Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1996, 191 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1996, 191 | Verdrag |
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, met Bijlage;
Brussel, 29 november 1969
De tekst van het Verdrag, met Bijlage, is geplaatst in Trb. 1970, 196. Zie ook Trb. 1971, 77.
De tekst van het Verdrag is gewijzigd bij de in rubriek J hieronder genoemde Protocollen van 19 november 1976 en 27 november 1992.
Zie Trb. 1970, 196 en Trb. 1971, 77.
Zie Trb. 1975, 121.
Zie Trb. 1975, 1211, Trb. 1980, 100 en Trb. 1982, 132.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel XIV, eerste lid, juncto artikel XIII, tweede lid, letter b, van het Verdrag een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Internationale Maritieme Organisatie:
Guatemala2 | 20 oktober 1982 |
Australië3 | 7 november 1983 |
Kameroen | 14 mei 1984 |
Zwitserland | 15 december 1987 |
Ierland | 19 november 1992 |
Zie Trb. 1975, 1211, Trb. 1980, 100 en Trb. 1982, 132.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel XIV, eerste lid, juncto artikel XIII, tweede lid, letter c, van het Verdrag een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Internationale Maritieme Organisatie:
Gabon | 21 januari 1982 |
Vanuatu | 2 februari 1983 |
Sri Lanka | 12 april 1983 |
de Verenigde Arabische Emiraten | 15 december 1983 |
Oman | 24 januari 1985 |
Benin | 1 november 1985 |
Peru2 | 24 februari 1987 |
India | 1 mei 1987 |
de Seychellen | 12 april 1988 |
Qatar | 2 juni 1988 |
Canada | 24 januari 1989 |
Egypte | 3 februari 1989 |
Saint Vincent en de Grenadines | 19 april 1989 |
Cyprus | 19 juni 1989 |
Djibouti | 1 maart 1990 |
Colombia | 26 maart 1990 |
Luxemburg | 14 februari 1991 |
Belize | 2 april 1991 |
Malta | 27 september 1991 |
Gambia | 1 november 1991 |
Venezuela | 21 januari 1992 |
Letland | 10 juli 1992 |
Brunei | 29 september 1992 |
Estland | 1 december 1992 |
Kenya | 15 december 1992 |
Saudi-Arabië3 | 15 april 1993 |
Sierra Leone | 13 augustus 1993 |
de Marshalleilanden | 24 januari 1994 |
Kazachstan | 7 maart 1994 |
Albanië | 6 april 1994 |
Georgië | 19 april 1994 |
Barbados | 6 mei 1994 |
Mexico | 13 mei 1994 |
Saint Kitts en Nevis4 | 14 september 1994 |
Cambodja | 28 november 1994 |
Maleisië | 6 januari 1995 |
Mauritius | 6 april 1995 |
Mauretanië | 17 november 1995 |
Tonga | 1 februari 1996 |
Equatoriaal-Guinea | 24 april 1996 |
Bahrein | 3 mei 1996 |
Verklaring van voortgezette gebondenheid
De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag:
Kroatië | 27 juli 1992 |
Slovenië | 12 november 1992 |
Zie Trb. 1975, 121.
Zie Trb. 1980, 100.
De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland heeft op 8 mei 1984 het Verdrag toepasselijk verklaard op Anguilla vanaf 1 september 1984.
Zie Trb. 1970, 196, Trb. 1971, 77, Trb. 1975, 121, Trb. 1980, 100 en Trb. 1982, 132.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.
Voor het op 25 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationale Gerechtshof zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 114.
Voor het op 6 maart 1948 te Genève tot stand gekomen Verdrag nopens de Internationale Maritieme Organisatie (tot mei 1982 geheten: de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie) zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 44.
Voor het op 26 oktober 1956 te New York tot stand gekomen Statuut van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie zie ook, laatstelijk, Trb. 1990, 51.
Voor het op 18 december 1971 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie zie ook Trb. 1996, 195.
Voor het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Protocol inzake het optreden in volle zee in gevallen van verontreiniging door andere stoffen dan olie zie ook, laatstelijk, Trb. 1992, 190.
Voor het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie zie ook Trb. 1996, 192.
Van het op 25 mei 1984 te Londen tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van het Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie zijn de Engelse en de Franse tekst geplaatst in Trb. 1986, 13 en is de vertaling geplaatst in Trb. 1986, 40; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 193.
Van het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie zijn de Engelse en de Franse tekst alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1994, 229; zie ook Trb. 1996, 194.
Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 1996
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
Op 3 oktober 1990 is de Duitse Democratische Republiek toegetreden tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Onder de volgende verklaring:
“It is declared that relations that may arise with Belize by virtue of this accession can in no sense be interpreted as recognition by the State of Guatemala of the independence and sovereignty unilaterally decreed by Belize." (IMO-vertaling)
Onder de volgende verklaringen:
“Australia has taken note of the reservation made by the Union of the Soviet Socialist Republics on its accession on 24 June 1975 to the Convention, concerning Article XI(2) of the Convention. Australia wishes to advise that it is unable to accept the reservation. Australia considers that international law does not grant a State the right to immunity from the jurisdiction of the courts of another State in proceedings concerning civil liability in respect of a State-owned ship used for commercial purposes. It is also Autralia's understanding that the above-mentioned reservation is not intended to have the effect that the Union of Soviet Socialist Republics may claim judicial immunity of a foreign State with respect to ships owned by it, used for commercial purposes and operated by a company which in the Union of Soviet Socialist Republics is registered as the ship's operator, when actions for compensation are brought against the company in accordance with the provisions of the Convention. Australia also declares that, while being unable to accept the Soviet reservation, it does not regard that fact as precluding the entry into force of the Convention as between the Union of Soviet Socialist Republics and Australia.
Australia has taken note of the declaration made by the German Democratic Republic on its accession on 13 March 1978 to the Convention, concerning Article XI(2) of the Convention. Australia wishes to declare that it cannot accept the German Democratic Republic's position on sovereign immunity. Australia considers that international law does not grant a State the right to immunity from the jurisdiction of the courts of another State in proceedings concerning civil liability in respect of a State-owned ship used for commercial purposes. Australia also declares that, while being unable to accept the declaration by the German Democratic Republic, it does not regard that fact as precluding the entry into force of the Convention as between the German Democratic Republic and Australia."
De toetreding van de Sovjet-Unie tot het Verdrag is vanaf 26 december 1991 voortgezet door de Russische Federatie.
Onder het volgende voorbehoud:
“With respect to article II, because it considers that the said Convention will be understood as applicable to pollution damage caused in the sea area under the sovereignty and jurisdiction of the Peruvian State, up to the limit of 200 nautical miles, measured from the base lines of the Peruvian coast." (IMO-vertaling)Op 4 november 1987 heeft de Regering van de Sovjet-Uniede volgende mededeling gedaan met betrekking tot bovengenoemd voorbehoud:“In connection with the reservation made by the Government of the Republic of Peru when depositing the instrument of accession to the International Convention on Civil Liability for Oil Pollution Damage, 1969, on 24 February 1987 (...), Soviet Side has the honour to confirm its position in accordance with which a coastal State has no right to claim an extension of its sovereignty to sea areas beyond the outer limit of its territorial waters the maximum breadth of which in accordance with international law cannot exceed 12 nautical miles."(IMO-vertaling)
Onder het volgende voorbehoud:
“However, this accession does not in any way mean or entail the recognition of Israel, and does not lead to entering into any dealings with Israel; which may be arranged by the above mentioned Convention and the said Protocol." (IMO-vertaling)
Onder de volgende verklaring:
“The Government of Saint Kitts and Nevis considers that international law does not authorize States to claim judicial immunity in respect of vessels belonging to them and used by them for commercial purposes."
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1996-191.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.