A. TITEL

Verdrag nopens de tenuitvoerlegging van in het buitenland gewezen scheidsrechterlijke uitspraken;

Genève, 26 september 1927

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is bij Koninklijk besluit van 14 september 1931 bekendgemaakt in Stb. 399. Zie ook Trb. 1957, 130, Trb. 1959, 136 en Trb. 1980, 26.

C. VERTALING

Zie Stb. 1931, 399.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1952, 74.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1952, 74 en 117, Trb. 1957, 130, Trb. 1959, 136 en Trb. 1980, 26.

F. TOETREDING

Zie Trb. 1980, 26.

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties medegedeeld zich gebonden te achten aan het Verdrag:

Antigua en Barbuda25 oktober 1988
Kroatië26 juli 1993
Slowakije128 mei 1993
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië10 maart 1994

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1952, 74 en 117, Trb. 1957, 130, Trb. 1959, 136, Trb. 1964, 95 en Trb. 1980, 26.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1952, 741 en Trb. 1980, 26.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1952, 74 en 117, Trb. 1957, 130, Trb. 1959, 136, Trb. 1964, 95 en Trb. 1980, 261.

Voor het op 24 september 1923 te Genève tot stand gekomen Protocol betreffende arbitrage-clausules zie ook Trb. 1996, 11.

Voor het op 10 juni 1958 te New York tot stand gekomen Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken zie ook Trb. 1996, 13.

Uitgegeven de achttiende januari 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

H. F. DIJKSTAL


XNoot
1

Onder handhaving van de door Tsjechoslowakije bij de bekrachtiging op 18 september 1931 afgelegde verklaring. De tekst van die verklaring luidt:

“The Czechoslovak Republic does not intend to invalidate in any way the bilateral treaties concluded by it with various States, which regulate the questions referred to in the present Convention by provisions going beyond the provisions of the Convention."

XNoot
1

Naar aanleiding van de toepasselijkverklaring van het Verdrag door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland op 9 maart 1932 op de Benedenwindse Eilanden, met inbegrip van Sint Christopher-Nevis heeft de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland op 16 december 1985 medegedeeld, dat het Verdrag van toepassing is gebleven op Anguilla na de onafhankelijkheid van Sint Christopher-Nevis.

XNoot
1

In Trb. 1980, 26 staat ten onrechte vermeldTrb. 1964, 55.

Naar boven