A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Mongolië inzake
luchtdiensten, met bijlage;
's-Gravenhage, 9 maart 1995
B. TEKST
De tekst van het verdrag is geplaatst in Trb. 1995, 127.
D. PARLEMENT
Bij brieven van 6 september 1995 (Kamerstukken II 1994/95, 24 340,
nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel
5, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de
Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de
Minister van Verkeer en Waterstaat A. JORRITSMA-LEBBINK en de Minister van
Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 13 oktober 1995.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag, die vanaf 8 april 1995 voorlopig worden
toegepast, zullen ingevolge artikel 21 van het Verdrag op 1 juni 1996 in werking
treden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag ingevolge
artikel 19 alleen voor Nederland gelden.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1995, 127.
Voor het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake
de internationale burgerluchtvaart zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 32.
Voor het op 14 september 1963 te Tokio tot stand gekomen Verdrag inzake
strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen
zie ook, laatstelijk Trb. 1995, 203.
Voor het op 16 december 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen
zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 204.
Voor het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot
bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van
de burgerluchtvaart zie ook, laatstelijk Trb. 1995, 205.