A. TITEL

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Belgische Regering houdende een verdrag inzake voorrechten en immuniteiten te verlenen aan verbindingsambtenaren en andere personeelsleden die vanwege de Belgische Regering bij de Europol Drugs Eenheid te 's-Gravenhage worden tewerkgesteld;

Brussel, 9 en 13 februari 1995

B. TEKST

Nr. I

No. BRU-093

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking haar complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing naar het Ministerieel Akkoord tot instelling van de Europol Drugs Eenheid, vastgesteld tussen de TREVI Ministers tijdens hun bijeenkomst in Kopenhagen van 1 en 2 juni 1993, alsmede naar het besluit van de Europese Raad van 29 oktober 1993 tot vestiging van Europol te 's-Gravenhage, en vooruitlopende op de oprichting van Europol bij verdrag, namens het Koninkrijk der Nederlanden het volgende voor te stellen.

1. Verbindingsambtenaren en andere personeelsleden, die ingevolge bovengenoemd Ministerieel Akkoord vanwege de Regering van het Koninkrijk België bij de Europol Drugs Eenheid te 's-Gravenhage worden tewerkgesteld en die zich uit dien hoofde in Nederland vestigen, alsmede hun gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding en die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, zullen in en jegens het Koninkrijk der Nederlanden de voorrechten en immuniteiten genieten overeenkomstig de voorrechten en immuniteiten die ingevolge het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer van 18 april 1961 toekomen aan leden van de administratieve en technische staf van in Nederland gevestigde diplomatieke zendingen, met dien verstande dat deze immuniteit zich niet zal uitstrekken tot schade veroorzaakt door voertuigen, of andere transportmiddelen die hun eigendom zijn of door hen werden bestuurd, noch tot verkeersovertredingen en dat de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken niet geldt voor gedragingen die niet in de uitoefening van hun functie zijn verricht.

2. De verplichtingen voor Zendstaten en hun personeel die ingevolge het Verdrag van Wenen van toepassing zijn met betrekking tot leden van de administratieve en technische staf van in Nederland gevestigde diplomatieke zendingen zijn van toepassing met betrekking tot de onder 1. bedoelde personen.

3. Het Koninkrijk der Nederlanden zal de onder 1. bedoelde personen op aanvrage in het bezit stellen van een legitimatiebewijs waaruit hun status blijkt.

De Ambassade stelt voor dat deze nota en de bevestigende nota van het Ministerie tezamen een verdrag vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, dat vooruitlopend op de inwerkingtreding voorlopig zal worden toegepast vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de bevestigende nota van het Ministerie en dat in werking zal treden op de vijftiende dag volgend op de datum van de nota van het Ministerie inhoudend dat aan de voor de inwerkingtreding vereiste constitutionele formaliteiten is voldaan, en dat voorts een zodanige looptijd zal hebben dat de periode van voorlopige toepassing en de looptijd na de inwerkingtreding tezamen maximaal een jaar zullen vormen waarbij, indien aan het einde van deze looptijd nog geen verdrag inzake de oprichting van Europol in werking is getreden, een nieuwe notawisseling tot verlenging van het verdrag zal kunnen plaatsvinden.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de hernieuwde verzekering van haar zeer bijzondere hoogachting aan te bieden.

Brussel, 9 februari 1995

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Juridische Dienst S 30

te Brussel


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN,

BUITENLANDSE HANDEL EN

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

1000 Brussel, 13-02-1995

Quatre Brasstraat, 2

Tel. 516.81.11

Kabinet van de Jurisconsulent

S.30/96.2/JD

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de eer te verwijzen naar de verbale nota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden met de volgende inhoud:

(Zoals in Nr. I)

Het Ministerie heeft de eer de Ambassade te informeren dat het Koninkrijk België instemt met de inhoud van bovengenoemde nota en dat de nota van de Ambassade en deze bevestigende nota tezamen een verdrag vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking neemt deze gelegenheid te baat om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden de hernieuwde verzekering zijner bijzondere hoogachting aan te bieden.

Aan de Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

H. Debrouxlaan 48

1160 Brussel


D. PARLEMENT

Het in de nota's vervatte verdrag behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal alvorens in werking te kunnen treden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het in de nota's vervatte verdrag zullen ingevolge het ter zake in de nota's gestelde in werking treden op de vijftiende dag volgend op de datum van de nota van het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking inhoudend dat aan de voor de inwerkingtreding vereiste constitutionele formaliteiten is voldaan.

Zij worden ingevolge dezelfde alinea voorlopig toegepast vanaf 1 maart 1995.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het verdrag alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

De Engelse en de Franse tekst van het op 18 april 1961 tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, naar welk Verdrag onder meer in punt 1 van de onderhavige nota's wordt verwezen, zijn geplaatst in Trb. 1962, 101 en de vertaling is geplaatst in Trb. 1962, 159; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 212.

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het verdrag in Nederland zal zijn bekendgemaakt op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de vierentwintigste maart 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven