A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko houdende de regeling van de financiële gevolgen voortvloeiend uit de overdracht aan de Marokkaanse Staat van landbouwgronden of gronden die voor de landbouw waren bestemd en die hebben toebehoord aan Nederlandse staatsburgers;

Rabat, 14 februari 1995

B. TEKST1

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Marokko houdende de regeling van de financiële gevolgen voortvloeiend uit de overdracht aan de Marokkaanse Staat van landbouwgronden of gronden die voor de landbouw waren bestemd en die hebben toebehoord aan Nederlandse staatsburgers

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Marokko, enerzijds geleid door de wens hun banden van vriendschap en samenwerking aan te halen en anderzijds zich ervan bewust dat daartoe een definitieve oplossing dient te worden gezocht voor bepaalde financiële kwesties tussen de beide landen,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

De Regering van het Koninkrijk Marokko betaalt aan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden een totale en forfaitaire schadevergoeding voor de Nederlandse agrarische goederen, rechten en belangen in Marokko, vallende onder de bepalingen van het Koninklijk Besluit (dahir) houdende wet nr. 1.73.213 d.d. 26 moharrem 1393, overeenkomend met 2 maart 1973, betreffende de overdracht aan de Marokkaanse Staat van landbouwgronden of gronden die voor de landbouw waren bestemd, toebehorend aan buitenlandse natuurlijke personen of rechtspersonen.

Artikel 2

In de zin van deze Overeenkomst worden als Nederlands beschouwd de agrarische goederen, rechten en belangen die op het tijdstip van de overdracht in welke vorm dan ook, direkt dan wel indirekt hebben toebehoord aan natuurlijke personen of aan rechtspersonen van Nederlandse nationaliteit.

Artikel 3

Het bedrag van de totale en forfaitaire schadevergoeding beloopt 249.657 Dh. Dit bedrag wordt gestort binnen één maand na het tijdstip van inwerkingtreding van deze Overeenkomst op de rekening van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Algemene Bank Marokko te Rabat onder nummer 27.30.413.

Artikel 4

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden is belast met de verdeling van de in deze Overeenkomst vastgestelde schadevergoeding. Daartoe verstrekken de bevoegde Marokkaanse autoriteiten aan de diensten van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Rabat alle beschikbare documenten die deze verdeling zouden kunnen vergemakkelijken.

Artikel 5

Met ingang van de ondertekening van deze Overeenkomst verbindt elk der beide Regeringen zich ertoe, behoudens de nakoming door de andere Regering van de op haar rustende verplichtingen, bij de andere Regering of bij een arbitrale of gerechtelijke instantie eventuele vorderingen van haar staatsburgers met betrekking tot de goederen die zijn overgedragen krachtens het in artikel 1 bedoelde Koninklijk Besluit, niet in te dienen of deze te ondersteunen.

Artikel 6

Door de betaling van de totale en forfaitaire schadevergoeding die is vastgesteld in artikel 3, beschouwt de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden alle in artikel 1 en 2 van deze Overeenkomst aangegeven vorderingen als definitief en integraal geregeld. Deze regeling ontslaat de Marokkaanse Staat van alle verplichtingen jegens de Nederlandse Staat alsmede jegens de belanghebbende Nederlandse natuurlijke personen of rechtspersonen.

Artikel 7

Deze Overeenkomst treedt in werking op het tijdstip waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat is voldaan aan de daartoe vereiste grondwettelijke procedures.

GEDAAN te Rabat, op 14 februari 1995 in twee originele exemplaren in de Nederlandse, de Arabische en de Franse taal, welke drie teksten gelijkelijk gezaghebbend zijn.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) H. P. VAN SOEST

Voor de Regering van het Koninkrijk Marokko,

(S.) MOHAMED MUSTAPHA BEN KHALDOUN


Accord entre le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas et le Gouvernement du Royaume du Maroc portant règlement des conséquences financières résultant du transfert, à l'État Marocain, de la propriété des immeubles agricoles ou à vocation agricole ayant appartenu à des ressortissants néerlandais.

Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas et le Gouvernement du Royaume du Maroc, désireux, d'une part, de reserrer leurs liens d'amitié et de coopération et conscients, d'autre part, qu'il convient, à cet effet, de rechercher une solution définitive à certaines questions d'ordre financier en suspens entre les deux pays,

Sont convenus de ce qui suit

Article 1

Le Gouvernement du Royaume du Maroc versera au Gouvernement du Royaume des Pays-Bas une indemnité globale et forfaitaire pour les biens, droits et intérêts agricoles néerlandais au Maroc, soumis aux dispositions du dahir portant loi n° 1. 73. 213 du 26 moharam 1393 correspondant au 2 mars 1973, relatif au transfert, à l'État Marocain, de la propriété des immeubles agricoles ou à vocation agricole appartenant aux personnes physiques étrangères ou aux personnes morales.

Article 2

Sont considérés comme néerlandais aux termes du présent Accord les biens, droits et intérêts agricoles ayant appartenu, au moment du transfert de propriété, sous quelque forme que ce soit, directement ou indirectement, à des personnes physiques ou à des personnes morales de nationalité néerlandaise.

Article 3

Le montant de l'indemnité globale et forfaitaire s'élève à deux cent quarante neuf mille six cent cinquante sept dirhams (249.657 dhs). Cette somme est versée au plus tard dans un délai d'un mois à compter de la date d'entrée en vigueur du présent Accord, au compte ouvert au nom de l'Ambassade Royale des Pays-Bas à l'Algemene Bank Marokko à Rabat sous le n° 27.30.413.

Article 4

Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas est chargé de la répartition de l'indemnité fixée au présent Accord. A cette fin, les autorités marocaines compétentes communiquent aux services de l'Ambassade Royale des Pays-Bas à Rabat tous documents disponibles pouvant faciliter cette répartition.

Article 5

A compter de la signature du présent Accord, chacun des deux gouvernements s'engage, sous réserve de l'exécution par l'autre gouvernement des obligations qui lui incombent, à ne pas présenter ni soutenir auprès de l'autre gouvernement ou devant une instance arbitrale ou judiciaire, les revendications éventuelles de ses ressortissants relatives aux biens récupérés en application du dahir portant loi visé à l'article premier du présent Accord.

Article 6

Par le paiement de l'indemnité globale et forfaitaire mentionnée à l'article 3, le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas considérera comme définitivement et intégralement réglées toutes les revendications définies aux articles premier et 2 du présent Accord. Ce règlement aura effet libératoire pour l'Etat marocain envers l'Etat néerlandais ainsi qu'à l'égard des personnes physiques ou morales néerlandaises intéressées.

Article 7

Le présent Accord entrera en vigueur à la date à laquelle les deux Parties Contractantes se seront notifié par écrit qu'il a été satisfait aux procédures constitutionnelles requises à cet effet.

FAIT à Rabat le 14 février 1995 en deux exemplaires originaux en langues néerlandaise, arabe, et française, les trois textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas,

(w. g.) M. P. VAN SOEST

Pour le Gouvernement du Royaume du Maroc,

(S.) MOHAMED MUSTAPHA BEN KHALDOUN


D. PARLEMENT

De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De Overeenkomst zal ingevolge artikel 7 in werking treden op het tijdstip waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de daartoe grondwettelijk vereiste procedures is voldaan.

Uitgegeven de negenentwintigste maart 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

W. KOK


XNoot
1

De Arabische tekst is niet afgedrukt.

Naar boven