A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aanvulling en het vergemakkelijken van de toepassing van het Europees Verdrag betreffende uitlevering van 13 december 1957;

Wittem, 30 augustus 1979

B. TEKST

De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1979, 142.

Artikel III van de Overeenkomst is vervallen (zie rubriek J van Trb. 1992, 37).

De artikelen V en VI van de Overeenkomst zijn vervangen (zie rubriek J hieronder).

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1983, 13.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1983, 13.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1983, 13.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1979, 142, Trb. 1983, 13 en Trb. 1992, 37.

Op grond van artikel XIII van de onderhavige Overeenkomst zijn tussen de Nederlandse en de Duitse Regering nota's d.d. 4 oktober 1994 en 5 januari 1995 gewisseld, waarin is vastgesteld dat de artikelen V en VI, letter a, van de onderhavige Overeenkomst worden vervangen door de desbetreffende artikelen van de Overeenkomst tot uitvoering van het Akkoord van Schengen op dezelfde dag1 als waarop deze artikelen van de Overeenkomst door een desbetreffend besluit van het Uitvoerend Comité van Schengen van toepassing worden op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland en van Nederland. De tekst van de nota's luidt als volgt:

Nr. I

Nr. Bon-34911

Sträßchensweg 10

53113 Bonn

VERBALNOTE

Die Königlich Niederländische Botschaft beehrt sich, dem Auswärtigen Amt unter Bezugnahme auf das Inkrafttreten des Übereinkommens zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen am 14. September 1993 folgendes mitzuteilen.

Nach Artikel XIII Absatz 1 des am 30. August 1979 in Wittem geschlossenen Vertrags zwischen dem Königreich der Niederlande und der Bundesrepublik Deutschland über die Ergänzung des Europäischen Auslieferungsübereinkommens vom 13. Dezember 1957 und über die Erleichterung seiner Anwendung gehen Regelungen aus mehrseitigen Übereinkommen, die zur Ergänzung oder Erleichterung der Anwendung des vorbezeichneten Übereinkommens des Europarats geschlossen werden, vom Zeitpunkt ihres Inkrafttretens zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande entsprechende Regelungen des Vertrags vom 30. August 1979 vor. Welche Regelungen solcher Übereinkommen gleichartige Regelungen dieses Vertrags auf diese Weise ersetzen, stellen die Vertragsparteien nach Artikel XIII Absatz 2 im gegenseitigen Einvernehmen fest.

Die niederländische Regierung ist der Auffassung, dass die Artikel V und VI Buchstabe a des Vertrags vom 30. August 1979 durch die diesbezüglichen Artikel des Schengener Durchführungsübereinkommens vom gleichen Tage an ersetzt werden, an dem diese Artikel des Übereinkommens durch einen diesbezüglichen Beschluss des Schengen-Exekutivausschusses auf das Hoheitsgebiet der Bundesrepublik Deutschland und auf das Hoheitsgebiet des Königreichs der Niederlande in Europa anwendbar werden.

Wenn die Regierung der Bundesrepublik Deutschland dieser Auf-fassung zustimmt, gelten diese Verbalnote und die Antwortnote des Auswärtigen Amtes als Feststellung im Sinne von Artikel XIII Absatz 2 des Vertrags vom 30. August 1979.

Die Königlich Niederländische Botschaft benutzt diesen Anlass, das Auswärtige Amt erneut ihrer ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 4. Oktober 1994

An das

Auswärtige Amt

Referat 511

53133 Bonn


Nr. II

AUSWÄRTIGES AMT

Az.: 511-530.MS/3

VERBALNOTE

Das Auswärtige Amt beehrt sich, den Eingang der Verbalnote der Königlich Niederländischen Botschaft vom 04.10.94 – Bon – 34911 zu bestätigen, die wie folgt lautet:

(Zoals in Nr. I)

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft mitzuteilen, dasz sich die Regierung der Bundesrepublik Deutschland mit den Vorschlägen der Regierung des Königreichs der Niederlande einverstanden erklärt. Demgemäss gelten die Verbalnote der Königlich Niederländischen Botschaft vom 4.10.94 und diese Antwortnote als Feststellung im Sinne van Artikel XIII Absatz 2 des Vertrags vom 30. August 1979.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 5. Januar 1995

An die

Königlich Niederländische Botschaft


Voor het op 13 december 1957 te Parijs tot stand gekomen Europees Verdrag betreffende uitlevering zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 45.

Voor het op 17 maart 1978 te Parijs tot stand gekomen Tweede Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag betreffende uitlevering zie ook Trb. 1993, 129.

Van de op 19 juni 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, naar welke Overeenkomst in bovenstaande nota's wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1990, 145; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 75.

Van het op 14 juni 1985 te Schengen tot stand gekomen Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, naar welk Akkoord in bovenstaande nota's wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1985, 102; zie ook Trb. 1986, 34.

Uitgegeven de dertigste maart 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

26 maart 1995.

Naar boven