Associatieraad gewijzigd worden.

Na het verstrijken van de in lid 1 i. bedoelde overgangsperiode kan de Associatieraad bij uitzondering, op verzoek van Slovenië, en indien de noodzaak zich voordoet, besluiten de duur van de uitsluiting van bepaalde in Bijlage IXa vermelde gebieden of aangelegenheden voor een beperkte periode te verlengen.

7. Onverminderd het bepaalde in dit artikel:

  • a. hebben communautaire onderdanen en dochterondernemingen en filialen van communautaire vennootschappen vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst het recht om in Slovenië onroerend goed te gebruiken en te huren.

  • b. hebben dochterondernemingen van communautaire vennootschappen ook het recht om eigendom aan te kopen en te verkopen en, wat de natuurlijke hulpbronnen, landbouwgrond en bossen betreft, genieten zij dezelfde rechten als de Sloveense onderdanen en vennootschappen wanneer zulks noodzakelijk is voor de uitoefening van de economische activiteiten waarvoor zij zich gevestigd hebben.

  • c. kent Slovenië de sub b bedoelde rechten tegen het einde van de eerste fase van de overgangsperiode toe aan communautaire onderdanen en aan filialen van communautaire vennootschappen.

Artikel 46

1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het luchtvervoer, de binnenvaart en cabotage in het zeevervoer.

2. De Associatieraad kan aanbevelingen doen voor het verbeteren van de voorwaarden voor vestiging en activiteiten in de in lid 1 bedoelde gebieden.

Artikel 47

In de Overeenkomst wordt verstaan onder:

  • a. „communautaire vennootschap" of „Sloveense vennootschap": een volgens het recht van respectievelijk een Lid-Staat of Slovenië opgerichte vennootschap die haar statutaire zetel, centrale administratie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of Slovenië heeft.

Indien een volgens het recht van respectievelijk de Gemeenschap of Slovenië opgerichte vennootschap uitsluitend haar statutaire zetel op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of Slovenië heeft, wordt deze vennootschap als respectievelijk een communautaire vennootschap of als een Sloveense vennootschap beschouwd indien uit haar transacties een werkelijke en permanente band met de economie van respectievelijk een van de Lid-Staten of Slovenië blijkt;

  • b. „dochteronderneming" van een vennootschap: een vennootschap die daadwerkelijk door de eerste vennootschap wordt bestuurd;

  • c. „filiaal van een vennootschap": een handelszaak zonder rechtspersoonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een agentschap van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voorzieningen beschikt om zaken te doen met derden, in dier voege dat laatstgenoemden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat indien nodig er een rechtsverhouding zal bestaan met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor zich in het buitenland bevindt, geen rechtstreeks contact dienen te hebben met deze moedermaatschappij doch hun transacties kunnen afhandelen met de genoemde handelszaak die het vorengenoemde agentschap vormt;

  • d. „vestiging":

    • i. voor onderdanen: het recht op toegang tot economische activiteiten anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan alsmede het recht op de oprichting en het beheer van ondernemingen, met name vennootschappen die zij daadwerkelijk besturen. De toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de oprichting en het beheer van ondernemingen door onderdanen strekt zich niet uit tot het zoeken naar of het aannemen van werk op de arbeidsmarkt van een andere Partij. Het bepaalde in dit hoofdstuk is niet van toepassing op degenen die niet uitsluitend zelfstandig zijn;

    • ii. voor communautaire of Sloveense vennootschappen: het recht op toegang tot en uitoefening van economische activiteiten door middel van de oprichting van dochterondernemingen, filialen in respectievelijk Slovenië en de Gemeenschap.

  • e. „activiteiten": het verrichten van economische handelingen;

  • f. „economische activiteiten": met name activiteiten met een industrieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen, alsmede activiteiten van ambachtslieden;

  • g. „communautaire onderdaan" en „Sloveense onderdaan": een natuurlijke persoon die een onderdaan is van respectievelijk een van de Lid-Staten of van Slovenië;

  • h. Wat het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III van deze Titel eveneens van toepassing op buiten de Gemeenschap of Slovenië gevestigde onderdanen van respectievelijk de Gemeenschap of Slovenië, en op buiten de Gemeenschap of Slovenië gevestigde scheepvaartondernemingen die worden bestuurd door onderdanen van respectievelijk een Lid-Staat of Slovenië, indien hun vaartuigen respectievelijk in die Lid-Staat of in Slovenië in overeenstemming met de respectieve wetgevingen zijn ingeschreven;

  • i. Onder „financiële diensten" wordt verstaan de in Bijlage IXc omschreven activiteiten. De Associatieraad kan de werkingssfeer van die bijlage uitbreiden of wijzigen.

Artikel 48

1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 45 en uitgezonderd de in Bijlage IXc beschreven financiële diensten kan elke Partij de vestiging van en de exploitatie door vennootschappen en onderdanen op haar grondgebied regelen, voor zover deze regelingen vennootschappen en onderdanen van de andere Partij niet discrimineren ten opzichte van de eigen vennootschappen en onderdanen.

2. Ten aanzien van financiële diensten vormt geen andere bepaling van deze Overeenkomst voor een Partij een beletsel om de maatregelen te treffen die nodig zijn voor het voeren van een voorzichtigheidsbeleid, voor het beschermen van investeerders, depositohouders, verzekeringsnemers of diegenen jegens wie een fiduciaire verplichting is aangegaan of om de integriteit en stabiliteit van het financiële systeem te verzekeren. Dergelijke maatregelen mogen door een Partij niet worden aangewend om zich aan de uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te onttrekken.

3. Geen van de bepalingen van de Overeenkomst wordt zodanig uitgelegd dat zij een Partij ertoe verplicht informatie betreffende de zakelijke transacties en boekhouding van individuele klanten of vertrouwelijke of geoctrooieerde informatie die in het bezit is van overheidsinstanties vrij te geven.

Artikel 49

1. Het bepaalde in artikelen 45 en 48 vormt geen beletsel voor de toepassing door een Partij, met betrekking tot de vestiging en activiteiten op haar grondgebied van filialen van vennootschappen van een andere Partij die niet op het grondgebied van de eerste Partij zijn opgericht, van bijzondere regels die op grond van juridische of technische verschillen tussen bedoelde filialen en filialen van vennootschappen die op het grondgebied van de eerste Partij zijn opgericht, of, wat financiële diensten betreft, om beleidsredenen gerechtvaardigd zijn.

2. Het verschil in behandeling blijft beperkt tot hetgeen als gevolg van dergelijke juridische of technische verschillen strikt noodzakelijk is of, wat financiële diensten betreft, tot hetgeen om beleidsredenen noodzakelijk is.

Artikel 50

1. Een op het grondgebied van Slovenië of de Gemeenschap gevestigde „communautaire vennootschap" respectievelijk „Sloveense vennootschap" heeft het recht, met inachtneming van de wetgeving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van respectievelijk Slovenië of de Gemeenschap werknemers die onderdanen zijn van de Lid-Staten van de Gemeenschap of van Slovenië in dienst te nemen of deze door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, mits dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 van dit artikel bekleden en zij uitsluitend door vennootschappen, dochterondernemingen of filialen tewerkgesteld worden.

De geldigheidsduur van de verblijfs- en werkvergunningen van deze werknemers is beperkt tot de periode waarin zij als zodanig werkzaam zijn.

2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van vorengenoemde vennootschappen, hierna „organisaties" genoemd, zijn „binnen de onderneming overgeplaatste personen", als omschreven onder punt c van dit lid, van de hierna volgende categorieën, met dien verstande dat de organisatie een rechtspersoon is en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeelhouders met een meerderheidsparticipatie) waren:

  • a. leden van het hogere kader van een organisatie die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het management van de vestiging, onder het algemene toezicht en de leiding van met name de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen; deze personeelsleden:

– geven leiding aan de vestiging of een afdeling of onderafdeling daarvan;

– houden toezicht op en controleren de werkzaamheden van andere toezichthoudende, gespecialiseerde of leidinggevende werknemers;

– zijn persoonlijk bevoegd werknemers in dienst te nemen en te ontslaan of de indienstneming of het ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen.

  • b. binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over uitzonderlijke kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverlening van de vestiging, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management. Afgezien van de voor het functioneren van de betrokken vestiging vereiste specifieke kennis, kan deze kennis bestaan in de bekwaamheid bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke technische vaardigheden vereist zijn, evenals, in voorkomend geval, het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep.

  • c. een „binnen de onderneming overgeplaatste persoon" is een natuurlijke persoon die voor een organisatie op het grondgebied van een partij werkzaam is en die tijdelijk, voor het verrichten van economische handelingen naar het gebied van de andere Partij wordt overgeplaatst; de betrokken organisatie dient haar belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van een Partij te hebben en de overplaatsing dient te geschieden naar een vestiging (dochteronderneming, filiaal) van deze organisatie die op het grondgebied van de andere Partij daadwerkelijk soortgelijke economische handelingen verricht.

3. Toegang tot het grondgebied van de Gemeenschap of Slovenië van respectievelijk Sloveense en communautaire onderdanen, wordt verleend en tijdelijk verblijf is toegestaan voor vertegenwoordigers van vennootschappen die deel uitmaken van het hogere kader, als in lid 2, onder a, gedefinieerd, van een vennootschap, en die belast zijn met het opzetten van een dochteronderneming of filiaal in de Gemeeenschap van een Sloveense vennootschap, dan wel een dochteronderneming of filiaal in Slovenië van een communautaire vennootschap, mits

– die vertegenwoordigers niet betrokken zijn bij de rechtstreekse verkoop of het verstrekken van diensten;

– de vennootschap haar belangrijkste handelsactiviteit buiten respectievelijk de Gemeenschap of Slovenië heeft, en geen andere vertegenwoordiger, kantoor, filiaal of dochteronderneming in respectievelijk de betrokken Lid-Staat van de Gemeenschap of Slovenië heeft.

Artikel 51

Teneinde de toegang tot en de uitoefening van gereguleerde activiteiten van de vrije beroepen in respectievelijk Slovenië en de Gemeenschap voor onderdanen van de Gemeenschap en Sloveense onderdanen te vergemakkelijken, onderzoekt de Associatieraad welke maatregelen moeten worden getroffen met het oog op de onderlinge erkenning van diploma's. Hij kan daartoe alle noodzakelijke maatregelen nemen.

Artikel 52

In de eerste vier jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst of voor de in Bijlage IXa vermelde sectoren in de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode kan Slovenië ten aanzien van de vestiging van vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap maatregelen invoeren die van de bepalingen van dit hoofdstuk afwijken, indien bepaalde industrieën:

• worden geherstructureerd, of

• in grote moeilijkheden verkeren, met name wanneer deze ernstige sociale problemen in Slovenië tot gevolg hebben, of

• geconfronteerd worden met uitschakeling van Sloveense vennootschappen of onderdanen in een bepaalde sector of bedrijfstak in Slovenië dan wel een forse daling van hun totale marktaandeel, of

• voor Slovenië nieuwe industrieën zijn.

Dergelijke maatregelen:

    • i. gelden tot uiterlijk twee jaar na het verstrijken van het vierde jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst of, voor de in Bijlagen IXa vermelde sectoren, tot het verstrijken van de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode, en

    • ii. zijn redelijk en afgestemd op het oplossen van de situatie, en

    • iii. hebben slechts betrekking op na de inwerkingtreding van dergelijke maatregelen in Slovenië op te richten ondernemingen en mogen geen discriminatie betekenen voor de activiteiten van ten tijde van de invoering van een bepaalde maatregel reeds in Slovenië gevestigde vennootschappen of onderdanen van de Gemeenschap ten opzichte van Sloveense vennootschappen of onderdanen.

De Associatieraad kan bij uitzondering, op verzoek van Slovenië en indien zulks noodzakelijk is, besluiten de onder i. bedoelde perioden voor een bepaalde sector voor beperkte tijd te verlengen.

Bij het ontwerpen en uitvoeren van dergelijke maatregelen verleent Slovenië, wanneer zulks mogelijk is, een voorkeursbehandeling aan vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap en in geen geval een behandeling die minder gunstig is dan die welke aan vennootschappen of onderdanen uit een derde land wordt verleend.

Slovenië raadpleegt de Associatieraad vóór de invoering van deze maatregelen en legt deze pas ten uitvoer nadat één maand is verstreken na de kennisgeving aan de Associatieraad van de concrete door Slovenië in te voeren maatregelen, behalve wanneer de dreiging van onherstelbare schade het treffen van urgente maatregelen vereist in welk geval Slovenië de Associatieraad onmiddellijk na de invoering hiervan raadpleegt.

Bij het verstrijken van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst of voor de in Bijlage IXa vermelde sectoren, bij het verstrijken van de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode, kan Slovenië deze maatregelen slechts met toestemming van de Associatieraad en op de door de Associatieraad vastgestelde voorwaarden invoeren.

HOOFDSTUK III

DIENSTENVERKEER TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN SLOVENIË

Artikel 53

1. De Partijen verbinden zich ertoe overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen de nodige stappen te ondernemen om geleidelijk het verrichten van diensten mogelijk te maken door communautaire respectievelijk Sloveense vennootschappen of onderdanen welke zijn gevestigd op het grondgebied van een andere Partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht.

2. Naarmate de in lid 1 bedoelde liberalisering tot stand komt en behoudens het bepaalde in artikel 57, lid 1, staan de Partijen de tijdelijke verplaatsing toe van natuurlijke personen die de dienst verrichten of als werknemer voor de dienstverlener een sleutelpositie innemen zoals omschreven in artikel 50, lid 2, met inbegrip van de natuurlijke personen die vertegenwoordigers zijn van een communautaire of Sloveense vennootschap of onderdaan en tijdelijk toegang wensen te krijgen voor onderhandelingen over de verkoop van diensten of voor het aangaan van overeenkomsten over de verkoop van diensten namens de dienstverlener, voor zover deze vertegenwoordigers niet zelf betrokken zijn bij de directe verkoop aan het publiek of bij de eigenlijke dienstverlening.

3. Uiterlijk acht jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst neemt de Associatieraad de maatregelen die nodig zijn om geleidelijk uitvoering te geven aan de bepalingen van lid 1. Hierbij wordt rekening gehouden met de vorderingen die de Partijen maken bij de onderlinge aanpassing van hun wetgeving.

Artikel 54

1. De Partijen treffen geen maatregelen en ondernemen geen acties die de voorwaarden voor het verrichten van diensten door communautaire en Sloveense vennootschappen of onderdanen welke zijn gevestigd op het grondgebied van een andere Partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht duidelijk restrictiever maken ten opzichte van de situatie die bestond op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst.

2. Indien een Partij van mening is dat door de andere Partij sedert de ondertekening van de Overeenkomst genomen maatregelen leiden tot een situatie die ten aanzien van het verrichten van diensten duidelijk restrictiever is dan die welke op de datum van ondertekening van de Overeenkomst bestond, kan eerstgenoemde Partij de andere Partij om overleg verzoeken.

Artikel 55

Met betrekking tot de vervoerdiensten tussen de Gemeenschap en Slovenië zijn de volgende bepalingen van toepassing onverminderd artikel 53:

1. Wat het overlandvervoer betreft worden de betrekkingen tussen de Partijen geregeld door de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië op het gebied van het vervoer die op 5 april 1993 is ondertekend. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de goede toepassing van deze overeenkomst en wijzen op het grote belang van de vrijheid van het transitovervoer over de weg, als omschreven in de Overeenkomst, zonder afbreuk te doen aan de voorwaarden die na de toetreding van Oostenrijk tot de Europese Unie voor het transitovervoer door dat land gelden, van non-discriminatie en van de aanpassing van de Sloveense wetgeving inzake vervoer aan die van de Gemeenschap.

2. Ten aanzien van het internationaal maritiem vervoer verbinden de Partijen zich tot het daadwerkelijk toepassen van het beginsel van onbeperkte toegang tot de markt en het vervoer op commerciële basis.

  • a. Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen in het kader van de Gedragscode van de Verenigde Naties voor Lijnvaartconferences zoals deze door de ene of de andere Partij bij deze Overeenkomst wordt toegepast. De niet bij conferences aangesloten maatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden.

  • b. De Partijen bevestigen dat zij de vrije concurrentie beschouwen als een fundamentele noodzaak voor het handelsverkeer in droge en natte bulkgoederen.

3. Bij de toepassing van de beginselen van lid 2 verbinden de Partijen zich ertoe:

  • a. geen bepalingen inzake vrachtverdeling op te nemen in de toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen, tenzij in die uitzonderlijke gevallen waarin de scheepvaartmaatschappijen van de ene of de andere Partij bij deze Overeenkomst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het vervoer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;

  • b. het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekomstige bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en natte bulkladingen niet toe te staan;

  • c. bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst alle unilaterale maatregelen en administratieve, technische en andere belemmeringen op te heffen die een beperkende of discriminerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationaal maritiem vervoer.

4. Met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling en een geleidelijke liberalisering van het vervoer tussen de Partijen in overeenstemming met hun respectieve commerciële behoeften zullen de voorwaarden betreffende de wederzijdse toegang tot elkaars markten voor het luchtvervoer en het overlandvervoer worden vastgelegd in een speciale overeenkomst, waarover tussen de Partijen na de inwerkingtreding van de Overeenkomst zal worden onderhandeld.

5. De Partijen nemen voor het sluiten van de in lid 4 bedoelde overeenkomst geen maatregelen welke een meer beperkende of discriminerende situatie tot gevolg hebben dan de situatie op de dag welke voorafgaat aan de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst.

6. Tijdens de overgangsperiode past Slovenië zijn wetgeving, met inbegrip van zijn administratieve, technische en andere voorschriften, geleidelijk aan aan de op dat ogenblik op het gebied van het luchtvervoer en van het overlandvervoer bestaande communautaire wetgeving, voor zover dit dienstig is voor de liberalisering en wederzijdse toegang tot de markten van de Partijen, en het verkeer van reizigers en van goederen vergemakkelijkt.

7. De Associatieraad onderzoekt in het licht van de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van dit hoofdstuk, de wijze waarop de nodige voorwaarden tot stand kunnen worden gebracht voor het verbeteren van de vrijheid van dienstverrichting in het luchtvervoer en het overlandvervoer.

HOOFDSTUK IV

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 56

1. De bepalingen van deze Titel zijn van toepassing onder voorbehoud van de beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.

2. Zij zijn niet van toepassing op de werkzaamheden die op het grondgebied van één of andere Partij verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag, zelfs indien deze slechts voor een bepaalde gelegenheid geschieden.

Artikel 57

1. Voor de toepassing van deze Titel belet geen enkele bepaling van deze Overeenkomst de Partijen hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, tewerkstelling, arbeidsvoorwaarden, de vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, mits zij dat niet op zodanige wijze doen dat de voor een Partij uit een specifieke bepaling van de Overeenkomst voortvloeiende voordelen teniet worden gedaan of beperkt. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 56.

2. Het niet in aanmerking komen van overeenkomstig hoofdstuk II in Slovenië gevestigde vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap voor door Slovenië verstrekte overheidssteun voor met het onderwijs en de gezondheidszorg verband houdende diensten en voor sociale en culturele dienstverlening, wordt voor de duur van de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode beschouwd als verenigbaar met de bepalingen van Titel IV en met de concurrentieregels bedoeld in deze Titel V.

Artikel 58

Vennootschappen die gezamenlijk door Sloveense vennootschappen of onderdanen en vennootschappen of onderdanen van de Gemeenschap worden bestuurd en hun exclusieve eigendom zijn komen eveneens in aanmerking voor de bepalingen van deze Titel.

Artikel 59

1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toegekende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoordelen waarin de partijen voorzien of in de toekomst zullen voorzien in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.

2. Niets in deze Titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor de vaststelling of tenuitvoerlegging door de partijen van maatregelen ter voorkoming van belastingvlucht of belastingontduiking overeenkomstig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen, of de nationale fiscale wetgeving.

3. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor de Lid-Staten of Slovenië om bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onderscheid te maken tussen belastingplichtigen die zich niet in identieke situaties bevinden, in het bijzonder met betrekking tot hun woonplaats.

Artikel 60

De bepalingen van deze Titel worden geleidelijk aangepast, met name in het licht van de eisen gesteld door artikel V van de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS).

Artikel 61

De bepalingen van deze Overeenkomst vormen geen beletsel voor de toepassing door de partijen van maatregelen die noodzakelijk zijn ter voorkoming van het ontduiken van maatregelen met betrekking tot de toegang van derde landen tot hun markten op grond van deze Overeenkomst.

TITEL V

betalingen, kapitaal, concurrentie en andere economische bepalingen, harmonisatie van de wetgeving

HOOFDSTUK I

BETALINGS- EN KAPITAALVERKEER

Artikel 62

De Partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrije convertibele valuta voor zover de aan de betalingen ten grondslag liggende transacties betrekking hebben op krachtens deze Overeenkomst geliberaliseerd verkeer van goederen, diensten of personen tussen de Partijen.

Artikel 63

1. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans garanderen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, zowel de Lid-Staten als Slovenië, het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in vennootschappen die in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II van Titel IV, alsook de liquidatie of de repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.

In afwijking van bovenstaande bepaling worden bedoelde vrije verrichtingen, liquidatie en repatriëring gegarandeerd tegen het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst voor alle investeringen die verband houden met de vestiging van onderdanen van de Gemeenschap welke zich in Slovenië als zelfstandigen vestigen overeenkomstig hoofdstuk II van Titel IV.

Voor het verwerven van meer dan 25% van de krachtens de Law on the Ownership Transformation of Enterprises uitgegeven aandelen met stemrecht in een vennootschap met een nominaal aandelenkapitaal van meer dan 5 miljoen ecu kan gedurende een periode van drie jaar volgend op de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de toestemming van de overheid vereist zijn. Daarna wordt deze beperking opgeheven.

2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans garanderen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst zowel de Lid-Staten als Slovenië het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot kredieten die verband houden met commerciële transacties of het verrichten van diensten waarbij een ingezetene van een der partijen betrokken is, alsmede op financiële leningen.

Vanaf het vierde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst garanderen zij ook het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot portefeuillebeleggingen.

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 62 en 63 mogen de Gemeenschap en Slovenië in uitzonderlijke gevallen wanneer het kapitaalverkeer tussen ingezetenen van de Gemeenschap en Slovenië ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de werking van het wisselkoersbeleid of het monetaire beleid in de Gemeenschap of Slovenië, vrijwaringsmaatregelen nemen ten aanzien van het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Slovenië voor een periode van ten hoogste zes maanden indien dergelijke maatregelen absoluut noodzakelijk zijn.

3. Onverminderd lid 1 stellen de Lid-Staten en Slovenië met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst geen nieuwe beperkingen in op de valutatransacties in het kader van het kapitaalverkeer en de daarmee verband houdende betalingsverrichtingen tussen ingezetenen van de Gemeenschap en van Slovenië, en brengen zij in de bestaande regelingen geen verdere restricties aan.

4. De Partijen plegen overleg teneinde het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Slovenië te vergemakkelijken met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst.

Artikel 64

1. Gedurende de vier jaren volgend op de inwerkingtreding van de Overeenkomst nemen de Overeenkomstsluitende Partijen maatregelen met het oog op de totstandbrenging van de nodige voorwaarden voor de verdere geleidelijke toepassing van de communautaire voorschriften op het vrije verkeer van kapitaal.

2. Aan het einde van het vierde jaar volgend op de inwerkingtreding van de Overeenkomst gaat de Associatieraad na op welke wijze de communautaire voorschriften met betrekking tot het kapitaalverkeer volledig kunnen worden toegepast.

HOOFDSTUK II

BEPALINGEN INZAKE DE MEDEDINGING EN ANDERE ECONOMISCHE BEPALINGEN

Artikel 65

1. Onverenigbaar met de goede werking van deze Overeenkomst voor zover zij de handel tussen de Gemeenschap en Slovenië nadelig kunnen beïnvloeden zijn:

    • i. alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

    • ii. het misbruik maken van een machtspositie door één of meer ondernemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Slovenië of op een wezenlijk deel daarvan;

    • iii. alle steunmaatregelen van de Staten die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde goederen vervalsen of dreigen te vervalsen.

2. Alle handelwijzen welke met dit artikel in strijd zijn, worden beoordeeld op grond van de criteria welke voortvloeien uit de toepassing van de regels van de artikelen 85, 86 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

3. De Associatieraad stelt binnen een termijn van drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de nodige voorschriften vast voor de tenuitvoerlegging van leden 1 en 2. In afwachting van de vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en onverminderd lid 6, wordt door de Overeenkomstsluitende Partijen tegen praktijken die in strijd zijn met lid 1 op hun respectieve grondgebieden opgetreden overeenkomstig hun respectieve wetgevingen.

4. a. Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1, sub iii, komen de Partijen overeen dat tijdens de eerste vier jaren na de inwerkingtreding van de Overeenkomst alle door Slovenië toegekende overheidssteun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Slovenië wordt beschouwd als een regio overeenkomend met de in artikel 92, lid 3, sub a, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde streken van de Gemeenschap. De Associatieraad besluit, met inachtneming van de economische situatie in Slovenië, of die periode met verdere termijnen van vier jaar dient te worden verlengd.

  • b. Elke Partij garandeert doorzichtigheid met betrekking tot overheidssteun, onder meer door ieder jaar aan de andere Partij mededeling te doen van het totale bedrag en de verdeling van de verstrekte steun en door op verzoek informatie over steunprogramma's te verstrekken. Op verzoek van de ene Partij verstrekt de andere Partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.

5. Met betrekking tot de produkten vermeld in hoofdstukken II en III van Titel III:

– is het bepaalde in lid 1, sub iii, niet van toepassing;

– dienen alle praktijken die in strijd zijn met lid 1, i, te worden beoordeeld aan de hand van de criteria welke door de Gemeenschap zijn vastgesteld op grond van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name bij Verordening nr. 26/1962 van de Raad.

6. Indien de Gemeenschap of Slovenië van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1 van dit artikel en:

– deze met de in lid 3 bedoelde uitvoeringsmaatregelen niet afdoende kan worden tegengegaan, of dat

– bij ontstentenis van dergelijke voorschriften de praktijk de belangen van de andere Partij ernstig schaadt of dreigt te schaden of aan haar nationale industrie, met inbegrip van de dienstverlenende sector, aanmerkelijke schade toebrengt of dreigt toe te brengen,

kunnen zij passende maatregelen nemen na overleg in het kader van de Associatieraad of na een termijn van 30 werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg.

Met betrekking tot handelwijzen die onverenigbaar zijn met lid 1, iii, kunnen, indien de WHO-Overeenkomst daarop van toepassing is, deze passende maaregelen alleen worden vastgesteld in overeenstemming met de procedures en voorwaarden bepaald in die Overeenkomst en alle andere in het kader daarvan tot stand gekomen instrumenten die tussen de Partijen van toepassing zijn.

7. In afwijking van alle eventueel daarmee strijdige bepalingen die in overeenstemming met lid 3 zijn vastgesteld, wisselen de Partijen informatie uit met inachtneming van de beperkingen welke voortvloeien uit het beroeps- en zakengeheim.

8. Dit artikel is niet van toepassing op de in Protocol nr. 2 vermelde produkten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal betrekking heeft.

Artikel 66

1. De Partijen vermijden zoveel mogelijk het opleggen om redenen verband houdende met de betalingsbalans van beperkende maatregelen, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer. Indien dergelijke maatregelen worden genomen, verstrekt de partij die ze heeft genomen de andere partij zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing ervan.

2. Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van één of meer Lid-Staten of van Slovenië ernstige moeilijkheden voordoen of hiervoor gevaar bestaat, kan de Gemeenschap of Slovenië, al naar gelang van het geval, in overeenstemming met de in de WHO-Overeenkomst bepaalde voorwaarden beperkende maatregelen treffen, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer. Deze maatregelen zijn van beperkte duur en mogen niet verder reiken dan wat noodzakelijk is om de situatie van de betalingsbalans recht te trekken. Zij worden door de Gemeenschap of Slovenië al naar gelang van het geval onverwijld ter kennis van de andere partij gebracht.

3. De beperkende maatregelen mogen geen betrekking hebben op overmakingen in verband met investeringen, inzonderheid de repatriëring van geïnvesteerde of geherinvesteerde bedragen en om het even welke daaruit voortvloeiende inkomsten.

Artikel 67

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het derde jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 90, worden nageleefd.

Artikel 68

1. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en Bijlage X bevestigen de Partijen het belang dat zij hechten aan een adequate en efficiënte bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten.

2. Vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst zorgt Slovenië voor een bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten die overeenkomt met die welke bestaat in de Gemeenschap, met inbegrip van vergelijkbare middelen om deze rechten af te dwingen.

3. Voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst treedt Slovenië toe tot de in lid 1 van Bijlage X bedoelde multilaterale overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten.

4. Indien zich op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten problemen voordoen die de handelsvoorwaarden ongunstig beïnvloeden, dan worden zij, op verzoek van een der Partijen, onverwijld aan de Associatieraad voorgelegd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.

Artikel 69

1. De Partijen beschouwen het openbaar maken van de aanbesteding van overheidsopdrachten op grond van non-discriminatie en wederkerigheid, vooral in het kader van de WHO, als een na te streven doel.

2. Sloveense vennootschappen krijgen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst toegang tot aanbestedingsprocedures in de Gemeenschap overeenkomstig de daarvoor in de Gemeenschap geldende regelingen en krijgen daarbij, behalve voor overeenkomsten die onder Richtlijn 93/38/EEG vallen, een behandeling die niet minder gunstig is dan die voor de vennootschappen van de Gemeenschap.

Zodra de Sloveense regering de nodige wetgeving heeft ingevoerd, gelden bovengenoemde bepalingen ook voor de overeenkomsten die onder Richtlijn 93/38/EEG van 14 juni 1993 vallen. De Gemeenschap onderzoekt op gezette tijden of Slovenië deze wetgeving daadwerkelijk heeft ingevoerd.

Communautaire vennootschappen in de zin van artikel 47 krijgen uiterlijk aan het einde van de overgangsperiode vermeld in artikel 3 toegang tot aanbestedingsprocedures in Slovenië overeenkomstig de aldaar geldende procedures en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan die voor Sloveense vennootschappen.

De in Slovenië overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van titel IV gevestigde vennootschappen van de Gemeenschap krijgen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst toegang tot aanbestedingsprocedures en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan die voor Sloveense vennootschappen.

De Associatieraad onderzoekt op gezette tijden de mogelijkheid voor Slovenië om alle vennootschappen van de Gemeenschap vóór het einde van de overgangsperiode toegang te verlenen tot aanbestedingsprocedures in Slovenië.

3. De artikelen 38 tot en met 61 zijn van toepassing op de vestiging, de activiteiten, de dienstverrichtingen tussen de Gemeenschap en Slovenië alsmede de tewerkstelling en het verkeer van werknemers in verband met de uitvoering van overheidsopdrachten.

HOOFDSTUK III

HARMONISATIE VAN DE WETGEVING

Artikel 70

De Partijen erkennen dat een belangrijke voorwaarde voor de economische integratie van Slovenië in de Gemeenschap de harmonisatie van de bestaande en toekomstige wetgeving van dat land met die van de Gemeenschap is. Slovenië doet het nodige om ervoor te zorgen dat zijn wetgeving geleidelijk in overeenstemming wordt gebracht met die van de Gemeenschap.

Artikel 71

1. De harmonisatie van de wetgeving omvat in het bijzonder de volgende terreinen: douanewetgeving, vennootschapsrecht, bankwetgeving, verzekeringswetgeving, vennootschapsboekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, financiële dienstverlening, concurrentieregels, voorschriften inzake overheidscontracten en aanbestedingen, bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren en planten, indirecte belastingen, technische voorschriften en normen, wetgeving en reglementering op nucleair gebied en vervoer.

2. De Partijen vinden het met name belangrijk dat wat de harmonisatie van de wetgeving betreft, snel vooruitgang wordt geboekt op het gebied van de bescherming van werknemers, het milieu en de consument.

Artikel 72

De Gemeenschap verstrekt Slovenië technische bijstand bij de uitvoering van deze maatregelen, onder meer door:

– de uitwisseling van deskundigen,

– het verstrekken van informatie, vooral over relevante wetgeving,

– de organisatie van seminars,

– opleiding,

– steun bij de vertaling van communautaire wetgeving in de betrokken sectoren.

TITEL VI

economische samenwerking

Artikel 73

1. De Gemeenschap en Slovenië brengen een economische samenwerking tot stand die erop gericht is de ontwikkeling en het groeipotentieel van Slovenië te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden op een zo breed mogelijke basis, zulks ten voordele van beide Partijen.

2. Er zullen beleidsmaatregelen en andere maatregelen worden ontworpen voor de totstandbrenging van de economische en sociale ontwikkeling van Slovenië waarbij rekening wordt gehouden met het beginsel van duurzame ontwikkeling. Daarbij dient ervoor te worden gezorgd dat de milieuaspecten van bij het begin volledig in het beleid worden geïntegreerd en er moet rekening worden gehouden met de eisen van een harmonische sociale ontwikkeling.

3. Met het oog daarop wordt de samenwerking in het bijzonder gericht op het beleid en de maatregelen met betrekking tot de industrie met inbegrip van de mijnbouw, investeringen, landbouw, energie, vervoer, regionale ontwikkeling en toerisme.

4. Er wordt speciale aandacht besteed aan maatregelen om de samenwerking tussen Slovenië en de landen van Midden- en Oost-Europa te bevorderen.

Artikel 74 Industriële samenwerking

1. De samenwerking is gericht op het bevorderen van de modernisering en de herstructurering van de openbare en de particuliere sectoren van de Sloveense industrie alsmede de industriële samenwerking tussen het bedrijfsleven aan beide zijden, in het bijzonder om de particuliere sector te versterken.

2. Doel van de samenwerking is het bevorderen van met name:

– de herstructurering van de afzonderlijke sectoren; in deze context onderzoekt de Associatieraad in het bijzonder de problemen in de sectoren kolen en staal en die welke verband houden met de omschakeling van de defensie-industrie;

– de vestiging van nieuwe ondernemingen in sectoren met een groeipotentieel.

3. Bij de initiatieven voor industriële samenwerking wordt rekening gehouden met de door Slovenië vastgelegde prioriteiten. Daarbij wordt in het bijzonder gestreefd naar de uitwerking van een passend kader waarbinnen de ondernemingen kunnen functioneren, het verbeteren van de beheersdeskundigheid en het bevorderen van de doorzichtigheid van afzetmogelijkheden en voorwaarden voor ondernemingen. Waar nodig wordt technische bijstand verleend.

Artikel 75 Bevordering en bescherming van investeringen

1. De samenwerking tussen de Partijen is gericht op het tot stand brengen van een gunstig klimaat voor binnen- en buitenlandse particuliere investeringen, die van essentieel belang zijn voor de economische en industriële wederopbouw van Slovenië.

2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op:

– het tot stand brengen in Slovenië van een juridisch kader ter bevordering en bescherming van investeringen;

– het sluiten, waar nodig, van bilaterale overeenkomsten met de Lid-Staten ter bevordering en bescherming van investeringen;

– het sluiten, waar nodig, van overeenkomsten tussen Lid-Staten en Slovenië ter voorkoming van dubbele belasting;

– het tenuitvoerleggen van passende regelingen voor kapitaalsoverdracht;

– verdere deregulering;

– het verbeteren van de economische infrastructuur;

– het uitwisselen van informatie over investeringsmogelijkheden in de vorm van handelsbeurzen, tentoonstellingen, handelsweken en andere manifestaties.

Artikel 76 Normalisatie en conformiteitsbeoordeling

1. De Partijen werken samen om Slovenië in staat te stellen zich volledig te conformeren aan de communautaire technische voorschriften en de Europese normalisatie- en conformiteitsbeoordelingsprocedures.

2. Daartoe streeft de samenwerking de volgende doelstellingen na:

– de bevordering van de toepassing van communautaire technische voorschriften en Europese normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures;

– indien nodig, het sluiten van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning op deze gebieden;

– de aanmoediging van de deelneming van ter zake bevoegde Sloveense instellingen aan de werkzaamheden van gespecialiseerde Europese organisaties (CEN, CENELEC, ETSI, EOTC).

3. De Gemeenschap zal Slovenië waar nodig technische bijstand verlenen.

Artikel 77 Samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie

1. De Partijen bevorderen de samenwerking bij onderzoek en technologische ontwikkeling. Zij besteden daarbij bijzondere aandacht aan de volgende aspecten:

– uitwisseling van informatie over elkaars beleid op wetenschappelijk en technologisch gebied;

– organisatie van gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomsten (seminars en werk-colleges);

– gezamenlijke O & O-activiteiten om de wetenschappelijke vooruitgang en de overdracht van technologie en know-how aan te moedigen;

– opleidingsactiviteiten en programma's ter bevordering van de mobiliteit, ten behoeve van onderzoekers en specialisten aan beide zijden;

– het creëren van een klimaat dat bevorderlijk is voor onderzoek, de toepassing van nieuwe technologieën en een passende bescherming van de intellectuele eigendom die het resultaat van het onderzoek is;

– deelneming van Slovenië aan communautaire programma's overeenkomstig lid 3.

Waar nodig wordt technische bijstand verleend.

2. De Associatieraad stelt de passende procedures voor het ontwikkelen van de samenwerking vast.

3. De samenwerking die valt onder het kaderprogramma van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling wordt ten uitvoer gelegd in overeenstemming met specifieke regelingen waarvoor de onderhandelingen en de sluiting verlopen overeenkomstig de wettelijke procedures van elke Partij.

Artikel 78 Onderwijs en opleiding

1. De Partijen werken samen met het oog op het optrekken van het peil van het onderwijs en de academische kwalificaties in Slovenië, rekening houdend met de prioriteiten. Er zullen institutionele raamwerken en plannen voor samenwerking worden opgezet, naar het voorbeeld van de Europese Stichting voor opleiding en het TEMPUS-programma. Ook de deelname van Slovenië aan communautaire programma's op het gebied van onderwijs, opleiding en ten behoeve van jongeren zal in het kader van artikel 106 worden onderzocht.

2. De samenwerking waarvan de modaliteiten door de Partijen gezamenlijk worden vastgesteld, is in het bijzonder gericht op de volgende terreinen:

– ontwikkeling van het onderwijs- en opleidingsstelsel in Slovenië;

– basisopleiding, bijscholing en herscholing, met inbegrip van de opleiding van leidinggevend personeel van bedrijven (openbare en particuliere), vooral in nog aan te wijzen prioritaire sectoren;

– samenwerking tussen universiteiten of andere instellingen voor hoger onderwijs, samenwerking tussen universiteiten of andere instellingen voor hoger onderwijs en ondernemingen, en mobiliteit voor leraren, jonge wetenschappers, studenten en administrateurs (TEMPUS);

– bevordering van het onderwijs op het gebied van de Europese studies in de desbetreffende instellingen;

– stimulering van initiatieven die moeten bijdragen tot de wederzijdse erkenning van studieperiodes en diploma's;

– bevordering van de training van opleiders.

3. Op het gebied van de vertaling is de samenwerking vooral gericht op de opleiding van vertalers en tolken en het bevorderen van communautaire taalkundige normen en terminologie.

Artikel 79 Landbouw en de agro-industriële sector

1. De samenwerking op dit terrein is gericht op de modernisering van de landbouw en de agro-industriële sector. Zij beoogt met name:

– de ontwikkeling en modernisering van particuliere landbouwbedrijven en distributiekanalen, opslagmethoden, afzetsystemen, enz.;

– de modernisering van de plattelandsinfrastructuur (vervoer, watervoorziening, telecommunicaties);

– de verbetering van de ruimtelijke ordening, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;

– de verbetering van produktiviteit en kwaliteit door het gebruik van passende methoden en produkten, verstrekken van opleiding en toezicht bij het gebruik van methoden voor bestrijding van de verontreiniging veroorzaakt door landbouwinputs;

– de bevordering van complementariteit in de landbouw;

– de bevordering van technologische samenwerking in de landbouwsector en van de uitwisseling van know-how, in het bijzonder tussen de particuliere sector in de Gemeenschap en in Slovenië;

– de ontwikkeling van de samenwerking op veterinair en fytosanitair gebied om te komen tot een geleidelijke harmonisatie met de communautaire normen via bijstand voor opleiding en het organiseren van controles.

2. Voor deze doeleinden verleent de Gemeenschap waar nodig technische bijstand.

Artikel 80 Energie

1. In het kader van de beginselen van de markteconomie en het Europees Energiehandvest werken de Partijen samen met het oog op de geleidelijke integratie van de Europese energiemarkten.

2. De samenwerking omvat onder meer waar nodig technische bijstand op de volgende terreinen:

– uitstippeling en planning van het energiebeleid op nationaal en regionaal niveau, met inbegrip van de aspecten op lange termijn;

– grotere openstelling van de energiemarkt en vergemakkelijking van de doorvoer van gas en elektriciteit;

– studie van de modernisering van de energie-infrastructuur;

– verbetering van de distributie en verbetering en diversificatie van de voorziening;

– beheer en opleiding in de energiesector;

– ontwikkeling van de energiebronnen;

– bevordering van energiebesparing en een efficiënt energiegebruik;

– milieu-effecten van energieproduktie en -verbruik;

– de sector kernenergie;

– de sectoren gas en elektriciteit, met inbegrip van onderzoek naar de mogelijkheid om de voorzieningsnetten op elkaar aan te sluiten;

– het uitstippelen van raamvoorwaarden voor samenwerking tussen bedrijven in deze sector, onder meer via het stimuleren van joint ventures;

– overdracht van technologie en know-how, waaronder indien gewenst, de bevordering en commercialisering van efficiënte energietechnologieën;

– gebruik van en steun voor nieuwe en hernieuwbare energiebronnen.

Artikel 81 Nucleaire veiligheid

1. Op het gebied van de nucleaire veiligheid is de samenwerking gericht op maatregelen voor een veiliger gebruik van de kernenergie.

2. De samenwerking, aangepast aan de specifieke situatie van Slovenië, bestrijkt met name de volgende terreinen:

– nucleaire veiligheid, met inbegrip van de regelgevende en operationele aspecten en maatregelen bij ernstige kernongevallen;

– stralingsbescherming, met inbegrip van meting van de straling in het milieu;

– vraagstukken in verband met de splijtstofcyclus, splijtstofbewaking, met inbegrip van maatregelen tegen het smokkelen van nucleaire materialen;

– beheer van radioactief afval;

– snelle uitwisseling van informatie bij stralingsgevaar;

– buitenbedrijfstelling van nucleaire installaties;

– wettelijke aansprakelijkheid op nucleair gebied.

3. De samenwerking omvat de uitwisseling van informatie en ervaring alsmede O & O-activiteiten overeenkomstig artikel 77.

Artikel 82 Milieu en bescherming tegen natuurrampen

1. De Partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op het gebied van de bestrijding van het milieubederf.

2. De samenwerking betreft met name de volgende prioritaire domeinen:

– daadwerkelijke controle van het verontreinigingspeil; informatiesystemen betreffende de toestand van het milieu;

– bestrijding van plaatselijke, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging, inclusief drinkwaterverontreiniging;

– een duurzame, doeltreffende en milieuvriendelijke energieproduktie en -verbruik; veiligheid van industriële installaties en van kerninstallaties;

– classificatie en veilige behandeling van chemische produkten;

– doeltreffende voorkoming en vermindering van waterverontreiniging, vooral van grensoverschrijdende waterlopen;

– verkleining, recycling en veilige verwijdering van afval (met inbegrip van radioactief afval); tenuitvoerlegging van het Verdrag van Bazel;

– milieu-effecten van de landbouw; bodemerosie en verontreiniging door in de landbouw gebruikte scheikundige middelen;

– bescherming van bossen, fauna en flora en instandhouding van de soortenrijkdom;

– herstel van het ecologisch evenwicht op het platteland;

– ruimtelijke ordening, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;

– aanwending van economische en fiscale instrumenten;

– klimaatsveranderingen op wereldniveau en preventie daarvan;

– beheer van kustgebieden en voorkoming van verontreiniging van de zee;

– internationale milieuverdragen;

– verbetering van de milieunormen voor voertuigen;

– milieu-effectstudies van plannen en infrastructuurprojecten in verband met verkeer en vervoer;

– juiste evaluatie van de kosten en internalisering van de externe kosten.

3. De samenwerking vindt plaats op de volgende wijze:

– uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het gebied van de overdracht van schone technologieën en het veilig en milieuvriendelijk gebruik van biotechnologie;

– opleidingsprogramma's en stages;

– gezamenlijke onderzoekactiviteiten;

– harmonisatie van wetgeving (communautaire normen);

– samenwerking in regionaal verband (met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieubureau);

– uitstippeling van strategieën, vooral in verband met wereldomvattende en klimatologische kwesties;

– milieu-onderricht en bewustmaking van de milieuproblematiek;

– milieu-effectstudies.

4. Wat de bescherming tegen natuurrampen betreft, heeft de samenwerking tot doel te zorgen voor de bescherming van mens en dier, eigendommen en het milieu tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen.

De samenwerking omvat de volgende gebieden:

– uitwisseling van de resultaten van wetenschappelijke en onderzoekprojecten;

– wederzijdse en tijdige kennisgeving van gevaren en rampen en van hun gevolgen;

– reddings- en hulpverleningssystemen in geval van rampen;

– uitwisseling van ervaring op het gebied van rehabilitatie en wederopbouw na rampen;

– onderricht en training inzake bescherming tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen;

– reddings- en hulpverleningsoefeningen.

Artikel 82 Vervoer

1. De partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking ten einde Slovenië in staat te stellen:

– het vervoer te herstructureren en te moderniseren;

– het verkeer van personen en goederen en de toegang tot de vervoermarkt te verbeteren door het wegwerken van administratieve, technische en andere hinderpalen;

– bedrijfsnormen tot stand brengen die vergelijkbaar zijn met die in de Gemeenschap;

– een vervoerstelsel te ontwikkelen dat verenigbaar en vergelijkbaar is met dat van de Gemeenschap;

2. De samenwerking omvat met name:

– economische, juridische en technische opleidingsprogramma's;

– verlenen van technische bijstand en advies, en informatie-uitwisseling;

3. De samenwerking omvat de volgende prioritaire gebieden:

– het wegvervoer, met inbegrip van de belastingen en de sociale en milieu-aspecten;

– het gecombineerde rail- wegvervoer;

– het beheer van spoorwegen en luchthavens, met inbegrip van samenwerking tussen de ter zake bevoegde nationale instanties;

– de ontwikkeling, op hoofdwegen van gemeenschappelijk belang en op transeuropese verkeersassen, van weg-, binnenwater-, spoorweg-, haven- en luchthaveninfrastructuur;

– de harmonisatie van de statistieken over het internationaal vervoer;

– de vernieuwing van technische vervoersinstallaties om aan communautaire normen te voldoen, met name voor het rail-wegvervoer, het multimodaal vervoer en de overslag;

– bevordering van gezamenlijke technologische en onderzoekprogramma's in overeenstemming met de bestaande procedures;

– het opzetten van een samenhangend vervoerbeleid dat verenigbaar is met dat van de Gemeenschap.

Artikel 84 Post en Telecommunicatie

1. De partijen verruimen en versterken hun samenwerking op het terrein van post en telecommunicatie en leggen daartoe met name de volgende maatregelen ten uitvoer:

– uitwisseling van informatie over het telecommunicatie- en postbeleid;

– uitwisseling van technische en andere informatie en organisatie van seminars, werkcolleges en lezingen voor deskundigen van beide zijden;

– opleiding en adviesverlening;

– overdracht van technologie;

– uitvoering van gezamenlijke projecten door de ter zake bevoegde diensten aan beide zijden;

– bevordering van Europese normen, certificatiesystemen en regelgevingsmethoden;

– bevordering van nieuwe communicatiefaciliteiten, vooral die met commerciële toepassing.

2. Deze activiteiten worden op de volgende prioritaire terreinen toegespitst:

– modernisering van het Sloveense telecommunicatienetwerk en postdiensten en inschakeling daarvan in het Europese en wereldomspannende netwerk;

– samenwerking in het kader van de Europese normalisatiestructuren;

– integratie van de transeuropese stelsels; juridische en regelgevingsaspecten van de telecommunicatie;

– beheer van telecommunicatie in het nieuwe economische milieu: organisatiestructuren, strategie en planning, aankoopbeginselen;

– ruimtelijke ordening met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning.

Artikel 85 Bank- en verzekeringswezen en andere financiële dienstverlening

1. De Partijen werken samen om een passend kader te creëren en te ontwikkelen voor het stimuleren van het bank- en verzekeringswezen en van de financiële dienstverlening in Slovenië.

  • a. De samenwerking wordt toegespitst op:

– de invoering van een met de Europese normen verenigbaar boekhoudsysteem;

– de versterking en herstructurering van het bank- en verzekeringswezen en van andere financiële sectoren;

– de verbetering van het controle- en regelgevingssysteem voor het bankwezen en andere financiële diensten, technische bijstand voor de oprichting en functionering van een toezichthoudende instantie voor het verzekeringswezen in Slovenië;

– vertalingen van de wetgeving van de Gemeenschap en van Slovenië;

– de opstelling van terminologische glossaria;

– de uitwisseling van informatie, in het bijzonder in verband met wetsvoorstellen.

  • b. Met het oog daarop verleent de Gemeenschap technische bijstand en opleiding.

2. De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling in Slovenië van efficiënte systemen op het gebied van boekhoudcontrole, gebaseerd op de gebruikelijke communautaire methoden en procedures.

  • a. De samenwerking heeft in het bijzonder betrekking op:

– technische bijstand voor de Sloveense Rekenkamer;

– de oprichting van interne afdelingen voor boekhoudcontrole in overheidsinstanties;

– de uitwisseling van informatie over boekhoudcontrolesystemen;

– de uniformisering van de documenten voor boekhoudcontroles;

– opleiding en adviesverlening.

  • b. Met het oog daarop verstrekt de Gemeenschap waar nodig technische bijstand.

Artikel 86 Monetair beleid

Op verzoek van de Sloveense autoriteiten verstrekt de Gemeenschap technische bijstand ter ondersteuning van het streven van Slovenië naar volledige convertibiliteit van de tolar en de geleidelijke aanpassing van zijn beleid aan het Europees Monetair Stelsel. De samenwerking op dit gebied omvat een informele uitwisseling van gegevens over de beginselen en de werking van het Europees Monetair Stelsel, het Europees Monetair Instituut en het Europese systeem van Centrale Banken.

Artikel 87 Voorkoming van het witwassen van geld

1. De Partijen zijn het eens over de noodzaak om al het nodige te doen en samen te werken ten einde te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.

2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de tenuitvoerlegging van voorschriften en de efficiënte werking van passende normen en mechanismen ter voorkoming van het witwassen van geld die gelijkwaardig zijn aan die welke zijn aangenomen door de Gemeenschap en internationale fora op dit gebied, in het bijzonder de Financial Action Task Force (FATF).

Artikel 88 Regionale ontwikkeling

1. De Partijen versterken hun samenwerking op het gebied van de regionale ontwikkeling en de ruimtelijke ordening.

2. Daartoe kunnen de volgende maatregelen worden genomen:

– uitwisseling van informatie door de nationale, regionale en plaatselijke instanties over het beleid inzake regionale planning en ruimtelijke ordening;

– technische bijstand aan Slovenië voor het uitwerken van dat beleid;

– gezamenlijk optreden van regionale en plaatselijke instanties op het gebied van de economische ontwikkeling;

– studie van een gecoördineerde aanpak van de ontwikkeling van gebieden op de grens tussen de Gemeenschap en Slovenië, en van andere gebieden in Slovenië waar zich sterke regionale verschillen voordoen;

– wederzijdse bezoeken om de mogelijkheden voor samenwerking en bijstand na te gaan;

– uitwisseling van ambtenaren en deskundigen;

– technische bijstand;

– programma's voor de uitwisseling van informatie en ervaringen, onder meer in de vorm van seminars.

Artikel 89 Sociale samenwerking

1. Op het gebied van de gezondheid en de veiligheid op het werk is de samenwerking tussen de Partijen erop gericht het peil van de bescherming van gezondheid en de veiligheid van de werknemers te verbeteren, met als referentiepunt de mate van bescherming die in de Gemeenschap bestaat. De samenwerking heeft in het bijzonder betrekking op:

– technische bijstand;

– uitwisseling van deskundigen;

– samenwerking tussen ondernemingen;

– uitwisseling van informatie; administratieve en andere bijstand aan bedrijven; opleidingsacties.

2. Op het gebied van de werkgelegenheid heeft de samenwerking tussen de Partijen voornamelijk betrekking op het verbeteren van de diensten voor arbeidsbemiddeling en loopbaanadvies, ondersteuningsmaatregelen en het stimuleren van de plaatselijke ontwikkeling om de industriële herstructurering te begeleiden.

De samenwerking vindt plaats in de vorm van studies, terbeschikkingstelling van deskundigen, voorlichting en opleiding.

3. Op het gebied van de sociale zekerheid is de samenwerking tussen de Partijen gericht op het aanpassen van de sociale-zekerheidsstelsels in Slovenië aan de nieuwe economische en sociale eisen, in hoofdzaak via de terbeschikkingstelling van deskundigen, voorlichting en opleiding.

Artikel 90 Toerisme

De Partijen vergroten en ontwikkelen hun samenwerking met het oog op:

– het vergemakkelijken van het toerisme;

– het verbeteren van de informatiestroom via internationale netwerken, databanken, enz.;

– de overdracht van know-how via opleiding, uitwisselingen en seminars;

– de uitvoering van regionale toeristische projecten zoals grensoverschrijdende projecten, jumelages van steden, enz...;

– gedachtenwisselingen en uitwisseling van informatie over belangrijke kwesties van wederzijds belang in de sector toerisme;

– stimulering van de totstandbrenging van infrastructuur die tot investeringen in de toeristische sector kan leiden;

– de invoering in Slovenië van een geautomatiseerd boekingssysteem en van informatiesystemen en ook van normen voor de bescherming van toeristen als consumenten.

Artikel 91 Midden- en kleinbedrijf

1. De Partijen streven ernaar de particuliere sector en kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) te ontwikkelen en te versterken en de samenwerking tussen KMO's in de Gemeenschap en Slovenië te vergroten.

2. Zij moedigen de uitwisseling aan van informatie en know-how op de volgende gebieden:

– het creëren van de vereiste juridische, administratieve, technische, fiscale en financiële voorwaarden voor de oprichting en uitbreiding van KMO's en voor grensoverschrijdende samenwerking;

– het verlenen van de gespecialiseerde diensten die KMO's nodig hebben (management-opleiding, boekhouding, afzet, kwaliteitscontrole, enz.) en het versterken van de bureaus die dergelijke diensten verlenen;

– het totstandbrengen van de nodige banden met communautaire ondernemers ten einde de informatiestroom naar KMO's te verbeteren en de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen, bij voorbeeld het Europees Netwerk voor samenwerking en toenadering tussen ondernemingen (BC-Net), de EG-adviescentra voor ondernemingen, lezingen, enz..

3. De samenwerking heeft betrekking op:

– het verlenen van technische bijstand, in het bijzonder om het midden- en kleinbedrijf op nationaal en regionaal niveau de nodige institutionele ondersteuning te bieden op het gebied van financiële, technologische en commerciële dienstverlening;

– opleiding en adviesverstrekking.

Artikel 92 Informatie en audiovisuele sector

1. De Gemeenschap en Slovenië nemen de nodige stappen om een doeltreffende uitwisseling van informatie te stimuleren. Er wordt prioriteit verleend aan programma's om het grote publiek te voorzien van essentiële informatie over de Gemeenschap en Slovenië, en beroepskringen in Slovenië meer gespecialiseerde informatie te verstrekken, waar mogelijk met inbegrip van toegang tot communautaire databanken.

2. De Partijen coördineren en, waar nodig, harmoniseren hun beleid in verband met de voorschriften voor grensoverschrijdende uitzendingen, technische normen en het bevorderen van een Europese audiovisuele technologie.

3. De samenwerking zou onder meer betrekking kunnen hebben op de uitwisseling van programma's, beurzen en faciliteiten voor de opleiding van journalisten en vakmensen in de mediasector.

Artikel 93 Consumentenbescherming

1. De Partijen werken samen om de volledige compatibiliteit van het systeem voor consumentenbescherming in Slovenië met dat van de Gemeenschap tot stand te brengen. Om de goede werking van de markteconomie te verzekeren moet voor een doeltreffende bescherming van de consument worden gezorgd.

2. Met dit doel en rekening houdend met hun gemeenschappelijke belangen stimuleren en garanderen de Partijen:

– een actief consumentenbeschermingsbeleid, in overeenstemming met de communautaire wetgeving en, in specifieke gevallen, met de richtlijnen van de Verenigde Naties met betrekking tot de consumentenbescherming;

– de harmonisatie van de wetgevingen en de aanpassing van de consumentenbescherming in Slovenië aan die in de Gemeenschap;

– een doeltreffende juridische bescherming van de consument om de kwaliteit te verbeteren en te zorgen voor de totstandbrenging van aangepaste veiligheidsnormen voor verbruiksgoederen.

3. De samenwerking omvat met name:

– de uitwisseling van informatie over gevaarlijke produkten;

– de opleiding van deskundigen op het gebied van de consumentenbescherming, zowel bij de overheid als bij niet-gouvernementele organisaties;

– steun voor de oprichting van onafhankelijke organisaties met het oog op het vergroten van de informatiestroom naar de consument, met name via hun voorlichtingsactiviteiten;

– de oprichting van voorlichtings- en adviescentra voor het regelen van geschillen en het verstrekken van juridisch en ander advies aan de consument; er zal worden voorzien in samenwerking tussen de Sloveense centra en die in de Gemeenschap;

– toegang tot de communautaire databanken;

– uitwisseling tussen de organisaties die de belangen van de consument verdedigen.

Artikel 94 Douane

1. Het doel van de samenwerking is ervoor te zorgen dat alle op goedkeuring wachtende bepalingen betreffende het handelsverkeer worden nageleefd en dat het Sloveense douanesysteem aan dat van de Gemeenschap wordt aangepast, waardoor de in het kader van deze Overeenkomst geplande stappen in de richting van liberalisering worden vergemakkelijkt.

2. De samenwerking omvat in het bijzonder:

– uitwisseling van informatie, ook met betrekking tot onderzoeksmethoden;

– ontwikkeling van grensoverschrijdende infrastructuur tussen de Partijen;

– koppeling van de regelingen voor douanevervoer van de Gemeenschap en die van Slovenië;

– vereenvoudiging van de controles en formaliteiten voor het goederenvervoer;

– organisatie van seminars en stages.

Waar nodig wordt technische bijstand verleend.

3. Onverminderd de overige samenwerking als vastgelegd in de Overeenkomst en in het bijzonder in artikel 97, vindt de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Partijen op douanegebied plaats overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 6.

Artikel 95 Statistische samenwerking

1. De samenwerking op statistisch gebied beoogt het ontwikkelen van een efficiënt statistiekstelsel om snel en tijdig de nodige betrouwbare statistieken op te stellen om het proces van structurele hervorming te kunnen plannen en volgen en tot de ontwikkeling van de particuliere sector in Slovenië bij te dragen.

2. Met het oog daarop is de samenwerking vooral gericht op:

– bevordering van de oprichting van een efficiënt statistisch systeem en van het institutionele kader daarvan;

– harmonisatie met de internationale (en vooral communautaire) methoden, normen en classificaties;

– terbeschikkingstelling van de nodige gegevens om de economische hervormingen in stand te houden en te controleren;

– terbeschikkingstelling van de nodige macro- en micro-economische gegevens aan particuliere ondernemingen;

– waarborging van de vertrouwelijkheid van afzonderlijke gegevens;

– het mogelijk maken van de aanvaarding door Slovenië van de beginselen en normen van het statistisch systeem van de Gemeenschap.

3. De samenwerking omvat met name:

– het ter beschikking stellen van informatie over de toegepaste methoden;

– het opzetten van een programma voor technische bijstand, bestaande uit:

•seminars, stages en technisch overleg;

• opleidingsactiviteiten;

• proefenquêtes;

• deelname aan bepaalde werkgroepen van Eurostat;

– uitwisseling van statistische gegevens.

Artikel 96 Economisch beleid

1. De Gemeenschap en Slovenië vergemakkelijken het proces van economische hervormingen en integratie door samenwerking die gericht is op het verkrijgen van een beter inzicht in de basisbeginselen van hun respectieve economie en op het uitstippelen en ten uitvoer leggen van een economisch beleid in het kader van een markteconomie.

2. Daartoe zal de samenwerking de volgende maatregelen omvatten:

– uitwisseling van informatie over macro-economische prestaties en vooruitzichten en over ontwikkelingsstrategieën;

– gezamenlijke analyse van economische kwesties van wederzijds belang, met inbegrip van het uitstippelen van een economisch beleid en de instrumenten voor de tenuitvoerlegging daarvan;

– aanmoediging van een brede samenwerking tussen economen en managers in de Gemeenschap en in Slovenië, in het bijzonder via de communautaire actie voor samenwerking op economisch gebied, ten einde de overdracht van know-how voor het uitwerken van een economisch beleid te versnellen en te zorgen voor de ruime verspreiding van onderzoekresultaten die voor het beleid van belang kunnen zijn.

Artikel 97 Drugsbestrijding

1. De samenwerking is in het bijzonder gericht op het verbeteren van de efficiency van het beleid en de maatregelen om de voorziening met en de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen tegen te gaan, en op het terugdringen van het misbruik van die produkten.

2. De Partijen komen overeen welke samenwerkingsmethoden er nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken, met inbegrip van de wijze van tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke acties. Hun optreden wordt gebaseerd op overleg en nauwe coördinatie met betrekking tot de doelstellingen en beleidsmaatregelen op de in lid 1 genoemde terreinen.

3. De samenwerking tussen de Partijen omvat technische en administratieve bijstand, met name op bijvoorbeeld de volgende terreinen: uitwerking en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving; oprichting van instellingen en informatiecentra en van centra voor sociale zorg en gezondheidszorg; personeelsopleiding en research; voorkoming van het onrechtmatig gebruik van precursoren voor de illegale fabricage van verdovende middelen of psychotrope stoffen. De Partijen kunnen overeenkomen de samenwerking tot andere terreinen uit te breiden.

TITEL VII

voorkoming van illegale activiteiten

Artikel 98

1. De Partijen creëren een kader voor de samenwerking ter voorkoming van illegale activiteiten zoals:

– illegale immigratie en de illegale aanwezigheid van natuurlijke personen van hun nationaliteit op hun respectieve grondgebieden, met inachtneming van de beginselen en de praktijk van de wedertoelating;

– illegale activiteiten op economisch vlak, met name corruptie;

– illegale transacties van verschillende goederen waaronder industriële afvalstoffen en namaakgoederen;

– illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;

– illegale overbrenging van motorvoertuigen;

– georganiseerde misdaad;

– diefstal van en illegale handel in radioactieve en nucleaire materialen.

2. De samenwerking op bovengenoemde gebieden maakt het voorwerp uit van wederzijds overleg en nauwe coördinatie. Deze samenwerking omvat technische en administratieve bijstand voor:

– het opstellen van nationale wetgeving ter voorkoming van illegale activiteiten;

– het oprichten van informatiecentra;

– het verbeteren van de effectiviteit van de met voorkoming van illegale activiteiten belaste instellingen;

– het opleiden van personeel en het ontwikkelen van onderzoeksinfrastructuur;

– het uitwerken van voor beide Partijen aanvaardbare maatregelen ter voorkoming van illegale activiteiten.

TITEL VIII

culturele samenwerking

Artikel 99

1. De Partijen verbinden zich ertoe de culturele samenwerking te bevorderen. Waar nodig kunnen de bestaande communautaire programma's voor culturele samenwerking of de programma's van een of meer Lid-Staten tot Slovenië worden uitgebreid en verdere maatregelen van wederzijds belang worden ontwikkeld.

2. Deze samenwerking kan met name de volgende terreinen omvatten:

– literaire vertalingen;

– niet-commerciële uitwisseling van kunstwerken en kunstenaars;

– conserveren en restaureren van monumenten en waardevolle plaatsen (bouwkundig en cultureel erfgoed);

– opleiding van verantwoordelijken voor culturele aangelegenheden;

– organisatie van Europees georiënteerde culturele manifestaties;

– verspreiding van informatie over belangrijke culturele gebeurtenissen.

2. De Partijen kunnen samenwerken op het gebied van de promotie van de Europese audiovisuele industrie. Met name is het mogelijk dat de Sloveense audiovisuele sector deelneemt aan activiteiten die door de Gemeenschap in het kader van het MEDIA-programma worden georganiseerd, overeenkomstig de procedures die zijn vastgesteld door de instanties die voor de diverse activiteiten verantwoordelijk zijn, alsmede Besluit 90/685/EEG waarbij het programma werd ingesteld.

De Partijen coördineren en waar nodig harmoniseren hun beleid inzake de reglementering van grensoverschrijdende radio- en televisie-uitzendingen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan vraagstukken met betrekking tot de verkrijging van intellectuele-eigendoms-rechten voor satelliet- of kabeluitzendingen, inzake technische normen en de bevordering van de Europese audiovisuele technologie.

De samenwerking kan onder andere inhouden uitwisseling van programma's, studietoelagen en opleidingsfaciliteiten voor journalisten en andere mediaspecialisten.

TITEL IX

financiële samenwerking

Artikel 100

Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst en in overeenstemming met de artikelen 101, 102 en 104, en onverminderd artikel 103, ontvangt Slovenië tijdelijk financiële bijstand van de Gemeenschap in de vorm van schenkingen en leningen, met inbegrip van leningen van de Europese Investeringsbank overeenkomstig artikel 18 van het Statuut van de Bank.

Artikel 101

Deze financiële bijstand wordt verleend:

– hetzij in het kader van de PHARE-maatregelen waarin Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad, als gewijzigd, voorziet op meerjarige grondslag, hetzij als onderdeel van een nieuw meerjarig financieringsplan dat de Gemeenschap opzet na overleg met Slovenië en rekening houdend met de overwegingen in de artikelen 104 en 105;

– in de vorm van leningen van de Europese Investeringsbank tot het verstrijken van de beschikbaarheidstermijn; de Gemeenschap stelt na overleg met Slovenië het maximum-bedrag en de looptijd van leningen van de Europese Investeringsbank aan Slovenië vast voor de daaropvolgende jaren.

Artikel 102

De doelstellingen en terreinen van de financiële bijstand van de Gemeenschap worden in een door beide Partijen overeen te komen indicatief programma vastgelegd. De Partijen stellen de Associatieraad daarvan in kennis.

Artikel 103

1. Indien zich bijzondere behoeften voordoen, onderzoekt de Gemeenschap, rekening houdend met de beschikbaarheid van alle financiële middelen, op verzoek van Slovenië en in coördinatie met de internationale financiële instellingen in het kader van G-24 de mogelijkheid om tijdelijk financiële bijstand te verlenen:

– ter ondersteuning, in voorkomend geval, van maatregelen die tot doel hebben te zorgen voor een houdbare betalingsbalanssituatie van Slovenië en voor de handhaving van de convertibiliteit van de nationale valuta;

– ter ondersteuning van de middellange-termijnmaatregelen voor structurele aanpassing van de Sloveense economie, met inbegrip van betalingsbalanssteun.

2. Deze financiële bijstand wordt verleend op voorwaarde dat Slovenië door het IMF goedgekeurde programma's voor stabilisering van zijn economie indient, dat de Gemeenschap met die programma's instemt, dat Slovenië zich aan die programma's blijft houden en, als uiteindelijk doel, dat een snelle overgang naar financiering uit particuliere bronnen tot stand komt.

3. De Associatieraad wordt ingelicht over de voorwaarden waaronder de bijstand wordt verleend en over de wijze waarop Slovenië zijn verplichtingen met betrekking tot de bijstand nakomt.

Artikel 104

De financiële bijstand van de Gemeenschap wordt beoordeeld in het licht van de behoeften en van het ontwikkelingspeil van Slovenië, rekening houdend met de vastgestelde prioriteiten, de absorptiecapaciteit van de Sloveense economie, het vermogen van het land om leningen af te lossen, de invoering van een markteconomie en de herstructureringen in Slovenië.

Artikel 105

Om optimaal profijt te kunnen trekken uit de beschikbare middelen zorgen de Partijen ervoor dat de bijdragen van de Gemeenschap worden toegekend in nauwe coördinatie met die uit andere financieringsbronnen, zoals de Lid-Staten, andere landen, onder meer die van G-24, en internationale financiële instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds, de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

Artikel 106

Slovenië neemt deel aan kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten van de Gemeenschap op de in bijlage XI vastgestelde gebieden. De Associatieraad stelt de voorwaarden voor de deelname van Slovenië aan de in bijlage XI genoemde activiteiten vast onverminderd de huidige deelname van Slovenië aan die activiteiten. Bij het vaststellen van de financiële bijdrage van Slovenië aan de in bijlage XI genoemde activiteiten wordt uitgegaan van het beginsel dat de kosten die uit de deelname van Slovenië voortvloeien door Slovenië zelf worden gedragen. Indien nodig kan de Gemeenschap per afzonderlijk geval, overeenkomstig de voorschriften die op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen van toepassing zijn, besluiten tot een aanvulling op de Sloveense bijdrage.

TITEL X

bepalingen met betrekking tot de osimo-overeenkomsten en de economische samenwerking tussen slovenië en italië

Artikel 107

Om de regionale samenwerking te bevorderen besteden de Gemeenschap en Slovenië, als onderdeel van hun samenwerking, bijzondere aandacht aan acties die passen in het kader van de op 10 november 1975 te Osimo door de Italiaanse Republiek en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië ondertekende Overeenkomsten evenals aan initiatieven voor grensoverschrijdende samenwerking in het algemeen kader van de economische samenwerking tussen Italië en Slovenië.

De Partijen houden bij de keuze van projecten waaraan in het kader van de samenwerking financiële steun zal worden verleend in het bijzonder rekening met het wederzijdse belang dat is verbonden aan de verwezenlijking van de in de eerste alinea genoemde doelstellingen.

Artikel 108

Onverminderd artikel 31, verlenen de Gemeenschap, in het kader van de communautaire bepalingen inzake tolvrije gebieden, en Slovenië de vrije toegang tot hun respectieve markten voor produkten die de benaming „produkt van oorsprong" in de zin van het Protocol betreffende „produkten van oorsprong" hebben verkregen in de tolvrije gebieden die in onderling overleg tussen de Italiaanse Republiek en de Republiek Slovenië kunnen worden ingesteld in de zin van de in 1975 te Osimo ondertekende Overeenkomst voor de bevordering van de economische samenwerking.

Artikel 109

Voor de uitvoering van de artikelen 107 en 108 werken de Gemeenschap en Slovenië samen overeenkomstig de doelstellingen van de in artikel 107 beoogde samenwerking.

TITEL XI

INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 110

Hierbij wordt een Associatieraad opgericht, die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst. Deze Associatieraad komt eens per jaar op Ministersniveau bijeen of telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen. Hij behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de Overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.

Artikel 111

1. De Associatieraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds, en uit leden van de Sloveense regering anderzijds.

2. De leden van de Assiociatieraad mogen zich doen vertegenwoordigen, overeenkomstig de daartoe in zijn reglement van orde te stellen voorwaarden.

3. De Associatieraad stelt zijn eigen reglement van orde vast.

4. De Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Gemeenschappen en door een lid van de Regering van Slovenië, zulks overeenkomstig de in zijn reglement van orde neer te leggen bepalingen.

5. De Europese Investeringsbank neemt voor aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen, als waarnemer deel aan de werkzaamheden van de Associatieraad.

Artikel 112

Om de doelstellingen van de Overeenkomst te bereiken, krijgt de Associatieraad beslissingsbevoegdheid voor de in de Overeenkomst vermelde gevallen. De genomen beslissingen zijn bindend voor alle Partijen, die de nodige maatregelen zullen treffen om de genomen beslissingen ten uitvoer te leggen. De Associatieraad mag ook passende aanbevelingen doen.

De besluiten en aanbevelingen van de Associatieraad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen.

Artikel 113

1. Elk van beide Partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van de Overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.

2. De Associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.

3. Elk van beide Partijen is verplicht de voor de uitvoering van het in lid 2 bedoelde besluit vereiste maatregelen te treffen.

4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 van dit artikel kan worden beslecht, mag elk van beide Partijen de andere van de benoeming van een scheidsrechter in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede scheidsrechter benoemen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de Lid-Staten geacht één der beide Partijen bij het geschil te zijn.

De Associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.

De beslissingen van de scheidsrechters worden met meerderheid van stemmen genomen.

Elke Partij bij het geschil moet het nodige doen om het besluit van de scheidsrechters ten uitvoer te leggen.

Artikel 114

1. De Associatieraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een Associatie-comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds, en uit vertegen-woordigers van de Regering van Slovenië anderzijds. In beginsel zullen dit hogere ambtenaren zijn.

In zijn reglement van orde bepaalt de Associatieraad de taken van het Associatiecomité, waaronder met name de voorbereiding van de vergaderingen van de Associatieraad, en stelt hij de werkwijze van dit Comité vast.

2. De Associatieraad mag ongeacht welke van zijn bevoegdheden aan het Associatiecomité delegeren. In dat geval neemt het Associatiecomité zijn besluiten overeenkomstig het bepaalde in artikel 112.

Artikel 115

De Associatieraad kan tot de oprichting besluiten van ieder ander speciaal comité of lichaam dat hem bij de uitvoering van zijn taken kan bijstaan.

In zijn reglement van orde legt de Associatieraad de samenstelling van deze comités of lichamen vast en bepaalt hij hun taken en werkwijze.

Artikel 116

Er wordt een Parlementair Associatiecomité opgericht. Dit zal als forum dienen waar leden van het Sloveense Parlement en het Europees Parlement elkander kunnen ontmoeten en met elkander van gedachten kunnen wisselen. Het Comité komt met door hemzelf te bepalen tussenpozen bijeen.

Artikel 117

1. Het Parlementair Associatiecomité bestaat uit leden van het Europees Parlement enerzijds, en uit leden van het Sloveense Parlement anderzijds.

2. Het Parlementair Associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.

3. Het Parlementair Associatiecomité wordt bij toerbeurt door het Europees Parlement en door het Sloveense Parlement voorgezeten, volgens de in zijn reglement van orde op te nemen bepalingen.

Artikel 118

Het Parlementair Associatiecomité kan de Associatieraad om ter zake doende inlichtingen over de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst verzoeken. De Associatieraad verstrekt het Associatiecomité de verlangde informatie.

Het Parlementair Associatiecomité wordt ingelicht over de besluiten van de Associatieraad.

Het Parlementair Associatiecomité kan aanbevelingen doen aan de Associatieraad.

Artikel 119

Binnen het toepassingsgebied van de Overeenkomst, verbindt elk van beide Partijen zich ertoe toe te zien dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere Partij, zonder discriminatie ten opzichte van de eigen onderdanen, toegang krijgen tot de bevoegde rechterlijke en administratieve instanties van beide Partijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendom.

Artikel 120

Niets in de Overeenkomst zal een Partij beletten maatregelen te nemen:

  • a. die zij nodig acht om de onthulling te beletten van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist;

  • b. die verband houden met de produktie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of produktie die absoluut vereist zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;

  • c. die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veiligheid, in geval van ernstige binnenlandse troebelen die de openbare rust bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen, die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid heeft aangegaan.

Artikel 121

1. Op de door de Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen zullen:

– de regelingen die Slovenië ten opzichte van de Gemeenschap toepast geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen dan wel hun vennootschappen;

– de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Slovenië toepast (zullen) geen aanleiding geven tot discriminatie tussen Sloveense onderdanen of vennootschappen.

2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de Overeenkomstsluitende Partijen om de ter zake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren ten aanzien van hun woonplaats.

Artikel 122

Voor produkten van oorsprong uit Slovenië geldt bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger regeling dan die welke tussen de Lid-Staten onderling geldt.

De behandeling waarop Slovenië krachtens titel IV en hoofdstuk I van titel V aanspraak heeft, zal niet gunstiger zijn dan die welke tussen de Lid-Staten onderling geldt.

Artikel 123

1. De Partijen treffen alle algemene en specifieke maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de Overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de Overeenkomst genoemde doelstellingen worden verwezenlijkt.

2. Indien een van de Partijen van mening is dat de andere Partij een verplichting van de Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dat te doen, verstrekt zij, behalve in bijzonder dringende gevallen, de Associatieraad alle ter zake doende gegevens die nodig zijn voor een grondig onderzoek van de situatie om een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de goede werking van de Overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht; op verzoek van de andere Partij wordt daaromtrent in de Associatieraad overleg gepleegd.

Artikel 124

Zolang onder deze Overeenkomst geen gelijkwaardige rechten zijn verworven voor personen en ondernemers, doet de Overeenkomst geen afbreuk aan de rechten die hun worden verleend bij bestaande overeenkomsten tussen een of meer Lid-Staten, enerzijds, en Slovenië, anderzijds.

Artikel 125

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder „Partijen" verstaan de Gemeenschap, of haar Lid-Staten, of de Gemeenschap en haar Lid-Staten, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, enerzijds, en Slovenië, anderzijds.

Artikel 126

De Protocollen nr. 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en de bijlagen I tot en met XII vormen een integrerend bestanddeel van de Overeenkomst.

Artikel 127

De Overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Elk van beide Partijen kan de Overeenkomst opzeggen middels kennisgeving van haar voornemen aan de andere Partij. De Overeenkomst houdt op van toepassing te zijn zes maanden na de datum van deze kennisgeving.

Artikel 128

De Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie is de depositaris van deze Overeenkomst.

Artikel 129

De Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing zijn en onder de in die Verdragen neergelegde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Slovenië.

Artikel 130

De Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Sloveense taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 131

De Overeenkomst wordt door de Overeenkomstsluitende Partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de dag waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkander kennisgeving doen van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.

Bij haar inwerkingtreding vervangt de Overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië die op 5 april 1993 te Luxemburg werd ondertekend, en de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Slovenië, die op 5 april 1993 te Luxemburg werd ondertekend.

Artikel 132

De Partijen komen overeen dat indien, in afwachting van de voltooiing van de procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, de bepalingen van bepaalde gedeelten van deze Overeenkomst, met name die met betrekking tot goederen, in 1996 door middel van een Interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en Slovenië tot uitvoering worden gebracht, in dat geval voor de toepassing van titel III, artikelen 65, 67 en 68, van deze Overeenkomst en van de Protocollen 1 tot en met 6 daarbij, onder „datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst" dient te worden verstaan:

– de datum van inwerkingtreding van de Interimovereenkomst voor wat betreft de verplichtingen die op die datum van kracht worden, en

– 1 januari 1996 voor wat betreft de verplichtingen die van kracht worden na de datum van inwerkingtreding, waarbij wordt uitgegaan van de datum van inwerkingtreding.

GEDAAN te Luxemburg de tiende juni negentienhonderd zesennegentig.

De Overeenkomst is op 10 juni 1996 ondertekend voor:

België1

Denemarken

Duitsland

de Europese Gemeenschappen

Finland

Frankrijk

Griekenland

Ierland

Italië

het Koninkrijk der Nederlanden

Luxemburg

Oostenrijk

Portugal

Spanje

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Zweden

en

Slovenië

Lijst van Bijlagen

IArt. 9, lid 1 en Art. 19, lid 2Omschrijving van Industrie- en Landbouwprodukten
IIArt. 10, lid 2Tariefconcessies van de Gemeenschap
IIIArt. 11, lid 2Tariefconcessies van Slovenië
IVArt. 11, lid 3Tariefconcessies van Slovenië
VArt. 18, lid 1 Art. 18, lid 2Goederen bedoeld in artikel 18
VIArt. 21, lid 2Concessies van de Gemeenschap voor landbouwprodukten
VIIArt. 21, lid 4Concessies van Slovenië voor landbouwprodukten
VIIIaArt. 24Concessies van de Gemeenschap voor visserijprodukten
VIIIbArt. 24Concessies van Slovenië voor visserijprodukten
IXaArt. 45 Art. 52Vestiging: sectoren in verband met het einde van de overgangsperiode
IXbArt. 45Vestiging: „Uitgesloten Sectoren"
IXcTitel IV, Hoofdstuk IIVestiging: „Financiële Diensten"
XArt. 68Bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten
XIArt. 106Deelname van Slovenië aan communautaire programma's
XIIArt. 14Uitzondering op de afschaffing van uitvoerheffingen
XIIIArt. 126Briefwisseling betreffende artikel 64, lid 2, van de Associatieovereenkomst: „Recht om eigendommen aan te kopen".

Bijlage I

Produkten bedoeld in de artikelen 9 en 19 van de Overeenkomst

GN-codeOmschrijving
ex 3502Albuminen, albuminaten en andere derivaten van albuminen
ex 3502 10Ovoalbumine:
3502 10 91gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder enz.)
3502 10 99 
ex 3502 90Lactoalbumine:
3502 90 51gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder enz.)
3502 90 59andere
4501Natuurkurk, ruw of eenvoudig bewerkt; kurkafval; gebroken of gemalen kurk
5201 00Katoen, niet gekaard en niet gekamd
5301Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen) van vlas
5302Hennep (Cannabis sativa L.), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen) van hennep

Bijlage II

Lijst van produkten bedoeld in artikel 10, lid 2

GN-code 1995Basistariefplafond1)2)
 (in ton)2)
4011 10 00 
4011 20 10 
4011 20 90 
4011 30 90 
4011 91 10 
4011 91 30 
4011 91 90 
4011 99 107 000
4011 99 30 
4011 99 90 
4012 10 30 
ex 4012 10 803) 
ex 4012 20 903) 
4013 10 10 
4013 10 90 
4013 90 90 
4203 10 00 
4203 21 00 
4203 29 91160
4203 29 99 
4203 30 00 
4203 40 00 
4412 
4420 90 
4420 90 1140 490 m3
4420 90 19 
441028 340
6401 
6402430
64033 120
6404 
6405 90 10470
9405 91 194 670
7305 
7306 10 11 
7306 10 19 
7306 10 90 
7306 20 0017 350
7306 30 21 
7306 30 29 
7306 30 51 
7306 30 59 
7306 30 71 
7306 30 7817 350 (vervolg)
7306 30 90 
7306 40 91 
7306 40 99 
7306 50 91 
7306 50 99 
7306 60 31 
7306 60 39  
7306 60 90 
7306 90 00 
7407  
74083 900
7411 
7604 10 
7604 29 
76058 200
7606 
7903  
79054 260
8501 10 10 
8501 10 91 
8501 10 93 
8501 10 99 
8501 20 90 
8501 31 90 
8501 32 91 
8501 32 99 
8501 33 90 
8501 34 506 544
8501 34 91 
8501 34 99 
8501 40 91 
8501 40 99 
8501 51 90 
8501 52 91 
8501 52 93 
8501 52 99 
8501 53 50 
8501 53 92 
8501 53 94 
8501 53 99 
8501 61 91 
8501 61 99 
8501 62 90 
8501 63 90 
8501 64 00 
8502 11 91 
8502 11 99 
8502 12 90 
8502 13 916 544 (vervolg)
8502 13 99 
8502 20 91 
8502 20 99 
8502 30 91 
8502 30 99 
8502 40 90 
8503 006 440
8504 90 
8544 11 
8544 19 
8544 20 
8544 30 901 170
8544 41 
8544 49 
8544 51 
8544 59 
8544 60 
8716 10 10 
8716 10 91 
8716 10 94 
8716 10 96 
8716 10 99 
8716 20 10 
8716 20 90 
8716 31 006 500
8716 39 30 
8716 39 51 
8716 39 59 
8716 39 80 
8716 40 00 
9401 30 10 
9401 30 90 
9401 40 00 
9401 50 0019 610
9401 61 00 
9401 69 00 
9401 71 00 
9404 79 00 
9401 80 00 
9401 90 30 
9401 90 80 
9403 10 10 
9403 10 51 
9403 10 59 
9403 10 91 
9403 10 93 
9403 10 99 
9403 20 91 
9403 20 99 
9403 30 11 
9403 30 19 
9403 30 91 
9403 30 9947 290
9403 40 10 
9403 40 90 
9403 50 00 
9403 60 10 
9403 60 30 
9403 60 90 
9403 70 90 
9403 80 00 
9403 90 10 
9403 90 30 
9403 90 90 
7202 21 10 
7202 21 904 630
7202 29 00 

Noot

GN- codeOmschrijving van de betrokken produktenTARIC-code
ex 4012 10 80Van een nieuw loopvlak voorziene luchtbandenAndere dan van de soort gebruikt voor rijwielen of rijwielen met hulpmotor, motorrijwielen of motorscooters40 12 10 80*90
ex 4012 20 90Gebruikte luchtbanden Andere dan van de soort gebruikt voor rijwielen of rijwielen met hulpmotor, motorrijwielen of motorscooters40 12 20 90*90

1 Voor de invoer die deze plafonds overschrijdt kan de Gemeenschap de douanerechten die uit de overeenkomst voortvloeien opnieuw instellen.

2 Deze hoeveelheden worden op de eerste dag van elk kalenderjaar volgend op het jaar van inwerkingtreding van de overeenkomst, met 20% verhoogd.

3 Zie de bijlage voor de omschrijving van het bedoelde produkt.

Bijlage III

Lijst van produkten bedoeld in artikel 11, lid 2

250100 250510 250590 250621 250629 250810 250830 250840 250860 250900 251710 251749 251810 251820 251830 252100 252210 252220 252230 252890 253090 27100027 27100029 27100032 27100034 27100036 27100069 27100074 27100076 27100077 27100078 271500 280410 280421 280540 281000 281119 281122 281123 281129 281530 281810 281820 282120 282410 282420 282490 282619 282620 282690 282720 282736 282739 282810 282990 283030 283090 283190 283210 283220 283319 283321 283326 283329 283340 283422 283429 283510 283521 283522 283523 283524 283525 283526 283529 283539 283610 283691 283692 283693 283699 283719 283720 283800 283911 283919 293920 283990 284011 284019 284020 284110 284150 284170 284180 284190 284210 284290 284329 284610 284690 284810 284890 284920 284990 285000 285100 290110 290121 290122 290123 290124 290129 290211 290219 290242 290243 290260 290270 290290 290312 290313 290314 290315 290316 290319 290329 290330 290340 290351 290359 290361 290362 290369 290410 290490 290511 290514 290515 290517 290519 290521 290522 290529 290539 290541 290543 290549 290550 290612 290613 290614 290619 290621 290629 290714 290715 290719 290722 290723 290729 290730 290810 290820 290890 290920 290930 290950 290960 291020 291090 291212 291213 291219 291221 291230 291242 291249 291250 291260 291300 291419 291421 291423 291429 291430 291441 291450 291470 291523 291540 291550 291560 291619 291620 291632 291633 291639 291713 291714 291720 291734 291736 291817 291819 291823 291829 291830 291890 291900 292112 292122 292130 292141 292142 292143 292144 292145 292149 292221 292222 292229 292230 292390 292421 292519 292520 292620 292690 292800 292990 293010 293212 233321 293379 294200 300410 30042090 30043190 300432 300439 300440 300450 300490 300510 300590 300620 300630 300640 300650 300660 310100 310510 320130 320190 320710 320720 320730 320740 320990 321000 321210 321290 321310 321390 321490 321511 321519 330210 330290 330300090 330410 330420 330430 330491 330499 330510 330520 330530 330590 330610 330690 330710 330720 330730 330741 330749 330790 340111 340119 340120 340211 340212 340213 340219 340290 340311 340319 340391 340399 340410 340420 340490 340510 340520 340530 340540 340590 340700 350190 350510 350520 350610 350691 350699 350710 360100 360410 360490 360610 360690 370199 380190 380400 380510 380520 380590 380810 380820 380830 380840 380890 380910 380991 380992 380999 381010 381090 381400 381600 381720 381900 382000 382200 382310 382320 382330 382340 382350 390511 390519 390590 390610 390750 390791 390799 390910 390930 390940 390950 391510 391520 391530 391590 391610 391620 391690 391721 391722 391723 391729 391731 391732 391733 391739 391740 391890 391910 391990 392010 392020 392030 392041 392042 392051 392059 392061 392062 392063 392069 392072 392073 392079 392092 392093 392094 392099 392111 392112 392113 392114 392119 392190 392220 392290 392310 392329 392330 392340 392350 392390 392410 392490 392510 392520 392530 392590 392610 392620 392630 392690 400300 400400 400510 400591 400599 400610 400690 400811 400819 400821 400829 400910 400920 400930 400940 400950 401010 401091 401099 401110 401120 401150 401191 401210 401220 401290 401310 401320 401390 401519 401590 401610 401691 401693 401694 401695 401699 41041095 41041099 410429 41051191 41051199 41051290 41051990 410520 41061190 410612 410619 410620 41071090 410721 410729 410790 410800 410900 411000 411100 430211 430212 430213 430219 430220 43040010 470100 470200 470411 470419 470429 470710 470720 470730 470790 480210 480240 480251 480253 480910 480920 480990 481021 481029 481129 481131 481139 481410 481490 481500 481630 481690 481710 481720 481730 482010 482020 482030 482040 482050 482090 482110 482190 482311 482319 482330 482351 482360 482390 490199 490700 490810 490900 491000 491110 491191 491199 64035119 64035191 64035195 64035199 640359 640391 640399 640691 660110 660191 660199 660310 660320 660390 680100 680210 680221 680222 680223 680229 680291 680292 680293 680299 680300 680421 680422 680423 680430 680510 680520 680530 680610 680690 680911 680919 680990 681270 681591 690100 690310 690320 690390 690600 690790 690890 690911 691200 691410 691490 700719 700729 700800 701090 701321 701329 701331 70133991 70133999 701391 701790 701920 701939 701990 702000 730719 730721 730810 730820 730840 730890 731100 731300 731420 731430 731441 731442 731449 731450 731511 731512 731519 731520 731581 731582 731589 731590 732010 732020 732090 732181 732182 732183 732190 732211 732219 732290 732429 761090 761210 820110 820120 820130 820140 820150 820160 820190 820210 820220 820231 820232 820240 820291 820299 820730 820810 820820 820830 820840 821300 830300 830400 830710 830790 830820 830910 831000 840390 840410 840420 840490 840810 84082031 84082035 85082037 84082051 84082055 84082057 84082099 840890 841221 841231 841420 841430 841440 841480 841610 841620 841630 841690 841911 841919 841931 841932 841950 841960 842111 842112 842119 842121 842122 842123 842129 842131 84213930 84213951 84213955 84213971 84213975 842191 842230 842240 842420 842489 842490 842611 842612 842619 842620 842630 842641 842649 842691 842699 843020 843110 843120 843131 843139 843141 843142 843143 843149 843210 843221 843229 843230 843280 843290 843311 843340 843352 843353 843360 843390 843410 843420 843490 843510 843590 843680 844180 845020 845090 845110 845129 845130 845140 845150 845180 845190 845310 845320 845380 845390 845410 845420 845610 845620 845630 845690 845710 845720 845730 845811 845819 845891 845899 845910 845921 845929 845931 845939 845940 845951 845959 845961 845969 845970 846011 846031 846039 846040 846090 846110 846120 846130 846140 846150 846190 846210 846221 846229 846231 846239 846241 846249 846291 846299 846310 846320 846330 846390 846410 846420 846490 846510 846591 846592 846593 846594 846595 846596 846599 846610 846620 846630 846691 846692 846693 846694 846781 847050 847410 847420 847431 847432 847439 847480 847490 847751 847759 847790 847910 847920 847930 847940 847981 847982 847989 847990 848310 848320 848330 848350 848360 848390 848410 848490 851650 851710 851740 851781 851810 852510 852520 853221 853229 85369001 85369010 85369020 854130 854150 854610 854620 860110 860120 860210 860290 860310 860390 860400 860500 860610 860620 860630 860691 860692 860699 860711 860712 860719 860721 860729 860730 860791 860799 870110 87033219 870850 870860 870870 871200 871310 871390 900110 900311 900410 900490 900820 901820 901832 901839 901841 901849 901850 902610 902620 902680 902690 902710 902890 902920 902990 903081 903189 903140 903180 903220 903281 910511 940310 940320 940390 940591 950699 960610 960621 960630 960711 960719 960720 961511 961519 961590


Bijlage IV

Lijst van produkten bedoeld in artikel 11, lid 3

252329 252390 280110 280430 280440 280610 281121 281512 282300 282890 283322 283531 284030 284700 284910 291211 291731 291732 291733 291735 293100 320610 320810 320820 320890 320910 321100 321410 340220 340600 360200 360300 38239070 38239081 38239083 38239085 38239087 38239091 38239093 38239095 391810 392210 392321 420100 420211 420212 420219 420221 420222 420229 420231 420232 420239 420291 420292 420299 420310 420321 420329 420330 420340 420400 420500 430310 430390 43040090 441010 441090 441111 441119 441121 441129 441131 441139 441191 441199 441212 441219 441221 441229 441291 441299 480100 480252 480260 480300 480570 480580 480810 481011 481012 481420 481430 481610 481620 481810 481820 481830 481840 481910 481920 481940 481950 481960 482210 482290 482340 482359 482370 490300 640110 640191 640192 640199 640211 640219 640220 640230 640291 640299 640311 640319 640320 640330 640340 640411 640419 640420 640510 640520 640590 650100 650200 650300 650400 650510 650590 650610 650691 650692 650699 650700 680710 680790 680800 681011 681019 681020 681091 681099 681110 681120 681130 681190 690410 690490 690510 690590 711311 711319 711320 711411 711419 711420 720221 720241 720249 72029919 72029930 72029980 72089090 72099090 72113031 72113039 72113050 72113090 72114195 72114199 72114991 72114999 72119019 72119090 721410 721510 721520 721530 721540 72159090 721660 72169050 72169060 72169091 72169093 72169095 72169097 72169098 721711 721712 721713 721719 721721 721722 721723 721729 721731 721732 721733 721739 72189030 72189091 72189099 72199091 72199099 72202031 72202039 72202051 72202059 72202091 72202099 72203051 72209019 72209039 72209090 722220 72223059 72223091 72223099 72252090 72259090 72261091 72261099 72262080 72269291 72269299 72269980 72281050 72281090 72282060 722840 722850 72286081 72286089 72287091 72287099 722910 722920 722990 730120 730630 730640 730650 730660 730690 730711 730722 730723 730729 730791 730792 730793 730799 730830 730900 731010 731021 731029 731411 731419 731700 731811 731812 731813 731814 731815 731816 731819 731821 731822 731823 731824 731829 732111 732112 732113 732391 732392 732393 732394 732399 732510 732599 732620 740710 740721 740722 740729 740811 740819 740821 740822 740829 741991 741999 760120 760410 760421 760429 760511 760519 760521 760529 760611 760612 760691 760692 760711 760719 760720 760810 760820 760900 761010 761290 761690 790120 790400 790500 790600 790710 790790 820310 820320 820330 820340 820411 820412 820420 820510 820520 820530 820540 820551 820559 820560 820570 820580 820590 820600 820711 820712 820720 820740 820750 820760 820770 820780 820790 830110 830120 830130 830140 830150 830160 830170 830210 830220 830230 830241 830242 830249 830250 830260 830810 830890 830990 840310 840721 840729 840731 840732 841011 841012 841013 841090 841311 841319 841320 841330 841340 841350 841360 841370 841381 841382 841391 841392 841410 841451 841459 841460 841510 841581 841582 841583 841590 841720 841790 841810 841821 841829 841830 841840 841850 841861 841869 841891 841899 841920 841940 841981 841989 842199 842211 842219 842220 842310 842320 842330 842381 842382 842389 842390 842410 842430 842481 842710 842720 842790 843240 843319 843320 843330 843351 843359 843810 845011 845012 845019 845121 845430 845490 845530 847120 84719280 848041 848110 848120 848130 848140 848180 848190 848210 848340 850110 850120 850131 850132 850140 850151 850152 850211 850220 850300 850410 850421 850422 850423 850433 850434 850440 850450 850490 850511 850519 850520 850611 850612 850613 850620 850710 850720 850780 850790 850810 850820 850880 850910 850920 850930 850940 850980 850990 851010 851110 851120 851130 851140 851150 851180 851190 851210 851220 851310 85141010 851511 851519 851521 851529 851531 851539 851580 851590 851610 851621 851629 851631 851632 851633 851640 851660 851671 851672 851679 851680 851730 852810 852820 852910 852990 853010 853080 853110 853120 853180 853210 853223 853224 853329 853331 853339 853340 853390 853400 853510 853521 853529 853530 853540 853590 853610 853620 853630 853641 853649 853650 853661 853669 853710 853720 853810 853890 854110 854220 854280 854441 854449 854470 854690 854710 854720 854790 87012090 870190 ex 87021011(1) 87021019 87021091 87021099 ex 87029011(1) 87029019 87029031 87029039 87029090 870322 870323 870324 87033190 87033290 870333 870390 870410 870421 870422 870423 870431 870432 870490 870510 870520 870530 870540 870590 870600 870911 870919 870990 871110 871120 871620 871631 871639 871640 871680 880110 890391 890392 890399 900810 900830 901320 901600 901910 901920 902830 903031 903039 903040 903210 903289 910310 910390 910521 910529 910591 910599 910610 910700 940410 940421 940429 940430 940490 940510 940520 940530 940540 940550 940560 940600 960310 960321 960329 960330 960340 960350 960390 960622

1) zie de bijlage voor de omschrijving van het bedoelde produkt

NOOT

GN-codeOmchrijving betrokken produkten
ex 8702 10 11Automobielen voor het vervoer van tien of meer personen, de bestuurder daaronder begrepen: – met een motor met zelfontsteking (diesel- of semi-dieselmotor): – – met een cilinderinhoud van meer dan 2 500 cm3 – – – nieuwe – – – – andere dan die gebouwd voor gebruik op luchthavens
ex 8702 90 11– Andere –– met een motor met vonkontsteking – – –met een cilinderinhoud van meer dan 2.800 cm3 – – – – nieuwe – – – – andere dan die gebouwd voor gebruik op luchthavens

Bijlage V

Goederen bedoeld in artikel 18, leden 1 en 2

GN-codeOmschrijving
2905 43 00Mannitol
2905 44D-glucitol (sorbitol)
ex 3505 10Dextrine en ander gemodificeerd zetmeel, met uitzondering van door ethervorming of verestering gemodificeerd zetmeel van onderverdeling3505 10 50
3505 20Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of ander gemodificeerd zetmeel
3809 10Appreteermiddelen op basis van zetmeel of zetmeelhoudende stoffen
3823 60Sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

Bijlage VI

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 2

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Slovenië geldende onderstaande concessies:

  jaar 1jaar 2jaar 3jaar 4jaar 5volgende jaren
GN-codeOmschrijvinghoeveel-heid (t)recht (%)hoeveel-heid (t)recht (%)hoeveel-heid (t)recht (%)hoeveel-heid (t)recht (%)hoeveel-heid (t)recht (%)hoeveel-heid (t)recht (%)
01011910 01011990Slachtpaarden Andereonbeperkt onbeperktvrij 67% van MFNonbeperkt onbeperktvrij 67% van MFNonbeperkt onbeperktvrij 67% van MFNonbeperkt onbeperktvrij 67% van MFNonbeperkt onbeperktvrij 67% van MFNonbeperkt onbeperktvrij 67% van MFN
0201 Vlees van runderen, vers of gekoeld 700020% van MFN770020% van MFN840020% van MFN910020% van MFN980020% van MFN1050020% van MFN
ex 0201100 020120 02012020 02012030 02012050 Hele en halve dieren Andere delen, met been: „Compensated quarters" Voorvoeten en voorspannen Achtervoeten en achterspannen            
              
02130Zonder been            
0207Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee 1200 20% van MFN1320 20% van MFN1440 20% van MFN1560 20% van MFN1680 20% van MFN1800 20% van MFN
020710Niet in stukken gesneden pluimvee, vers of gekoeld (hanen en kippen)             
02071011 02071015 02071019„83%-kippen" (geplukt en ontdarmd, met kop en poten) „70%-kippen" (geplukt en schoongemaakt) „65%-kippen"            
020721Niet in stukken gesneden pluimvee, bevorern (hanen en kippen)( ( ( ( ( ( 
02072110 02072190 „70%-kippen" „65%-kippen"            
020739 Delen en slachtafvallen van pluimvee (hanen en kippen), levers daaronder begrepen, vers of gekoeld)10001)20% van MFN 11001)20% van MFN 12001)20% van MFN 13001)20% van MFN 14001)20% van MFN 15001)20% van MFN
0207913Helften en kwarten            
02073915Hele vleugels, ook indien zonder spits            
02073917Ruggen, halzen, ruggen met halzen            
02073921Borsten en delen daarvan            
02073923Dijen en delen daarvan            
02073925Andere            
020741Delen en slachtafvallen van pluimvee (hanen en kippen), andere dan levers, bevroren(20%vanMFN(20%vanMFN(20%vanMFN(20%vanMFN(20%vanMFN(20%vanMFN
02074111Helften en kwarten            
02074121Hele vleugels, ook indien zonder spits             
02074131Ruggen, halzen, ruggen met halzen            
02074141Borsten en delen daarvan            
02074151Dijen en delen daarvan            
02074171Andere            
02089040Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen van wildonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrij
ex 021011Hammen en delen daarvan5020% van MFN5520% van MFN6020% van MFN6520% van MFN7020% van MFN7520% van MFN
0402 040210 040221 Magere-melkpoeder Volle-melkpoeder100020%vanMFN110020%vanMFN120020%vanMFN130020%vanMFN140020%vanMFN150020%vanMFN
040310Yoghurt50020% van MFN55020% van MFN60020% van MFN65020% van MFN70020% van MFN75020% van MFN
040690Andere kaas (Emmentaler, Edam, Gouda, Sbrinz)30020% van MFN33020% van MFN36020% van MFN39020% van MFN42020% van MFN45020% van MFN
04090000Natuurhonigonbeperkt93% van MFNonbeperkt93% van MFNonbeperkt93% van MFNonbeperkt93% van MFNonbeperkt93% van MFNonbeperkt93% van MFN
06049910Mossen en korstmossen, enkel gedroogdonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrij
070190Aardappelen, vers of gekoeld, andere dan pootaardappelen15020% van MFN16520% van MFN18020% van MFN19520% van MFN21020% van MFN22520% van MFN
070490Rode kool en witte kool, andere10020% van MFN11020% van MFN12020% van MFN13020% van MFN14020% van MFN15020% van MFN
070511Kropsla10020% van MFN11020% van MFN12020% van MFN13020% van MFN14020% van MFN15020% van MFN
07061000Wortelen en rapen80020% van MFN88020% van MFN96020% van MFN104020% van MFN112020% van MFN120020% van MFN
07070025Komkommers, vers 16/5 – 30/9onbeperkt80% van MFN2)onbeperkt80% van MFN2)onbeperkt80% van MFN2)onbeperkt80% van MFN2)onbeperkt 80% van MFN2)onbeperkt 80% van MFN2)
07070030Komkommers, vers 1/1- – 31/10onbeperkt80%vanMFN2)onbeperkt80%vanMFN2)onbeperkt80%vanMFN2)onbeperkt80%vanMFN2)onbeperkt80%vanMFN2)onbeperkt80%vanMFN2)
070951.. Paddestoelenonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrij
              
07095130 07095150 07095190Cantharellen Eekhoorntjesbrood Andere             
              
07123000Paddestoelen, andere (gedroogd)onbeperktvrij onbeperkt vrij onbeperkt vrij onbeperktvrij onbeperkt vrij onbeperkt vrij
080810Appelen 1/6 – 31/12 150020% van MFN2)165020% van MFN2)180020% van MFN2)195020% van MFN2)210020% van MFN2)225020% van MFN2)
08081092 08081094 08081098„Golden delicious" „Granny smith" andere            
080820Peren en kweeperen 170020% van MFN2)187020% van MFN2)204020% van MFN2)221020% van MFN2)238020% van MFN2)255020% van MFN2)
08082057 080820671/6 - 31/10 1/11 - 31/12            
08121000Kersen200vrij220vrij240vrij260vrij280vrij300vrij
12099910Zaden van woudbomen en van woudheestersonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrij
1210 12101000 121020 12102010Hopbellen, vers of gedroogd Hopbellen, niet fijngemaakt en niet gemalen, noch in pellets Hopbellen, niet fijngemaakt Hopbellen, fijngemaakt, gemalen, lupuline260020% van MFN286020% van MFN312020% van MFN338020% van MFN364020% van MFN390020% van MFN
15060000Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvanonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrij
160100 16010091 16010099Worst van alle soorten vlees, andere dan van lever Gedroogde worst en smeerworst, niet gekookt .. Andere10020% van MFN11020% van MFN12020% van MFN13020% van MFN14020% van MFN15020% van MFN
1602 160239 Andere bereidingen van vlees Bereidingen of conserven van vlees van pluimvee (met inbegrip van slachtafvallen (> 57% pluimvee)             
16023919Andere, bereidingen van kippevlees (andere dan niet gekookt en niet gebakken)120020% van MFN132020% van MFN144020% van MFN156020% van MFN168020% van MFN180020% van MFN
2001Groenten, vruchten, noten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur onbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbepetrvrijonbeperktvrij
ex2001100Komkommersonbeperkt vrij onbeperkt vrij onbeperktvrij onbeperkt vrij onbeperkt vrij onbeperktvrij
20019020Scherpsmakende vruchten van het geslacht „Capsicum"            
ex2004903 20053000Zuurkool, bevroren Zuurkool, niet bevroren50 ( vrij vrij55 ( vrij vrij60 (vrij vrij65 ( vrij vrij70 ( vrij vrij75 ( vrij vrij
ex 200490AJVARonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrijonbeperktvrij
200860 20086039 20086051 -20086091Bereidingen van kersen, met toegevoegde alcohol Zoete kersen voor chocoladeprodukten Zure kersen 500vrij550vrij600vrij650vrij700vrij750vrij
200970 20097030 20097093 20097099Appelsap, met een dichtheid van niet meer dan 1,33 g/cm3 bij 20°C .. met een waarde van meer dan 18 ecu per 100 kg nettogewicht, toegevoegde suiker bevattend .. met een waarde van niet meer dan 18 ecu per 100 kg nettogewicht (toegevoegde suiker > 30°) .. geen toegevoegde suiker bevattendonbeperkt50% van MFNonbeperkt50% van MFNonbeperkt50% van MFNonbeperkt50% van MFNonbeperkt50% van MFNonbeperkt50% van MFN
20098071Kersesap15020% van MFN16520% van MFN18020% van MFN19520% van MFN21020% van MFN22520% van MFN
200990 20099011 20099019 20099031 20099039Mengsel van sappen (met een dichtheid van meer dan 1,33 g/cm3 .. met een waarde van niet meer dan 22 ecu per 100 kg nettogewicht Andere .. met een waarde van niet meer dan 18 ecu per 100 kg nettogewicht Andere20020% van MFN22020% van MFN24020% van MFN26020% van MFN28020% van MFN30020% van MFN
230990 23099093Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren Zogenaamde „prémélanges" onbeperkt 20% van MFN onbeperkt 20% van MFN onbeperkt 20% van MFN onbeperkt 20% van MFN onbeperkt 20% van MFN onbeperkt 20% van MFN

1) Geslacht gewicht.

2) Deze vermindering is uitsluitend van toepassing op het ad valorem recht.

Bijlage VII

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 4

Voor de invoer in Slovenië van de volgende produkten van oorsprong uit de Gemeenschap geldende onderstaande concessies:

GN-codeOmschrijvingHoeveelheid (ton)
0202 0203Vlees van runderen, bevroren Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren2 000 4 000
0207 22 0207 23Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105) vers, gekoeld of bevroren; niet in stukken gesneden pluimvee, bevroren: kalkoenen Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105) vers, gekoeld of bevroren; niet in stukken gesneden pluimvee, bevroren: eenden, ganzen en parelhoenders300 1 000
0403 10Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room600
0406 40 0406 90Kaas en wrongel; blauw-groen geaderde kaas Kaas en wrongel; andere kaas: ex schapekaas wit geaderde kaas en „Parmigiano"200 300
0504ex-darmen400
0601 0602 91 0702 00 0703 10 0703 20Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; enz. Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed Tomaten, vers of gekoeld Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld; uien en sjalotten Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld; knoflook300 3 000 2 000 300 200
0802 0805 10 0805 20 0805 30 0807 10 0809 10 0810 90Andere noten, vers of gedroogd; amandelen Citrusvruchten, vers of gedroogd; sinaasappelen Citrusvruchten, vers of gedroogd; mandarijnen, clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten Citrusvruchten, vers of gedroogd; citroenen en lemmetjes Meloenen en papaja's, vers; meloenen Abrikozen Ander fruit, vers; kiwi's100 5 000 3 000 2 000 1 000 500 500
1201 00 1209Sojabonen, ook indien gebroken Zaaigoed, sporen daaronder begrepen200 300
2002 90 2304 00Bereidingen van tomaten Perskoeken100 5 000

Bijlage VIIIa

Lijst van produkten bedoeld in artikel 24

Produkten van oorsprong uit Slovenië waarvoor de Gemeenschap tariefcontingenten opent

GN-codeOmschrijvingTariefcontingenten
0301 91 00Levende vis: – Andere levende vis: – – Forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae) 1)70 ton tegen 0%
1604 1604 15 1604 20 ex 1604 20 50Bereidingen en conserven van vis: – Vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt: – – Makreel – Andere bereidingen en conserven van vis: – – Andere: – – – Van makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus500 ton tegen 4%

1) Wijziging van wetenschappelijke namen:

Verouderde wetenschappelijke naamVervangen door
Salmo gairdneri Salmo clarki Salmo aguabonita Salmo gilaeAncorhynchus mykiss Ancorhynchus clarki Ancorhynchus aguabonita Ancorhynchus gilae

Bijlage VIIIb

Lijst van produkten bedoeld in artikel 24

Produkten van oorsprong uit de Gemeenschap waarvoor Slovenië tariefcontingenten opent

GN-codeOmschrijvingTariefcontingenten
0303 Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304: – Andere zalmachtigen (salmonidae), met uitzondering van levers, hom en kuit: 100 ton tegen 0%
0303 29 00– – Andere 
1604Bereidingen en conserven van vis: – Vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:100 ton tegen 8%
1604 14– – Tonijn, boniet en bonito (Sarda spp.) 
1604Bereidingen en conserven van vis: – Vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:150 ton tegen 5%
1604 15 – – Makreel  
1604 Bereidingen en conserven van vis: – Vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:100 ton tegen 12,5%
ex 1604 19– – Andere (met uitzondering van zalmvissen) 
1604 Bereidingen en conserven van vis: – Andere bereidingen en conserven van vis: 120 ton tegen 12,5%
 – – Andere:  
1604 20 50 – – – van sardines, van bonito, van makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus en van vis van de soort Orcynopsis unicolor  
1604 20 70– – – van tonijn, van boniet en van andere vis van het geslacht Euthynnus  
1604 20 90– – – van andere vissoorten 

Bijlage IXa

Vestiging: Sectoren in verband met het einde van de overgangsperiode

Voorbehouden op de nationale behandeling (deze voorbehouden mogen niet worden toegepast op een wijze die niet verenigbaar is met de meestbegunstigingsbehandeling):

1. tot twee jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst

• directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering), levensverzekering uitgezonderd

• wederverzekering en retrocessie

2. tot drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst

• financiële diensten van makelaars/handelaars

• maatschappijen voor het beheer van beleggingsfondsen

• levensverzekering

3. tot 4 jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst:

• erkende maatschappijen voor het beheer van investeringen (opgericht op grond van de wet van maart 1994 op beleggingsfondsen en maatschappijen voor het beheer van beleggingen)1

4. tot het eind van de overgangsperiode:

• onderzoek- en veiligheidsdiensten

• exploitatie van natuurlijke rijkdommen (afhankelijk van een concessie)

• transport van aardgas via pijpleidingen tegen vergoeding of op contractuele basis

• handel in en bemiddeling met betrekking tot onroerend goed.


Bijlage IXb

Vestiging: Uitgesloten sectoren bedoeld in artikel 45

I. Organiseren van kansspelen, weddingschappen, loterijen en andere soortgelijke activiteiten

II. Handel in en bemiddeling met betrekking tot culturele en historische monumenten en gebouwen en natuurlijke rijkdommen

Deze voorbehouden mogen niet worden toegepast op een wijze die niet verenigbaar is met de meestbegunstigingsbehandeling.


Bijlage IXc

Vestiging: Financiële diensten bedoeld in titel IV, hoofdstuk II

Financiële diensten: definities

Een financiële dienst is een dienst van financiële aard die door een financieel dienstverlener van een partij wordt aangeboden.

Financiële diensten omvatten mede de volgende activiteiten:

A. Alle verzekeringsdiensten en daarmee verband houdende diensten

1. Directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering):

    • i) levensverzekering

    • i) niet-levensverzekering

2. Herverzekering en retrocessie

3. Verzekeringsbemiddeling, zoals diensten van makelaars en agenten

4. Ondersteunende diensten in de verzekeringssector, zoals adviesverstrekking, actuariaat, risicobeoordeling en regeling van schade-eisen

B. Bankwezen en andere financiële diensten (met uitzondering van verzekeringen)

1. Acceptatie van deposito's en andere terugbetaalbare middelen van het publiek

2. Alle soorten leningen, onder meer consumentenkrediet, hypotheekleningen, factoring en financiering van commerciële transacties

3. Financiële leasing

4. Alle betalings- en geldovermakingsdiensten, met inbegrip van krediet- en betaalkaarten, reischeques en bankwissels

5. Garanties en betalingsverplichtingen

6. Verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van derden, op de beurs, de parallelmarkt of anderszins, van de volgende produkten:

  • a. geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen e.d.)

  • b. deviezen

  • c. afgeleide produkten als bijvoorbeeld termijntransacties en opties

  • d. wisselkoers- en rentevoetinstrumenten, met inbegrip van produkten als ruiltransacties, termijnkoerstransacties e.d.

  • e. verhandelbare effecten

  • f. andere verhandelbare stukken en financiële activa, met inbegrip van ongemunt goud en zilver

7. Deelneming in de uitgifte van diverse soorten effecten, met inbegrip van het garanderen en plaatsen van effecten als agent (openbaar of particulier) en het verlenen van daarmede verband houdende diensten

8. Geldmakelaarsdiensten

9. Beheer van activa, bijvoorbeeld kasmiddelen of beleggingsportefeuilles, alle vormen van gezamenlijk investeringsbeheer, beheer van pensioenfondsen alsmede bewaargevings-, deposito- en trustdiensten

10. Vereffenings- en verrekeningsdiensten voor financiële activa, met inbegrip van effecten, afgeleide produkten en andere verhandelbare stukken

11. Advies en bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten in verband met de onder de punten 1 tot en met 10 genoemde activiteiten, met inbegrip van kredietreferenties en -analyse, onderzoek en advies in verband met investeringen en beleggingsportefeuilles, alsmede advies over aankopen en over bedrijfsreorganisatie en -strategie

12. Verstrekken en overdragen van financiële informaties, verwerking van financiële gegevens, en bijbehorende software door andere financiële dienstverleners

De volgende activiteiten zijn van de definitie van financiële diensten uitgesloten:

  • a. activiteiten van centrale banken of andere overheidsinstellingen voor de tenuitvoerlegging van het monetair beleid of het wisselkoersbeleid

  • b. activiteiten die voor rekening of met garantie van de overheid worden uitgevoerd door centrale banken, overheidsadministraties, ministeries of openbare instellingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met die overheidslichamen mogen worden uitgevoerd

  • c. activiteiten die deel uitmaken van een wettelijk stelsel van sociale zekerheid of van wettelijke pensioenregelingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met overheidslichamen of particuliere instellingen mogen worden uitgevoerd.


Bijlage X

Bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten bedoeld in artikel 68

1. Artikel 68, lid 3, heeft betrekking op de volgende multilaterale verdragen:

• Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome 1961)

• Protocol van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Madrid 1989)

• Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd 1980)

• Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (UPOV) (Akte van Genève 1991)

De Associatieraad kan besluiten dat artikel 68, lid 3, nog op andere multilaterale verdragen van toepassing is.

2. De Partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die uit de volgende multilaterale verdragen voortvloeien:

• Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm 1967, gewijzigd 1979)

• Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm 1967, gewijzigd 1979)

• Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève 1977, gewijzigd 1979)

• Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Washington 1970, gewijzigd 1979 en 1984)

• Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs 1971)

3. Ten aanzien van de erkenning en bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom kent Slovenië, vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, aan ondernemingen en onderdanen van de Gemeenschap een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke het op grond van bilaterale overeenkomsten aan derde landen toekent.


Bijlage XI

Deelname van Slovenië aan communautaire programma's bedoeld in artikel 106

Slovenië kan deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten of andere activiteiten op het gebied van:

– onderzoek

– informatiediensten

– milieu

– onderwijs, opleiding en jeugdzaken

– sociaal beleid en gezondheidszorg

– consumentenbescherming

– midden- en kleinbedrijf

– toerisme

– cultuur

– audiovisuele sector

– civiele bescherming

– vereenvoudiging van het handelsverkeer

– energie

– vervoer

– bestrijding van drugs en drugsverslaving.

De Associatieraad kan overeenkomen nieuwe terreinen van communautaire activiteiten aan de bovengenoemde toe te voegen, wanneer dit geacht wordt in het wederzijds belang te zijn of bij te dragen tot het realiseren van de doelstellingen van de Europa-Overeenkomst.


Bijlage XII

Uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking bedoeld in artikel 14, lid 1

Slovenië vermindert geleidelijk de uitvoerrechten van gelijke werking als douanerechten overeenkomstig het volgende tijdschema:

01.01.1996: 7% 01.01.1997: 4 % 01.01.1998: 0 %

voor de volgende produkten:

GN-postOmschrijving produkt
4401Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:
4401 10 00– Brandhout, in de vorm van ronde en andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke – Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes
4401 21 00– – Naaldhout
4401 22 00– – Ander
4401 30–  Zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen
4401 30 90– – Andere
4403Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:
4403 20 00– Ander, naaldhout: – Ander:
4403 91 00– – Eik (Quercus spp.)
4403 92 00– – Beuk (Fagus spp.)
4403 99 00– – Ander:
4403 99 10– – – Populier
4403 99 20– – –Kastanje
4403 99 80– – – Ander
4407Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm: – Ander:
4407 91– – Eik (Quercus spp.):
4407 91 10– – – Met vingerlasverbinding, ook indien geschaafd of geschuurd – – – Ander: – – – – Geschaafd:
4407 91 31– – – – – Niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren
4407 91 39– – – – – Ander
4407 91 50– – – – Geschuurd
4407 91 90– – – – Ander
4407 92– – Beuk (Fagus spp.):
4407 92 10– – – Met vingerlasverbinding, ook indien geschaafd of geschuurd – – – Ander
4407 92 30– – – – Geschaafd
4407 92 50– – – – Geschuurd
4407 92 90– – – – Ander
4407 99– – Ander: – – – Ander: – – – – Geschaafd:
4407 99 39– – – – – Ander

Bijlage XIII

Briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Lid-Staten enerzijds en de Republiek Slovenië anderzijds, over artikel 64, lid 2, van de Associatieovereenkomst

A. Brief van de Regering van Republiek Slovenië

Geachte heer,

Ten aanzien van artikel 64, lid 2, van de Associatieovereenkomst betreffende de communautaire voorschriften met betrekking tot het kapitaalverkeer en met het oog op de toetreding van Slovenië tot de Europese Unie, zo ik de volgende verbintenis van de Regering van de Republiek Slovenië willen bevestigen:

    • I. het treffen van de maatregelen die noodzakelijk zijn om de burgers van de Lid-Staten van de Europese Unie op wederzijdse basis het recht te verlenen in Slovenië eigendommen op niet discriminerende basis aan te kopen na het vierde jaar na de inwerkingtreding van de Associatieovereenkomst;

    • II. het verlenen aan de burgers van de Lid-Staten van de EU die gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar op het huidige grondgebied van de Republiek Slovenië hun verblijfplaats hebben gehad om op wederzijdse basis eigendommen aan te kopen vanaf het moment van inwerkingtreding van de Associatieovereenkomst.

Gelieve te bevestigen dat de Europese Gemeenschap met het hierboven gestelde instemt.

Voor de regering van de Republiek Slovenië


B. Brief van de Europese Gemeenschap en de Lid-Staten

Geachte heer,

Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief over artikel 64, lid 2, van de Associatieovereenkomst betreffende de communautaire voorschriften met betrekking tot het kapitaalverkeer die als volgt luidt:

(Zoals in A)

De EG en de Lid-Staten bevestigen dat zij instemmen met de verbintenis die uw Regering op wederzijdse basis in deze brief is aangegaan.

Namens de Europese Gemeenschap en de Lid-Staten


Lijst van de Protocollen

Protocol nr. 1 Betreffende textielprodukten en kledingartikelen

Protocol nr. 2 Betreffende produkten die vallen onder het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

Protocol nr. 3 Betreffende het handelsverkeer tussen Slovenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten

Protocol nr. 4 Betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratievesamenwerking

Protocol nr. 5 Betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

Protocol nr. 6 Betreffende aan jaarlijkse beperkingen gebonden concessies


Protocol nr. 1

Betreffende textielprodukten en kledingartikelen

Artikel 1

Dit protocol heeft betrekking op de textielprodukten en kledingartikelen (hierna „textielprodukten" genoemd) bedoeld in afdeling XI (hoofdstukken 50–63) van de gecombineerde nomenclatuur van de Gemeenschap.

Artikel 2

1. De douanerechten bij invoer die in de Gemeenschap van toepassing zijn op textielprodukten van afdeling XI (hoofdstukken 50–63) van de gecombineerde nomenclatuur van oorsprong uit Slovenië in de zin van Protocol nr. 4 van de Overeenkomst, andere dan die welke zijn opgenomen in bijlage I bij dit protocol (huidige bijlage V van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Slovenië betreffende de handel in textielprodukten, die op 23 juli 1993 is geparafeerd), worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst afgeschaft.

2. De douanerechten die bij invoer in de Gemeenschap worden geheven op produkten van oorsprong uit Slovenië die zijn opgenomen in bijlage I van dit protocol worden opgeheven binnen de grenzen van jaarlijkse tariefplafonds van de Gemeenschap die geleidelijk worden verhoogd om tegen het einde van het tweede jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst te komen tot een volledige afschaffing van de douanerechten bij invoer op de betrokken produkten.

3. De rechten die worden toegepast op de rechtstreekse invoer in Slovenië van textielprodukten van afdeling XI (hoofdstukken 50-63) van de gecombineerde nomenclatuur die in de zin van Protocol nr. 4 van deze Overeenkomst van oorsprong zijn uit de Gemeenschap, worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft, behalve voor produkten vermeld in bijlage II a) en II b) van dit protocol waarvoor de rechten geleidelijk worden verlaagd zoals daarin is bepaald.

4. De douanerechten die van toepassing zijn op in de Gemeenschap ingevoerde veredelingsprodukten van oorsprong uit Slovenië in de zin van Protocol nr. 4 van de Overeenkomst en die zijn verkregen door handelingen in Slovenië in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 3036/94 van de Raad, worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft. Deze produkten hoeven evenwel niet te zijn onderworpen aan de regelingen of specifieke maatregelen bedoeld in artikel 1, lid 3 of de jaarlijkse hoeveelheden bedoeld in artikel 2, lid 2 b), van die verordening.

5. De bepalingen van de Overeenkomst en met name artikelen 12 en 13 daarvan zijn, met inachtneming van dit protocol, van toepassing op de handel in textielprodukten tussen de partijen.

Artikel 3

De kwantitatieve regeling en andere daarmee verband houdende kwesties met betrekking tot de uitvoer van textielprodukten van oorsprong uit Slovenië naar de Gemeenschap en van oorsprong uit de Gemeenschap naar de Republiek Slovenië moeten worden vastgelegd in een aanvullend protocol bij deze vóór 31 december 1995 te sluiten Overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten tussen (de) Europese Gemeenschap en de Republiek Slovenië. Indien geen overeenstemming wordt bereikt over een aanvullend protocol blijven de bepalingen van de op 2 juli 1993 geparafeerde Overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten, als gewijzigd door het akkoord dat op 15 december 1994 is bereikt om rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Gemeenschappen, van toepassing.

Artikel 4

Vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden geen nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking ingesteld, met uitzondering van die waarin de Overeenkomst en de daarbij gevoegde protocollen voorzien.


Bijlage I

Rechtstreekse invoer

Communautaire tariefplafonds

CategorieEenheid19961997
5000 stuks42165059
644705364
730983718
843095171
9ton27373285

Bijlage IIa

bedoeld in artikel 2, lid 3

De douanerechten op de invoer in de Republiek Slovenië van textielprodukten opgenomen in deze bijlage en van oorsprong uit de Gemeenschap worden geleidelijk verlaagd volgens het onderstaande tijdschema:

– op 1 januari 1996 tot 80% van het basisrecht

– op 1 januari 1997 tot 55% van het basisrecht

– op 1 januari 1998 tot 30% van het basisrecht

– op 1 januari 1999 tot 15% van het basisrecht

– op 1 januari 2000 worden de resterende rechten geheel afgeschaft.

511111 511119 511120 511130 511190 520511 520512 520513 520514 520515 520521 520522 520523 520524 520525 520531 520532 520533 520534 520535 520541 520542 520543 520544 520545 520611 520612 520613 520614 520615 520621 520622 520623 520624 520625 520631 520632 520633 520634 520635 520641 520642 520643 520644 520645 520710 520790 530820 531010 540110 540120 540231 540232 540233 540241 540251 540252 540710 540720 540730 540741 540742 540743 540744 540752 540753 540754 540760 540771 540772 540773 540774 540810 540821 540822 540824 550510 550520 550810 550820 550931 550932 550942 550951 550961 550962 550992 551011 551012 551110 551120 551130 551211 551219 551221 551229 551291 551299 551311 551312 551313 551319 551321 551323 551329 551331 551332 551333 551339 551341 551342 551343 551349 551411 551412 551413 551419 551422 551423 551431 551432 551433 551439 551441 551442 551443 551449 551512 551513 551519 551522 551529 551591 551592 551599 551611 551612 551613 551614 551621 551622 551623 551624 551631 551632 551633 551634 551641 551642 551643 551644 551691 551692 551693 551694 560110 560121 560122 560129 560130 560600 560729 560741 580121 580122 580123 580124 580131 580132 580133 580134 580190 580410 580421 580429 580430 580620 580631 580632 580639 580710 580790 590310 590320 590390 591120 591132 591190 600129 600191 600192 600210 600220 600291 600299 611691 611692 611693 611699 620331 62034110 62034190 62034211 62034231 62034235 62046231 62046233 62046239 62046251 62046259 62046290 621010 621030 621040 621050 621600 630221 630231 630260 630720 630800


Bijlage IIb

bedoeld in artikel 2, lid 3

De douanerechten op de invoer in de Republiek Slovenië van textielprodukten opgenomen in deze bijlage en van oorsprong uit de Gemeenschap worden geleidelijk verlaagd volgens het onderstaande tijdschema:

– op 1 januari 1996 tot 90% van het basisrecht

– op 1 januari 1997 tot 70% van het basisrecht

– op 1 januari 1998 tot 45% van het basisrecht

– op 1 januari 1999 tot 35% van het basisrecht

– op 1 januari 2000 tot 20% van het basisrecht

– op 1 januari 2001 worden de resterende rechten geheel afgeschaft.

511211 511219 511220 511230 511290 520811 520812 520813 520819 520821 520822 520823 520829 520831 520832 520833 520839 520841 520842 520843 520849 520851 520852 520853 520859 520911 520912 520919 520921 520922 520929 520931 520932 520939 520941 520942 520943 520949 520951 520952 520959 521011 521012 521019 521021 521022 521029 521031 521032 521039 521041 521042 521049 521051 521052 521059 521111 521112 521119 521121 521122 521129 521131 521132 521139 521141 521142 521143 521149 521151 521152 521159 521211 521212 521213 521214 521215 521221 521222 521223 521224 521225 551421 560210 560221 560229 560290 560300 560749 560750 580110 580125 580126 580135 580136 580211 580219 580220 580230 580310 580390 580810 580890 581010 581091 581092 581099 581100 590491 590610 590691 590699 600121 600122 600199 600230 600241 600242 600243 600249 600292 600293 610110 610190 610210 610230 610290 610311 610312 610319 610321 610322 610323 610329 610331 610332 610333 610339 610341 610342 610343 610349 610411 610412 610413 610419 610421 610422 610423 610429 610431 610432 610433 610439 610441 610442 610443 610444 610449 610451 610452 610453 610459 610461 610462 610463 610469 610590 610610 610620 610690 610711 610712 610719 610721 610722 610729 610791 610792 610799 610811 610819 610821 610822 610829 610831 610832 610839 610891 610892 610899 610910 610990 611010 611020 611030 611090 611110 611120 611130 611190 611211 611212 611219 611220 611231 611239 611241 611249 611300 611410 611420 611430 611490 611511 611512 611519 611520 611591 611592 611593 611599 611610 611710 611720 611780 611790 620111 620112 620113 620119 620191 620192 620193 620199 620211 620212 620213 620219 620291 620292 620293 620299 620311 620312 620319 620321 620322 620323 620329 620332 620333 620339 620411 620412 620413 620419 620421 620422 620423 620429 620431 620432 620433 620439 620441 620442 620443 620444 620449 620451 620452 620453 620459 620461 620469 620510 620590 620610 620620 620630 620640 620690 620711 620719 620721 620722 620729 620791 620792 620799 620811 620819 620821 620822 620829 620891 620892 620899 620910 620920 620930 620990 621111 621112 621120 621131 621132 621133 621139 621141 621142 621143 621149 621210 621220 621230 621290 621310 621320 621390 621410 621420 621430 621440 621490 621510 621520 621590 621710 621790 630130 630140 630190 630210 630229 630239 630240 630251 630252 630253 630259 630291 630292 630293 630299 630311 630312 630319 630391 630392 630399 630411 630419 630491 630492 630493 630499 630510 630520 630531 630539 630590 630611 630612 630619 630621 630622 630629 630631 630639 630641 630649 630691 630699 630710 630790 630900 631010 631090


Protocol nr. 2

Betreffende produkten die vallen onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

Artikel 1

Dit Protocol is van toepassing op de produkten die zijn vermeld in bijlage I bij het EGKS-Verdrag en zoals in het gemeenschappelijk douanetarief1 omschreven.

HOOFDSTUK I

EGKS-IJZER- EN STAALPRODUKTEN

Artikel 2

1. EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit Slovenië worden vrij van invoerrechten in de Gemeenschap ingevoerd vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst;

2. EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap worden vrij van invoerrechten in Slovenië ingevoerd vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst (met uitzondering van de in Bijlage I bij dit Protocol genoemde produkten waarvoor de invoerrechten geleidelijk volgens onderstaand tijdschema worden verminderd):

• op 1 januari 1996 wordt elk recht verlaagd tot 80% van het basisrecht;

• op 1 januari 1997 wordt elk recht verlaagd tot 55% van het basisrecht;

• op 1 januari 1998 wordt elk recht verlaagd tot 30% van het basisrecht;

• op 1 januari 1999 wordt elk recht verlaagd tot 15% van het basisrecht;

• op 1 januari 2000 worden de resterende rechten afgeschaft.

Artikel 3

1. Kwantitatieve beperkingen op de invoer in de Gemeenschap van EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit Slovenië alsook maatregelen van gelijke werking worden op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst opgeheven.

2. Kwantitatieve beperkingen op de invoer in Slovenië van EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap alsook maatregelen van gelijke werking worden op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst opgeheven.

HOOFDSTUK II

EGKS-KOLENPRODUKTEN

Artikel 4

EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit (de) Slovenië worden vanaf de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst vrij van invoerrechten in Slovenië ingevoerd.

Artikel 5

EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap worden vanaf de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst vrij van invoerrechten in Slovenië ingevoerd.

Artikel 6

1. Kwantitatieve beperkingen die in de Gemeenschap op EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit Slovenië van toepassing zijn, alsook maatregelen van gelijke werking worden op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst opgeheven.

De Republiek Oostenrijk mag echter tot en met 31 december 1996 ten aanzien van Slovenië de invoerbeperkingen handhaven die zij op 1 januari 1994 toepaste op bruinkool die onder code 27 02 10 00 van de Gecombineerde nomenclatuur valt.

2. Kwantitatieve invoerbeperkingen die in Slovenië op EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap van toepassing zijn, alsook maatregelen van gelijke werking, worden op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst opgeheven.

HOOFDSTUK III

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 7

1. Zijn onverenigbaar met de goede werking van de Overeenkomst, indien de handel tussen de Gemeenschap en Slovenië daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:

    • i. alle overeenkomsten inzake samenwerking of concentratie tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

    • ii. misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Slovenië of op een wezenlijk deel daarvan;

    • iii. overheidssteun in welke vorm ook, behoudens de uitzonderingen die uit hoofde van het EGKS-Verdrag zijn toegestaan.

2. Praktijken die in strijd zijn met dit artikel, worden beoordeeld aan de hand van de criteria welke voortvloeien uit de toepassing van de regels in de artikelen 65 en 66 van het Verdrag tot oprichting van de EGKS en in artikel 85 van het EEG-Verdrag, en van de regels inzake overheidssteun, met inbegrip van het afgeleide recht.

3. De Associatieraad stelt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de noodzakelijke bepalingen voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 en 2 vast.

4. De Overeenkomstsluitende Partijen erkennen dat Slovenië, in afwijking van het bepaalde in lid 1, punt iii), gedurende de eerste vijf jaren na de inwerkingtreding van de Overeenkomst bij wijze van uitzondering, met betrekking tot EGKS-ijzer- en staalprodukten, overheidssteun voor herstructurering mag verlenen, mits

– de steun ertoe leidt dat de begunstigde ondernemingen aan het einde van de herstructureringsperiode onder normale marktomstandigheden levensvatbaar zijn;

– het bedrag en de intensiteit van de steun strikt beperkt blijven tot hetgeen voor dit herstel van de levensvatbaarheid absoluut noodzakelijk is, en ze geleidelijk worden verminderd; en

– het herstructureringsprogramma aan een algemene rationalisatie en capaciteitsvermindering in Slovenië is gekoppeld.

5. Elke Partij draagt er zorg voor dat op het gebied van de overheidssteun doorzichtigheid heerst, door de andere Partij voortdurend volledig in te lichten en haar met name het bedrag, de intensiteit en het doel van de steun alsmede een gedetailleerd herstructureringsplan mee te delen.

6. Wanneer de Gemeenschap of Slovenië van oordeel is dat een bepaalde praktijk met lid 1, gelezen in samenhang met lid 4, van dit artikel onverenigbaar is, en wanneer

– de in lid 3 bedoelde uitvoeringsbepalingen niet in een passende regeling voorzien, of

– indien dergelijke bepalingen ontbreken, en de betrokken praktijk de belangen van de andere Partij in ernstige mate schaadt of dat de binnenlandse industrie van de andere Partij daardoor ernstige schade lijdt of dreigt te lijden,

kan de benadeelde Partij passende maatregelen treffen, indien geen oplossing wordt bereikt bij wege van overleg, dat ten hoogste 30 werkdagen mag duren. Dit overleg moet worden aangevat binnen 30 werkdagen na indiening van het officiële verzoek daartoe.

In het geval van praktijken die met lid 1, punt iii), van dit artikel onverenigbaar zijn, kunnen die passende maatregelen uitsluitend worden genomen volgens de procedures en onder de voorwaarden, die zijn neergelegd in de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) en in andere relevante instrumenten welke onder auspiciën van de GATT tot stand zijn gebracht en tussen de Partijen van toepassing zijn.

Artikel 8

Het bepaalde in de artikelen 12, 13, 14 en 15 van de Overeenkomst is van toepassing op de handel in EGKS-produkten tussen de Partijen.

Artikel 9

De Partijen komen overeen dat een van de bijzondere organen welke door de Associatieraad zullen worden opgericht, een Contactgroep zal zijn die de tenuitvoerlegging van dit Protocol zal bespreken.


Bijlage 1

Lijst van produkten bedoeld in artikel 2, lid 2, van Protocol nr. 2

72029911 72081310 72081391 72081395 72081398 72081410 72081491 72081499 72082310 72082391 72082395 72082398 72082410 72082491 72082499 72083100 72083310 72083391 72083399 72083410 72083490 72083510 72083590 72084100 72084310 72084391 72084399 72084410 72084490 72084510 72084590 72089010 72091100 72091210 72091290 72091310 72091390 72091410 72091490 72092100 72092210 72092290 72092310 72092390 72092410 72092491 72092499 72093100 72093210 72093290 72093310 72093390 72093410 72093490 72094100 72094210 72094290 72094310 72094390 72094410 72094490 72111100 72111210 72111290 72111910 72111991 72111999 72112100 72112210 72112290 72112910 72112991 72112999 72113010 72114110 72114191 72114910 72119011 72131000 72133120 72133181 72133189 72133910 72133990 72134100 72134900 72135020 72135081 72135089 72142000 72144010 72144020 72144051 72144059 72144080 72145010 72145031 72145039 72145090 72146000 72191210 72191290 72191310 72191390 72191410 72191490 72192111 72192119 72192190 72192210 72192290 72192310 72192390 72192410 72192490 72193110 72193190 72193210 72193290 72193310 72193390 72193410 72193490 72193510 72193590 72201100 72201200 72202010 72209011 72209031 72210010 72210090 72221011 72221019 72221021 72221029 72221031 72221039 72221081 72221089 72251010 72251091 72251099 72252020 72253000 72254010 72254030 72254050 72254070 72254090 72255010 72255090 72259010 72261010 72261031 72261039 72262020 72269110 72269190 72269210 72269920 72271000 72272000 72279010 72279030 72279050 72279070 72281010 72281030 72282011 72282019 72282030 72283020 72283041 72283049 72283061 72283069 72283070 72283089 72286010 72287010 72287031 73011000

Protocol Nr. 3

Betreffende het handelsverkeer tussen Slovenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten

Artikel 1

1. De Gemeenschap en Slovenië passen op verwerkte landbouwprodukten de in respectievelijk bijlage I en bijlage II opgesomde rechten toe in overeenstemming met de daarin vervatte voorwaarden.

2. De Associatieraad kan:

– de lijst van de in dit Protocol bedoelde verwerkte landbouwprodukten uitbreiden;

– de in de bijlagen vermelde rechten wijzigen;

– de tariefcontingenten vergroten of afschaffen.

3. De Associatieraad kan de door dit Protocol vastgestelde rechten vervangen door een stelsel, vastgesteld op basis van de respectieve marktprijzen van de Gemeenschap en Slovenië voor landbouwprodukten die daadwerkelijk bij de vervaardiging van de onder dit Protocol vallende verwerkte landbouwprodukten zijn gebruikt. De Associatieraad maakt de lijst op van de goederen waarop deze bedragen van toepassing zijn, evenals de lijst van de basisprodukten, en stelt te dien einde de algemene uitvoeringsbepalingen vast.

Artikel 2

De overeenkomstig artikel 1 toegepaste rechten kunnen bij besluit van de Associatieraad worden verlaagd:

– wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Slovenië de op de basislandbouwprodukten toegepaste rechten worden verlaagd, of

– in aansluiting op verlagingen die het gevolg zijn van wederzijdse concessies met betrekking tot verwerkte landbouwprodukten.

De onder het eerste streepje bedoelde verlagingen worden berekend op het deel van het recht, aangemerkt als landbouwelement, dat betrekking heeft op de landbouwprodukten die daadwerkelijk bij de vervaardiging van de bedoelde verwerkte landbouwprodukten zijn gebruikt en in mindering zijn gebracht op de rechten die gelden voor die basislandbouwprodukten.

Artikel 3

De Gemeenschap en Slovenië stellen elkaar in kennis van de administratieve regelingen die zijn vastgesteld voor de onder dit Protocol vallende produkten.

Deze regelingen dienen een gelijke behandeling van alle betrokken partijen te waarborgen en dienen zo eenvoudig en soepel mogelijk te zijn.


Bijlage I

Rechten die van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit Slovenië die in de Gemeenschap worden ingevoerd

GN-code OmschrijvingRecht
123
0403Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: 
0403– Yoghurt: 
0403 10 51 tot– – Gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacaoLE1)
0403 10 99  
0403 90– Andere: 
0403 90 71 tot– – Gearomatiseerd of bevattende toegevoegde vruchten of cacaoLE
0403 90 99  
0710Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren: 
0710 40– SuikermaïsLE
0711Groenten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie: 
0711 90 30– SuikermaïsLE
1517Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: 
1517 10– Margarine, andere dan vloeibare margarine: 
1517 10 10– – Met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercentenLE
1517 90– Andere: 
1517 90 10– – Met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercentenLE
1519Industriële eenwaardige vetzuren bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen: 
 – industriële eenwaardige vetzuren: 
1519 11– – Stearinezuur2
1519 12– – Oliezuur5
1519 20– Bij raffinage verkregen acid-oils6
1704Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen): 
1704 10– Kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker: 
1704 10 11 tot  
1704 10 19– – Met een saccharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als saccharose daaronder begrepen) van minder dan 60 gewichtspercentenLE, max 23
1704 10 91 tot  
1704 10 99– – Met een saccharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als saccharose daaronder begrepen) van 60 of meer gewichtspercentenLE, max 18
1704 90– Ander: 
1704 90 10– – Zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten saccharose, zonder andere toegevoegde stoffen9
1704 90 30– Witte chocoladeLE, max 27+AD S/Z
1704 90 51 tot– Ander:LE, max 27+AD S/Z
1704 90 99 
1803Cacaopasta, ook indien ontvet0
1804 00 00Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie0
1805 00 00Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen0
1806Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten: 
1806 10– Cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd:LE
1806 20– Andere bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg: 
1806 20 10– – Met een gehalte aan cacaoboter van 31 of meer gewichtspercenten of met een totaal gehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 31 of meer gewichtspercentenLE, max 27 + AD S/Z
1806 20 30– – Met een totaal gehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 25 of meer doch minder dan 31 gewichtspercentenLE, max 27 + AD S/Z
 – – Andere: 
1806 20 50– – – Met een gehalte aan cacaoboter van 18 of meer gewichtspercentenLE, max 27 + AD S/Z
1806 20 70– – – Zogenaamde „chocolate milk crumb"LE
1806 20 80– – – Cacaofantasie:LE
1806 20 95– – – Andere:LE, max 27 + AD S/Z
1806 31– – GevuldLE, max 27 + AD S/Z
1806 32– – Niet gevuldLE, max 27 + AD S/Z
1806 90– Andere: 
1806 90 11 tot– – Chocolade en chocoladewerkenLE, max 27 + AD S/Z
1806 90 39 
1806 90 50– – Suikerwerk en overeenkomstige bereidingen op basis van suiker vervangende stoffen, die cacao bevattenLE, max 27 + AD S/Z
1806 90 60– – Boterhampasta die cacao bevat: 
 – – – In verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kgLE, max 27 + AD S/Z
 – – – AndereLE, max 27 + AD S/Z
1806 90 70– – Bereidingen voor dranken, die cacao bevattenLE, max 27 + AD S/Z
1806 90 90– – AndereLE, max 27 + AD S/Z
1901Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen: 
1901 10– Bereidingen voor de voeding van kinderen, opgemaakt voor de verkoop in het kleinLE
1901 20– Mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905LE
1901 90– Andere: 
1901 90 11– – – Met een gehalte aan droge stof van 90 of meer gewichtspercentenLE
1901 90 19– – – AnderLE
1901 90 90– – AndereLE
1902Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid: 
 – Deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid: 
1902 11– – Waarin ei is verwerktLE
1902 19– – AndereLE
1902 20– Gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid): 
1902 20 91 tot– – AndereLE
1902 20 99  
1902 30– Andere deegwarenLE
1902 40– KoeskoesLE
1903Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke:LE
1904Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bij voorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid:LE
1905Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel: 
1905 10– Bros gebakken brood, zogenaamd „knäckebröd"LE, max 24 + AD S/Z
1905 20– OntbijtkoekLE
ex 1905 30– Koekjes en biscuits, gezoet; wafels en wafeltjes 
1905 30 11 tot 59 en 99 LE, max. 35 + AD S/Z
 – – Andere: 
 – – – Wafels en wafeltjes: 
1905 30 91 – – – – Gezouten, ook indien gevuldLE, max 30 + AD F/M
1905 40– Beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde produktenLE
1905 90– Andere: 
1905 90 10– – MatzesLE, max 20 + AD F/M
1905 90 20– – Ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten, van meel of van zetmeelLE
 – – Andere: 
1905 90 30– – – Brood waaraan geen honig, eieren, kaas of vruchten zijn toegevoegd, met een gehalte aan suikers en aan vetstoffen van elk niet meer dan 5 gewichtspercenten, berekend op de droge stofLE
1905 90 40– – – Wafels en wafeltjes, met een gehalte aan water van meer dan 10 gewichtspercentenLE, max 30 + AD F/M
1905 90 45en 55– – – Koekjes en biscuits, geëxtrudeerde en geëxpandeerde produkten, gezouten of gearomatiseerdLE, max 30 + AD F/M
 – – – Andere: 
1905 90 60– – – – GezoetLE, max 35 + AD S/Z
1905 90 90– – – – AndereLE, max 30 + AD F/M
2001Groenten, vruchten en andere eetbare plantedelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur: 
2001 90– Andere: 
2001 90 30– Suikermaïs (Zea mays var. saccharata)LE
2001 90 40– Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercentenLE
2004Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren: 
2004 10– Aardappelen: 
2004 10 91– – In de vorm van meel, gries of vlokkenLE
2004 90– Andere: 
2004 90 10– – Suikermaïs (Zea mays var. saccharata)LE
2005Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren: 
2005 20– Aardappelen: 
2005 20 10– – In de vorm van meel, gries of vlokkenLE
2005 80– Suikermaïs (Zea mays var. saccharata)LE
2008Vruchten en andere eetbare plantedelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, ander zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: 
2008 91– Palmharten9
2008 99 85– Maïs, anders dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)LE
2008 99 91– Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercentenLE
2101Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande chicorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: 
2101 10– Extracten, essences en concentraten van koffie en preparaten, op basis van deze produkten of op basis van koffie: 
 – – Preparaten: 
2101 10 99– – – AndereLE
2101 20– Extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van thee en maté: 
2101 20 10– – Bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, melkproteïnen, saccharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige stoffen, minder dan 2,5 gewichtspercenten, saccharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel:  
 – – – Preparaten van thee of van maté 
 – – – Andere 
  0
  4,4
2101 20 90– – AndereLE
2101 30– Gebrande chicorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: 
 – – Gebrande chicorei en andere gebrande koffiesurrogaten: 
2101 30 11– – – Gebrande chicorei7,7
2101 30 19– – – AndereLE
 – Extracten, essences en concentraten van gebrande chicorei en andere gebrande koffiesurrogaten: 
2101 30 91– – Van gebrande chicorei8,6
2101 30 99– – AndereLE
2102Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder  
2102 10– Levende gist: 
2102 10 10– – Reinculturen van gist7,4
2102 10 31 tot– – BakkersgistLE
2102 10 39  
2102 10 90– – Andere8,8
2102 20– Inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:3
2102 20 11– – In tabletten, in blokken of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg 
2102 30 00– Samengesteld bakpoeder3
2103Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke produkten; mosterdmeel en bereide mosterd: 
2103 10– Sojasaus4,4
2103 20– Tomatenketchup en andere tomatensausen: 
 – – Sausen op basis van tomatenpuree6
 – – Andere7
2103 30– Mosterdmeel en bereide mosterd: 
2103 30 90– – Bereide mosterd6,5
2103 90– Andere:6
2103 90 90– – Andere:5
2104Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptie: 
2104 10Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon:7
2104 20Samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptie8,6
2105Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattendLE, max 27 + AD S/Z
2106Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: 
2106 10– Proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen: 
2106 10 10– – Bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, melkproteïnen, saccharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 2,5 gewichtspercenten melkproteïnen, minder dan 5 gewichtspercenten saccharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel8,2
2106 10 90– – AndereLE
2106 90– Andere: 
2106 90 10– – Preparaten, „fondues" genaamdLE, Max 25 ecu/100 kg
 – – Andere 
2106 90 91– – – Bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, melkproteïnen, saccharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 2,5 gewichtspercenten melkproteïnen, minder dan 5 gewichtspercenten saccharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel: 
ex 2106 90 91– – – – Hydrolysaten van proteïnen, autolysaten van gist4,4
ex 2106 90 91– – – – Andere4,4
2106 90 99– – – Andere:LE
2202Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 2009: 
2202 10– Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd5
2202 90– Andere: 
2202 90 10– – Geen produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend: 
ex 2202 90 10– – – Suiker (saccharose of invertsuiker)5
2202 90 91 tot – – AndereLE
2202 90 99  
2203Bier van mout7
2205Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen:5
2208Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten; samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken: 
2208 10– Samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:  
2208 10 90– – Andere19 MIN ecu 1,1%vol/hl
2208 20– Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer: 
2208 20 11 en 19– – In verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 lecu 1,1% vol/hl + ecu 7/hl
2208 20 91 en 99– – In verpakkingen inhoudende meer dan 2 lecu 1,1% vol/hl
2208 30– Whisky: 
 – – Zogenaamde Bourbonwhisky, in verpakkingen inhoudende: 
2208 30 11– – – Niet meer dan 2 l1)ecu 0,1 vol/hl + ecu 1/hl
2208 30 19– – – Meer dan 2 l 
 – – Andere, in verpakkingen inhoudende: 
2208 30 91– – – Niet meer dan 2 lecu 0,3/% vol/hl + ecu 2,1/hl
2208 30 99– – – Meer dan 2 lecu 0,3/% vol/hl + ecu 2,1/hl
2208 40– Rum en tafia: 
2208 40 10– – In verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 lecu 0,7/% vol/hl + ecu 3,5/hl
2208 40 90– – In verpakkingen inhoudende meer dan 2 lecu 0,7/% vol/hl
2208 50– Gin en genever: 
 – – Gin, in verpakkingen inhoudende: 
2208 50 11– – – Niet meer dan 2 lecu 0,7/% vol/hl + ecu 3,5/hl
2208 50 19– – – Meer dan 2 literecu 0,7/% vol/hl
 – – Genever, in verpakkingen inhoudende: 
2208 50 91– – – Niet meer dan 2 lecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
2208 50 99– – – Meer dan 2 lecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
2208 90– Andere: 
 – – Arak, in verpakkingen inhoudende: 
2208 90 11– – – Niet meer dan 2 lecu 0,7/% vol/hl + ecu 3,5/hl
2208 90 19– – – Meer dan 2 lecu 0,7/% vol/hl
 – – Wodka met een alcohol-volumegehalte van niet meer dan 45,4% vol, pruimebrandewijn, perebrandewijn en kersebrandewijn, in verpakkingen inhoudende: 
 – – – Niet meer dan 2 l: 
2208 90 31– – – – Wodkaecu 0,9/% vol/hl + ecu 3,5/hl
2208 90 33– – – – Pruimebrandewijn, perebrandewijn en kersebrandewijnecu 0,9/% vol/hl + ecu 3,5/hl
2208 90 39– – – Meer dan 2 lecu 0,9/% vol/hl
 – – Andere gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, in verpakkingen inhoudende: 
 – – – Niet meer dan 2 l: 
 – – – – Gedistilleerde dranken: 
2208 90 51-– – – – Uit fruitecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
2208 90 53-– – – – Andereecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
 – – Andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, in verpakkingen inhoudende: 
 – – – Niet meer dan 2 l: 
ex 2208 90 55– – – – Likeuren: 
 – Eieren of eidooier en/of suiker (saccharose of invertsuiker) bevattendecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
ex 2208 90 59– – – – Andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten: 
 – Eieren of eidooier en/of suiker (saccharose of invertsuiker) bevattendecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
2208 90 71– –  – – Gedistilleerde dranken uit fruitecu 1,1/% vol/hl
2208 90 73– – – – – Andereecu 1,1/% vol/hl
ex 2208 90 79– – – – Likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevattenecu 1,1/% vol/hl
 – – Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol, in verpakkingen inhoudende: 
2208 90 91– – – Niet meer dan 2 l: 
ex 2208 90 91– – – – Andereecu 1,1/% vol/hl + ecu 7/hl
ex 2208 90 99– – – Andere: 
ex 2208 90 99– – – – Andereecu 1,1/% vol/hl

1) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.


Bijlage II

Rechten die van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit de Gemeenschap die in Slovenië worden ingevoerd

GN-Code OmschrijvingRecht
123
0403Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:  
0403 10– Yoghurt: 
0403 10 51 tot– – Gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacaoheffing
0403 10 99  
0403 90– Andere: 
0403 90 71 tot– – Gearomatiseerd of bevattende toegevoegde vruchten of cacaoheffing
0403 90 99  
0710Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren: 
0710 40– SuikermaïsMFN –25%
0711Groenten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie: 
0711 90 30– SuikermaïsMFN –25%
1517Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: 
1517 10– Margarine, andere dan vloeibare margarine: 
1517 10 10– – Met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercentenMFN –25%
1517 90– Andere 
1517 90 10– – Met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercentenMFN –25%
1704Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):MFN –25%
1806Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:MFN –25%
1901 Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepenMFN –25%
1902Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:  
 – Deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid: 
1902 11– – Waarin ei is verwerktMFN –25%
1902 19– – AndereMFN –25%
1902 20– Gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid): 
1902 20 91 tot– – AndereMFN –25%
1902 20 99 
1902 30– Andere deegwarenMFN –25%
1902 40– KoeskoesMFN –25%
1903Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke:MFN –25%
1904Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bij voorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels voorgekookt of op andere wijze bereid:MFN –25%
1905Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel:MFN –25%
2001Groenten, vruchten en andere eetbare plantedelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur: 
2001 90– Andere: 
2001 90 30– Suikermaïs (Zea mays var. saccharata)MFN –25%
2001 90 40– Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercentenMFN –25%
2004Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren: 
2004 10– Aardappelen: 
2004 10 91– – In de vorm van meel, gries of vlokkenMFN –25%
2004 90– Andere: 
2004 90 10– – Suikermaïs (Zea mays var. saccharata)MFN –25%
2005Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren: 
2005 20– Aardappelen: 
2005 20 10– – In de vorm van meel, gries of vlokkenMFN –25%
2005 80– Suikermaïs (Zea mays var. saccharata)MFN –25%
2008Vruchten en andere eetbare plantedelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: 
2008 99 85– Maïs, anders dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)MFN –25%
2008 99 91– Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercentenMFN –25%
2101Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande chicorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: 
2101 10– Extracten, essences en concentraten van koffie en preparaten, op basis van deze produkten of op basis van koffie:MFN –25%
2101 20– Extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van thee en maté:MFN –25%
2101 30– Gebrande chicorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:MFN –63,3%
2102Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder: 
2102 10– Levende gist:MFN –25%
2102 20– Inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:0%
2102 30 00– Samengesteld bakpoederMFN –68,4%
2103Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke produkten; mosterdmeel en bereide mosterd: 
2103 10– SojasausMFN –63,3%
2103 20– Tomatenketchup en andere tomatensausen:MFN –56,3%
2103 30– Mosterdmeel en bereide mosterd:MFN –53,6%
2103 90– Andere:MFN –50%
2104Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptie: 
2104 10Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon:MFN –61,1%
2104 20Samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptieMFN -–60,9%
2105Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattendMFN –25%
2106Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:MFN –25%
2202Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 2009:  
2202 10– Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerdMFN –66,7%
2202 90– Andere:MFN –40%
2203Bier van moutMFN –40%
2205Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen:MFN –25,9%
2208Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten; samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken: 
2208 10– Samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:MFN –30%
2208 20– Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer:MFN –37,5%
2208 30– WhiskyMFN –30%
2208 40– Rum and tafia:MFN –37,5%
2208 50– Gin and Genever:MFN –37,5%
2208 90– Andere:MFN –37,5%

Protocol nr. 4

Betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In dit Protocol wordt verstaan onder:

  • a. „vervaardiging": elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;

  • b. „materiaal": alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz. die bij de vervaardiging van het produkt worden gebruikt;

  • c. „produkt": het verkregen produkt, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander produkt te worden gebruikt;

  • d. „goederen": zowel materialen als produkten;

  • e. „douanewaarde": de waarde zoals bepaald overeenkomstig de op 12 april 1979 te Genève ondertekende overeenkomst inzake de toepassing van Artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel;

  • f. „prijs af fabriek": de prijs die voor het produkt af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht of aan degene die de laatste be- of verwerking buiten het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen heeft laten verrichten, mits in die prijs de waarde is begrepen van al het gebruikte materiaal, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen produkt wordt uitgevoerd;

  • g. „waarde van de materialen": de douanewaarde, op het tijdstip van de invoer, van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de betrokken gebieden is betaald;

  • h. „waarde van de materialen van oorsprong": de waarde van deze materialen als onder g) omschreven, welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;

  • i) „hoofdstukken" en „posten": de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het Geharmoniseerd Systeem inzake de Omschrijving en Codering van Goederen vormt, in dit Protocol het „geharmoniseerd systeem" of „GS" genoemd;

  • j. „ingedeeld": de indeling van een produkt of een materiaal onder een bepaalde post;

  • k. „zending": produkten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, een enkele factuur.

TITEL II

OMSCHRIJVING VAN HET BEGRIP „PRODUKTEN VAN OORSPRONG"

Artikel 2 Oorsprongscriteria

Onverminderd het artikel 3 van dit Protocol worden voor de toepassing van deze Overeenkomst beschouwd als:

1. produkten van oorsprong uit de Gemeenschap:

  • a. geheel en al in de Gemeenschap verkregen produkten in de zin van artikel 4 van dit Protocol;

  • b. in de Gemeenschap verkregen produkten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol;

2. produkten van oorsprong uit Slovenië:

  • a. geheel en al in Slovenië verkregen produkten, in de zin van artikel 4 van dit Protocol;

  • b. in Slovenië verkregen produkten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Slovenië een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol.

Artikel 3 Bilaterale cumulatie

1. In afwijking van artikel 2, lid 1, onder b), worden materialen van oorsprong uit Slovenië in de zin van dit Protocol beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap en behoeven ze in de Gemeenschap geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6 van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

2. In afwijking van artikel 2, lid 2, onder b), worden materialen van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van dit Protocol beschouwd als materialen van oorsprong uit Slovenië en behoeven ze in Slovenië geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6 van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

Artikel 4 Geheel en al verkregen produkten

1. Als geheel en al in de Gemeenschap of in Slovenië verkregen, worden beschouwd:

  • a. uit de bodem of zeebodem van de Gemeenschap of Slovenië gewonnen minerale produkten;

  • b. aldaar geoogste produkten van het plantenrijk;

  • c. aldaar geboren en opgefokte levende dieren;

  • d. produkten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;

  • e. voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;

  • f. produkten van de zeevisserij en andere door hun schepen uit de zee gewonnen produkten;

  • g. produkten uitsluitend uit de onder f) bedoelde produkten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;

  • h. aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die slechts geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of als afval te worden gebruikt;

  • i. afval, afkomstig van fabricageprocessen die aldaar hebben plaatsgevonden;

  • j. produkten gewonnen uit de buiten de territoriale wateren gelegen zeebodem of ondergrond daarvan, voor zover de Gemeenschap of Slovenië daar exclusieve exploitatierechten heeft;

  • k. goederen die uitsluitend uit de onder a tot en met j bedoelde produkten zijn vervaardigd.

2. De term „hun schepen" en „hun fabrieksschepen" in lid 1, onder f), respectievelijk g) is slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:

– die in Slovenië of een Lid-Staat van de Gemeenschap zijn ingeschreven of geregistreerd;

– die de vlag van Slovenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren;

– die voor minstens de helft toebehoren aan onderdanen van Slovenië of van Lid-Staten van de Gemeenschap of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een van deze Staten of in Slovenië heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van beheer of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn van Slovenië of van Lid-Staten van de Gemeenschap, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan deze Staten, aan Slovenië, of aan de openbare instanties of onderdanen van deze Staten of Slovenië;

– waarvan de kapitein en de officieren allen onderdanen zijn van Slovenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap;

– waarvan de bemanning voor tenminste 75% bestaat uit onderdanen van Slovenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap.

3. De termen „Slovenië" en „de Gemeenschap" hebben ook betrekking op de territoriale wateren van Slovenië en de Lid-Staten van de Gemeenschap.

Schepen waarmede in volle zee wordt gevist, met inbegrip van fabrieksschepen waarop de gevangen vis wordt be- of verwerkt, worden geacht deel uit te maken van het grondgebied van de Gemeenschap of van Slovenië, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden van lid 2.

Artikel 5 Toereikende bewerking of verwerking

1. Voor de toepassing van artikel 2 worden niet van oorsprong zijnde materialen geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, wanneer het verkregen produkt onder een andere post wordt ingedeeld dan die waaronder alle niet van oorsprong zijnde materialen vallen die bij de vervaardiging zijn gebruikt, onder voorbehoud van lid 2 en artikel 6.

2. Een produkt dat in de kolommen 1 en 2 van de lijst in bijlage II is vermeld, moet aan de voorwaarden voldoen die voor dit produkt in kolom 3 zijn vermeld, in plaats van aan het bepaalde in lid 1.

Wanneer de lijst van bijlage II een percentageregel geeft voor de bepaling van de oorsprong van een in de Gemeenschap of in Slovenië verkregen produkt, stemt de door de be- of verwerking toegevoegde waarde overeen met de prijs af fabriek van het verkregen produkt, verminderd met de waarde van de in de Gemeenschap of in Slovenië uit derde landen ingevoerde materialen.

3. Deze voorwaarden geven voor alle onder de Overeenkomst vallende produkten aan welke be- of verwerkingen de gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen bij de vervaardiging van deze produkten moeten hebben ondergaan, en zijn uitsluitend op die materialen van toepassing. Hieruit volgt dat wanneer een produkt dat het karakter van produkt van oorsprong heeft verkregen omdat aan de voorwaarden in de lijst is voldaan, bij de vervaardiging van een ander produkt wordt gebruikt, die voorwaarden die van toepassing zijn op het produkt waarin het wordt verwerkt niet van toepassing zijn. Er wordt dus geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.

Artikel 6 Onvoldoende be- of verwerking

De volgende be- of verwerkingen worden als ontoereikend beschouwd om het karakter van produkt van oorsprong te verlenen, ongeacht het feit of aan de voorwaarden van artikel 5 wordt voldaan:

  • a. behandelingen om de produkten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere produkten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen);

  • b. eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen), wassen, verven en snijden;

  • c.

i. veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van colli,

ii. eenvoudig verpakken in flessen, flacons, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes, enz., en alle andere eenvoudige verrichtingen in verband met de opmaak;

  • d. aanbrengen op de produkten zelf of op hun verpakking van merken, etiketten of andere soortgelijke onderscheidingstekens;

  • e. eenvoudig mengen van produkten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit Protocol om als „produkten van oorsprong" uit de Gemeenschap of Slovenië te worden beschouwd;

  • f. eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel;

  • g. twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde behandelingen tezamen;

  • h. het slachten van dieren.

Artikel 7 Determinerende eenheid

1. Voor de toepassing van dit Protocol is de determinerende eenheid het produkt dat als basiseenheid wordt beschouwd bij de vaststelling van de indeling in de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem. Hieruit volgt dat:

  • a. wanneer een produkt, bestaande uit een groep of verzameling artikelen volgens het geharmoniseerde systeem onder één enkele post wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;

  • b. wanneer een zending uit een aantal identieke produkten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk produkt voor de toepassing van dit Protocol afzonderlijk in aanmerking moet worden genomen.

2. Wanneer de verpakking, volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, bij de vaststelling van de indeling in aanmerking wordt genomen, wordt deze ook bij het vaststellen van de oorsprong in aanmerking genomen.

Artikel 8 Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 9 Stellen of assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien de artikelen waaruit zij zijn samengesteld van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit artikelen die van oorsprong en artikelen die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de artikelen die niet van oorsprong zijn, niet meer dan 15% van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.

Artikel 10 Neutrale elementen

Om te bepalen of een produkt van oorsprong is uit de Gemeenschap of Slovenië is het niet nodig de oorsprong vast te stellen van de elektriciteit, brandstof, fabrieksuitrusting, machines en werktuigen die voor de verkrijging van dit produkt zijn gebruikt of van materialen die tijdens het produktieproces werden gebruikt maar die in de uiteindelijke samenstelling van het produkt niet voorkomen en ook niet bestemd waren daarin voor te komen.

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 11 Territorialiteitsbeginsel

De voorwaarden van titel II met betrekking tot de verwerving van de oorsprong moeten zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Slovenië zijn vervuld.

Artikel 12 Wederinvoer

Produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of Slovenië die naar een ander land zijn uitgevoerd en die weer worden teruggezonden, worden, behoudens het bepaalde in artikel 3 of 4, niet als van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douane kan worden aangetoond dat:

  • a. de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen, en

  • b. zij in dat land geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.

Artikel 13 Rechtstreeks vervoer

1. De bij deze overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is slechts van toepassing op produkten of materialen die niet over het grondgebied van een ander land tussen het grondgebied van de Gemeenschap en dat van Slovenië zijn vervoerd. Goederen van oorsprong die één enkele zending vormen die niet wordt gesplitst kunnen echter over een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Slovenië worden vervoerd, in voorkomend geval met overslag of tijdelijke opslag op dit andere grondgebied, voor zover de goederen in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane zijn gebleven en aldaar geen andere behandelingen hebben ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.

Produkten van oorsprong uit Slovenië of de Gemeenschap mogen per pijpleiding door andere gebieden dan die van de Gemeenschap of Slovenië worden vervoerd.

2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:

  • a. hetzij een enkel vervoersdocument dat in het land van uitvoer is afgegeven ter dekking van het vervoer door het land van doorvoer;

  • b. hetzij een door de douane van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin

    • i. de goederen nauwkeurig zijn omschreven;

    • ii. de data zijn vermeld waarop de goederen gelost en opnieuw geladen zijn, onder opgave, indien van toepassing van de namen van de schepen, waarvan gebruik werd gemaakt, en waarin

    • iii. wordt verklaard onder welke voorwaarden de goederen in het land van doorvoer verbleven;

  • c. hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.

Artikel 14 Tentoonstellingen

1. De bepalingen van deze Overeenkomst zijn van toepassing op produkten die vanuit een Overeenkomstsluitende Partij naar een tentoonstelling in een derde land worden gezonden en die na de tentoonstelling in de andere Overeenkomstsluitende Partij worden ingevoerd, mits de produkten van oorsprong zijn uit de Gemeenschap of Slovenië in de zin van dit Protocol en voor zover ten genoegen van de douane wordt aangetoond dat:

  • a. een exporteur deze produkten vanuit een Overeenkomstsluitende Partij naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld;

  • b. de exporteur de produkten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een persoon in de andere Overeenkomstsluitende Partij;

  • c. de produkten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan naar de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn verzonden;

  • d. de produkten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op de tentoonstelling te worden vertoond.

2. Een bewijs van oorsprong dat overeenkomstig de bepalingen van titel IV is opgesteld en waarop naam en adres van de tentoonstelling zijn vermeld, dient op de gebruikelijke wijze aan de douaneautoriteiten van het land van invoer te worden voorgelegd. Deze kunnen, zo nodig, aanvullende bewijsstukken opvragen over de aard van de produkten en de voorwaarden waarop zij werden tentoongesteld.

3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, jaarbeurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter, die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse produkten zijn gehouden, en gedurende welke de produkten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

BEWIJS VAN DE OORSPRONG

Artikel 15 Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Het karakter van produkt van oorsprong, in de zin van dit Protocol, wordt aangetoond door middel van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage III bij dit Protocol is opgenomen.

Artikel 16 Normale procedure voor de afgifte van EUR.1-certificaten

1. Het EUR.1-certirficaat wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijk verzoek van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.

2. Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het EUR.1-certificaat als het aanvraagformulier in. Het model van beide formulieren is in bijlage III bij dit Protocol opgenomen.

Deze formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de nationale wetgeving van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. Bij de omschrijving van de produkten in het daartoe bestemde vak mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.

3. De exporteur die een EUR.1-certificaat aanvraagt, is op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat is afgegeven, steeds bereid de documenten te overleggen waaruit de oorsprong van de betrokken produkten blijkt en dat aan alle andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.

De exporteur dient de in voorgaande alinea lid bedoelde bewijsstukken gedurende ten minste drie jaar te bewaren.

De aanvragen voor EUR.1-certificaten dienen door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer gedurende ten minste drie jaar te worden bewaard.

4. Het EUR.1-certificaat wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap, indien de uit te voeren goederen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap zijn in de zin van artikel 2, lid 1, van dit Protocol. Het EUR.1-certificaat wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van Slovenië, indien de uit te voeren goederen produkten van oorsprong uit Slovenië zijn in de zin van artikel 2, lid 2, van dit Protocol.

5. Wanneer artikel 3 van toepassing is, kunnen de douaneautoriteiten van een Lid-Staat van de Gemeenschap of van Slovenië EUR.1-certificaten afgeven op de in dit Protocol vermelde voorwaarden, indien de uit te voeren goederen produkten van oorsprong in de zin van dit Protocol zijn en de goederen waarop deze certificaten betrekking hebben zich in de Gemeenschap of Slovenië bevinden.

In deze gevallen worden de EUR.1-certificaten afgegeven na overlegging van bewijsstukken ten aanzien van de oorsprong die eerder werden afgegeven of opgesteld. Dit bewijs van de oorsprong wordt gedurende ten minste drie jaar door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer bewaard.

6. De douaneautoriteiten die het EUR.1-certificaat afgeven, nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden inzake de oorsprong en de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan. Te dien einde zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten.

De douaneautoriteiten die het EUR.1-certificaat afgeven zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de produkten bestemde vak zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.

7. De datum van afgifte van het EUR.1-certificaat wordt vermeld in dat deel van het certificaat dat voor de douane is bestemd.

8. Een EUR.1-certificaat wordt door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer afgegeven wanneer de produkten waarop het betrekking heeft worden uitgevoerd. Het wordt ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.

Artikel 17 Afgifte van het EUR.1-certificaat achteraf

1. In afwijking van artikel 16, lid 8, kan een EUR.1-certirficaat bij wijze van uitzondering worden afgegeven na uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien:

  • a. dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of andere bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd, of

  • b. ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat een EUR.1-certificaat wel was afgegeven, maar om technische redenen bij invoer niet is aanvaard.

2. Voor de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn schriftelijke aanvraag de plaats en datum van uitvoer van de produkten te vermelden waarop het EUR.1-certificaat betrekking heeft, en de redenen van zijn verzoek op te geven.

3. De douaneautoriteiten kunnen eerst tot afgifte achteraf van een EUR.1-certificaat overgaan na te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.

4. Op de achteraf afgegeven certificaten wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT",

„DELIVRE A POSTERIORI",

„RILASCIATO A POSTERIORI",

„AFGEGEVEN A POSTERIORI",

„ISSUED RETROSPECTIVELY",

„UDSTEDT EFTERFOLGENDE",

„EKΔOΘEN EK TΟN YΣTEΡΟN"

„EXPEDIDO A POSTERIORI",

„EMITADO A POSTERIORI",

„ANNETTU JÄLKIKÄTEEN"

„UTFÄRDAT I EFTERHAND"

„IZDANO NAKNADNO".

5. De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen" van het EUR.1-certificaat.

Artikel 18 Afgifte van een duplicaat

1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een EUR.1-certificaat, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven schriftelijk verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.

2. Op het aldus afgegeven certificaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

„DUPLIKAT", „DUPLICATA", „DUPLICATO", „DUPLICAAT", „DUPLICATE", „ANTIΓΡAΦO", „DUPLICADO", „SEGUNDA VIA", „KAKSOISKAPPALE", „DVOJNIK".

3. De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen" van het EUR.1-certificaat.

4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke EUR.1-certificaat geldt vanaf die datum.

Artikel 19 Vervanging van EUR.1-certificaten

1. Vervanging van één of meer EUR.1-certificaten door één of meer andere certificaten is steeds mogelijk, voor zover dit geschiedt door het douanekantoor of andere bevoegde instanties die met het toezicht op de goederen zijn belast.

2. Een vervangend certificaat wordt met het oog op de toepassing van dit Protocol, met inbegrip van dit artikel, als een definitief EUR.1-certificaat beschouwd.

3. Een vervangend certificaat wordt afgegeven op schriftelijk verzoek van degene die de wederuitvoer verricht, nadat de gegevens die de aanvrager heeft verstrekt door de betrokken instanties zijn gecontroleerd. De datum en het volgnummer van het oorspronkelijke EUR.1-certificaat worden in vak 7 vermeld.

Artikel 20 Vereenvoudigde procedure voor de afgifte van EUR.1-certificaten

1. In afwijking van de artikelen 16, 17 en 18 van dit Protocol kan volgens onderstaande bepalingen een vereenvoudigde procedure voor de afgifte van het EUR.1-certificaat worden toegepast.

2. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer kunnen een exporteur, hierna „toegelaten exporteur" genoemd, die veelvuldig goederen verzendt waarvoor EUR.1-certificaten kunnen worden afgegeven en die, naar het oordeel van de bevoegde instanties, de nodige waarborgen biedt wat de controle op de oorsprong van de produkten betreft, in staat stellen een EUR.1-certificaat te verkrijgen onder de bij artikel 16 van dit Protocol vastgestelde voorwaarden zonder dat hij daarvoor een aanvraag indient.

3. In de in lid 2 bedoelde vergunning wordt naar keuze van de bevoegde instanties bepaald dat vak 11 „Visum van de douane" van het EUR.1-certificaat:

  • a. van tevoren wordt voorzien van het stempel van het bevoegde douanekantoor van de Staat van uitvoer, alsmede van de geschreven of anderszins aangebrachte handtekening van een ambtenaar van dit kantoor, of

  • b. door de toegelaten exporteur wordt voorzien van een speciaal stempel dat door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer is goedgekeurd en overeenkomt met het model dat in bijlage V van dit Protocol is opgenomen. Dit stempel mag ook op de formulieren worden voorgedrukt.

4. In de in lid 3, onder a, bedoelde gevallen wordt in vak 7 „Opmerkingen" van het EUR.1-certificaat een van de volgende aantekeningen aangebracht:

„PROCEDIMIENTO SIMPLIFICADO", „FORENKLET PROCEDURE", „VEREINFACHTES VERFAHREN", „AΠΛOYΣTEYMENH ΔIAΔIKAΣA", „SIMPLIFIED PROCEDURE", „PROCEDURE SIMPLIFIEE", „PROCEDURA SEMPLIFICATA", „VEREENVOUDIGDE PROCEDURE", „PROCEDIMENTO SIMPLIFICADO", „YKSINKERTAISTETTU MENETTELY", „FÖRENKLAD PROCEDUR", „POENOSTAVLJEN POSTOPEK".

5. Vak 11 „Visum van de douane" van het EUR.1-certificaat wordt zo nodig door de toegelaten exporteur ingevuld.

6. De toegelaten exporteur vermeldt zo nodig in vak 13 „Verzoek om controle" van het EUR.1-certificaat naam en adres van de instantie die bevoegd is dit certificaat te controleren.

7. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer kunnen voorschrijven dat bij toepassing van de vereenvoudigde procedure de EUR.1-certificaten van een speciaal merkteken worden voorzien.

8. De bevoegde instanties vermelden in de in lid 2 bedoelde vergunning met name:

  • a. op welke wijze de aanvragen om EUR.1-certificaten moeten worden ingediend;

  • b. op welke wijze deze aanvragen gedurende ten minste drie jaar moeten worden bewaard;

  • c. in de in lid 3, onder b, bedoelde gevallen, de instantie die bevoegd is de in artikel 29 van dit Protocol bedoelde controle achteraf uit te voeren.

9. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer mogen bepaalde categorieën goederen van de in lid 2 bedoelde speciale behandeling uitsluiten.

10. De in lid 2 bedoelde vergunning wordt geweigerd wanneer de exporteur niet alle waarborgen biedt die de douaneautoriteiten nodig achten. De bevoegde instanties kunnen de vergunning steeds intrekken en zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet meer aan de voorwaarden voldoet of niet langer de nodige waarborgen biedt.

11. De toegelaten exporteur kan worden verplicht de bevoegde instanties, op de wijze die deze bepalen, in te lichten wanneer hij voornemens is goederen te verzenden, zodat deze instanties eventueel, voor het vertrek van de goederen, de door hen nodig geachte controles kunnen verrichten.

12. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer kunnen elke door hen nodig geachte controle verrichten bij de toegelaten exporteurs. Deze exporteurs kunnen zich hiertegen niet verzetten.

13. De bepalingen in dit artikel doen geen afbreuk aan de voorschriften van de Gemeenschap, de Lid-Staten en Slovenië inzake douaneformaliteiten en het gebruik van douanedocumenten.

Artikel 21 Geldigheid van EUR.1-certificaten

1. Het EUR.1-certificaat is vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer vier maanden geldig en moet binnen die periode bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend.

2. Een EUR.1-certificaat dat na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer wordt ingediend, kan met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard, wanneer de te late indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.

3. In andere gevallen van te late indiening kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer het EUR.1-certificaat aanvaarden wanneer de produkten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangeboden.

Artikel 22 Overlegging van EUR.1-certificaten

EUR.1-certificaten worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer overeenkomstig de voorschriften van dat land. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van dit certificaat verlangen. Zij kunnen voorts eisen dat het aangifteformulier vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de produkten aan de voorwaarden voor toepassing van de Overeenkomst voldoen.

Artikel 23 Invoer in deelzendingen

Wanneer gedemonteerde of niet-gemonteerde produkten in de zin van algemene regel 2 a van het geharmoniseerde systeem, die zijn ingedeeld onder de Afdelingen XVI en XVII of de posten nr. 7308 en 9406 van het geharmoniseerde systeem, op verzoek van de importeur in gedeelten wordt ingevoerd onder de door de douaneautoriteiten van het land van invoer gestelde voorwaarden, dient slechts één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten te worden ingediend bij invoer van de eerste deelzending.

Artikel 24 EUR.2-formulieren

1. In afwijking van artikel 15 kan het bewijs van de oorsprong, in de zin van dit Protocol, voor zendingen die slechts produkten van oorsprong bevatten en waarvan de waarde niet meer bedraagt dan 5.110 ecu per zending, worden geleverd door een EUR.2-formulier, waarvan het model in bijlage IV bij dit Protocol is opgenomen.

2. Het EUR.2-formulier wordt door de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, door zijn gemachtigde vertegenwoordiger, overeenkomstig dit Protocol, ingevuld en ondertekend.

3. Voor elke zending wordt een EUR.2-formulier ingevuld.

4. Wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer hierom verzoeken, overlegt de exporteur die het EUR.2-formulier heeft aangevraagd alle bewijsstukken betreffende het gebruik van dit formulier.

5. De artikelen 22, 23 en 27 zijn van overeenkomstige toepassing op het EUR.2-formulier.

Artikel 25 Vrijstellingen van het formele bewijs van de oorsprong

1. Produkten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als produkten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is officieel bewijs van oorsprong over te leggen, voor zover zulke produkten zonder commerciële doeleinden worden ingevoerd en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden van dit Protocol voldoen en er over de juistheid van een dergelijke verklaring geen twijfel bestaat. Worden dergelijke produkten per post verzonden, dan kan een dergelijke verklaring op het douaneformulier C2/CP3 worden gesteld of op een blad dat bij dat formulier is gevoegd.

2. Als invoer zonder commerciële doeleinden wordt beschouwd invoer van incidentele aard die uitsluitend bestaat uit produkten voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, voor zover noch de aard noch de hoeveelheid van de produkten op commerciële doeleinden wijzen.

3. Voorts mag de totale waarde niet meer bedragen dan 365 ecu voor kleine zendingen of 1.025 ecu voor de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 26 Verschillen en vormfouten

1. Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de verklaringen op het EUR.1-certificaat of het EUR.2-formulier en de documenten die met het oog op de douaneformaliteiten bij invoer aan het douanekantoor worden overgelegd, dan is het EUR.1-certificaat of het EUR.2-formulier hierdoor niet automatisch ongeldig, indien wordt vastgesteld dat het met de aangeboden produkten overeenstemt.

2. Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het EUR.1-certificaat of het EUR.2-formulier maken het document niet ongeldig indien de fouten niet van dien aard zijn dat daardoor twijfel ontstaat over de juistheid van de gegevens.

Artikel 27 In ecu uitgedrukte bedragen

1. Het land van uitvoer stelt de bedragen in zijn nationale valuta vast die gelijk zijn aan de in ecu uitgedrukte bedragen en deelt deze mede aan de andere Overeenkomstsluitende Partij.

Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door het land van invoer vastgestelde bedragen, aanvaardt het land van invoer deze indien de goederen gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer.

Indien de goederen gefactureerd zijn in de valuta van een andere Lid-Staat van de Gemeenschap, aanvaardt de Staat van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag.

2. Tot en met 30 april 2000 is de tegenwaarde van de ecu in een bepaalde nationale valuta gelijk aan de tegenwaarde van de ecu in die nationale valuta per 1 oktober 1994.

Voor iedere daaropvolgende periode van vijf jaar worden de in ecu uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de staten door de Associatieraad herzien op basis van de wisselkoers van de ecu op de eerste werkdag in oktober van het jaar dat onmiddellijk aan die vijfjaarlijkse periode voorafgaat.

Bij deze herziening ziet de Associatieraad erop toe dat de bedragen in nationale valuta niet worden verminderd. Voorts zal het onderzoeken of het wenselijk is de gevolgen van de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Te dien einde kan de Associatieraad besluiten de in ecu uitgedrukte bedragen te wijzigen.

TITEL V

REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 28 Toezending van de stempelafdrukken en adressen

De douaneautoriteiten van de Lid-Staten en van Slovenië doen elkaar, via de Commissie van de Europese Gemeenschappen, afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van EUR.1-certificaten, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de afgifte van EUR.1-certificaten en de controle van deze certificaten en van de EUR.2-formulieren

Artikel 29 Controle van de EUR.1-certificaten en van de EUR.2-formulieren

1. De EUR.1-certificaten en de EUR.2-formulieren worden achteraf door middel van steekproeven gecontroleerd en wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van een document, de oorsprong van de betrokken produkten of de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol.

2. Met het oog op de toepassing van lid 1, zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het EUR.1-certificaat, het EUR.2-formulier of een kopie van deze documenten terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer onder vermelding van de materiële of formele redenen van het verzoek om controle.

De douaneautoriteiten van het land van invoer doen tevens, ter ondersteuning van het verzoek om controle achteraf, alle documenten en alle inlichtingen toekomen die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het EUR.1-certificaat of het EUR.2-formulier onjuist zijn.

3. De controle wordt uitgevoerd door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Ze zijn in dit verband gerechtigd alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten.

4. Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de resultaten van de controle niet bekend zijn, stellen zij de importeur voor de produkten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.

5. De douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd worden binnen tien maanden van de resultaten van de controle in kennis gesteld. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten authentiek zijn, of de betrokken produkten als produkten van oorsprong kunnen worden beschouwd en of ze aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen.

6. Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na de datum van het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de produkten vast te stellen, zal de aanvragende douaneautoriteit de preferentiële behandeling niet toekennen, behalve wanneer er sprake is van overmacht of buitengewone omstandigheden.

Artikel 30 Regeling van geschillen

Geschillen ten aanzien van de in artikel 29 omschreven controleprocedures die niet onderling geregeld kunnen worden door de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die de controle moeten verrichten, en problemen in verband met de interpretatie van dit Protocol, worden aan de Associatieraad voorgelegd.

De regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van de Staat van invoer behoort steeds tot de bevoegdheid van deze staat.

Artikel 31 Sancties

Tegen een ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel produkten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.

Artikel 32 Vrije zones

1. De Lid-Staten en Slovenië nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat produkten die onder geleide van een EUR.1-certificaat worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een vrije zone op hun grondgebied verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.

2. In afwijking van lid 1 moeten de betrokken autoriteiten op verzoek van de exporteur een nieuw EUR.1-certificaat afgeven indien produkten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap of Slovenië onder dekking van een EUR.1-certificaat in een vrije zone worden ingevoerd en aldaar worden be- of verwerkt, indien deze be- of verwerking in overeenstemming is met het bepaalde in dit Protocol.

TITEL VI

CEUTA EN MELILLA

Artikel 33 Toepassing van het Protocol

1. De in dit Protocol gebruikte term „Gemeenschap" heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla. Onder „produkten van oorsprong uit de Gemeenschap" worden geen produkten van oorsprong uit deze gebieden verstaan.

2. Dit Protocol is van overeenkomstige toepassing op produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 34.

Artikel 34 Bijzondere voorwaarden

1. De volgende bepalingen zijn van toepassing in plaats van artikel 2 en 3 en de verwijzingen naar die artikelen zijn van overeenkomstige toepassing op onderhavig artikel.

2. Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, worden beschouwd als:

1. produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

  • a. geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen produkten;

  • b. in Ceuta en Melilla verkregen produkten, bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde produkten zijn gebruikt, voor zover:

    • i. deze produkten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voor zover

    • ii. deze produkten van oorsprong zijn uit Slovenië of de Gemeenschap in de zin van dit Protocol, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6 omschreven ontoereikende be- of verwerkingen.

2. produkten van oorsprong uit Slovenië:

  • a. geheel en al in Slovenië verkregen produkten;

  • b. in Slovenië verkregen produkten, bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde produkten zijn gebruikt, voor zover:

    • i. Deze materialen een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voor zover

    • ii. deze materialen van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Gemeenschap in de zin van dit Protocol, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6 omschreven ontoereikende be- of verwerkingen.

3. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.

4. De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt „Slovenië„ en „Ceuta en Melilla„ in vak 2 van het EUR.1-certificaat. Zijn de produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, dan wordt dit bovendien vermeld in vak 4 van het EUR.1-certificaat.

5. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit Protocol in Ceuta en Melilla.

TITEL VII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 35 Wijziging van het Protocol

De Associatieraad kan besluiten de bepalingen van dit Protocol te wijzigen.

Artikel 36 Bijlagen

De bijlagen bij dit Protocol maken deel uit van dit Protocol.

Artikel 37 Tenuitvoerlegging

De Gemeenschap en Slovenië nemen, ieder voor zich, de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol.


Bijlage I

Aantekeningen

Voorwoord

Deze aantekeningen zijn van toepassing op alle produkten die vervaardigd zijn met gebruikmaking van niet van oorsprong zijnde materialen, zelfs op produkten waarvoor de speciale voorwaarden van de lijst in bijlage II niet gelden en waarop de in artikel 5, lid 1, bedoelde regel „verandering van post" van toepassing is.

Aantekening 1:

1.1. De eerste twee kolommen geven het verkregen produkt aan. In kolom 1 staat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem en in kolom 3 de omschrijving van de goederen voor die post of dat hoofdstuk volgens dat systeem. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 is in kolom 3 een regel gegeven. Een postnummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex" betekent dat de regel in kolom 3 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.

1.2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het produkt in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de overeenkomstige regel in kolom 3 van toepassing op alle produkten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 genoemde posten zijn ingedeeld.

1.3. Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende produkten binnen één post, is bij ieder gedachtenstreepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de in kolom 3 vermelde regel van toepassing is.

Aantekening 2:

2.1. Wanneer een post of een deel van een post niet in de lijst voorkomt, geldt de regel „verandering van post" als bedoeld in artikel 5, lid 1. Indien de regel „verandering van post" van toepassing is, is dit in kolom 3 aangegeven.

2.2. De be- of verwerking die volgens de regel in kolom 3 is vereist dient alleen te worden uitgevoerd met betrekking tot de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen. De beperkingen die in kolom 3 zijn aangegeven zijn eveneens slechts van toepassing op de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen.

2.3. Wanneer volgens een regel „materialen van iedere post" mogen worden gebruikt, dan mogen ook materialen van dezelfde post als het produkt worden gebruikt, voor zover de regel verder geen beperkingen inhoudt. De uitdrukking „vervaardiging uit materialen van om het even welke post met inbegrip van andere materialen van post ...." betekent evenwel dat materialen van dezelfde post als het produkt slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die in kolom 2.

2.4. Indien een produkt, vervaardigd van niet van oorsprong zijnde materialen, dat door de vervaardiging de oorsprong heeft verkregen krachtens de regel „verandering van post" of krachtens een regel in de lijst, gebruikt wordt als materiaal bij de vervaardiging van een ander produkt, geldt de regel die van toepassing is op dat andere produkt waarin het is verwerkt daarvoor niet. Bijvoorbeeld: Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet meer mag zijn dan 40% van de prijs af-fabriek, is vervaardigd van „smeedijzer van gelegeerd staal" van post 7224. Werd dit smeedijzer in het betrokken land vervaardigd van niet van oorsprong zijnde ingots, dan heeft het smeedijzer reeds oorsprong verkregen krachtens de regel vermeld in de lijst voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de machine telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of niet. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

2.5. Zelfs al wordt aan de regel „verandering van post" of aan de regel in de lijst voldaan, dan wordt een produkt niet als van oorsprong beschouwd indien de be- of verwerking, als geheel genomen, ontoereikend is in de zin van artikel 6.

Aantekening 3:

3.1. De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die is vereist; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong, maar minder be- of verwerking kan geen oorsprong verlenen. Is volgens de regel het gebruik van niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald produktiestadium toegestaan, dan is het gebruik ervan in een vroeger produktiestadium wel toegestaan, maar in een later produktiestadium niet.

3.2. Wanneer volgens een regel in de lijst een produkt van meer dan één materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat één of meerdere van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt. Bijvoorbeeld: Volgens de regel voor weefsels mogen natuurlijke vezels worden gebruikt en, onder meer, ook chemisch vervaardigde materialen. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere of beide kunnen worden gebruikt. Indien evenwel, volgens dezelfde regel, voor een bepaald materiaal een beperking geldt en voor de andere materialen andere beperkingen, dan gelden de beperkingen alleen voor de werkelijk gebruikte materialen. Bijvoorbeeld: Vogens de regel voor naaimachines moeten het draadspanmechanisme en het zigzagmechanisme van oorsprong zijn; beide beperkingen gelden alleen indien deze mechanismen daadwerkelijk in de naaimachine zijn ingebouwd.

3.3. Wanneer volgens een regel in de lijst een produkt van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit evenwel niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. Bijvoorbeeld: De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik uit van granen en derivaten daarvan. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd mogen evenwel worden gebruikt. Bijvoorbeeld: Indien voor een artikel vervaardigd van gebonden textielvlies, slechts het gebruik van garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, dan is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies – zelfs al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval zou het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen moeten bevinden, d.w.z. in het vezelstadium. Zie ook aantekening 6.3 betreffende textiel.

3.4. Indien in een regel in de lijst twee of meer percentages worden gegeven voor de maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte, niet van oorsprong zijnde, materialen mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de speciale percentages voor bijzondere materialen niet worden overschreden.

Aantekening 4:

4.1. De term „natuurlijke vezels" in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium voor het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels" vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

4.2. De term „natuurlijke vezels" omvat paardehaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.

4.3. De termen „textielmassa", „chemische materialen" en „materialen voor het vervaardigen van papier" in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 53 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

4.4. De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels" in de lijst heeft betrekking op kabels van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.

Aantekening 5:

5.1. In het geval van produkten die zijn onder die posten in de lijst waarnaar in deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij hun vervaardiging worden gebruikt, en die, samen genomen, niet meer dan 10% van het gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen vertegenwoordigen (zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4.).

5.2. Deze tolerantie geldt evenwel uitsluitend voor gemengde produkten die uit twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd. Basistextielmaterialen zijn: – zijde, – wol, – grof haar, – fijn haar, – paardehaar (crin), – katoen, – papier en materiaal voor het vervaardigen van papier, – vlas, – hennep, – jute en andere bastvezels, – sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave, – kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels, – synthetische filamenten, – kunstmatige filamenten, – synthetische stapelvezels, – kunstmatige stapelvezels. Bijvoorbeeld: Garens van post 5205 vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506 zijn gemengde garens. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke niet van oorsprong zijnde chemisch vervaardigde materialen moeten worden gebruikt) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van de garens. Bijvoorbeeld: Een weefsel van wol van post 5112 vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke gebruik moet worden gemaakt van niet van oorsprong zijnde synthetische of kunstmatige stapelvezels die niet gekamd of gekaard, noch anderszins met het oog op het spinnen zijn bewerkt) of niet van oorsprong zijnde garens van wol die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke niet van oorsprong zijnde natuurlijke vezels moeten worden gebruikt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel. Bijvoorbeeld: Getuft textielweefsel van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd produkt wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd produkt is, vervaardigd van garens die onder twee verschillende posten worden, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn. Bijvoorbeeld: Indien het betrokken getufte textielweefsel is vervaardigd van katoengarens van post 5205 en van synthetisch weefsel van post 5407, dan behoren de gebruikte garens uiteraard tot twee verschillende soorten basistextielmateriaal en is het getufte textielweefsel bijgevolg een gemengd produkt. Bijvoorbeeld: Een getuft tapijt, vervaardigd van zowel kunstmatige garens als van katoengarens en met een grondlaag van jute, is een gemengd produkt omdat drie basistextielmaterialen zijn gebruikt. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde materialen in een later produktiestadium dan de regel toelaat worden gebruikt, voor zover het totaalgewicht ervan niet meer bedraagt dan 10% van het gewicht van het tapijt. In dit produktiestadium zouden ingevoerde jutegrondlagen en/of ingevoerde kunstmatige garens kunnen worden gebruikt, voor zover aan de voorwaarden inzake het gewicht wordt voldaan.

5.3. In het geval van weefsels die garens bevatten „gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld" bedraagt de tolerantie voor dit garen 20%.

5.4. In het geval van weefsels die strippen bevatten bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof, bedraagt de tolerantie voor de strippen 30%.

Aantekening 6:

6.1. In het geval van textielprodukten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde produkten, worden gebruikt, mits zij onder een andere post vallen dan het produkt en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 8% van de prijs af fabriek van het produkt.

6.2. Materialen die niet in de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld kunnen vrij worden gebruikt, ongeacht het feit of zij textielmaterialen bevatten. Bijvoorbeeld: Indien een regel in de lijst bepaalt dat voor een bepaald textielartikel, zoals een lange broek, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet onder een van de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Ook is het gebruik van ritssluitingen toestaan, hoewel deze meestal textielmateriaal bevatten.

6.3. Indien een percentageregel van toepassing is, moet de waarde van materialen die niet onder een van de hoofdstukken 60 tot en met 63 zijn ingedeeld, wel in aanmerking worden genomen bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

Aantekening 7:

7.1. Onder „aangewezen behandeling" in de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt verstaan:

a. vacuümdistillatie;

b. herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing1;

c. kraken;

d. reforming;

e. extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f. een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g. polymeriseren;

h. alkyleren;

i. isomeriseren.

7.2. Onder „aangewezen behandeling" in de zin van de posten 2710 tot en met 2712 wordt verstaan:

a. vacuümdistillatie;

b. herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing1);

c. kraken;

d. reforming;

e. extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f. een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g. polymeriseren;

h. akyleren;

ij. isomeriseren;

k. uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde produkten met ten minste 85% wordt verlaagd (methode ASTM D 1 266-59 T);

l. uitsluitend voor de produkten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren;

m. uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250°C wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld „hydrofinishing" of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een aangewezen behandeling aangemerkt;

n. uitsluitend voor stookolie van post ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze produkten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30% van het volume ervan overdistilleren bij 300°C, een en ander bepaald volgens de methode ASTM D 86;

o. uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading.

7.3. Goederen die onder de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 zijn ingedeeld, verkrijgen geen oorsprong door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van produkten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.


Bijlage II

Lijst van be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het vervaardigde produkt het karakter van produkt van oorsprong verkrijgt

GS-post OmschrijvingBe- of verwerking van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van produkt van oorsprong verlenen
(1)(2)(3)
0201Vlees van runderen, vers of gekoeldVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van vlees van runderen, bevroren, bedoeld bij post 0202
0202Vlees van runderen, bevrorenVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van vlees van runderen, vers of gekoeld, bedoeld bij post 0201
0206Eetbare slachtafvallen van runderen, van varkens, van schapen, van geiten, van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, vers, gekoeld of bevrorenVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van hele dieren bedoeld bij de posten 0201 t/m 0205
0210Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt; meel en poeder van vlees of van slachtafvallen, geschikt voor menselijke consumptieVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van vlees en slachtafvallen bedoeld bij de posten 0201 t/m 0206 en 0208 of levers van pluimvee bedoeld bij post 0207
0302 t/m 0305VisVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 reeds van oorsprong moeten zijn
0402, 0404 t/m 0406Melk en zuivelproduktenVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van melk of room bedoeld bij post 0401 of 0402
0403Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacaoVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn en – alle gebruikte vruchtesappen (met uitzondering van vruchtesappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) bedoeld bij post 2009 van oorsprong moeten zijn en – de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer mag bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
0408Vogeleieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffenVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van vogeleieren bedoeld bij post 0407
ex 0502Bereid haar van varkens en van wilde zwijnenReinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar
ex 0506Beenderen en hoornpitten, ruwVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 reeds van oorsprong moeten zijn
0710 t/m 0713Groenten, bevroren, gedroogd of voorlopig verduurzaamd, met uitzondering van de posten ex 0710 en ex 0711, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte groenten reeds van oorsprong moeten zijn
ex 0710Suikermaïs (ook indien gestoomd of in water gekookt), bevrorenVervaardiging uit suikermaïs, vers of gekoeld
ex 0711Suikermaïs, voorlopig verduurzaamdVervaardiging uit suikermaïs, vers of gekoeld
0811Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:  
 – met toegevoegde suiker – andereVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
0812Vruchten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptieVervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
0813Vruchten, andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806, gedroogd; mengsels van noten of gedroogde vruchten, bedoeld bij dit hoofdstukVervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
0814Schillen van citrusvruchten en van meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers, bevroren, gedroogd, dan wel in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegdVervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
ex hoofdstuk 11Produkten van de meelindustrie; mout; zetmeel; gluten; inuline, met uitzondering van post ex 1106 waarvoor de regel hierna wordt uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte granen, groenten en planten voor voedingsdoeleinden, wortels en knollen bedoeld bij post 0714, of vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1106Meel en gries, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713Drogen en malen van zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0708
1301Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en balsems, van natuurlijke oorsprongVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 1302Uit plantaardige produkten verkregen planteslijmen en bindmiddelen, gewijzigdVervaardiging uit niet-gewijzigde planteslijmen en bindmiddelen
1501Reuzel; ander varkensvet en vet van gevogelte, gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd:  
 – beendervet of afvalvetVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen bedoeld bij post 0506
 – anderVervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee bedoeld bij post 0207
1502Rund-, schape- of geitevet, ruw of gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd:  
 – beendervet of afvalvetVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen bedoeld bij post 0506
 – anderVervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke materialen van hoofdstuk 2 reeds van oorsprong moeten zijn
1504Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:  
 – vaste fracties van oliën en vetten van vis en van oliën en vetten van zeezoogdierenVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1504
 – andereVervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke materialen van de hoofdstukken 2 en 3 reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1505Geraffineerde lanolineVervaardiging uit ruw wolvet bedoeld bij post 1505
1506Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: 
 – vaste fractiesVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen bedoeld bij post 1506
 – andereVervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke materialen van hoofdstuk 2 reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1507 t/m 1515Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:  
 – vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolieVervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515
 – andere, met uitzondering van: – tungolie, oiticicaolie, myricawas en japanwas – oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptieVervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1516Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, opnieuw veresterd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereidVervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke en plantaardige materialen reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1517Vloeibare mengsels, voor menselijke consumptie, van plantaardige oliën bedoeld bij de posten 1507 tot en met 1515Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1519Industriële vetalcoholen met het karakter van kunstwasVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van vetzuren bedoeld bij post 1519
1601Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze produkten, voor menselijke consumptieVervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1
1602Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloedVervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1
1603Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdierenVervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1; alle gebruikte vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren moeten evenwel reeds van oorsprong zijn
1604Bereidingen en conserven van vis, kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuitVervaardiging waarbij alle gebruikte vis of kuit reeds van oorsprong moet zijn
1605Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdierenVervaardiging waarbij alle gebruikte schaaldieren, weekdieren of andere ongewervelde waterdieren reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1701Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere saccharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1702Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:  
 – chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose (levulose)Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702
 – andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen reeds van oorsprong moeten zijn
ex 1703Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1704Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1806Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevattenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1901Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen:  
 – moutextractVervaardiging uit granen bedoeld bij hoofdstuk 10
 – andereVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1902Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereidVervaardiging waarbij alle gebruikte granen (met uitzondering van harde tarwe), vlees en eetbare slachtafvallen, vis, schaaldieren of weekdieren reeds van oorsprong moeten zijn
1903Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijkeVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel bedoeld bij post 1108
1904Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bij voorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid:  
 – zonder toevoeging van cacao:  
 – granen andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereidVervaardiging uit materialen van om het even welke post. Bereide of geconserveerde korrels en kolven van suikermaïs van de posten 2001, 2004 en 2005 en suikermaïs, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, van post 0710 mogen evenwel niet worden gebruikt
 – andereVervaardiging waarbij: – alle gebruikte graansoorten en derivaten daarvan (met uitzondering van maïs van de soort „Zea indurata” en van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al moeten zijn verkregen en – de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1904– cacao bevattendVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de materialen van post 1806 en waarin de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
1905Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeelVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11
2001Groenten, vruchten en andere eetbare plantedelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuurVervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
2002Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuurVervaardiging waarbij alle gebruikte tomaten reeds van oorsprong moeten zijn
2003Paddestoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuurVervaardiging waarbij alle gebruikte paddestoelen en truffels reeds van oorsprong moeten zijn
2004 en 2005Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, al dan niet bevrorenVervaardiging waarbij alle gebruikte groenten reeds van oorsprong moeten zijn
2006Vruchten, vruchteschillen en andere plantedelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
2007Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
2008Vruchten en andere eetbare plantedelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:  
 – vruchten, op andere wijze gekookt dan door stomen of koken in water, zonder toegevoegde suiker, bevrorenVervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten reeds van oorsprong moeten zijn
 – noten, zonder toegevoegde suiker of alcoholVervaardiging waarbij de waarde van de van oorsprong zijnde, gebruikte noten en oliehoudende zaden bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, meer bedraagt dan 60% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. De waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 mag evenwel niet meer bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2009Ongegiste vruchtesappen (druivemost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffenVervaardiging uit materialen die niet onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld. De waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 mag evenwel niet meer bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2101Gebrande cichorei, alsmede extracten, essences en concentraten daarvanVervaardiging waarbij alle gebruikte cichorei reeds van oorsprong moet zijn
ex 2103– sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke produktenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt
 – bereide mosterdVervaardiging uit mosterdmeel
ex 2104– preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillonVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, bedoeld bij de posten 2002 tot en met 2005
 – samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptieDe regel voor de post waaronder het produkt zou worden ingedeeld, indien het onverpakt werd aangeboden, is van toepassing
ex 2106Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
2201Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuwVervaardiging waarbij al het gebruikte water reeds van oorsprong moet zijn
2202Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 2009Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. De waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 mag evenwel niet meer bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt en alle gebruikte ongegiste vruchtesappen (andere dan vruchtesappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) moeten reeds van oorsprong zijn
ex 2204Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen, en druivemost met toegevoegde alcoholVervaardiging uit andere druivemost
2205, ex 2207, ex 2208 en ex 2209De volgende produkten die van druiven afkomstige materialen bevatten: Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van druiven of alle van druiven afkomstige materialen
 – vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen – ethylalcohol en gedistilleerde dranken, ook indien gedenatureerd – gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten – samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken – natuurlijke tafelazijn 
ex 2208Whisky met een alcoholgehalte van minder dan 50% volVervaardiging waarbij de waarde van alle op basis van graan vervaardigde gedistilleerde dranken niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2303Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercentenVervaardiging waarbij alle gebruikte maïs reeds van oorsprong moet zijn
ex 2306Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3%Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven reeds van oorsprong moeten zijn
2309Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dierenVervaardiging waarbij alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk reeds van oorsprong moeten zijn
2402Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogatenVervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak bedoeld bij post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn
ex 2403RooktabakVervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak bedoeld bij post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn
ex 2504Natuurlijk kristallijn grafiet, met verrijkt koolstofgehalte, gezuiverd en gemalenVerrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van ruw kristallijn grafiet
ex 2515Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cmZagen, splijten en dergelijke van marmer (zelfs indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm
ex 2516Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cmZagen, splijten en dergelijke van natuursteen (zelfs indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm
ex 2518Dolomiet, gesinterd of gebrandSinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet
ex 2519Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxyde, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd)Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) bedoeld bij post 2519 mag evenwel worden gebruikt
ex 2520Tandtechnische gipsVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2524AsbestvezelsVervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat)
ex 2525MicapoederMalen van mica of van afval van mica
ex 2530Verfaarden, gebrand of fijngemaaktBranden of malen van verfaarden
ex 2707Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke produkten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer, die voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250°C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstofRaffinagebewerkingen en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2709Ruwe oliën uit bitumineuze mineralenDroge distillatie van bitumineuze mineralen
2710 t/m 2712Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe: preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen Vaseline; paraffine, microskristallijne was uit aardolie, „slack wax", ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen produkten, ook indien gekleurdRaffinagebewerkingen en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
2713 t/m 2715Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpekRaffinagebewerkingen en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 28Anorganische chemische produkten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen, met uitzondering van de posten ex 2811 en ex 2833, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2811ZwaveltrioxydeVervaardiging uit zwaveldioxyde
ex 2833AluminiumsulfaatVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 29Organische chemische produkten, met uitzondering van de posten ex 2901, ex 2902, ex 2905, 2915, ex 2932, 2933 en 2934, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2901Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstofRaffinagebewerkingen en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2902Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xyleen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstofRaffinagebewerkingen en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2905Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol en glycerolVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 2905 daaronder begrepen. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
2915Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxyden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvanVervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 2932– Inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvanVervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – Cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvanVervaardiging uit materialen van om het even welke post
2933Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom; nucleïnezuren en zouten daarvanVervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
2934Andere heterocyclische verbindingenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 30Farmaceutische produkten; met uitzondering van de posten 3002, 3003 en 3004, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
3002Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; sera van geïmmuniseerde dieren of personen, alsmede andere bloedfracties; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke produkten:  
 – produkten bestaande uit twee of meer bestanddelen die voor therapeutisch of profylactisch gebruik zijn vermengd of ongemengde produkten voor dit gebruik, aangeboden in afgemeten hoeveelheden of gereed voor de verkoop in het kleinVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andere: – menselijk bloedVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – dierlijk bloed, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruikVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – bloedfracties, andere dan sera van geïmmuniseerde dieren of personen, hemoglobine en serumglobulineVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – hemoglobine, bloedglobuline en serumglobulineVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
3003 en 3004Geneesmiddelen (andere dan de produkten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006)Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan te zamen niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 31Meststoffen, met uitzondering van post ex 3105, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3105Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; produkten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg, met uitzondering van: – natriumnitraat – calciumcyaanamide – kaliumsulfaat – magnesiumkaliumsulfaatVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 32Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt, met uitzondering van de posten ex 3201 en 3205, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3201Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvanVervaardiging uit looiextracten van plantaardige oorsprong
3205Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk2)Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de materialen van de posten 3203 en 3204, op voorwaarde dat de waarde van de onder post 3205 ingedeelde materialen niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 33Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en kosmetische produkten, met uitzondering van post 3301, waarvoor de regel hierna wordt uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
3301Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijprodukten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliënVervaardiging uit materialen van om het even welke post, materialen van een andere „groep"3) daaronder begrepen. Materialen van dezelfde „groep" mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 34Zeep, organische tensioactieve produkten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudshoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrande gips, met uitzondering van de posten ex 3403 en 3404, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3403Smeermiddelen bevattende minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralenRaffinagebewerkingen en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
3404Kunstwas en bereide was: – op basis van paraffine, van was uit aardolie of uit bitumineuze mineralen, uit „slack wax" of uit „scale wax"Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van: – gehydrogeneerde oliën die het karakter hebben van was bedoeld bij post 1516 – chemisch niet welbepaalde vetzuren of industriële vetalcoholen met het karakter van was bedoeld bij post 1519 – materialen van post 3404.
  Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 35Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen, met uitzondering van de posten 3505 en ex 3507, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
3505Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bij voorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel: – door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel – andereVervaardiging uit materialen van om het even welke post, andere materialen van post 3505 daaronder begrepen Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de materialen van post 1108
ex 3507Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
hoofdstuk 36Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 37Produkten voor fotografie en cinematografie, met uitzondering van de posten 3701, 3702 en 3704, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
3701Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor „direct-klaar"-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassetteVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 3702 worden ingedeeld
3702Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor „direct-klaar"-fotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelichtVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 3701 of 3702 worden ingedeeld
3704Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeldVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan de posten 3701 tot en met 3704 worden ingedeeld
ex hoofdstuk 38Diverse produkten van de chemische industrie, met uitzondering van de posten ex 3801, ex 3803, ex 3805, ex 3806, ex 3807, 3808 tot en met 3814, 3818 tot en met 3820, 3822 en 3823, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen ingedeeld onder dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3801– Colloïdaal grafiet, gedispergeerd in olie, en semicolloïdaal grafiet; koolstofpasta's voor elektrodenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
 – Grafiet in de vorm van pasta's, bestaande uit een mengsel van meer dan 30 gewichtspercenten grafiet en minerale olieVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3403 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3803 ex 3805Geraffineerde tallolie Sulfaatterpentijnolie, gezuiverdRaffineren van ruwe tallolie Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie
ex 3806GomestersVervaardiging uit harszuren
ex 3807HoutteerpekDistillatie van houtteer
3808 t/m ex 3811 3812 t/m 3814 3818 t/m 3820, 3822 en 3823Diverse produkten van de chemische industrie: – de hierna vermelde produkten bedoeld bij post 3823: – bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende produkten – nafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van nafteenzuren – sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905 – petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen die onder dezelfde post zijn ingedeeld mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
 – ionenwisselaars  
 – gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen – gealkaliseerde ijzeroxyden voor het zuiveren van gas – ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas – sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren – foezelolie en dippelolie – mengsels van zouten met verschillende anionen – kopieerpasta's op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel andereVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3811Bereide additieven voor smeerolie, die aardolie of olie uit bitumineuze materialen bevattenVervaardiging waarbij de waarde van de onder post 3811 ingedeelde gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3901 t/m 3915Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof, met uitzondering van die van post ex 3907 waarvoor de regel hierna wordt uiteengezet:  
 – toegevoegde homopolymerisatieproduktenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt 4)
 – andereVervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt4)
ex 3907Copolymeer, gemaakt van polycarbonaat en acrylonitril-butadieen-styreencopolymeer (ABS)Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Onder dezelfde post ingedeelde materialen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3916 t/m 3921Halffabrikaten en artikelen van kunststof, uitgezonderd die van de posten ex 3916, ex 3917 en ex 3920, waarvoor de regels hierna worden uiteengezet:  
 – platte produkten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte of in andere dan rechthoekige of vierkante vorm gesneden; andere produkten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakteVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andere: – toegevoegde homopolymerisatieproduktenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt4)
 – andereVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt4)
ex 3916 en ex 3917Profielen en buizenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de onder dezelfde post als het produkt ingedeelde materialen niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 3920Ionomeervellen of foliënVervaardiging van een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium
3922 t/m 3926Artikelen van kunststofVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 4001Gelamineerde platen van crêperubber voor zolenLamineren van vellen natuurlijke crêperubber
4005Bereide rubber, niet gevulcaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen, met uitzondering van natuurlijke rubber, niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
4012Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten van rubberVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van de posten 4011 en 4012
ex 4017Werken van geharde rubberVervaardiging uit geharde rubber
ex 4102Onthaarde huiden en vellen van schapenSchapehuiden en -vellen ontdoen van hun wol
4104 t/m 4107Leder, alsmede voorgelooide onthaarde vellen en huiden, ander dan leder bedoeld bij post 4108 of 4109Herlooien van voorgelooid leder of Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld
4109Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen, gemetalliseerd lederVervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4107, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 4302Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: – banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormenBleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen bedoeld bij post 4302
 – andereVervaardiging uit niet samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen
4303Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bontVervaardiging uit niet samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen bedoeld bij post 4302
ex 4403Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagdVervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint
ex 4407Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mmSchaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding
ex 4408Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, waarin een verbinding is gemaakt, alsmede ander hout, overlangs gezaagd of gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbindingAanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding
ex 4409– Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, met V-verbinding of dergelijke), geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbindingSchaven of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding
 – StaaflijstIn profiel frezen of vormen
ex 4410 t/m ex 4413Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleindenIn profiel frezen of vormen  
ex 4415Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van houtVervaardiging uit niet op maat gezaagde planken
ex 4416Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van houtVervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt
ex 4418– Schrijnwerk en timmerwerk, voor bouwwerken, van houtVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Panelen met cellenstructuur en dakspanen bedoeld bij post 4418 mogen evenwel worden gebruikt
 – StaaflijstIn profiel frezen of vormen
ex 4421Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnenVervaardiging uit hout van om het even welke post, met uitzondering van houtdraad bedoeld bij post 4409
4503Werken van natuurkurkVervaardiging uit natuurkurk bedoeld bij post 4501
ex 4811Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruitVervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47
4816Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozenVervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47
4817Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van kartonVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 4818ClosetpapierVervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47
ex 4819Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezelsVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 4820BlocnotesVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 4823Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesnedenVervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47
4909Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppeVervaardiging uit materialen die niet worden ingedeeld onder de posten 4909 en 4911
4910Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen: – kalenders van de „eeuwigdurende" soort en kalenders met een verwisselbaar blok op voetstuk van andere stoffen dan papier of kartonVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging uit materialen die niet worden ingedeeld onder de posten 4909 en 4911
ex 5003Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamdKaarden of kammen van afval van zijde
5501 t/m 5507Synthetische of kunstmatige stapelvezelsVervaardiging uit chemische materialen of textielmassa
ex hoofdstukken 50 t/m 55Garens, monofilamenten en draadVervaardiging uit5): – ruwe zijde, afval van zijde, gekaard of gekamd of anderszins bewerkt voor het spinnen – andere natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd noch anderszins bewerkt voor het spinnen – chemische materialen of textielmassa of – stoffen voor het vervaardigen van papier
 Weefsels: – elastische weefsels voorzien van rubberdraadVervaardiging uit eendraadsgaren5)
 – andereVervaardiging uit5): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa of – papier of Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 56Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van de posten 5602, 5604, 5605 en 5606, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging uit5): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – chemische materialen of textielmassa of – stoffen gebruikt voor het vervaardigen van papier
5602Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: – naaldgetouwviltVervaardiging uit1): – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa Echter: – polypropyleenfilamentgarens bedoeld bij post 5402 – polypropyleenvezels bedoeld bij post 5503 of 5506 of – polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501 waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging uit5): – natuurlijke vezels, – van caseïnevezels vervaardigde kunstmatige stapelvezels of – chemische materialen of textielmassa
5604Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: – draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel Vervaardiging uit niet-omwoeld of -omvlochten draad en koord, van gevulcaniseerde rubber
 – andereVervaardiging uit5) – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen – chemische materialen of textielmassa of – stoffen voor het vervaardigen van papier
5605Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaalVervaardiging uit5): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen – chemische materialen of textielmassa of – stoffen voor het vervaardigen van papier
5606Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardehaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogenaamd chainettegaren)Vervaardiging uit5): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen – chemische materialen of textielmassa of – stoffen voor het vervaardigen van papier
hoofdstuk 57Tapijten: – van naaldgetouwvilt Vervaardiging uit5): – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa. Echter: – polypropyleenfilamentgarens bedoeld bij post 5402 – polypropyleenvezels bedoeld bij post 5503 of 5506 of – polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501 waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – van ander viltVervaardiging uit1): – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa
 – andereVervaardiging uit1): – kokosgaren – synthetische of kunstmatige filamentgarens – natuurlijke vezels of – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen
ex hoofdstuk 58Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk, met uitzondering van de posten 5805 en 5810; de regel voor post 5810 wordt hierna uiteengezet: – elastische weefsels (met rubberdraad verbonden) Vervaardiging uit eendraadsgaren5)
 – andereVervaardiging uit5): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa of
  Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of van afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt
5810Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motievenVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
5901Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoedenVervaardiging uit garen
5902Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric") van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoscrayon:  
 – bevattende niet meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen – anderVervaardiging uit garen Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa
5903Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902Vervaardiging uit garen
5904Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesnedenVervaardiging uit garen5)
5905Wandbekleding van textielstof: – geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialenVervaardiging uit garen
5905 – andereVervaardiging uit5): – kokosgaren – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa of Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of van afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt
5906Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902: – brei- en haakwerkVervaardiging uit:5) – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa
  – andere weefsels, vervaardigd van synthetische filamentgarens bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffenVervaardiging uit chemische materialen
 – andereVervaardiging uit garen
5907Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruikVervaardiging uit garen
ex 5908Gloeikousjes, geïmpregneerdVervaardiging uit rondgebreide buisjes
5909 t/m 5911Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen: – polijstschijven, andere dan die van vilt bedoeld bij post 5911Vervaardiging uit garen of uit afval van weefsels of lompen en vodden van post 6310
 – andereVervaardiging uit:5) – kokosgaren – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa
hoofdstuk 60Brei- en haakwerk aan het stukVervaardiging uit5): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa
hoofdstuk 61Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: – verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht Vervaardiging uit garen6)
 andereVervaardiging uit:5) – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa
ex hoofdstuk 62Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van de posten ex 6202, ex 6204, ex 6206, ex 6209, ex 6210, ex 6211, 6213, 6214, ex 6216 en ex 6217, waarvoor de regels hierna worden uiteengezetVervaardiging uit garen6)
ex 6202, ex 6204, ex 6206, ex 6209 ex 6211 en ex 6217Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren, geborduurdVervaardiging uit garen6) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt2)
ex 6210, ex 6216 en ex 6217Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyesterVervaardiging uit garen6) of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt5)
6213 en 6214Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: – geborduurdVervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren5) 6) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt5)
  – andereVervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren5) 6)
ex 6217In vorm geknipte kraag- en manchetteninlagenVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
6301 t/m 6304Dekens, beddelinnen, gordijnen, vitrages en andere artikelen voor stoffering: – van vilt of gebonden textielvliesVervaardiging uit:5) – natuurlijke vezels of – chemische produkten of textielmassa
  – andere: – geborduurdVervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren5)7) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren5) 7)
6305Zakken voor verpakkingsdoeleindenVervaardiging uit5): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische produkten of textielmassa
6306Dekkleden, zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden, zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen: – van gebonden textielvliesVervaardiging uit:5) – natuurlijke vezels of – chemische produkten of textielmassa
 – andereVervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren
ex 6307Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
6308Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het kleinElk bestanddeel van het stel of assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel gebruikt worden op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het produkt
6401 t/m 6405SchoeiselVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen bedoeld bij post 6406
6503Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux", bedoeld bij post 6501, ook indien gegarneerdVervaardiging uit garen of textielvezels6)
6505Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielprodukten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerdVervaardiging uit garen of textielvezels6)
6601Paraplu's en parasols (wandelstokparaplu's, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen)Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 6803Werken van leisteen of van samengekit leigruisVervaardiging uit bewerkte leisteen
ex 6812Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaatVervaardiging uit materialen van om het even welke post
ex 6814Bewerkt mica en werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffenVervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica)
7006Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbondenVervaardiging uit materialen van post 7001
7007Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplatenVervaardiging uit materialen van post 7001
7008Meerwandig glas voor isoleringsdoeleindenVervaardiging uit materialen van post 7001
7009Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepenVervaardiging uit materialen van post 7001
7010Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glasVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld of Slijpen van flessen of flacons, op voorwaarde dat de waarde van het niet-geslepen glas niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
7013Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld of Slijpen van glaswerk, op voorwaarde dat de waarde van het niet-geslepen glaswerk niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt of Versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, op voorwaarde dat de waarde van het met de hand geblazen glaswerk niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 7019Werken (andere dan garen) van glasvezelsVervaardiging uit: – ongekleurde lonten, rovings en garens of – glaswol
ex 7102, ex 7103 en ex 7104Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenenVervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen
7106, 7108 en 7110Edele metalen: 
 – onbewerktVervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 7106, 7108 of 7110 of de elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen bedoeld bij post 7106, 7108 of 7110 of de legering van edele metalen bedoeld bij post 7106, 7108 of 7110 onderling of met onedele metalen
 – halfbewerkt of in poedervormVervaardiging uit onbewerkte edele metalen
ex 7107, ex 7109 en ex 7111Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerktVervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt
7116Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
7117FancybijouterieënVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld of Vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt 7207
7207Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staalVervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205
7208 t/m 7216Gewalste platte produkten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staalVervaardiging uit ijzer of niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206
7217Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staalVervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7207
ex 7218, 7219 t/m 7222Halffabrikaten, gewalste platte produkten, staven en profielen, van roestvrij staalVervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7218
7223Draad van roestvrij staalVervaardiging uit halffabrikaten van roestvrij staal, bedoeld bij post 7218
ex 7224, 7225 t/m 7227Halffabrikaten, gewalste platte produkten, walsdraad, van ander gelegeerd staalVervaardiging uit ander gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7224
7228Staven en profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen van gelegeerd of van nietgelegeerd staalVervaardiging uit gelegeerd of niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206, 7218 of 7224
7229Draad van ander gelegeerd staalVervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal bedoeld bij post 7224
ex 7301Damwandprofielen van ijzer of van staalVervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206
7302Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van railsVervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206
7304, 7305 en 7306Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staalVervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224
7308Constructiewerken en delen van constructiewerken (bij voorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustraden), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerkenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt
ex 7315SneeuwkettingenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 7322Radiatoren voor centrale verwarming, niet-elektrisch verwarmdVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7322 niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 74Koper en werken van koper, met uitzondering van de posten 7401 tot en met 7405; de regel voor post ex 7403 wordt hierna uiteengezetVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 7403Koperlegeringen, ruwVervaardiging uit geraffineerd koper, ruw of uit resten en afval
ex hoofdstuk 75Nikkel en werken van nikkel, met uitzondering van de posten 7501 tot en met 7503Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 76Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van de posten 7601, 7602 en ex 7616; de regels voor de posten 7601 en ex 7616 worden hierna uiteengezetVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
7601Ruw aluminiumVervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling van niet-gelegeerd aluminium of van resten en afval van aluminium
ex 7616Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminiumVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat of bandaluminium mogen echter worden gebruikt, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 78Lood en werken van lood, met uitzondering van de posten 7801 en 7802; de regel voor post 7801 wordt hierna uiteengezetVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
7801Ruw lood: – geraffineerd lood Vervaardiging uit werklood
 – anderVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt
ex hoofdstuk 79Zink en werken van zink, met uitzondering van de posten 7901 en 7902; de regel voor post 7901 wordt hierna uiteengezetVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
7901Ruw zinkVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Resten en afval bedoeld bij post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt
ex hoofdstuk 80Tin en werken van tin, met uitzondering van de posten 8001, 8002 en 8007; de regel voor post 8001 wordt hierna uiteengezetVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
8001Ruw tinVervaardiging waarbij alle materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Resten en afval bedoeld bij post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt
ex hoofdstuk 81Andere onedele metalen, bewerkt; werken van deze stoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle materialen die zijn ingedeeld onder dezelfde post als het gebruikte produkt niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
8206Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het kleinVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan de posten 8202 tot en met 8205 worden ingedeeld. Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan opgenomen worden in het stel, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het stel
8207Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bij voorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede grond- en gesteenteborenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen: – onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8208Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellenVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 8211Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt
8214Ander messenmakerswerk (bij voorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt
8215Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt
ex 8306Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaalVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. De andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 84Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van die welke vallen onder de volgende posten of delen van posten, waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: 8403, ex 8404, 8406 tot en met 8409, 8412, 8415, 8418, ex 8419, 8420, 8425 tot en met 8430, ex 8431, 8439, 8441, 8444 tot en met 8447, ex 8448, 8452, 8456 tot en met 8466, 8469 tot en met 8472, 8480, 8484 en 8485Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8403 en ex 8404Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor deze ketels voor centrale verwarmingVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 8403 of 8404 worden ingedeeld. Materialen die worden ingedeeld onder post 8403 of 8404 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan, samen genomen, niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
8406Stoomturbines en andere dampturbinesVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8407Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8408Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semidieselmotoren)Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8409Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8412Andere motoren en andere krachtmachinesVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8415Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8418Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
ex 8419Machines voor de hout-, papierstof- en kartonindustrieënVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8420Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoorVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8425 t/m 8428Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede toestellen voor het hanteren van goederenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – materialen van post 8431 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8429Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapepootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht:  
 – wegwalsenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – materialen van post 8431 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8430Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimersVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – materialen van post 8431 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
ex 8431Delen van wegwalsenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8439Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van kartonVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8441Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8444 t/m 8447Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrieVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 8448Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8452Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines: – naaimachines die uitsluitend stiksteken kunnen vormen, waarvan de kop zonder de motor niet meer dan 16 kg of met de motor niet meer dan 17 kg weegt Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt – de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die zijn gebruikt bij het monteren van de kop (zonder motor), niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong en – de draadspannings-, haak- en zigzagmechanismen reeds van oorsprong zijn
  – andereVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8456 t/m 8466Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8469 t/m 8472Kantoormachines en -toestellen (bij voorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines)Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8480Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststofVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
8484Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8485Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 85Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van die welke vallen onder de volgende posten of delen van posten waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: 8501, 8502, ex 8518, 8519 tot en met 8529, 8535 tot en met 8537, 8542, 8544 tot en met 8546 en 8548Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8501Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregatenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder post 8503 zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8502Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormersVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder de posten 8501 en 8503 zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
ex 8518Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidsversterkersVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8519Platenspelers, elektrogrammofoons, cassettespelers en andere toestellen voor het weergeven van geluid, niet uitgerust voor het opnemen van geluidVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8520Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid, ook indien uitgerust voor het weergeven van geluidVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8521Video-opname- en videoweergaveapparatenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8522Delen en toebehoren van de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8523Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8524Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37:  
 – galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – materialen van post 8523 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8525Zendtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie, radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera'sVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8526Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbedieningVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8527Ontvangtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie of radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerkVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8528Ontvangtoestellen voor televisie (videomonitors en videoprojectietoestellen daaronder begrepen), ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beeldenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8529Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528:  
 – uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor video-opname- en videoweergaveapparatenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
8535 en 8536Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroomVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, de materialen van post 8538 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8537Borden, panelen, kasten en dergelijke (die voor numerieke besturing daaronder begrepen), voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, de materialen van post 8538 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8542Elektronische geïntegreerde schakelingen en microassemblagesVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, de materialen bedoeld bij de posten 8541 en 8542 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8544Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt – zogenaamd emaildraad – of anodisch geoxydeerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optische-vezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukkenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8545Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruikVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8546Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigdVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8548Elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8601 t/m 8607Locomotieven en rollend materieel, voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvanVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8608Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens en voor vliegvelden; delen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8609Containers en dergelijke laadkisten (tankcontainers daaronder begrepen), ingericht en uitgerust voor het vervoer met ongeacht welk vervoermiddelVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 87Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van die welke vallen onder de volgende posten of delen van posten waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: 8709 tot en met 8711, ex 8712, 8715 en 8716Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
8709Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8710Gevechtswagens en pantserauto's, ook indien met bewapening; delen en onderdelen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8711Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagensVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong
ex 8712Tweewielige fietsen zonder kogellagersVervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 8714
8715Kinderwagens en delen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8716Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
8803Delen van toestellen bedoeld bij de posten 8801 en 8802Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 8803 niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
8804Valschermen (bestuurbare valschermen daaronder begrepen) en rotochutes; delen en toebehoren daarvan:  
 – rotochutesVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 8804
 – andereVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 8804 niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
8805Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvanVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 8805 niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
hoofdstuk 89ScheepvaartVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Scheepsrompen bedoeld bij post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt
ex hoofdstuk 90Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen, met uitzondering van die welke vallen onder de volgende posten of delen van posten waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: 9001, 9002, 9004, ex 9005, ex 9006, 9007, 9011, ex 9014, 9015 tot en met 9017, ex 9018 en 9024 tot en met 9033Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
9001Optische vezels en optische-vezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glasVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9002Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glasVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9004Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 9005Binocles, verrekijkers, astronomische kijkers, alsmede onderstellen daarvoor, met uitzondering van astronomische instrumenten en onderstellen daarvoorVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
ex 9006Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en -buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontstekingVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
  – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt en> – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
9007Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en -weergavetoestellenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
9011Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong
ex 9014Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatieVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9015Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmetersVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9016Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centigram of beter, ook indien met gewichtenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9017Tekeninstrumenten, aftekeninstrumenten en rekeninstrumenten (bij voorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bij voorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 90Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 9018Tandartsstoelen met ingebouwde tandheelkundige apparatuur of spuwbakkenVervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 9018
9024Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bij voorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof)Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9025Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumentenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9026Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variabele karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bij voorbeeld doorstromingsmeters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiksmeters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen, bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9027Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bij voorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlaktespanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9028Verbruiksmeters en produktiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen: – delen en toebehorenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong
9029Toerentellers, produktietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9030Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, beta- en gammastralen, röntgenstralen, kosmische stralen en andere ioniserende stralenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9031Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 90; profielprojectietoestellenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9032Automatische regelaarsVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
9033Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
ex hoofdstuk 91Uurwerken, met uitzondering van die welke vallen onder de volgende posten waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 9105 en 9109 tot en met 9113 
9105Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerkVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong
9109Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerkenVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en
  – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong>
9110Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches”)Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen van post 9114 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
9111Kasten voor horloges, alsmede delen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt
9112Kasten voor klokken, voor pendules, enz., alsmede delen daarvanVervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt>
9113Horlogebanden en delen daarvan: – van onedel metaal, ook indien verguld of verzilverd, of van onedel metaal geplateerd met edel metaalVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
 – andereVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
hoofdstuk 92Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumentenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt
hoofdstuk 93Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvanVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 9401 en ex 9403Meubelen van onedele metalen met delen van niet-opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 gram per m2Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld of Vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof bedoeld bij post 9401 of 9403, op voorwaarde dat: – de waarde ervan niet meer bedraagt dan 25% van het produkt en – alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn en onder een andere post dan post 9401 of 9403 worden ingedeeld
9405Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvanVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
9406Geprefabriceerde bouwwerkenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
9503Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soortenVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 9506GolfclubsVervaardiging uit ruw gevormde blokken
9507Hengelstokken, vishaken en andere hengelbenodigdheden; schepnetjes voor alle doeleinden; lokvogels (andere dan die bedoeld bij post 9208 of 9705) en dergelijke jachtbenodigdhedenVervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Materialen die onder dezelfde post zijn ingedeeld mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 9601 en ex 9602Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesnedenVervaardiging uit „bewerkte” materialen van dezelfde post
ex 9603Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd van marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffenVervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
9605Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarniturenElk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die erop van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment; niet van oorsprong zijnde artikelen mogen er evenwel in worden opgenomen, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het assortiment
9606Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvormVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
9608Kogelpennen; vilt- en merkstiften, alsmede andere pennen met poreuze punt; vulpennen; doorschrijfpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld. Schrijfpennen en punten voor schrijfpennen bedoeld bij post 9608 mogen evenwel worden gebruikt en de andere, onder dezelfde post ingedeelde materialen mogen ook worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 5% van de prijs af fabriek van het produkt
9612Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doosVervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het produkt worden ingedeeld en – op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt
ex 9614Tabakspijpen, pijpekoppen daaronder begrepenVervaardiging uit ébauchons

1) Zie aantekening 7 – bijlage I.

2) Volgens aantekening 3 van hoofdstuk 32 behoren deze preparaten tot de soorten die gebruikt worden voor het kleuren van om het even welk materiaal of die als bestanddeel worden gebruikt bij het vervaardigen van kleurpreparaten, op voorwaarde dat zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 worden ingedeeld.

3) Als een „groep" wordt beschouwd ieder deel van de omschrijving van de post, van de rest gescheiden door een puntkomma.

4) In het geval van produkten samengesteld uit materialen die zijn ingedeeld onder de posten 3901 tot en met 3906 enerzijds en de posten 3907 tot en met 3911 anderzijds, is deze beperking alleen van toepassing op die groep materialen die qua gewicht in het produkt overheerst.

5) Zie aantekening 5 voor bijzondere voorwaarden in verband met produkten vervaardigd van een mengsel van textielstoffen.

6) Zie aantekening 6.

7) Zie aantekening 6 voor artikelen van brei- en haakwerk, niet elastisch of van een rubberlaag voorzien, verkregen door aaneennaaien of assembleren van stukken (uitgesneden ofrechtstreeks in vorm gebreid).


Bijlage III

Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt ingevuld op een formulier waarvan in deze bijlage een model is opgenomen. Het formulier wordt gedrukt in een of meer van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld. Het certificaat wordt in een van deze talen ingevuld overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van de Staat van uitvoer. Indien een certificaat met de hand wordt ingevuld, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.

2. De afmetingen van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten van de Gemeenschap en Slovenië kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder certificaat van deze vergunning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de certificaten van elkaar te kunnen onderscheiden wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

Aantekeningen

1. In het certificaat mogen geen raderingen of overschrijvingen voorkomen. Eventuele wijzigingen dienen te worden aangebracht door doorhaling van de onjuiste vermelding en indien nodig door toevoeging van de juiste vermelding. Elke aldus aangebrachte wijziging dient te worden goedgekeurd door degenen die het certificaat heeft opgesteld en te worden geviseerd door de douaneautoriteiten van het land of gebied van afgifte.

2. Tussen de in het certificaat vermelde artikelen mag geen tussenruimte gelaten worden. Deze artikelen dienen doorlopend genummerd te worden. Onmiddellijk onder het laatste artikel dient een horizontale lijn getrokken te worden. Onbeschreven gedeelten dienen te worden doorgehaald, zodat latere toevoegingen onmogelijk worden.

3. De goederen worden met hun gebruikelijke handelsbenaming aangeduid onder opgaaf van de bijzonderheden, nodig voor de vaststelling van hun identiteit.

Verklaring van de exporteur

Ondergetekende, exporteur van de op de voorzijde omschreven goederen,

Verklaart dat deze goederen aan de voor het verkrijgen van het hierbij gevoegde certificaat gestelde voorwaarden voldoen;

Geeft de onderstaande toelichting inzake de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen:

Legt de volgende bewijsstukken over1):

Verplicht zich ertoe om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken over te leggen die deze voor de afgifte van het certificaat nodig achten, en toe te staan dat deze autoriteiten in voorkomend geval zijn boekhouding aan een onderzoek onderwerpen en de omstandigheden nagaan waaronder de vervaardiging van bovenbedoelde goederen heeft plaatsgevonden;

Verzoekt voor deze goederen de afgifte van het hierbij gevoegde certificaat.

(Plaats en datum)

(handtekening)


Bijlage IV

Formulier EUR.2

1. Het formulier EUR.2 stemt overeen met het in deze bijlage opgenomen model. Het wordt gedrukt in een of meer van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld. Het formulier wordt in een van deze talen ingevuld overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van de Staat van uitvoer. Indien een formulier met de hand wordt ingevuld, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.

2. De afmetingen van het formulier EUR.2 zijn 210 × 148 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 64 g/m2.

3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten van de Gemeenschap en Slovenië kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder formulier van deze vergunning melding gemaakt. Op elk formulier worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de formulieren van elkaar te kunnen onderscheiden wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

Aanwijzingen voor het opmaken van het EUR.2-formulier

1. Voor het opmaken van een EUR.2-formulier komen uitsluitend in aanmerking goederen die in het land van uitvoer voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de bepalingen die voor het in vak 1 vermelde handelsverkeer gelden. Deze bepalingen moeten zorgvuldig worden bestudeerd alvorens het formulier in te vullen.

2. De exporteur hecht het formulier aan het verzendformulier wanneer het een postcollo betreft of sluit het formulier in het collo in wanneer het een postzending betreft. Bovendien brengt hij op het groene etiket C1 of op de douaneverklaring C2/CP3 de vermelding „EUR.2" aan, gevolgd door het volgnummer van het formulier.

3. Deze aanwijzingen betekenen niet dat de exporteur de overige douane- en postformaliteiten niet behoeft te vervullen.

4. Het gebruik van het formulier houdt voor de exporteur de verplichting in aan de bevoegde autoriteiten alle bewijsstukken over te leggen die deze nodig achten, en toe te staan dat deze autoriteiten zijn boekhouding aan een onderzoek onderwerpen en de omstandigheden nagaan waaronder de vervaardiging van de in vak 11 omschreven goederen heeft plaatsgevonden.


Bijlage V

Model van de in artikel 20, lid 3, onder b), bedoelde stempelafdruk

(1) Teken of wapen van de Staat van uitvoer

(2) Gegevens ter identificatie van de toegelaten exporteur.


Protocol nr. 5

betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

  • a. „douanewetgeving": de in de Europese Gemeenschap en Slovenië geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder enige andere douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

  • b. „douanerechten": alle rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die ter uitvoering van de douanewetgeving op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen worden toegepast en ingevorderd, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag ongeveer gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

  • c. „verzoekende autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een Overeenkomstsluitende Partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

  • d. „aangezochte autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een Overeenkomstsluitende Partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

  • e. „persoonsgegevens": alle inlichtingen over een bepaalde of te bepalen persoon.

Artikel 2 Werkingssfeer

1. De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar bijstand, op de wijze en onder de voorwaarden als in dit Protocol vastgesteld, met het oog op de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen betreft.

2. De bijstand in douanezaken waarin dit Protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de Overeenkomstsluitende Partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit Protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

Artikel 3 Bijstand op verzoek

1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde transacties en die met deze wetgeving in strijd is of zou zijn.

2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij zijn uitgevoerd op regelmatige wijze in de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die in het douanegebied van een Overeenkomstsluitende Partij zijn ingevoerd op regelmatige wijze uit de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn uitgevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

4. Op aanvraag van de verzoekende partij zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt uitgeoefend op:

  • a. natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of hebben overtreden;

  • b. plaatsen waar goederen op zodanige wijze worden opgeslagen dat vermoed wordt dat zij bedoeld zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

  • c. goederenbewegingen waarvan wordt bericht dat zij aanleiding kunnen geven tot overtredingen van de douanewetgeving;

  • d. vervoermiddelen waarvan op redelijke gronden wordt vermoed dat zij bij het plegen van overtredingen van de douanewetgeving werden gebruikt, worden gebruikt of zouden kunnen worden gebruikt.

Artikel 4 Bijstand op eigen initiatief

De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar bijstand overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:

– transacties die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor een andere Overeenkomstsluitende Partij;

– nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;

– goederen die het voorwerp vormen van overtredingen van de douanewetgeving.

Artikel 5 Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wetgeving, alle maatregelen die nodig zijn voor:

– de afgifte van documenten

– de kennisgeving van besluiten

in verband met de toepassing van dit Protocol aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing.

Artikel 6 Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1. Verzoeken in het kader van dit Protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

2. De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

  • a. de naam van de verzoekende autoriteit;

  • b. de gevraagde maatregel;

  • c. het voorwerp en de reden van het verzoek;

  • d. de desbetreffende wetten, voorschriften en andere rechtselementen;

  • e. zo nauwkeurige en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

  • f. een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.

3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.

4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7 Behandeling van verzoeken

1. De aangezochte autoriteit of, indien deze niet zelfstandig kan optreden, de administratieve dienst waaraan het verzoek door deze autoriteit werd gericht, behandelt verzoeken om bijstand, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde Overeenkomstsluitende Partij handelde, met name door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te laten verrichten.

2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij.

3. Ter zake bevoegde ambtenaren van een Overeenkomstsluitende Partij kunnen met instemming van de andere Overeenkomstsluitende Partij en onder de door deze laatste vastgestelde voorwaarden, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere instantie die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie over overtredingen van de douanewetgeving verkrijgen die de verzoekende autoriteit voor de toepassing van dit Protocol nodig heeft.

4. Ambtenaren van een Overeenkomstsluitende Partij kunnen, met instemming van de andere Overeenkomstsluitende Partij, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

Artikel 8 Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.

2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking in ongeacht welke vorm voor hetzelfde doel wordt verstrekt.

Artikel 9 Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1. De Overeenkomstsluitende Partijen behoeven de in dit protocol bedoelde bijstand niet te verlenen wanneer dit:

  • a. de soevereiniteit van Slovenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap waaraan op grond van dit Protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten;

  • b. de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen in het gevaar zou kunnen brengen;

  • c. de toepassing inhoudt van andere valuta- of belastingregelingen dan die welke betrekking hebben op de douanerechten; of

  • d. de schending zou inhouden van een industriëel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.

3. Indien bijstand wordt geweigerd, dient dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

Artikel 10 Geheimhoudingsplicht

1. Alle informatie die ter uitvoering van dit protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming van de wetgeving ter zake van de Overeenkomstsluitende Partij die ze heeft ontvangen en van de overeenkomstige bepalingen die op de communautaire autoriteiten van toepassing zijn.

2. Persoonsgegevens kunnen uitsluitend worden doorgegeven indien de wetgeving van de Overeenkomstsluitende Partijen persoonsgegevens op gelijkwaardige wijze beschermt. De Overeenkomstsluitende Partijen zorgen ten minste voor een beschermingsniveau dat gebaseerd is op de beginselen die zijn vastgelegd in de bijlage bij dit Protocol.

Artikel 11 Gebruik van de informatie

1. De ontvangen informatie wordt uitsluitend voor de toepassing van dit Protocol gebruikt. Het gebruik ervan voor andere doeleinden binnen een Overeenkomstsluitende Partij is afhankelijk van de voorafgaande schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die de informatie heeft verstrekt en is aan de door deze gestelde beperkingen onderworpen.

2. Lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in enige gerechtelijke of administratieve procedure die achteraf wordt ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die die informatie heeft verstrekt, zal hiervan terstond in kennis worden gesteld.

3. De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden in hun rapporten, getuigenissen en gerechtelijke procedures als bewijsmateriaal gebruiken.

Artikel 12 Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 13 Kosten van de bijstand

De Overeenkomstsluitende Partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van het bepaalde in dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 14 Tenuitvoerlegging

1. De centrale douaneadministratie van Slovenië, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, anderzijds, zien toe op de tenuitvoerlegging van dit Protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit Protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming.

2. De Overeenkomstsluitende Partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar vervolgens in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig dit artikel worden genomen.

Artikel 15 Complementariteit

1. Dit protocol vormt een aanvulling op de overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand tussen een of meer Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en Slovenië die zijn of kunnen worden gesloten en doet daaraan geen afbreuk. Het staat een ruimere wederzijdse bijstand waarin dergelijke overeenkomsten mogelijkerwijze voorzien, niet in de weg.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 doen deze overeenkomsten geen afbreuk aan de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douane-autoriteiten van de Lid-Staten, van alle over douaneaangelegenheden verkregen informatie die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.


Bijlage

Basisbeginselen van de gegevensbescherming

1. Voor persoonsgegevens die automatisch worden behandeld geldt dat zij:

  • a. op een eerlijke en rechtmatige wijze moeten worden verzameld en behandeld;

  • b. voor welbepaalde en wettige doeleinden moeten worden verzameld en gebruikt op een wijze die met die doeleinden verenigbaar is;

  • c. toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden bewaard;

  • d. nauwkeurig dienen te zijn en, zo nodig, dienen te worden bijgewerkt;

  • e. niet langer dan nodig is voor het doel waarvoor zij worden opgeslagen, mogen worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren.

2. Persoonsgegevens die betrekking hebben op de raciale afkomst, de politieke gezindheid, godsdienstige of andere overtuigingen alsook persoonsgegevens die de gezondheid en het sexuele gedrag betreffen mogen niet automatisch worden behandeld tenzij de nationale wetgeving passende waarborgen biedt. Hetzelfde geldt voor persoonsgegevens die betrekking hebben op strafrechtelijke veroordelingen.

3. Er moeten passende maatregelen worden genomen om de in gegevensbestanden bewaarde persoonsgegevens te beveiligen tegen vernietiging door onbevoegden of toevallig verlies alsook tegen toegang voor onbevoegden en vervalsing of gegevensverstrekking.

4. Een ieder moet in staat worden gesteld om:

  • a. het bestaan van een geautomatiseerd bestand van persoonsgegevens en het voornaamste doel daarvan alsook de identiteit en de gewone verblijfplaats of de belangrijkste plaats van vestiging van de verantwoordelijke voor het bestand te kennen;

  • b. te verkrijgen dat hem met redelijke tussenpozen en zonder onevenredige vertragingen of kosten ter kennis wordt gebracht of in een automatisch gegevensbestand al dan niet hem betreffende persoonsgegevens zijn opgenomen, en dat die gegevens hem in een begrijpelijke vorm worden meegedeeld;

  • c. in voorkomend geval te verkrijgen dat de hem betreffende persoonsgegevens worden verbeterd of verwijderd indien de behandeling ervan in strijd is met de nationale wetgeving die uitvoering geeft aan de in punten 1 en 2 van deze bijlage vervatte grondbeginselen;

  • d. toegang te hebben tot de rechter indien niet wordt voldaan aan een verzoek om mededeling of, in voorkomend geval, aan de sub b en c van dit beginsel bedoelde mededeling, verbetering of verwijdering.

5.1. Er worden geen uitzonderingen toegestaan op de bepalingen van beginselen 1, 2 en 4 van deze bijlage, behalve binnen de in dit beginsel vastgestelde grenzen.

5.2. Er worden afwijkingen van de bepalingen van beginselen 1, 2 en 4 van deze bijlage toegestaan wanneer de wetgeving van de Overeenkomstsluitende Partij in een dergelijke afwijking voorziet en dit een maatregel vormt die in een democratische maatschappij noodzakelijk is voor:

  • a. de bescherming van de veiligheid van de Staat, de openbare veiligheid, de monetaire belangen van de Staat of de beteugeling van strafbare feiten;

  • b. de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van derden.

5.3. De wetgeving kan met betrekking tot geautomatiseerde bestanden van persoonsgegevens die worden gebruikt voor statistische of wetenschappelijke doeleinden voorzien in beperkingen op de uitoefening van de in beginsel 4, sub b, c en d van deze bijlage indien er geen duidelijk gevaar bestaat voor inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen.

6. Geen van de bepalingen van deze bijlage mag worden geïnterpreteerd als een beperking of enige andere aantasting van de mogelijkheid voor een Overeenkomstsluitende Partij om de betrokkenen een ruimere mate van bescherming te bieden dan in deze bijlage is vastgesteld.


Protocol 6

betreffende aan jaarlijkse beperkingen gebonden concessies

Partijen komen overeen dat indien de Overeenkomst, in welk jaar dan ook, na 1 januari in werking treedt, alle concessies die binnen de beperkingen van de jaarlijkse hoeveelheden zijn verleend, naar evenredigheid zullen worden aangepast.


D. PARLEMENT

De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van Overeenkomst, Bijlagen en Protocollen zullen ingevolge artikel 131, tweede alinea, juncto artikel 126 van de Overeenkomst in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de dag waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar kennisgeving hebben gedaan van het feit dat de goedkeuringsprocedures zijn voltooid.

J. GEGEVENS

Bij gelegenheid van de ondertekening van de onderhavige Overeenkomst op 21 juni 1996 te Brussel werd eveneens de volgende Slotakte ondertekend:


Slotakte

De gevolmachtigden van:

Het Koninkrijk België,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

Ierland,

de Italiaanse Republiek,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Portugese Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het Verdrag betreffende de Europese Unie,

hierna „de Lid-Staten" te noemen, en van

de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

hierna „de Gemeenschap" te noemen,

enerzijds, en

de gevolmachtigden van de Republiek Slovenië, hierna „Slovenië" te noemen,

anderzijds,

bijeengekomen te Luxemburg, op 10.06.1996, voor de ondertekening van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten optredend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, hierna „Europa-Overeenkomst" te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:

de Europa-Overeenkomst en de volgende Protocollen:

Protocol 1 betreffende textielprodukten en kledingartikelen

Protocol 2 betreffende produkten die vallen onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

Protocol 3 betreffende het handelsverkeer tussen Slovenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten

Protocol 4 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

Protocol 5 betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

Protocol 6 betreffende aan jaarlijkse beperkingen gebonden concessies.

De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Slovenië hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 11, artikel 14 in samenhang met Bijlage XII, artikel 2, lid 3, van Protocol nr. 1 in samenhang met de Bijlagen IIa en IIb ervan alsmede artikel 2, lid 2, van Protocol nr. 2

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 26, lid 3, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 35 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 38 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 40 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 47, lid d, sub i), van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende vervoersaangelegenheden, artikel 55 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 55, lid 1, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 55, lid 3, sub c), van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 57 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 57, lid 1, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 68 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 81 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 94 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 101 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 115 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 123 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende Protocol nr. 4

Gemeenschappelijke verklaring betreffende een overgangsperiode voor de aanvaarding van documenten die verband houden met het bewijs van oorsprong

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de Wijnovereenkomst

De gevolmachtigden van Slovenië hebben kennis genomen van de volgende verklaring die aan deze Slotakte is gehecht:

Eenzijdige verklaring van de Franse regering

De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap hebben kennis genomen van de volgende verklaring die aan deze Slotakte is gehecht:

Eenzijdige verklaring van Slovenië


Gemeenschappelijke verklaringen

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 11, artikel 14 in samenhang met Bijlage XII, artikel 2, lid 3, van Protocol Nr. 1 in samenhang met de bijlagen IIa en IIb ervan alsmede artikel 2 lid 2, van Protocol nr. 2

De Overeenkomst was opgesteld in de verwachting dat sommige bepalingen ervan, met name die met betrekking tot goederen, op 1 januari 1996 van kracht zouden worden door middel van een interimovereenkomst.

De Partijen nemen er nota van dat de tenuitvoerlegging van die bepalingen niet meer mogelijk is op 1 januari 1996.

De Partijen zijn het erover eens dat de tijdschema's voor de tarief- en belastingverlagingen in artikel 11, artikel 14 in samenhang met Bijlage XII, artikel 2, lid 3, van Protocol nr. 1 in samenhang met de Bijlagen IIa en IIb ervan alsmede artikel 2, lid 2 van Protocol nr. 2 aangehouden moeten worden zoals aanvankelijk gepland was, maar niet zodanig moeten worden opgevat als zouden eventuele tarief- of belastingverlagingen van kracht moeten worden vóór de datum van inwerkingtreding van de interimovereenkomst.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 26, lid 3

De voorwaarden voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van de Overeenkomst en de overeenkomstige bepalingen van de andere Europa-Overeenkomsten zullen tussen de Gemeenschap en de landen van Midden- en Oost-Europa die de Europa-Overeenkomsten hebben ondertekend worden besproken. Slovenië neemt aan deze besprekingen deel.

Zodra overeenstemming is bereikt over deze voorwaarden worden zij op passende wijze in de Overeenkomst opgenomen.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 35

Intentieverklaring van de Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de handelsregelingen tussen de Staten die zijn ontstaan uit de voormalige Federatieve Republiek Joegoslavië.

1. De Europese Gemeenschap en Slovenië achten het van essentieel belang dat de economische en commerciële samenwerking tussen de Staten die zijn ontstaan uit de voormalige Federatieve Republiek Joegoslavië zo snel mogelijk wordt hersteld zodra de politieke en economische omstandigheden dit toelaten.

2. De Gemeenschap is bereid cumulatie van de oorsprong toe te staan aan de Staten die zijn ontstaan uit de voormalige Federatieve Republiek Joegoslavië die de normale economische en commerciële samenwerking hebben hersteld zodra de voor de goede werking van de cumulatie vereiste administratieve samenwerking tot stand is gebracht.

3. Hiermee rekening houdend verklaart Slovenië zich bereid zo snel mogelijk onderhandelingen te beginnen ten einde de samenwerking met andere Staten die uit de voormalige Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië zijn ontstaan te herstellen.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 38

Als overeengekomen wordt beschouwd dat het begrip „kinderen" overeenkomstig de nationale wetgeving van het betrokken gastland wordt omschreven.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39

Als overeengekomen wordt beschouwd dat het begrip „hun gezinsleden" overeenkomstig de nationale wetgeving van het betrokken gastland wordt omschreven.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 40

Met inachtneming van de bepalingen van Titel IV van de Overeenkomst verbinden de Lid-Staten van de Gemeenschap en Slovenië zich ertoe om, handelend op grond van de briefwisseling betreffende de samenwerking op het gebied van arbeidskrachten, gehecht aan de Samenwerkingsovereenkomst van 1993, in het kader van de Associatieraad de wijze vast te stellen waarop de in die briefwisseling bedoelde beginselen ten uitvoer dienen te worden gelegd.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 47 (d) i

Onverminderd het bepaalde in artikel 47 komen de Partijen overeen dat geen van de bepalingen van de Overeenkomst zodanig kan worden uitgelegd dat zij de Partijen het recht ontzegt op controle en regelgeving met het doel zich ervan te verzekeren dat natuurlijke personen voor wie het recht van vestiging geldt daadwerkelijk als zelfstandigen werkzaam zijn.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende vervoersaangelegenheden (artikel 55)

I. Met betrekking tot de Vervoerovereenkomst EG/Slovenië

Rekening houdend met de bezorgdheid van de Sloveense Delegatie omtrent de gevolgen van de uitbreiding van de Gemeenschap door de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, komen de partijen overeen om door middel van onderhandelingen over een aanvullende overeenkomst inzake de bilaterale toegang tot de markt voor wegvervoerdiensten en de wegenbelasting en heffingen zo snel mogelijk uitvoering te geven aan artikelen 13 en 14 van de Vervoerovereenkomst EG/Slovenië. De onderhandelingen over deze aangelegenheden zullen indien mogelijk voor 1 januari 1996 worden aangevat.

II. Met betrekking tot de samenwerking op het gebied van de havenontwikkeling

De partijen bevestigen hun verlangen om de regionale en grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren door het ontwikkelen van de havens van Koper en Trieste als een gemeenschappelijke onderneming met het karakter van een samenwerkingsverband tussen de autoriteiten en instanties die verantwoordelijk zijn voor deze havens. In dit verband dient ook aandacht te worden besteed aan gemeenschappelijke douaneprocedures voor het transitoverkeer door al die havens.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 55, lid 1

De partijen verklaren dat zo spoedig mogelijk zal worden onderhandeld over een aanvullend protocol bij de Vervoerovereenkomst om het Sloveense transitoverkeer over Oostenrijks grondgebied aan te passen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Akte van Toetreding van Oostenrijk tot de Europese Unie.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 55, lid 3, sub c)

De Partijen komen overeen dat artikel 55, lid 3, sub c), onder meer inhoudt dat wat betreft de toegang tot havens, het gebruik van infrastructuur en aanvullende maritieme diensten van de havens alsook de desbetreffende vergoedingen en rechten, douanefaciliteiten en de toewijzing van aanlegplaatsen en faciliteiten voor het laden en lossen, elke Partij aan schepen die worden geëxploiteerd door onderdanen of vennootschappen van een andere Partij of aan schepen die onder de vlag van een andere Partij varen een behandeling toekent die niet minder gunstig is dan die welke zij aan haar eigen schepen verleent.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 57

Het feit dat voor natuurlijke personen uit bepaalde Lid-Staten door Slovenië een visum verplicht wordt gesteld, en niet voor die uit andere Lid-Staten, of het feit dat voor natuurlijke personen uit Slovenië door bepaalde Lid-Staten een visum verplicht wordt gesteld, en niet door andere, wordt op zich niet geacht de voordelen op grond van een specifieke verbintenis teniet te doen of te belemmeren.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 57, lid 1

Onverminderd artikel 53 komen de Partijen overeen dat artikel 50 de enige bepaling in Hoofdstuk II, III en IV van Titel IV is die moet worden geïnterpreteerd als verlenende het recht aan:

– in de Gemeenschap gevestigde dochterondernemingen of filialen van Sloveense vennootschappen om op het grondgebied van de Gemeenschap Sloveense onderdanen in dienst te nemen of in dienst te laten nemen,

– in Slovenië gevestigde dochterondernemingen of filialen van communautaire vennootschappen om op het grondgebied van Slovenië communautaire onderdanen in dienst te nemen of in dienst te laten nemen.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 68

De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de Overeenkomst de intellectuele, industriële en commerciële eigendom in het bijzonder inhoudt: auteursrecht voor computerprogramma's en naburige rechten, rechten met betrekking tot octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, waaronder oorsprongsbenamingen, handelsmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke concurrentie als bedoeld in artikel 10 bis van de Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom, en de bescherming van niet openbaar gemaakte informatie met betrekking tot know-how.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 81

De Gemeenschap en Slovenië komen overeen de methoden en middelen vast te stellen die nodig zijn voor de totstandbrenging van een efficiënt systeem voor het uitwisselen van informatie in geval van stralingsgevaar.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 94

In overeenstemming met de internationale verplichtingen nemen de Partijen de nodige maatregelen om voor 1 juli 1998 uitvoering te geven aan de aanbeveling die door de Internationale Douaneraad op 16 juni 1960 is aangenomen.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 101

De Europese Unie en Slovenië komen overeen gezamenlijk de mogelijkheid te onderzoeken om na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de steunverlening van de Gemeenschap voor de financiering van vervoersinfrastructuur van wederzijds belang in Slovenië voort te zetten.

Zij komen overeen dit onderzoek in januari 1996 uit te voeren in overeenstemming met Gemeenschappelijke Verklaring nr. 2 van de Overeenkomstsluitende Partijen in de notulen van de onderhandelingen over de Samenwerkingsovereenkomst EEG-Slovenië van 1993.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 115

De Partijen komen overeen dat de Associatieraad, in overeenstemming met artikel 115 van de Overeenkomst, de oprichting zal onderzoeken van een raadgevende instantie die is samengesteld uit leden van het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie en de overeenkomstige partners van Slovenië.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 123

  • a. De Partijen komen met het oog op de uitlegging en de praktische toepassing van de Overeenkomst overeen dat onder de in artikel 123 van de Overeenkomst bedoelde bijzonder dringende gevallen wordt verstaan gevallen van wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst door één van de Partijen. Wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst houdt in:

• afwijzing van de Overeenkomst die niet in overeenstemming is met de algemene regels van het volkenrecht,

• schending van essentiële onderdelen van de Overeenkomst vermeld in artikel 2.

  • b. De Partijen komen overeen dat de „passende maatregelen" bedoeld in artikel 123 bestaan in maatregelen genomen in overeenstemming met het volkenrecht. Indien een Partij in een bijzonder dringend geval op grond van artikel 123 een maatregel neemt, kan de andere Partij een beroep doen op de regeling inzake geschillenbeslechting.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende protocol nr. 4

Slovenië steunt ten volle de strategie van de Europese Unie die erop is gericht de regels van oorsprong in het preferentiële handelsverkeer tussen de Gemeenschap, de landen van Midden- en Oost-Europa en de EVA-landen te harmoniseren, zoals in de conclusies van de Europese Raad van Essen in december 1994 is vermeld.

De Gemeenschap en Slovenië zijn van mening dat om een systeem van diagonale cumulatie tussen de Gemeenschap en alle geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa met succes te kunnen toepassen al die geassocieerde landen het eens moeten worden over één systeem en onderling een overeenkomst moeten sluiten. De Partijen zullen ernaar streven Slovenië op te nemen in het systeem zodra aan deze essentiële voorwaarden is voldaan.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende een overgangsperiode voor de aanvaarding van documenten die verband houden met het bewijs van oorsprong

1. De bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en Slovenië aanvaarden als geldig bewijs van oorsprong in de zin van Protocol 4:

  • a. certificaten inzake goederenverkeer EUR1, vooraf afgestempeld door het bevoegde douanekantoor van het land van uitvoer, die tot vier maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden afgegeven in het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië;

  • b. certificaten op lange termijn, vooraf afgestempeld door het bevoegde douanekantoor van het land van uitvoer, die tot 31 december 1995 in het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië worden afgegeven.

2. Verzoeken om controles a posteriori van bovengenoemde documenten worden door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en Slovenië ingewilligd voor een periode van twee jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong. Die controles worden uitgevoerd in overeenstemming met Titel V van Protocol 4 bij deze Overeenkomst.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende de wijnovereenkomst

De Partijen komen overeen te onderhandelen over een afzonderlijke Wijnovereenkomst op wederkerige basis die tijdig zal worden gesloten om tegelijk met de Overeenkomst (Interimovereenkomst) in werking te kunnen treden. De Partijen zullen bij deze onderhandelingen rekening houden met de preferentiële voorwaarden die uit de Samenwerkingsovereenkomst voortvloeien.


Unilaterale verklaringen

Verklaring van de Franse regering

Frankrijk neemt er nota van dat de Overeenkomst met de Republiek Slovenië niet van toepassing is op de landen en gebieden overzee die krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap met de Europese Gemeenschap zijn geassocieerd.


Verklaring van Slovenië

Slovenië geeft het voornemen te kennen om alle geëigende middelen te gebruiken ter bevordering van de ontwikkeling van de haven van Koper.

GEDAAN te Luxemburg, de tiende juni negentienhonderd zesennegentig


De Slotakte is ondertekend voor:

België1

Denemarken

Duitsland

de Europese Gemeenschappen

Finland

Frankrijk

Griekenland

Ierland

Italië

Het Koninkrijk der Nederlanden

Luxemburg

Oostenrijk

Portugal

Spanje

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Zweden

en

Slovenië

Verwijzingen

Van het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, naar welk Verdrag wordt verwezen in onder meer de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, zijn de Franse tekst en de vertaling geplaatst in Trb. 1951, 82; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 77.

Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, naar welk Verdrag wordt verwezen in onder meer de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 75 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 92; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 78.

Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, naar welk Verdrag wordt verwezen in onder meer de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 74 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 76.

De Europese Gemeenschap als zodanig, waarnaar wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is opgericht bij het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie. Van dat Verdrag is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1992, 74; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 28.

De drie Oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen zijn gewijzigd bij de volgende verdragen:

– Het op 8 april 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, met Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1965, 130; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 266.

– De op 17/28 februari 1986 te Luxemburg/'s-Gravenhage tot stand gekomen Europese Akte, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Trb. 86, 63; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 79.

– Het hogergenoemde Verdrag betreffende de Europese Unie.

Van de op 5 april 1993 te Luxemburg tot stand gekomen Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië, tot vervanging van welke Overeenkomst de onderhavige Overeenkomst strekt, en naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Pb. EG L 189 van 29 juli 1993, blz. 2 e.v.

Van de op 5 april 1993 te Luxemburg tot stand gekomen Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië, naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Pb. EG L 189 van 29 juli 1993, blz. 153 e.v.

Van de op 5 april 1993 te Luxemburg tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, tot vervanging van welke Overeenkomst de onderhavige Overeenkomst strekt, en naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Nederlandse tekst afgedrukt in Trb. 1994, 25; zie ook Trb. 1994, 164.

Van de op 5 april 1993 te Luxemburg tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië op het gebied van het vervoer, naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Pb EG C 93 van 2 april 1993.

Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT), als gewijzigd bij de Uruguay-ronde, naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 16 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 19 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.

De Wereldhandelsorganisatie (WTO), naar welke Organisatie onder meer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst is opgericht bij de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst, waarvan de Engelse tekst is geplaatst in Trb. 1994, 235 en de vertaling in Trb. 1995, 130; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 325.

Van het Europese Energiehandvest, naar welk Handvest wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in rubriek J van Trb. 1995, 108 blz. 226 e.v.

Van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, naar welke Verklaring wordt verwezen in artikel 2 van de onderhavige Overeenkomst, zijn de Engelse tekst, alsmede de vertaling afgedrukt in rubriek J van Trb. 1969, 99.

De Organisatie van de Verenigde Naties, naar welke Organisatie onder meer wordt verwezen in artikel 6, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst, is opgericht bij het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties. Van dat Handvest zijn de gewijzigde Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1979, 37 en is de herziene vertaling geplaatst in Trb. 1987, 113; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT), naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in artikel 30 van de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 153 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 168 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.

Van het op 6 april 1974 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake een gedragscode voor Lijnvaartconferenties, naar welk Verdrag wordt verwezen in artikel 55, tweede lid, letter a, van de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Trb. 1979, 177. De vertaling is geplaatst in Trb. 1980, 165; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 245.

Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS), naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in artikel 60 van de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 304 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 331 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263. Op 6 oktober 1995 is te Genève het Tweede Protocol bij de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten tot stand gekomen, waarvan de Engelse tekst en de vertaling binnenkort in het Tractatenblad zal worden bekendgemaakt. Eveneens is op dezelfde datum te Genève tot stand gekomen het Derde Protocol bij de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten, waarvan de Engelse tekst en de vertaling binnenkort in het Tractatenblad zal worden bekendgemaakt.

Van het op 22 maart 1989 tot stand gekomen Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, naar welk Verdrag wordt verwezen in artikel 82, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst zijn de Engelse, de Franse tekst, alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1990, 12; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 81.

Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Protocol betreffende de Statuten van de Europese Investeringsbank, naar welke Statuten wordt verwezen in artikel 100 van de onderhavige Overeenkomst, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1957, 91, zie blz. 130 e.v.; zie ook Trb. 1957, 249. Vergelijk eveneens het op 10 juli 1975 te Brussel tot stand gekomen Verdrag houdende wijziging van een aantal bepalingen van het Protocol betreffende de Statuten van de Europese Investeringsbank (tekst in Trb. 1975, 119; zie ook Trb. 1977, 59) en de op 25 maart 1993 te Brussel tot stand gekomen Akte tot wijziging van hogergenoemd Protocol (tekst in Trb. 1993, 95; zie ook, Trb. 1994, 128).

Het Internationale Monetair Fonds, naar welk Fonds onder meer wordt verwezen in artikel 105 van de onderhavige Overeenkomst, is opgericht bij een op 27 december 1945 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst. Van deze Overeenkomst zijn tekst en vertaling, zoals deze luiden sinds 1 april 1978 geplaatst in Trb. 1977, 40; zie ook Trb. 1991, 70.

De Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling, naar welke Bank ondermeer wordt verwezen in artikel 105 van de onderhavige Overeenkomst, is opgericht bij de op 27 december 1945 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst. Van deze Overeenkomst zijn tekst en vertaling geplaatst in Stb. G 278; zie ook, laatstelijk, Trb. 1989, 121.

De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, naar welke Bank onder meer wordt verwezen in artikel 105 van de onderhavige Overeenkomst, is opgericht bij een op 29 mei 1990 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst. Van deze Overeenkomst zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1990, 143; zie ook Trb. 1991, 81.

In Bijlage X bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen naar de volgende verdragen

– de op 26 oktober 1961 te Rome tot stand gekomen Internationale Overeenkomst ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en radio-omroeporganisaties, waarvan tekst en vertaling zijn geplaatst in Trb. 1986, 192; zie ook Trb. 1995, 16.

– het op 27 juni 1989 te Madrid tot stand gekomen Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling, zijn geplaatst in Trb. 1990, 44.

– het op 28 april 1977 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling, zijn geplaatst in Trb. 1978, 90; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 314.

– het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten van 2 december 1961, zoals herzien te Genève op 10 november 1972, 23 oktober 1978 en 19 maart 1991, waarvan de Engelse en de Franse tekst van de herziening van 1991 zijn geplaatst in Trb. 1992, 52 en de vertaling in Trb. 1993, 153.

– het op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Herzien Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, waarvan de Franse tekst is geplaatst in Trb. 1969, 144 en de vertaling in Trb. 1970, 187; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 308.

– de op 14 april 1891 te Madrid tot stand gekomen Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, zoals herzien te Stockholm op 14 juli 1967. Van de herziening van 14 juli 1967 is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1969, 143 en de vertaling in Trb. 1970, 180; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 126. Van de op 28 september 1979 te Genève tot stand gekomen Wijziging van de Herziene Schikking van Madrid zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1980, 33 (rubriek J); zie ook Trb. 1984, 6.

– de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, zoals herzien te Genève op 13 mei 1977. De Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling, van de herziening van 1977 zijn geplaatst in Trb. 1978, 60; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 313.

– het op 19 juni 1970 te Washington tot stand gekomen Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling, zijn geplaatst in Trb. 1973, 20; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 25.

– de op 24 juli 1971 te Parijs tot stand gekomen Herziene Berner Conventie van 9 september 1886 voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, waarvan de Franse en de Engelse tekst zijn geplaatst in Trb. 1972, 157; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 312.

Van de op 12 april 1979 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in artikel 1, letter e, van Protocol nr. 4, is de tekst geplaatst in Pb EG L71. De tekst is eveneens geplaatst inUNTS 1235 p. 126.

Van het op 24 juni 1994 te Korfoe tot stand gekomen Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, naar welke Akte wordt verwezen in de Gemeenschappelijke Verklaring betreffende artikel 55, eerste lid, is de Nederlandse tekst bekendgemaakt in Trb. 1994, 200; zie ook Trb. 1995, 64.

De Internationale Douaneraad, naar welke Raad wordt verwezen in de Gemeenschappelijke Verklaring betreffende artikel 94, is ingesteld bij het op 15 december 1950 te Brussel tot stand gekomen Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, waarvan de tekst is geplaatst in Trb. 1951, 120 en de vertaling in het Nederlands in Trb. 1956, 104; zie ook, laatstelijk, Trb. 1991, 111.

Uitgegeven de negende december 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

INHOUD

INHOUD
A.TITEL1
   
B.TEKST1
   
 Europa-Overeenkomst1
   
  Ondertekeningen61
   
  Lijst van Bijlagen61
   
  Bijlagen62
   
  Lijst van Protocollen85
   
  Protocol 1betreffende textielprodukten en kledingartikelen85
  Protocol 2betreffende produkten die vallen onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)90
  Protocol 3betreffende het handelsverkeer tussen Slovenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten94
  Protocol 4betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking107
  Protocol 5betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken207
  Protocol 6betreffende aan jaarlijkse beperkingen gebonden consesies215
   
D.PARLEMENT215
   
G.INWERKINGTREDING215
   
J.GEGEVENS215
   
  Slotakte 215
   
  Gemeenschappelijke verklaringen 218
   
  Unilaterale verklaringen 225
   
  Ondertekeningen225
   
  Verwijzingen226


XNoot
1

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

XNoot
1

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

XNoot
1

De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Sloveense tekst zijn niet afgedrukt.

XNoot
1

Beperking op het aankopen van meer dan 10 % van de aandelen van die maatschappijen.

XNoot
1

PB nr. L 345 van 31.12.1994

XNoot
1

Zie aanvullende aantekening 4 b) bij hoofdstuk 27 van de gecombineerde nomenclatuur.

NAAM="p1"

XNoot
1

Bij voorbeeld: invoerdocumenten, certificaten inzake goederenverkeer, verklaring van de fabrikant e.d. ter zake van de be- of verwerkte produkten of de in ongewijzigde staat weer uitgevoerde produkten.

Naar boven