A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië inzake internationaal vervoer over de weg;

Ljubljana, 17 mei 1993

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1993, 113.

De volgende correcties dienen in de tekst te worden aangebracht:

– Preambule, derde regel: „ ..., in the interest of their economic relations, the development of transport of goods ..." i.p.v. ... „in the interest of goods ...";

– artikel 1, eerste lid, zesde regel: „carriers" i.p.v. „carries";

– artikel 1: het derde lid is de tweede alinea van het tweede lid; artikel 1 bestaat dus uit twee leden;

– artikel 7, eerste lid, vierde regel: „ ... from all special taxes ..." i.p.v. „ ... from special taxes ...";

– artikel 9, vierde regel: „respective" i.p.v. „respectieve";

– artikel 10, tweede lid, derde, vierde en vijfde regel: „ ... unless one of the Contracting Parties has, six months prior to the date of extension, given to the other Contracting Party written notice ..." i.p.v. „ ... unless one of the Contracting Parties has, prior to the date of extension, given to the other Contracting Party six months written notice ...".

C. VERTALING

Zie Trb. 1993, 113.

De volgende correcties dienen in de vertaling te worden aangebracht:

– artikel 1, tweede lid, tweede regel: „ ... eventueel tussen de Europese Gemeenschappen ..." i.p.v. „ ... eventueel de Europese Gemeenschappen ...";

– artikel 3, eerste lid, tweede en derde regel: „ ... gevestigde vervoerder toestaan vervoer van goederen of personen ..." i.p.v. ... gevestigde vervoerde toestaan vervoer van goederen en passagiers ...";

– artikel 5, derde lid, derde en vierde regel: „ ... van nationaliteit of plaats van vestiging ..." i.p.v. „ ... nationaliteit van vestiging ...";

– artikel 8, vierde lid, tweede regel: „ ... de soort en het aantal ..." i.p.v. „ ... de soort en aantal ...".

D. PARLEMENT

Bij brieven van 25 januari 1994 (Kamerstukken II 1993/94, 23 595, nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 91, juncto additioneel artikel XXI, eerste lid, onderdeel a, van de Grondwet op de voet van artikel 61, derde lid, van de Grondwet naar de tekst van 1972 overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven verzegelde, is ondertekend door de Minister van Verkeer en Waterstaat J. R. H. MAIJ-WEGGEN en de Minister van Buitenlandse Zaken P. H. KOOIJMANS.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 27 februari 1994.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag, dat reeds vanaf 17 mei 1993 voorlopig wordt toegepast, zullen ingevolge artikel 10, eerste lid, op 1 februari 1996 in werking treden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag ingevolge artikel 11 alleen voor Nederland gelden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1993, 113.

Voor het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 77.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap zie ook Trb. 1995, 76.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) zie ook Trb. 1995, 78.

Uitgegeven de tweeëntwintigste januari 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven