A. TITEL

Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949, betreffende de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten (Protocol II);

Bern, 12 december 1977

B. TEKST

De Franse en de Engelse tekst van het op 8 juni 1977 te Genève tot stand gekomen en op 12 december 1977 te Bern voor ondertekening opengestelde Aanvullend Protocol zijn geplaatst in Trb. 1978, 42; zie ook Trb. 1980, 88.

Voor ondertekeningen zie eveneens Trb. 1980, 88.

C. VERTALING

Zie Trb. 1980, 88.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1987, 104.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1980, 88, Trb. 1987, 104 en Trb. 1991, 601.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 21 van het Protocol een akte van bekrachtiging nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad:

Duitsland14 februari 1991
Chili24 april 1991
Australië21 juni 1991
Polen23 oktober 1991
Madagaskar 8 mei 1992
Portugal27 mei 1992
Egypte2 9 oktober 1992
San Marino 5 april 1994
Honduras16 februari 1995
Panama18 september 1995
Mongolië 6 december 1995

F. TOETREDING

Zie Trb. 1980, 88, Trb. 1987, 104 en Trb. 1991, 60.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 22 van het Protocol een akte van toetreding nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad:

Uganda13 maart 1991
Djibouti 8 april 1991
Letland24 december 1991
de Maldiven 3 september 1991
Malawi 7 oktober 1991
Brunei14 oktober 1991
Brazilië 5 mei 1992
Zimbabwe19 oktober 1992
Estland18 januari 1993
Griekenland15 februari 1993
Moldavië24 mei 1993
Armenië 7 juni 1993
Burundi10 juni 1993
Albanië16 juli 1993
Georgië14 september 1993
Oezbekistan 8 oktober 1993
Ethiopië 8 april 1994
Kaapverdië16 maart 1995
Zambia 4 mei 1995
Colombia14 augustus 1995
Micronesia19 september 1995
Swaziland 2 november 1995
Zuid-Afrika21 november 1995
Cyprus18 maart 1996
Dominica25 april 1996

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Protocol:

Slovenië126 maart 1992
Turkmenistan10 april 1992
Kazachstan 5 mei 1992
Kroatië111 mei 1992
Kirgizië18 september 1992
Bosnië-Herzegowina131 december 1992
Tadzjikistan13 januari 1993
Tsjechië 5 februari 1993
Slowakije 2 april 1993
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië 1 september 1993

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1980, 88 en Trb. 1987, 104.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1978, 42, Trb. 1980, 88, Trb. 1987, 104 en Trb. 1991, 60.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 6 maart 1948 te Genève tot stand gekomen Verdrag nopens de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 44.

Voor het op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde zie ook Trb. 1996, 237.

Voor het eveneens op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee zie ook Trb. 1996, 238.

Voor het eveneens op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen zie ook Trb. 1996, 239.

Voor het eveneens op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd zie ook Trb. 1996, 240.

Voor het op 14 mei 1954 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict zie ook Trb. 1996, 170.

Voor het op 12 december 1977 te Bern tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949, betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I), zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 241.

Voor het op 10 oktober 1980 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben zie ook Trb. 1996, 68.

Uitgegeven de dertiende september 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

De Russische Federatie heeft op 13 januari 1992 medegedeeld de rechten en plichten voortvloeiende uit het onderhavige Protocol, welke door de Sovjet-Unie zijn aangegaan, voort te zetten.

XNoot
2

Onder de volgende mededeling:

“The Arab Republic of Egypt while welcoming the adoption of the diplomatic conference on June 1977 of the Protocols Additional I and II to the Geneva Conventions of 1949 in six languages including the arabic language, all original texts are certified and equally authentic with no prevalence of one single language over the other.

While on comparison of the original arabic text of the Protocols Additional I and II with the other original texts, it became evident that in some respects the arabic text does not fully correspond with the other original texts to the extent that it is at variance in terms of expression and substance with some of the provisions of Additional Protocols I and II adopted by countries in the field of international law and humanitarian relations.

Hence the Arab Republic of Egypt on the occasion of the deposit of the instrument of ratification of Additional Protocols I and II to the Geneva Conventions of 1949 with depositary, the Swiss Federal Council, whishes to declare that in that respect it shall adopt the meaning which best reconciles the original texts of Protocols Additional I and II." (vertaling)

en onder de volgende verklaring:

“The Arab Republic of Egypt while ratifying the Protocols Additional I and II of 1977 to Geneva Conventions 1949 whishes to express its conviction that the provisions of Protocols Additional I and II represent the minimum level of legal and actual protection bound to be afforded to persons and civil and cultural objects in armed conflict.

Based on its strong conviction of the principles of the great islamic Sharia the Arab Republic of Egypt wishes, at the same time, to emphasize that it is the duty of all nations alike to refrain from involvement of innocent civilians in armed conflict, furthermore they should make all efforts, to the maximum extent possible, towards that end as an indispensable action for the survival of humanity, cultural heritage and civilization of all countries and nations.

The Arab Republic of Egypt while declaring its commitment to respect all the provisions of Protocols Additional I and II, wishes to emphasize, on the basis of reciprocity, its uphold of the right to react against any violation by any party of the obligations imposed by Protocols Additional I and II with all means admissible under international law in order to prevent any further violation. In this context it is worthy to assert that the military commanders planning or executing attacks take their decisions on the basis of their assessment of all kinds of information available to them at the time of military operations." (vertaling)

XNoot
1

Zonder handhaving van de voorbehouden en verklaringen gemaakt resp. afgelegd door de Regering van de Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië en zonder nieuwe voorbehouden te maken.

Naar boven