A. TITEL
Universele Auteursrechtconventie, herzien te Parijs op 24 juli 1971,
met Verklaring, Resolutie en twee Protocollen;
Parijs, 24 juli 1971
B. TEKST
De Franse en de Engelse tekst van de Conventie, cum annexis, en de Protocollen
zijn geplaatst in Trb. 1972, 114.
C. VERTALING
Zie Trb. 1976, 37.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1985, 150.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1976, 37 en Trb. 1985, 150.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming
met artikel VIII van de Conventie een akte van bekrachtiging of
aanvaarding nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de Organisatie der Verenigde
Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur:
| Finland | 1 augustus 1986 |
| India | 7 januari 1988 |
In overeenstemming met artikel 2a van Protocol 1 bij de Conventie, juncto
artikel VIII van de Conventie, heeft nog de volgende Staat een akte van bekrachtiging
of aanvaarding met betrekking totProtocol 1 betreffende de bescherming
van werken van staatlozen en vluchtelingen nedergelegd bij de Directeur-Generaal
van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur:
In overeenstemming met artikel 2a van Protocol 2 bij de Conventie, juncto
artikel VIII van de Conventie, heeft nog de volgende Staat een akte van bekrachtiging
of aanvaarding met betrekking totProtocol 2 betreffende de toepassing
van de Conventie op werken van bepaalde internationale organisaties
nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de Organisatie der Verenigde Naties
voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur:
F. TOETREDING
Zie Trb. 1976, 37 en Trb. 1985, 1501.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming
met artikel VIII van de Conventie een akte van toetreding tot de Conventie nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de Organisatie der Verenigde
Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur:
| Korea | 1 juli 1987 |
| Trinidad en Tobago | 19 mei 1988 |
| Ruanda | 10 augustus 1989 |
| Cyprus | 19 september 1990 |
| Ecuador | 6 juni 1991 |
| China | 30 juli 1992 |
| Uruguay | 12 januari 1993 |
In overeenstemming met artikel 2a van Protocol 1 bij de Conventie, juncto
artikel VIII van de Conventie, hebben nog de volgende Staten een akte van
toetreding met betrekking tot Protocol 1 betreffende de bescherming van
werken van staatlozen en vluchtelingennedergelegd bij de Directeur-Generaal
van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur:
| Korea | 1 juli 1987 |
| Sri Lanka | 27 juli 1988 |
| Ruanda | 10 augustus 1989 |
| Cyprus | 19 september 1990 |
| Ecuador | 6 juni 1991 |
| Slovenië | 16 december 1992 |
In overeenstemming met artikel 2a van Protocol 2 bij de Conventie, juncto
artikel VIII van de Conventie, hebben nog de volgende Staten een akte van
toetreding met betrekking tot Protocol 2 betreffende de toepassing van
de Conventie op werken van bepaalde internationale organisaties nedergelegd
bij de Directeur-Generaal van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs,
Wetenschap en Cultuur:
| Korea | 1 juli 1987 |
| Sri Lanka | 27 juli 1988 |
| Ruanda | 10 augustus 1989 |
| Cyprus | 19 september 1990 |
| Ecuador | 6 juni 1991 |
| Slovenië | 16 december 1992 |
Verklaring van voortgezette gebondenheid
De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen
van de Conventie cum annexis:
| Kroatië | 1 juli 1992 |
| Slovenië | 28 oktober 1992 |
| Tsjechië | 26 maart 1993 |
| Slowakije | 31 maart 1993 |
De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen
van Protocol 2:
| Tsjechië | 26 maart 1993 |
| Slowakije | 31 maart 1993 |
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1976, 37 en Trb. 1985, 1501.
De bepalingen van Protocol 1 betreffende de bescherming van werken
van staatlozen en vluchtelingen zijn ingevolge artikel 2b van dat Protocol
in werking getreden voor de volgende Staten op de daarbij vermelde datum:
| Korea | 1 oktober 1987 |
| India | 7 april 1988 |
| Sri Lanka | 27 juli 1988 |
| Ruanda | 10 november 1989 |
| Cyprus | 19 december 1990 |
| Ecuador | 6 september 1991 |
| Slovenië | 16 december 1992 |
De bepalingen van Protocol 2 betreffende de toepassing van de Conventie
op werken van bepaalde internationale organisatieszijn ingevolge artikel
2b van dat Protocol in werking getreden voor de volgende Staten op de daarbij
vermelde datum:
| Korea | 1 oktober 1987 |
| India | 7 april 1988 |
| Sri Lanka | 27 juli 1988 |
| Ruanda | 10 november 1989 |
| Cyprus | 19 december 1990 |
| Ecuador | 6 september 1991 |
| Slovenië | 16 december 1992 |
H. TOEPASSELIJKVERKLARING
Zie Trb. 1976, 37.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1972, 114, Trb. 1976, 37 en Trb. 1985, 150.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der
Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van
het Internationale Gerechtshof zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 114.
Voor het op 16 november 1945 te Londen tot stand gekomen Statuut van de
Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur zie
ook, laatstelijk Trb. 1996, 167.
Voor het op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Verdrag tot oprichting
van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom zie ook Trb. 1996,
306.
Voor de op 24 juli 1971 te Parijs Herziene Berner Conventie voor de bescherming
van werken van letterkunde en kunst zie ook Trb. 1996, 312.
Voor een aanvulling op het overzicht van de overeenkomsten op het gebied
van de intellectuele eigendom zie rubriek J van Trb. 1996, 306.
Verklaringen afgelegd in overeenstemming met verschillende artikelen
van de Conventie
De volgende Staten hebben overeenkomstig artikel V bis van de Conventie
verklaard gebruik te willen maken van alle uitzonderingen welke zijn voorzien
in de artikelen V ter en V quater van de Conventie:
| Korea | 5 november 1987 |
| China | 30 juli 1992 |