A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Finland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol;

Helsinki, 28 december 1995

B. TEKST

De tekst van Verdrag en Protocol zijn geplaatst in Trb. 1996, 60. Zie ook Trb. 1996, 216.

In de in Trb. 1996, 60 afgedrukte tekst van artikel 18, tweede lid, zijn correcties aangebracht die in de onderstaande tekst cursief zijn aangegeven.

“2. However, such pensions and other similar remuneration derived by a resident of a Contracting State, where the employment was exercised in the other Contracting State, and annuities, derived by a resident of a Contracting State, where arising in the other Contracting State, may also be taxed in that other State and according to the laws of that State, but if the payment is of a periodic nature the tax so charged shall not exceed 20 per cent of the gross amount of the payment.".

C. VERTALING

Zie Trb. 1996, 216.

De in bovengenoemd Tractatenblad afgedrukte vertaling van artikel 18, tweede lid, dient tengevolge van de in rubriek B hierboven afgedrukte correctie door de volgende vertaling te worden vervangen:

„2. Deze pensioenen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend in de andere Verdragsluitende Staat, en lijfrenten verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en afkomstig uit de andere Verdragsluitende Staat, mogen echter ook worden belast in die andere Staat, overeenkomstig de wetgeving van die Staat, maar indien de betaling een periodiek karakter heeft, mag de aldus geheven belasting 20 procent van het bruto-bedrag van de betaling niet overschrijden.".

D. PARLEMENT

Bij brieven van 9 september 1996 (Kamerstukken II 1995/96, 24 878, nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Staatssecretaris van Financiën W. A. F. G. VERMEEND en de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 11 oktober 1996.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1996, 60.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1996, 60.

Uitgegeven de vijfde december 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven