A. TITEL

Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie;

Brussel, 18 december 1971

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1973, 101.

De tekst is gewijzigd bij de in rubriek J hieronder genoemde Protocollen van 19 november 1976 en 27 november 1992.

C. VERTALING

Zie Trb. 1973, 101.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1982, 134.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1982, 1341.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 38, eerste lid, juncto artikel 37, tweede lid, van het Verdrag een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Internationale Maritieme Organisatie:

Portugal11 september 1985
Polen16 september 1985
Ierland19 november 1992
België 1 december 1994

F. TOETREDING

Zie Trb. 1973, 101 en Trb. 1982, 134.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 38, eerste lid, juncto artikel 37, derde lid, van het Verdrag een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Internationale Maritieme Organisatie:

Fiji 4 maart 1983
Sri Lanka12 april 1983
de Verenigde Arabische Emiraten15 december 1983
Kameroen14 mei 1984
Oman10 mei 1985
Benin 1 november 1985
Griekenland16 december 1986
de Sovjet-Unie117 juni 1987
Nigeria11 september 1987
Ivoorkust 5 oktober 1987
de Seychellen12 april 1988
Qatar 2 juni 1988
Vanuatu13 januari 1989
Canada224 januari 1989
Cyprus26 juli 1989
Djibouti 1 maart 1990
India10 juli 1990
Malta27 september 1991
Gambia 1 november 1991
Venezuela21 januari 1992
Brunei29 september 1992
Estland 1 december 1992
Korea (Zuid-) 8 december 1992
Kenya15 december 1992
Marokko31 december 1992
Sierra Leone13 augustus 1993
Albanië 6 april 1994
Barbados 6 mei 1994
Mexico13 mei 1994
Saint Kitts en Nevis14 september 1994
Australië10 oktober 1994
de Marshalleilanden30 november 1994
Maleisië 6 januari 1995
Mauritius 6 april 1995
Mauretanië17 november 1995
Bahrein 3 mei 1996

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag:

Kroatië27 juli 1992
Slovenië12 november 1992

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1982, 134.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland heeft op 8 mei 1984 het Verdrag toepasselijk verklaard op Anguilla vanaf 1 september 1984.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1973, 101 en Trb. 1982, 134.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 6 maart 1948 te Genève tot stand gekomen Verdrag nopens de Internationale Maritieme Organisatie (tot mei 1982 geheten: de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie) zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 44.

Voor het op 12 mei 1954 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging van de zee door olie, 1954, zie ook Trb. 1983, 110.

Voor het op 17 juni 1960 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1960, zie ook Trb. 1988, 111. Dit Verdrag is vervangen in de betrekkingen tussen de Staten die partij zijn bij het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, door dat Verdrag; zie hiervoor ook, laatstelijk, Trb. 1996, 128.

Voor het op 5 april 1966 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966, zie ook Trb. 1984, 37.

Voor het op 29 november 1969 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie zie ook Trb. 1996, 191.

Voor het op 20 oktober 1972 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake Internationale Voorschriften ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 137.

Voor het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het onderhavige Verdrag zie ook Trb. 1994, 249.

Van het op 25 mei 1984 te Londen tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het onderhavige Verdrag zijn de Engelse en de Franse tekst geplaatst in Trb. 1986, 14 en is de vertaling geplaatst in Trb. 1986, 41; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 196.

Van het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het onderhavige Verdrag zijn de Engelse en de Franse tekst alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1994, 228; zie ook Trb. 1996, 197.

Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Op 3 oktober 1990 is de Duitse Democratische Republiek toegetreden tot de Bondsrepubliek Duitsland.

XNoot
1

De toetreding van de Sovjet-Unie tot het Verdrag is vanaf 26 december 1991 voortgezet door de Russische Federatie.

XNoot
2

Onder de volgende verklaring:

“The Government of Canada assumes responsibility for the payment of the obligations contained in articles 10, 11 and 12 of the Fund Convention. Such payments to be made in accordance with section 774 of the Canada Shipping Act as amended by Chapter 7 of the Statutes of Canada 1987."

Naar boven