A. TITEL

Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet op de merken;

Brussel, 7 augustus 1996

B. TEKST

Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet op de merken

Het Koninkrijk België,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden,

Bezield door de wens hun wetgeving inzake de merken aan te passen aan het Verdrag inzake het merkenrecht (Genève, 27 oktober 1994), aan het Verdrag tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (Marrakech, 15 april 1994) en voorts aan verordening (EG) Nr. 3295/94 (Pb EG L341) van de Raad tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden.

Zijn de volgende bepalingen overeengekomen,

Artikel I

De eenvormige Beneluxwet op de merken wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Na de woorden „de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken vastgestelde rechten van voorrang" wordt opgenomen: of het recht van voorrang voortvloeiend uit het Verdrag tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie,.

B

Na artikel 4, onderdeel 6, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 6 door een puntkomma, een nieuw onderdeel 7 toegevoegd, luidende:

7. het depot van merken voor wijnen die geografische aanduidingen ter benoeming van wijnen bevatten dan wel uit zulke aanduidingen bestaan, of het depot van merken voor spiritualiën die geografische aanduidingen ter benoeming van spiritualiën bevatten dan wel uit zulke aanduidingen bestaan, met betrekking tot wijnen of spiritualiën die niet deze geografische oorsprong hebben, tenzij dit depot te goeder trouw is gedaan voordat:

  • a. de onderhavige bepaling in werking is getreden; of

  • b. de desbetreffende geografische aanduiding in het land van oorsprong of de Gemeenschap is beschermd.

C

Artikel 6, onder A, wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt de tweede zin vervangen door: Er wordt onderzocht of de overgelegde stukken aan de voor het vaststellen van een datum van depot gestelde vereisten voldoen en de datum van depot wordt vastgesteld.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede „geeft de instantie die het depot ontvangen heeft, hiervan onverwijld schriftelijk kennis aan de deposant" vervangen door: „wordt de deposant hiervan onverwijld schriftelijk in kennis gesteld" en wordt de zinsnede „stelt hem in de gelegenheid" vervangen door: wordt hij in de gelegenheid gesteld.

3. Het vierde lid komt te luiden als volgt:

4. Wanneer het depot geschiedt bij een nationale dienst zendt deze het Benelux-depot door aan het Benelux-Merkenbureau, hetzij onverwijld na ontvangst van het depot, hetzij nadat is vastgesteld dat het depot voldoet aan de gestelde vereisten.

D

Artikel 6, onder B, komt te luiden als volgt:

Het Benelux-Merkenbureau verricht met betrekking tot het depot een onderzoek naar eerdere inschrijvingen overeenkomstig het bij uitvoeringsreglement bepaalde, tenzij de deposant een bewijsstuk kan overleggen dat een onderzoek naar eerdere inschrijvingen is aangevraagd of verricht binnen drie maanden voorafgaand aan het depot. In het laatste geval wordt een bij uitvoeringsreglement vastgesteld bedrag in mindering gebracht op het in onderdeel A, eerste lid, bedoelde recht.

E

Artikel 6, onder D, wordt gewijzigd als volgt:

Na de woorden „Het op artikel 4 van het Verdrag van Parijs" wordt opgenomen: of op het Verdrag tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.

F

Artikel 6bis, eerste lid, onder b, wordt gewijzigd als volgt:

De woorden „artikel 4, onder 1 en 2" worden vervangen door: artikel 4, onder 1, 2 en 7.

G

Artikel 6ter wordt gewijzigd als volgt:

Na de eerste zin wordt opgenomen: In het kader van deze procedure kan het Benelux-Merkenbureau vertegenwoordigd worden door de directeur of een door hem gemachtigd personeelslid.

H

Artikel 11, onder D, wordt gewijzigd als volgt:

De woorden „derde en vierde lid" worden vervangen door: vierde en vijfde lid.

I

Artikel 13, onder A, wordt gewijzigd als volgt:

Onder vernummering van de leden drie, vier, vijf, zes, zeven en acht tot onderscheidenlijk vier, vijf, zes, zeven, acht en negen, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

3. Onverminderd de toepassing van het gemene recht betreffende de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kan de merkhouder zich op grond van zijn uitsluitend recht tevens verzetten tegen het plaatsen onder een schorsingsregeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a), van Verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van 22 december 1994, van nagemaakte goederen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a) van genoemde verordening.

J

Artikel 14, onderdeel A, onder 1.c. wordt gewijzigd als volgt:

De woorden „artikel 4, onder 1 en 2 van deze wet" worden vervangen door: artikel 4, onder 1, 2 en 7 van deze wet.

K

Artikel 39, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

Na de woorden „in artikel 4 van het Verdrag van Parijs" wordt opgenomen: of voortvloeiend uit het Verdrag tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.

Artikel II

Ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, worden de bepalingen van dit Protocol als gemeenschappelijke rechtsregels aangewezen voor de toepassing van de hoofdstukken III en IV van genoemd Verdrag.

Artikel III

Dit Protocol zal worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging zullen worden neergelegd bij de Regering van het Koninkrijk België.

Artikel IV

Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de maand van de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel op 7 augustus 1996 in drie exemplaren, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België,

(w.g.) E. DERYCKE

Voor het Groothertogdom Luxemburg,

(w.g.) J. F. POOS

Voor het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) G. STRASSER


Protocole portant modification de la loi uniforme Benelux sur les marques

Le Royaume de Belgique,

le Grand-Duché de Luxembourg,

le Royaume des Pays-Bas,

Animés du désir d'adapter leur législation sur les marques au Traité sur le droit des marques (Genève, 27 octobre 1994), à l'Accord instituant l'Organisation mondiale du Commerce (Marrakech, 15 avril 1994) et au règlement (CE) no. 3295/94 (JO CE L 341) du Conseil, du 22 décembre 1994, fixant des mesures en vue d'interdire la mise en libre pratique, l'exportation, la réexportation et le placement sous un régime suspensif des marchandises de contrefaçon et des marchandises pirates,

Sont convenus des dispositions suivantes:

Article I

La Loi uniforme Benelux sur les marques est modifiée comme suit:

A

L'article 3, alinéa premier, est modifié comme suit:

Les mots «ou du droit de priorité résultant de l'Accord instituant l'Organisation mondiale du Commerce» sont insérés après les mots «ou l'Arrangement de Madrid concernant l'enregistrement international des marques».

B

Est ajouté après l'article 4, paragraphe 6, le point à la fin du paragraphe 6 étant remplacé par un point-virgule, un nouveau paragraphe 7, libellé comme suit:

7. le dépôt d'une marque pour des vins qui contient une indication géographique identifiant des vins ou qui est constitué par une telle indication, ou le dépôt d'une marque pour des spiritueux qui contient une indication géographique identifiant des spiritueux ou qui est constituée par une telle indication, en ce qui concerne les vins ou les spiritueux qui n'ont pas cette origine, sauf si ce dépôt a été effectué de bonne foi avant:

  • a) l'entrée en vigueur de la présente disposition; ou

  • b) le début de la protection de ladite indication géographique dans le pays d'origine ou dans la Communauté.

C

L'article 6, paragraphe A, est modifié comme suit:

1. Au premier alinéa, la deuxième phrase est remplacée par le texte suivant: «il est vérifié si les pièces produites satisfont aux conditions prescrites pour la fixation de la date de dépôt et la date du dépôt est arrêtée.»

2. Au deuxième alinéa, les mots «l'autorité l'ayant reçu en avertit le déposant sans délai et par écrit en indiquant les» sont remplacés par les mots «le déposant est informé sans délai et par écrit des» et les mots «lui donne la possibilité» sont remplacés par les mots «la possibilité lui est donnée».

3. Le quatrième alinéa est modifié comme suit:

4. Lorsque le dépôt se fait auprès d'une administration nationale, celle-ci transmet le dépôt Benelux au Bureau Benelux des Marques, soit sans délai après avoir reçu le dépôt, soit après avoir constaté que le dépôt satisfait aux conditions prescrites.

D

L'article 6, paragraphe B, est modifié comme suit:

Le Bureau Benelux des Marques effectue, lors du dépôt, un examen d'antériorités conformément aux dispositions du règlement d'exécution, sauf si le déposant peut produire un certificat attestant qu'un examen d'antériorités a été demandé ou effectué pour la marque déposée dans les trois mois précédant son dépôt. Dans ce dernier cas, un montant fixé par règlement d'exécution est porté en déduction de la taxe visée au paragraphe A, alinéa premier.

E

L'article 6, paragraphe D, est modifié comme suit:

Les mots «ou sur l'Accord instituant l'Organisation mondiale du Commerce» sont insérés après les mots «sur l'article 4 de la Convention de Paris».

F

L'article 6bis, alinéa premier, sous b, est modifié comme suit:

Les mots «article 4, sous 1 et 2» sont remplacés par les mots «article 4, sous 1, 2 et 7.»

G

L'article 6ter est modifié comme suit:

La phrase suivante est insérée après la première phrase: Dans le cadre de cette procédure, le Bureau Benelux des Marques peut être représenté par le directeur ou un membre du personnel délégué par lui.

H

L'article 11, paragraphe D, est modifié comme suit:

Les mots «troisième et quatrième alinéas» sont remplacés par les mots: quatrième et cinquième alinéas.

I

L'article 13, paragraphe A, est modifié comme suit:

Est inséré avant les paragraphes 3, 4, 5, 6, 7 et 8 qui porteront respectivement les numéros 4, 5, 6, 7, 8 et 9, un nouveau paragraphe, libellé comme suit:

4. Sans préjudice de l'application éventuelle du droit commun en matière de responsabilité civile, le droit exclusif à la marque permet au titulaire de s'opposer également au placement sous un régime suspensif, au sens de l'article 1er paragraphe 1, sous a), du Règlement (CE) no. 3295/94 du Conseil du 22 décembre 1994, de marchandises de contrefaçon visées à l'article 1er paragraphe 2, sous a), dudit règlement.

J

L'article 14, paragraphe A, sous 1. c. est modifié comme suit:

Les mots «article 4, sous 1 et 2» sont remplacés par les mots «article 4, sous 1, 2 et 7».

K

L'article 39, deuxième alinéa, est modifié comme suit:

Les mots «ou résultant de l'Accord instituant l'Organisation mondiale du Commerce» sont insérés les mots «visé à l'article 4 de la Convention de Paris».

Article II

En exécution de l'article 1er, alinéa 2, du Traité relatif à l'institution et au statut d'une Cour de Justice Benelux, les dispositions du présent Protocole sont désignées comme règles juridiques communes pour l'application des chapitres III et IV dudit Traité.

Article III

Le présent Protocole sera ratifié. Les instruments de ratification seront déposés auprès du Gouvernement du Royaume de Belgique.

Article IV

Le présent Protocole entrera en vigueur le premier jour du troisième mois suivant le mois du dépôt du troisième instrument de ratification.

EN FOI DE QUOI les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé le présent Protocole.

FAIT à Bruxelles le 7 août 1996 en trois exemplaires, en langue française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume de Belgique,

(s.) E. DERYCKE

Pour le Grand-Duché de Luxembourg,

(s.) J. F. POOS

Pour le Royaume des Pays-Bas,

(s.) G. STRASSER


D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

E. BEKRACHTIGING

Bekrachtiging van het Protocol is voorzien in artikel III.

G. INWERKINGTREDING

Het Protocol zal ingevolge artikel IV in werking treden op de eerste dag van de derde maand volgend op de maand van de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging.

J. GEGEVENS

De tekst van het op 3 februari 1958 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg tot instelling van de Benelux Economische Unie is geplaatst in Trb. 1958, 18; zie ook laatstelijk, Trb. 1992, 166.

De eenvormige Beneluxwet op de warenmerken, tot wijziging van welke wet het onderhavige Protocol strekt, is als bijlage gevoegd bij het op 19 maart 1962 te Brussel tot stand gekomen Benelux-Verdrag inzake de warenmerken. De tekst van Verdrag en bijlage is geplaatst in Trb. 1962, 58; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 51. De eenvormige Beneluxwet op de warenmerken is reeds eerder gewijzigd bij Protocol van 2 december 1992 (tekst in Trb. 1993, 12; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 293).

Van het op 27 oktober 1994 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake het merkenrecht, naar welk Verdrag in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1995, 255.

Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, naar welke Overeenkomst in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1995, 130; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.

Van de op 14 april 1891 tot stand gekomen Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, naar welke Schikking in artikel I, letter A, van het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de tekst bij koninklijk besluit van 23 maart 1893 geplaatst in Stb. 55. De Schikking is herzien te Brussel op 14 december 1900 (Stb. 1902, 177), te Washington op 2 juni 1911 (Stb. 1913, 142), te 's-Gravenhage op 6 november 1925 (Stb. 1928, 196), te Londen op 2 juni 1934 (Stb. I 539; zie ook, laatstelijk, Trb. 1974, 64), te Nice op 15 juni 1957 (Trb. 1958, 75; zie ook, laatstelijk, Trb. 1967, 38) en ten laatste te Stockholm op 14 juli 1967. De tekst van de Schikking, zoals herzien te Stockholm, is geplaatst in Trb. 1969, 143; zie ook, laatstelijk, Trb. 1989, 54.

Van het op 20 maart 1883 te Parijs tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van de industriële eigendom, naar welk Verdrag onder meer in artikel I, letter E, van het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de tekst bij Koninklijk besluit van 2 augustus 1884 geplaatst in Stb. 189. Het Verdrag is herzien te Brussel op 14 december 1900 (Stb.1902, 177), te Washington op 2 juni 1911 (Stb.1913, 142), te 's-Gravenhage op 6 november 1925 (Stb. 1928, 196), te Londen op 2 juni 1934 (Stb. I 539; zie ook, laatstelijk, Trb. 1958, 124), te Lissabon op 31 oktober 1958 (Trb. 1960, 13 en Trb. 1962, 70) en ten laatste te Stockholm op 14 juli 1967. De tekst van het Herziene Verdrag van Stockholm is geplaatst in Trb. 1969, 144 en de vertaling in Trb. 1970, 187. Het Herziene Verdrag is gewijzigd op 28 september 1979; voor die wijzigingen zie rubriek J van Trb. 1980, 31. Voor het Herziene Verdrag, zoals gewijzigd, zie ook Trb. 1984, 74.

Van het op 31 maart 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de instelling en het Statuut van een Benelux-Gerechtshof, naar welk Verdrag in artikel II van het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1965, 71; zie ook, laatstelijk, Trb. 1986, 192.

Van EG-Verordening Nr. 3295/94, naar welke Verordening onder meer in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de tekst afgedrukt in Pb.EG L 341 van 30 december 1994.

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven