A. TITEL

Protocol houdende de vaststelling van een uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken, met Uitvoeringsreglement

Brussel, 20 november 1995

B. TEKST

Protocol houdende de vaststelling van een uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken

Het Koninkrijk België,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

Verlangende het uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken gevoegd bij het Protocol van 31 mei 1989, zoals nadien gewijzigd bij Protocol van 23 oktober 1991, te wijzigen in verband met het Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet op de merken van 2 december 1992,

Overwegende dat het gelet op de omvang van de wijzigingen wenselijk is aan dat verlangen uitvoering te geven door een nieuw uitvoeringsreglement vast te stellen,

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Benelux-Merkenbureau,

Zijn de volgende bepalingen overeengekomen:

Artikel 1

Het reglement dat als bijlage bij dit Protocol is gevoegd stelt de uitvoeringsmodaliteiten vast van de artikelen 6, 6bis, 7, 8, 10, 11, 17 en 49 van de eenvormige Beneluxwet op de merken alsmede van de artikelen 25 en 110 van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk.

Artikel 2

Ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof worden voor de toepassing van de hoofdstukken III en IV van dat Verdrag de bepalingen van dit Protocol, van het daarbij gevoegde reglement en van de toepassingsreglementen, welke door de Raad van bestuur van het Benelux-Merkenbureau zijn of zullen worden vastgesteld, als gemeenschappelijke rechtsregels aangewezen.

Artikel 3

Het Protocol van 31 mei 1989 ter uitvoering van artikel 2, lid 1, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken en het daarbij behorende uitvoeringsreglement, zoals nadien gewijzigd, worden buiten werking gesteld.

Artikel 4

Dit Protocol en de hoofdstukken I tot en met VII, IX en X van het daarbij gevoegde reglement treden in werking met ingang van de dag waarop de artikelen I, onderdelen A tot en met V, en II tot en met VIII van het op 2 december 1992 te Brussel ondertekende Protocol houdende wijziging van de eenvormige Benelux-wet op de merken in werking treden. Hoofdstuk VIII treedt in werking met ingang van de dag waarop het Protocol van 27 juni 1989 bij de Overeenkomst van Madrid voor de landen van de Benelux, van kracht wordt.

TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op 20 november 1995, in drievoud, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België,

(w.g.) E. DERYCKE

Voor het Groothertogdom Luxemburg,

(w.g.) J. F. POOS

Voor het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) H. A. F. M. O. VAN MIERLO

(onder voorbehoud van aanvaarding)1


Uitvoeringsreglement van de Eenvormige Beneluxwet op de merken

HOOFDSTUK I

Benelux-depot

Artikel 1

1. Het Benelux-depot van een merk geschiedt in het Nederlands of het Frans door de indiening van een document, waarop voorkomen:

  • a. naam en adres van de deposant;

  • b. de afbeelding van het merk;

  • c. de vermelding van de kleur of kleuren, indien de deposant deze als onderscheidend kenmerk van het merk verlangt;

  • d. in voorkomend geval, de vermelding dat het merk of een deel van het merk driedimensionaal is (marque plastique), onder andere dat het bestaat uit de vorm van de waar of van de verpakking;

  • e. de opgave van de waren en diensten, waarvoor het merk is bestemd;

  • f. in voorkomend geval de vermelding dat het een collectief merk betreft;

  • g. de handtekening van de deposant of zijn gemachtigde.

2. De deposant dient een formulier te gebruiken waarvan het model en het aantal exemplaren bij toepassingsreglement worden vastgesteld.

3. Op het formulier dienen in voorkomend geval naam en adres van de gemachtigde, of het in artikel 16, derde lid, bedoelde correspondentie-adres te worden vermeld.

4. De afbeelding van het merk moet voldoen aan het bepaalde in het toepassingsreglement.

5. De waren en diensten moeten nauwkeurig omschreven zijn en zo- veel mogelijk met gebruikmaking van de bewoordingen van de alfabetische lijst van de internationale classificatie van waren en diensten, bedoeld in de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957; in ieder geval dienen de waren en diensten overeenkomstig de klassen en in de volgorde van deze klassen in genoemde classificatie te worden gerangschikt.

6. Indien de deposant kleuren als onderscheidend kenmerk van het merk verlangt, kan hij de publicatie in kleur verzoeken. Indien geen publicatie in kleur verzocht wordt, kunnen in ten hoogste 50 woorden de onderdelen van het merk waarop de kleuren betrekking hebben, vermeld worden.

7. Het formulier kan een beschrijving bevatten in niet meer dan 50 woorden van de onderscheidende elementen van het merk.

Artikel 2

Het depot dient vergezeld te zijn van de volgende stukken:

  • a. een verzoek tot onderzoek naar eerdere inschrijvingen, waarvan het model en het aantal exemplaren bij toepassingsreglement dienen te worden bepaald, of een bewijsstuk, afgegeven door het Benelux-Bureau, waaruit blijkt dat een onderzoek naar eerdere inschrijvingen binnen de drie aan het depot voorafgaande maanden werd verricht of verzocht;

  • b. indien het een collectief merk betreft, een reglement op het gebruik en het toezicht in een bij toepassingsreglement vast te stellen aantal exemplaren;

  • c. een volmacht, indien het depot door een gemachtigde is verricht;

  • d. een bewijs van betaling van de in artikel 25, eerste lid, onder a, c, h, i of j bedoelde rechten of vergoedingen;

  • e. afbeeldingen van het merk overeenkomstig het bepaalde in het toepassingsreglement.

Artikel 3

1. De in artikel 6, onder A, eerste lid, van de eenvormige wet bedoelde vereisten voor het vaststellen van een datum van depot, zijn die vermeld in artikel 1, eerste lid, onder a, b, e en f, en in artikel 2, onder a en b, en, voor wat betreft de basisrechten of -vergoedingen, onder d.

2. De termijn bedoeld in artikel 6, onder A, tweede lid, van de eenvormige wet om te voldoen aan de overige gestelde vereisten, bedraagt drie maanden. Deze termijn kan op verzoek of ambtshalve worden verlengd, zonder dat een tijdvak van zes maanden na de datum van verzending van de eerste kennisgeving wordt overschreden.

3. Indien het depot krachtens artikel 6, onder A, derde lid, van de eenvormige wet vervalt, worden de ontvangen rechten en vergoedingen, verminderd met de helft, terugbetaald, met uitzondering van die bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder c, indien het onderzoek naar eerdere inschrijvingen reeds is aangevangen.

Artikel 4

1. De termijn bedoeld in artikel 6bis, derde lid, van de eenvormige wet om te antwoorden op de voorlopige weigering, bedraagt drie maanden; deze termijn kan op verzoek of ambtshalve worden verlengd, zonder dat een tijdvak van zes maanden na de datum van verzending van de eerste kennisgeving wordt overschreden.

2. Indien ingevolge de bepalingen van artikel 6bis, vijfde lid, van de eenvormige wet, de nietigheid van het depot is ingetreden, worden de ontvangen stukken verder buiten behandeling gelaten en worden de ontvangen rechten en vergoedingen, verminderd met de helft, terugbetaald met uitzondering van die, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder c. Indien de weigering een beperking in de opgave van waren en diensten tot gevolg heeft, worden de te veel betaalde supplementen bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, onder 3, terugbetaald, indien deze beperking daartoe aanleiding geeft.

Artikel 5

1. Indien bij het depot een beroep wordt gedaan op het recht van voorrang, als bedoeld in artikel 4 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, dienen het land, de dagtekening, het nummer en de houder van het depot, waarop het recht van voorrang steunt, te worden vermeld. Indien de deposant van het merk in het land van oorsprong niet degene is, die het Benelux-depot verricht, dan moet de laatstgenoemde aan zijn depot een document toevoegen, waaruit zijn rechten blijken.

2. De bijzondere verklaring betreffende het recht van voorrang, als bedoeld in artikel 6 onder D van de eenvormige wet, dient te bevatten: de naam en het adres van de deposant, zijn handtekening of die van zijn gemachtigde, in voorkomend geval naam en adres van de gemachtigde of het correspondentie-adres als bedoeld in artikel 16, derde lid, een aanduiding van het merk, alsmede de in het eerste lid bedoelde gegevens. Een bewijs van betaling van het in artikel 25, eerste lid onder d, bedoelde recht dient te zijn bijgevoegd.

3. De deposant die zich op een recht van voorrang beroept is verplicht een gewaarmerkt afschrift van de documenten die dit recht van voorrang staven over te leggen.

4. Indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid en in de artikelen 15 en 16, stelt de bevoegde instantie de betrokkene onverwijld daarvan in kennis en geeft hem een termijn van drie maanden om hieraan alsnog te voldoen. Deze termijn kan op verzoek of ambtshalve worden verlengd, zonder dat een tijdvak van zes maanden na de datum van verzending van de eerste kennisgeving wordt overschreden.

5. Indien binnen deze termijn niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid en in de artikelen 15 en 16, vervalt het recht van voorrang.

Artikel 6

1. De termijn bedoeld in artikel 6, onder C van de eenvormige wet, gedurende welke de deposant te kennen kan geven, dat hij het depot wil handhaven, bedraagt zes maanden te rekenen van de datum van verzending van de resultaten van het onderzoek naar eerdere inschrijvingen. Deze kennisgeving dient schriftelijk aan het Benelux-Bureau te geschieden.

2. Binnen de in het eerste lid gestelde termijn kan de deposant het Benelux-Bureau schriftelijk verzoeken een beperking aan te brengen in de opgave van waren en diensten. Indien deze beperking daartoe aanleiding geeft, worden de te veel betaalde supplementen bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, onder 3, terugbetaald.

3. Indien de handhaving van het depot niet wordt bevestigd binnen de in het eerste lid gestelde termijn, worden de ontvangen stukken verder buiten behandeling gelaten en worden de ontvangen rechten of vergoedingen, verminderd met de helft, terugbetaald met uitzondering van die, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder c.

HOOFDSTUK II

Inschrijving

Artikel 7

1. Het Benelux-Bureau schrijft het depot in het register in door vermelding van:

  • a. het volgnummer van de inschrijving;

  • b. de dagtekening en het nummer van het depot;

  • c. de in artikel 1 bedoelde gegevens en, in voorkomend geval, het beroep op het recht van voorrang en de gegevens vermeld in artikel 5, eerste lid;

  • d. de datum waarop de geldigheidsduur van de inschrijving verstrijkt;

  • e. de nummers van de klassen van de internationale classificatie van waren en diensten, bedoeld in de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957, waarin de waren en diensten, voorkomend in de opgave van de waren en diensten van het gedeponeerde merk, worden gerangschikt;

  • f. in voorkomend geval, de gegevens van de classificatie bedoeld in de Overeenkomst van Wenen van 12 juni 1973 tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken.

2. Indien een beroep op het recht van voorrang is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, tweede lid, wordt dit feit door het Benelux-Bureau in het register aangetekend onder vermelding van het land, de dagtekening, het nummer en de houder van het depot waarop het ingeroepen recht van voorrang steunt.

3. Het Benelux-Bureau geeft onverwijld uitvoering aan de in artikel 6ter van de eenvormige wet bedoelde bevelen tot inschrijving, zodra zij in kracht van gewijsde zijn gegaan.

Artikel 8

1. Ieder verzoek tot wijziging van de inschrijving in het Benelux-register dient aan het Benelux-Bureau te worden gericht en het nummer van de inschrijving, de naam en het adres van de houder van het merk, zijn handtekening of die van zijn gemachtigde en, in voorkomend geval, naam en adres van de gemachtigde of het correspondentie-adres bedoeld in artikel 16, derde lid, te vermelden. Indien het Benelux-Bureau dit wenst, dient het verzoek van een bewijsstuk te zijn vergezeld.

2. Het uittreksel van de akte waaruit overdracht, andere overgang, licentie of een pandrecht, als bedoeld in artikel 11, onder C, van de eenvormige wet, blijkt, dient genoegzaam voor eensluidend gewaarmerkt te zijn, in voorkomend geval door de partijen bij de overeenkomst.

3. De doorhaling van de inschrijving van een pandrecht of een beslag wordt verricht op basis van een bewijsstuk.

HOOFDSTUK III

Vernieuwing

Artikel 9

1. Het verzoek tot vernieuwing van de inschrijving van een Benelux-depot wordt ingediend bij het Benelux-Bureau en geschiedt bij voorkeur door terugzending van een door de verzoeker ondertekend exemplaar van de in artikel 10 van de eenvormige wet bedoelde herinneringsbrief of, indien daarvan geen gebruik wordt gemaakt, door indiening van een door de verzoeker ondertekend formulier, dat de volgende gegevens dient te bevatten:

  • a. de naam van de houder van het merk;

  • b. zijn adres en, in voorkomend geval, naam en adres van de gemachtigde of het correspondentie-adres bedoeld in artikel 16, derde lid;

  • c. indien de opgave van de waren en diensten is beperkt sedert de laatste publicatie, de opgave van de waren en diensten, waarin deze nauwkeurig omschreven moeten zijn, zoveel mogelijk met gebruikmaking van de bewoordingen van de alfabetische lijst van de internationale classificatie van waren en diensten, bedoeld in de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957; in ieder geval dienen de waren en diensten overeenkomstig de klassen en in volgorde van deze klassen in genoemde classificatie te worden gerangschikt;

  • d. het nummer van de laatste inschrijving;

  • e. indien het een verbetering of aanvulling betreft van de gegevens betrekking hebbende op een depot als bedoeld in artikel 30 van de eenvormige wet, de gegevens bedoeld in artikel 35 van dit reglement.

2. Het model en het aantal exemplaren van het formulier, bedoeld in het eerste lid, worden bij toepassingsreglement vastgesteld.

3. Het verzoek dient vergezeld te zijn van de volgende stukken:

  • a. een bewijs van betaling van de rechten bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder b, h, i of j;

  • b. een volmacht, indien de vernieuwing door een gemachtigde wordt gevraagd;

  • c. een aantal afbeeldingen van het merk overeenkomstig het bepaalde in het toepassingsreglement, indien het Benelux-Bureau dit noodzakelijk acht.

Artikel 10

1. Indien bij het verzoek tot vernieuwing niet is voldaan aan het bepaalde in de artikelen 9, 15 en 16, stelt het Benelux-Bureau de verzoeker onverwijld daarvan in kennis en geeft hem de gelegenheid alsnog aan deze vereisten te voldoen, uiterlijk binnen een jaar na de datum van verval van de inschrijving.

2. Indien binnen deze termijn niet aan de vereisten is voldaan, wordt de verzoeker medegedeeld, dat de inschrijving niet vernieuwd wordt en worden de ontvangen rechten, verminderd met de helft, aan hem terugbetaald.

Artikel 11

1. Het Benelux-Bureau schrijft de vernieuwingen in het register in door vermelding van:

  • a. het volgnummer van de inschrijving;

  • b. de dagtekening van de vernieuwing en het nummer van het depot;

  • c. de in artikel 1 bedoelde gegevens, met inachtneming van de in artikel 9, eerste lid verstrekte gegevens en, in voorkomend geval, het beroep op het recht van voorrang en de gegevens vermeld in artikel 5, eerste lid;

  • d. de datum waarop de geldigheidsduur van de inschrijving verstrijkt;

  • e. de nummers van de klassen van de internationale classificatie van waren en diensten, bedoeld in de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957, waarin de waren en diensten, voorkomend in de opgave van de waren en diensten van het gedeponeerde merk, worden gerangschikt;

  • f. in voorkomend geval, de gegevens van de classificatie bedoeld in de Overeenkomst van Wenen van 12 juni 1973 tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken.

2. De houder wordt door het Benelux-Bureau onverwijld een bewijs van vernieuwing van de inschrijving toegezonden, dat de in het register opgenomen gegevens bevat.

HOOFDSTUK IV

Internationaal depot

Artikel 12

1. Betreffende de internationale depots ten aanzien waarvan de deposanten verzocht hebben dat zij hun werking zullen uitstrekken over het Benelux-gebied, schrijft het Benelux-Bureau in het register in de van het Internationaal Bureau voor de bescherming van de industriële eigendom komende kennisgevingen als bedoeld in de artikelen 8 en 17 van de eenvormige wet.

2. Bovendien worden in het register aangetekend de gegevens betreffende nietigverklaring, vervallenverklaring en licenties, pandrecht en beslag, voor zover deze het Benelux-gebied betreffen.

3. Indien een internationaal depot van een collectief merk niet vergezeld is van een reglement op het gebruik en het toezicht, wijst het Benelux-Bureau de deposant onverwijld op zijn verplichting dit reglement binnen de in artikel 21, tweede lid, van de eenvormige wet bedoelde termijn, over te leggen.

4. Met betrekking tot de collectieve merken wordt in dit register melding gemaakt van het al dan niet overgelegd zijn en van de wijzigingen van het reglement op het gebruik en het toezicht.

5. Het Benelux-Bureau geeft onverwijld uitvoering aan de in artikel 6ter van de eenvormige wet bedoelde bevelen tot inschrijving, zodra zij in kracht van gewijsde zijn.

Artikel 13

1. De in artikel 8, tweede lid, van de eenvormige wet bedoelde termijn om te antwoorden op de voorlopige weigering, bedraagt drie maanden; deze termijn kan op verzoek of ambtshalve worden verlengd, zonder dat een tijdvak van zes maanden na de datum van verzending van de eerste kennisgeving wordt overschreden.

2. Indien de deposant zich tegen de voorlopige weigering verzet, dient hij binnen de in het eerste lid gestelde termijn een gemachtigde aan te wijzen of een correspondentie-adres zoals bedoeld in artikel 16, derde lid, aan te geven.

3. Indien binnen deze termijn niet voldaan is aan de bepalingen van het tweede lid, wordt de voorlopige weigering definitief.

HOOFDSTUK V

Aanvraag om internationale inschrijving en om vernieuwing van de internationale inschrijving

Artikel 14

1. Ieder die de voorwaarden vervult die vastgesteld werden bij de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken en die bescherming van zijn merk wil bekomen in andere landen die partij zijn bij de Overeenkomst, moet bij het Benelux-Bureau een aanvraag indienen om internationale inschrijving of tot uitbreiding van de bescherming tot andere landen. De vernieuwing van de internationale inschrijving kan worden gevraagd hetzij door tussenkomst van het Benelux-Bureau, hetzij rechtstreeks bij het Internationaal Bureau.

2. De aanvraag geschiedt door het indienen van een formulier, waarvan het model en het aantal exemplaren bij toepassingsreglement worden vastgesteld en dat de aanduidingen bevat voorgeschreven in het uitvoeringsreglement van de Overeenkomst van Madrid, zo nodig met toevoeging van de stukken voorgeschreven in bedoeld uitvoeringsreglement.

3. Ten aanzien van deze aanvragen en van verzoeken tot wijziging van de internationale inschrijving vinden de artikelen 15 en 16 van dit reglement overeenkomstige toepassing.

4. Bij deze aanvragen en verzoeken dient te worden overgelegd een bewijs van betaling van de ingevolge de Overeenkomst van Madrid terzake verschuldigde rechten, voor zover deze niet rechtstreeks aan het Internationaal Bureau voor de bescherming van de industriële eigendom worden voldaan, alsmede een bewijs van betaling van het in artikel 25, derde lid, onder e, bedoelde recht, indien dit verschuldigd is.

5. De aanvraag, die voldoet aan de in dit artikel gestelde vereisten, krijgt als dagtekening de datum van ontvangst door het Benelux-Bureau. Indien de aanvraag niet volledig voldoet aan deze vereisten, behoudt zij deze dagtekening, mits de gebreken binnen een door het Benelux-Bureau krachtens artikel 18 vast te stellen termijn zijn opgeheven. In geen geval kan deze aanvraag een eerdere dagtekening verkrijgen dan die van het Benelux-depot van dit merk.

6. Het Benelux-Bureau zendt de in dit artikel bedoelde aanvragen en verzoeken, die aan de in dit artikel bedoelde vereisten voldoen, overwijld door aan het Internationaal Bureau.

HOOFDSTUK VI

Administratieve bepalingen

Artikel 15

1. Alle aan het Benelux-Bureau of aan de nationale diensten over te leggen stukken moeten duidelijk leesbaar in het Nederlands of het Frans zijn gesteld. Bewijzen van een recht van voorrang, van naamswijziging, uittreksels van akten waaruit een overdracht, een andere overgang, een licentie of een pandrecht blijkt, of de daarop betrekking hebbende verklaringen, alsmede de reglementen op het gebruik en het toezicht en de wijzigingen daarvan, worden evenwel aanvaard wanneer zij in een andere taal zijn gesteld, mits een vertaling in het Nederlands of het Frans is bijgevoegd.

Het Benelux-Bureau kan nochtans ontheffing verlenen van de verplichting een dergelijke vertaling bij te voegen, indien bedoelde documenten in het Duits of in het Engels zijn gesteld of begeleid zijn van een vertaling in een van deze talen.

2. De aan het Benelux-Bureau of de nationale diensten over te leggen stukken kunnen worden verzonden per telefax; zij kunnen eveneens worden overgelegd met behulp van elektronische middelen op een door de Raad van Bestuur vast te stellen wijze.

3. Indien enig stuk, overgelegd ter inschrijving in het Benelux-register of in het register van internationale inschrijvingen gehouden bij het Internationaal Bureau voor de bescherming van de industriële eigendom, is ondertekend namens een rechtspersoon, dient daarbij de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar te zijn vermeld.

Artikel 16

1. Iedere handeling bij het Benelux-Bureau of een nationale dienst kan geschieden door tussenkomst van een gemachtigde. Deze moet een woonplaats of zetel hebben binnen het Benelux-gebied en dient een volmacht over te leggen. Indien een algemene volmacht is neergelegd bij het Benelux-Bureau of bij een nationale dienst, kan met een verwijzing daarnaar worden volstaan.

2. In de gevallen, waarin een gemachtigde is aangewezen, wordt elke mededeling ten aanzien van handelingen, waartoe de volmacht strekt, aan hem gericht.

3. Hij, die binnen het Benelux-gebied geen zetel of woonplaats heeft noch een gemachtigde heeft aangewezen, moet aldaar een correspondentie-adres aangeven in de gevallen waarin dit in dit reglement is aangegeven.

Artikel 17

1. Het verzoek tot onderzoek naar eerdere inschrijvingen, dat niet bij het depot wordt gedaan, moet bevatten:

  • a. de naam en het adres van de verzoeker;

  • b. de afbeelding van het merk en, in voorkomend geval, de vermelding van de kleur of kleuren en de vermelding dat het merk of een deel van het merk driedimensionaal is (marque plastique) onder andere, dat het bestaat uit de vorm van de waar of van de verpakking;

  • c. een nauwkeurige opgave van de waren en diensten;

  • d. in voorkomend geval, de mededeling dat het een collectief merk betreft.

2. Indien een dergelijk verzoek betrekking heeft op een reeds ingeschreven merk, moet het verzoek de naam en het adres van de verzoeker en het nummer van de inschrijving bevatten.

3. De verzoeker kan vragen om een versnelde behandeling van het in het eerste lid bedoelde onderzoek naar eerdere inschrijvingen. In dit geval dient het verzoek vergezeld te zijn van een bewijs van betaling van het extra-recht bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder c.

4. Op verzoek van en tegen betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 25, derde lid, onder g, kan het Bureau een lijst van woordmerken verstrekken volgens onderzoekscriteria vastgesteld door de Raad van Bestuur.

Artikel 18

1. Indien bij een verzoek tot aantekening van een wijziging in het Benelux-register, of bij aanvragen of verzoeken als bedoeld in de artikelen 14 en 17, niet is voldaan aan het in dit reglement bepaalde of indien de verschuldigde rechten of vergoedingen niet of niet volledig zijn betaald, stelt het Benelux-Bureau de betrokkene hiervan onverwijld in kennis en geeft hem een termijn om de gebreken alsnog op te heffen.

2. Indien binnen de gestelde termijn niet is voldaan aan de in het eerste lid bedoelde bepalingen, worden de ontvangen stukken verder buiten behandeling gelaten en worden de ontvangen rechten en vergoedingen verminderd met de helft terugbetaald.

Artikel 19

1. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van elk stuk, dat is afgegeven of per post is besteld en dat bestemd is voor inschrijving in het Benelux-register of in het register van de internationale inschrijvingen gehouden bij het Internationaal Bureau voor de bescherming van de industriële eigendom.

2. Ieder stuk wordt bij ontvangst door de bevoegde instantie gedagtekend door middel van een stempel houdende uur, dag, maand en jaar van ontvangst.

3. Stukken, die na sluitingstijd van de dienst zijn bezorgd, worden geacht te zijn ontvangen te twaalf uur des avonds van dezelfde dag en op dat uur afgestempeld.

Artikel 20

1. De in dit reglement bedoelde in maanden uitgedrukte termijnen beginnen te lopen vanaf de dag waarop de desbetreffende handeling plaatsvindt en verstrijken, in de betreffende maand, op de dag die overeenkomt met de dag waarop de termijnen beginnen te lopen; indien evenwel de betreffende maand geen overeenkomende dag heeft, verstrijkt de termijn op de laatste dag van deze maand.

2. Indien de dienst van de bevoegde instantie gesloten is op de laatste dag van een ingevolge de eenvormige wet of dit reglement in acht te nemen termijn, wordt die termijn verlengd tot het einde van de eerstvolgende dag, waarop deze dienst geopend is.

3. In geval van verstoring van de normale postbedeling in een van de Benelux-landen gedurende minstens één van de vijf werkdagen, voorafgaand aan het einde van de termijn bedoeld in de artikelen 3, tweede lid, 4, eerste lid, 5, vierde lid, 6, eerste lid, 10, eerste lid en 18, eerste lid, zullen stukken, binnengekomen bij de terzake bevoegde instantie na afloop van de in voornoemde artikelen bepaalde termijnen, in behandeling genomen worden alsof ze tijdig waren ingediend bij deze instantie, mits redelijkerwijs kan aangenomen worden dat de verstoring van de normale postbedeling de oorzaak is van het na afloop van genoemde termijnen binnenkomen van die stukken.

4. Voor wat betreft de handelingen welke de dagtekening van het Benelux-depot bepalen, zijn het Benelux-Bureau en de nationale diensten op dezelfde dagen en uren geopend.

Artikel 21

1. Tegen betaling van de in artikel 25 terzake vastgestelde vergoedingen verschaft het Benelux-Bureau aan belanghebbenden op grondslag van het Benelux-register inlichtingen en afschriften. De nationale diensten verschaffen uit naam en voor rekening van het Benelux-Bureau dezelfde inlichtingen en afschriften voor zover zij daarover beschikken.

2. Het register kan worden geraadpleegd door middel van een on-line verbinding of in de vorm van een abonnement op en door de Raad van Bestuur vast te stellen wijze.

3. De documenten betreffende de voorrang, bedoeld in artikel 4, onder D, derde lid, van het Verdrag van Parijs worden door het Benelux-Bureau, of in voorkomend geval, door de nationale diensten aan belanghebbenden verschaft tegen betaling van het in artikel 25, derde lid onder d, vastgestelde recht. Een dergelijk document kan slechts worden afgegeven, indien het depot voldoet aan het bepaalde in artikel 1, eerste lid onder a, b, e en f, en artikel 2, onder a en b, en, voor wat betreft de basisrechten of -vergoedingen, onder d.

Artikel 22

Het Benelux-Bureau en de nationale diensten stellen de formulieren bedoeld in dit reglement ter beschikking van belanghebbenden.

Artikel 23

1. Het Benelux-register bevat twee gedeelten:

  • a. een register van Benelux-depots;

  • b. een register van internationale depots.

2. Het Benelux-register en de stukken die dienen tot bewijs van de daarin opgenomen aantekeningen kunnen kosteloos worden ingezien bij het Benelux-Bureau.

3. Het Benelux-register kan eveneens kosteloos worden geraadpleegd bij de Belgische en Luxemburgse nationale diensten.

Artikel 24

1. Het blad, bedoeld in artikel 17 van de eenvormige wet, draagt de naam „Benelux-Merkenblad – Recueil des Marques Benelux".

2. Dit blad bevat uitsluitend in de taal waarin de inschrijving plaatsgevonden heeft:

  • a. alle ingeschreven gegevens betreffende Benelux-depots, bedoeld in de artikelen 7, 8 en 11;

  • b. alle ingeschreven gegevens betreffende internationale depots, bedoeld in artikel 12, tweede en vierde lid.

HOOFDSTUK VII

Rechten en vergoedingen

Artikel 25

1. Het bedrag van de rechten of vergoedingen wordt ten aanzien van de verschillende hierna vermelde handelingen betreffende Benelux-depots als volgt vastgesteld:

  • a. het depot van een merk:

  • 1. een basisrecht van f 221,– of F 4.066,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisrecht van f 402,– of F 7.397,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van f 39,– of F 718,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt;

  • b. de vernieuwing van de inschrijving van het depot:

  • 1. een basisbedrag van f 351,– of F 6.458,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisbedrag van f 639,– of F 11.758,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van f 63,– of F 1.159,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt;

  • c. een onderzoek als bedoeld in artikel 6, onder B, of artikel 9, eerste lid, van de eenvormige wet:

  • 1. een basisbedrag van f 104,– of F 1.914,– vermeerderd met een extra-recht van f 199,– of F 3.662,– in het geval bedoeld in artikel 17, derde lid;

  • 2. een supplement van f 10,– of F 184,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten worden gerangschikt, vermeerderd met een extra-recht van f 36,– of F 662,– in het geval, bedoeld in artikel 17, derde lid;

  • d. de inschrijving van de in artikel 6, onder D, van de eenvormige wet bedoelde bijzondere verklaring betreffende het recht van voorrang: f 21,– of F 386,– per merk;

  • e. de inschrijving van een overdracht of overgang, een licentie, een pandrecht of een beslag:

    f 60,– of F 1.104,–;

    indien deze inschrijving wordt verzocht voor verscheidene merken:

    f 30,– of F 552,– voor elk volgend merk;

  • f. de inschrijving van een wijziging van gemachtigde waaronder begrepen zijn aanwijzing na inschrijving van het depot, van naams- of adreswijziging van de houder, de licentiehouder of van een verandering van het correspondentie-adres:

    f 23,– of F 424,–;

    indien de inschrijving wordt verzocht voor verscheidene merken:

    f 11,50 of F 212,– voor elk volgend merk;

  • g. de inschrijving van een beperking van de lijst van waren en diensten, behalve bij gelegenheid van de vernieuwing van de inschrijving:

    f 60,– of F 1.104,–;

  • h. een supplement van f 52,– of F 957,– voor de publicatie van de vermelding bedoeld in artikel 1, zesde lid;

  • i. een supplement van f 220,– of F 4.048,– voor de publicatie in kleur bedoeld in artikel 1, zesde lid;

  • j. een supplement van f 52,– of F 957,– voor de publicatie van de beschrijving bedoeld in artikel 1, zevende lid;

  • k. de inschrijving van een naams- of adreswijziging van de gemachtigde:

    f 23,– of F 424,– tot 100 merken;

    indien de wijziging betrekking heeft op meer dan 100 merken een suppletie van f 23,– of F 424,– per groep van 100 merken of gedeelte daarvan.

2. Het bedrag der rechten wordt ten aanzien van de verschillende hierna vermelde handelingen betreffende internationale depots als volgt vastgesteld:

de inschrijving van een licentie, een pandrecht of een beslag:

f 60,– of F 1.104,–;

indien deze inschrijving wordt verzocht voor verscheidene merken:

f 30,– of F 552,– voor elk volgend merk.

3. Voor de hierna vermelde handelingen dient een recht of een vergoeding te worden betaald, waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld:

  • a. de inlichtingen bedoeld in artikel 21, eerste lid:

    f 31,– of F 570,– welk bedrag wordt vermeerderd met f 52,– of F 957,– voor ieder uur, dat het bijeenzoeken en het op schrift stellen van de gevraagde gegevens de duur van één uur te boven gaat;

  • b. de afschriften van een inschrijving:

    f 5,– of F 92,– per inschrijving en voor alle overige afschriften f 7,– of F 129,– per bladzijde;

  • c. gewaarmerkte afschriften van een inschrijving:

    f 21,– of F 386,– per inschrijving en voor alle overige gewaarmerkte afschriften f 24,– of F 442,– per bladzijde;

  • d. de bewijzen van voorrang bedoeld in artikel 21, derde lid:

    f 21,– of F 386,–;

  • e. aanvragen om internationale inschrijving en tot vernieuwing van de internationale inschrijving:

    f 83,– of F 1.527,–;

  • f. herstel na de inschrijving op verzoek van de houder van het depot van aan hemzelf te wijten schrijffouten:

    f 16,– of F 294,–;

    indien het herstel verscheidene depots betreft van eenzelfde houder:

f 8,– of F 147,– voor elk volgend depot;

  • g. lijst van merken bedoeld in artikel 17, vierde lid:

    f 49,– of F 902,– per onderzoekscriterium, verhoogd met f 7,– of F 129,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt.

4. Het extra-recht als bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de eenvormige wet bedraagt f 30,– of F 552,–.

5. De Raad van Bestuur stelt de hoogte vast van de vergoedingen voor handelingen die niet voorzien zijn in dit uitvoeringsreglement.

6. Betaling geschiedt overeenkomstig de voorschriften van het toepassingsreglement.

Artikel 26

De prijs van het Benelux-Merkenblad bedraagt per losse aflevering f 30,– of F 552,–.

Voor een jaarabonnement is f 300,– of F 5.520,– verschuldigd.

Deze prijzen worden verhoogd met f 3,– of F 55,– per losse aflevering en met f 30,– of F 552,– voor abonnementen buiten het Benelux-gebied.

De wijze van betaling wordt geregeld in het toepassingsreglement.

Artikel 27

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 7 van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken keert het Benelux-Bureau aan de nationale diensten 20% uit van het bedrag van de rechten, die zijn geïnd ter zake van de door hun bemiddeling verrichte handelingen.

Artikel 28

1. De Raad van Bestuur kan de in dit reglement vastgestelde tarieven aanpassen, rekening houdende met de toename van de lopende uitgaven van het Benelux-Bureau. De aanpassing kan slechts eenmaal per jaar plaatsvinden.

2. Indien de officiële pariwaarden van de Belgische frank, de Luxemburgse frank of de gulden ten opzichte van elkaar wijziging ondergaan, past de raad van bestuur de in dit reglement vastgestelde tarieven overeenkomstig deze wijziging aan. Dit besluit kan worden genomen volgens een in het reglement van de raad bepaalde spoedprocedure.

3. De nieuwe tarieven worden in het Staatsblad van elk van de Beneluxlanden en in het Benelux-Merkenblad bekendgemaakt; zij treden in werking op de door de raad van bestuur vastgestelde datum, doch niet eerder dan die van de laatste bekendmaking in een Staatsblad.

HOOFDSTUK VIII

Bepalingen verband houdende met de toepassing van het Protocol van 27 juni 1989 bij de Overeenkomst van Madrid

Artikel 29

De bepalingen van Hoofdstuk IV met betrekking tot het internationale depot en die van Hoofdstuk V met betrekking tot de aanvraag om een internationale inschrijving en om de vernieuwing daarvan, zijn van overeenkomstige toepassing op de depots, de aanvragen om inschrijving en om vernieuwing alsmede de verzoeken tot wijziging van de internationale inschrijving krachtens het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid.

Artikel 30

De in artikel 29 bedoelde aanvragen en verzoeken kunnen ook worden gesteld in het Engels.

Artikel 31

De aanvraag om inschrijving zoals bedoeld in artikel 9quinquiesvan het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid, moet vergezeld zijn van een bewijs van de doorhaling van de internationale inschrijving.

Artikel 32

Het bedrag van de individuele rechten zoals bedoeld in artikel 8, 7) a) van het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid, is als volgt vastgesteld:

  • a. internationaal depot:

  • 1. een basisbedrag van f 214,– of F 3.938,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisbedrag van f 305,– of F 5.612,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van f 20, of F 368,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten worden gerangschikt;

  • b. vernieuwing van een internationale inschrijving:

  • 1. een basisbedrag van f 351,– of F 6.458,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisbedrag van f 639,– of F 11.758,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van f 63,– of F 1.159,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten worden gerangschikt.

HOOFDSTUK IX

Bepalingen verband houdende met de toepassing van de Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk

Artikel 33

Het recht zoals bedoeld in artikel 25, lid 2 van de Verordening inzake het Gemeenschapsmerk bedraagt f 83,– of F 1.527,–.

Artikel 34

1. Binnen een termijn van drie maanden moet de aanvrager van een verzoek zoals bedoeld in artikel 110 van de Verordening van de Raad inzake het gemeenschapsmerk:

  • a. een betaling verrichten van de rechten zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, h, i of j;

  • b. een vertaling bijvoegen in de Franse of Nederlandse taal van het verzoek en de hierbij gevoegde stukken;

  • c. een domicilie kiezen in het Beneluxgebied;

  • d. afbeeldingen van het merk indienen, in overeenstemming met het bepaalde in het toepassingsreglement.

2. Deze termijn kan op verzoek of ambtshalve worden verlengd, zonder dat een tijdvak van zes maanden na de datum van verzending van de eerste kennisgeving wordt overschreden. Indien binnen de gestelde termijn niet is voldaan aan deze bepalingen, worden de ontvangen stukken verder buiten behandeling gelaten.

HOOFDSTUK X

Overgangsbepalingen verband houdende met warenmerken

Artikel 35

De houders van Benelux-depots bedoeld in artikel 30 van de eenvormige wet kunnen verbeteringen of aanvullingen aanbrengen in de volgende gegevens:

  • a. de aard en het tijdstip van de feiten, die het verkregen recht hebben doen ontstaan,

  • b. indien eerdere depots of inschrijvingen zijn verricht: dagtekening en nummer daarvan,

    en desgewenst bewijsstukken toevoegen.

    Deze gegevens laten de reeds vastgestelde datum van verval van de inschrijving onverlet.


Protocole portant établissement d'un règlement d'exécution tel que visé à l'article 2, alinéa 1er, de la Convention Benelux en matière de marques de produits

Le Royaume de Belgique,

Le Grand-Duché de Luxembourg,

Le Royaume des Pays-Bas,

Soucieux d'adapter le règlement d'exécution de la loi uniforme Benelux en matière de marques annexé au Protocole du 31 mai 1989, tel que modifié par le Protocole du 23 octobre 1991, en raison de la modification apportée à la loi uniforme Benelux sur les marques le 2 décembre 1992,

Considérant que eu égard à l'ampleur des modifications, il est souhaitable de procéder à cette adaptation en établissant un nouveau règlement d'exécution,

Vu l'avis du Conseil d'administration du Bureau Benelux des Marques,

Sont convenus des dispositions suivantes:

Article 1er

Le règlement annexé au présent Protocole fixe les modalités d'exécution des articles 6, 6bis, 7, 8, 10, 11, 17 et 49 de la loi uniforme Benelux sur les marques ainsi que des articles 25 et 110 du Règlement (CE) n° 40/94 du Conseil du 20 décembre 1993 sur la marque communautaire.

Article 2

En exécution de l'article 1er, alinéa 2, du Traité relatif à l'institution et au statut d'une Cour de Justice Benelux, les dispositions du présent Protocole, du règlement y annexé et des règlements d'application qui seront établis par le Conseil d'administration du Bureau Benelux des Marques, sont désignées comme règles juridiques communes pour l'application des chapitres III et IV dudit Traité.

Article 3

Le Protocole du 31 mai 1989 conclu en exécution de l'article 2, alinéa 1er, de la Convention Benelux en matière de marques de produits et le règlement d'exécution y annexé, comme modifié ultérieurement, sont abrogés.

Article 4

Le présent Protocole et les chapitres I à VII, IX et X du règlement y annexé entreront en vigueur à la date d'entrée en vigueur des articles I, paragraphe A à V, et II à VIII du Protocole portant modification de la Loi uniforme Benelux sur les Marques, signé à Bruxelles le 2 décembre 1992. Le chapitre VIII entrera en vigueur à la date d'entrée en vigueur, pour les pays du Benelux, du Protocole du 27 juin 1989 relatif à l'Arrangement de Madrid.

EN FOI DE QUOI, les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé le présent Protocole.

FAIT à Bruxelles, le 20 novembre 1995, en trois exemplaires en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume de Belgique,

(s.) E. DERYCKE

Pour le Grand-Duché de Luxembourg,

(s.) J. F. POOS

Pour le Royaume des Pays-Bas,

(s.) H. A. F. M. O. VAN MIERLO

(onder voorbehoud van aanvaarding)1


Règlement d'exécution de la Loi Uniforme Benelux sur les marques

CHAPITRE PREMIER

Dépôt Benelux

Article 1

1. Le dépôt Benelux d'une marque s'opère en langue française ou néerlandaise par la production d'un document portant:

  • a) le nom et l'adresse du déposant;

  • b) la reproduction de la marque;

  • c) l'indication de la ou des couleurs, si le déposant les revendique à titre d'élément distinctif de la marque;

  • d) le cas échéant, la mention que la marque ou une partie de la marque est à trois dimensions (marque plastique), constituée entre autres par la forme du produit ou du conditionnement;

  • e) la liste des produits et services que la marque est destinée à couvrir;

  • f) le cas échéant, l'indication qu'il s'agit d'une marque collective;

  • g) la signature du déposant ou de son mandataire.

2. Le déposant doit utiliser un formulaire dont le modèle et le nombre d'exemplaires sont fixés par règlement d'application.

3. Le cas échéant, le formulaire doit mentionner le nom et l'adresse du mandataire ou l'adresse postale visée à l'article 16, par.3.

4. La reproduction de la marque doit satisfaire aux dispositions du règlement d'application.

5. Les produits et services doivent être désignés en termes précis et autant que possible par les termes de la liste alphabétique de la classification internationale des produits et services, prévue par l'Arrangement de Nice du 15 juin 1957; en tout cas, les produits et services doivent être groupés selon les classes et dans l'ordre de celles-ci dans ladite classification.

6. En cas de revendication des couleurs comme élément distinctif de la marque, le déposant peut demander la publication en couleur. S'il ne demande pas la publication de la marque en couleur, il peut indiquer en 50 mots au maximum les éléments de la marque auxquels se rapportent les couleurs.

7. Le formulaire peut contenir une description, en 50 mots au maximum, des éléments distinctifs de la marque.

Article 2

Le dépôt doit être accompagné des documents suivants:

  • a) soit une demande d'examen d'antériorités dont le modèle et le nombre d'exemplaires sont à déterminer par règlement d'application, soit un certificat du Bureau Benelux attestant qu'un examen d'antériorités a été effectué ou demandé dans les trois mois précédant le dépôt;

  • b) s'il s'agit d'une marque collective, un règlement d'usage et de contrôle, dont le nombre d'exemplaires est fixé par règlement d'application;

  • c) un pouvoir, si le dépôt a été fait par un mandataire;

  • d) une preuve de paiement des taxes ou rémunérations visées à l'article 25, par. 1er, lettres a, c, h, i ou j;

  • e) des reproductions de la marque conformes aux exigences du règlement d'application.

Article 3

1. Les conditions visées à l'article 6, lettre A, par. 1er de la loi uniforme pour la fixation d'une date de dépôt sont celles prévues à l'art. 1er, par. 1er sous a, b, e et f, et à l'art. 2, sous a et b, et, en ce qui concerne les taxes ou rémunérations de base, sous d.

2. Le délai visé à l'article 6, lettre A, par. 2 de la loi uniforme pour satisfaire aux autres conditions est de trois mois. Ce délai peut être prolongé sur demande ou d'office, sans excéder six mois à compter de la date de l'envoi du premier avertissement.

3. Si le dépôt n'a plus d'effet en vertu de l'article 6, lettre A, par. 3 de la loi uniforme, les taxes et rémunérations perçues, diminuées de la moitié, sont restituées sauf celles visées à l'article 25, par. 1er sous c, lorsque l'examen d'antériorités est commencé.

Article 4

1. Le délai visé à l'article 6bis, par. 3 de la loi uniforme pour répondre à l'avis de refus provisoire est de trois mois; ce délai peut être prolongé sur demande ou d'office, sans excéder six mois à compter de la date de l'envoi de la première communication.

2. Lorsque la nullité du dépôt a produit ses effets, conformément aux dispositions de l'article 6bis, par. 5 de la loi uniforme, les documents reçus sont classés sans suite et les taxes et rémunérations perçues, diminuées de la moitié, sont restituées sauf celles visées à l'article 25, par. 1er, lettre c. Si le refus entraîne une limitation des produits et services, le trop-perçu des suppléments visés à l'article 25, par. 1er, lettre a sous 3 est remboursé, au cas où cette limitation y donne lieu.

Article 5

1. Si le droit de priorité visé à l'article 4 de la Convention de Paris pour la protection de la propriété industrielle est revendiqué lors du dépôt, le pays, la date, le numéro et le titulaire du dépôt sur lequel se base ce droit de priorité doivent être indiqués. Dans le cas où le déposant de la marque dans le pays d'origine ne s'identifie pas avec celui qui a effectué le dépôt Benelux, ce dernier doit joindre à son dépôt un document d'ayant-droit.

2. La déclaration spéciale du droit de priorité, visée à l'article 6 sous D de la loi uniforme, contient le nom et l'adresse du déposant, sa signature ou celle de son mandataire, le cas échéant, le nom et l'adresse du mandataire ou l'adresse postale visée à l'article 16, par. 3, une indication de la marque, ainsi que les renseignements visés au par. 1er. Une preuve du paiement de la taxe visée à l'article 25, par. 1er, lettre d doit y être jointe.

3. Le déposant qui revendique un droit de priorité est tenu de présenter une copie certifiée conforme des documents justificatifs de ce droit.

4. S'il n'est pas satisfait aux dispositions des par. 1er, 2 et 3, et à celles des articles 15 et 16, l'autorité compétente en avertit l'intéressé sans retard et lui fixe un délai de trois mois. Ce délai peut être prolongé sur demande ou d'office, sans excéder six mois à compter de la date de l'envoi du premier avertissement.

5. Si dans ce délai, il n'est pas satisfait aux dispositions des par. 1er, 2 et 3 et à celles des articles 15 et 16, le droit de priorité est perdu.

Article 6

1. Le délai visé à l'article 6, lettre C, de la loi uniforme, pendant lequel le déposant peut confirmer sa volonté de maintenir le dépôt, est de six mois à compter de la date de l'envoi des résultats de l'examen d'antériorités. Cette confirmation doit être faite par écrit au Bureau Benelux.

2. Endéans le délai fixé au par. 1er le déposant peut demander par écrit au Bureau Benelux la limitation de la liste des produits et services. Au cas où cette limitation y donne lieu, le trop-perçu des suppléments visés à l'article 25, par. 1er, lettre a, sous 3 est remboursé.

3. Si la confirmation du maintien du dépôt n'est pas reçue endéans le délai fixé au par. 1er, les documents reçus sont classés sans suite et les taxes et rémunérations perçues, diminuées de la moitié, sont restituées sauf celles visées à l'article 25, par. 1er, lettre c.

CHAPITRE II

Enregistrement

Article 7

1. Le Bureau Benelux enregistre le dépôt en mentionnant les données suivantes:

  • a) le numéro d'ordre de l'enregistrement;

  • b) la date et le numéro du dépôt;

  • c) les indications visées à l'article 1er, et, le cas échéant, la revendication du droit de priorité et les indications visées à l'article 5, par. 1er;

  • d) la date à laquelle l'enregistrement expire;

  • e) les numéros des classes de la classification internationale des produits et services, prévue par l'Arrangement de Nice du 15 juin 1957, dans lesquelles sont rangés les produits et services qui figurent dans la liste des produits et services de la marque qui fait l'objet du dépôt;

  • f) le cas échéant, les indications de la classification prévue par l'Arrangement de Vienne du 12 juin 1973 instituant une classification internationale des éléments figuratifs des marques.

2. Si le droit de priorité a été revendiqué conformément à l'article 5, par. 2, le Bureau Benelux enregistre cette revendication et mentionne le pays, la date, le numéro et le titulaire du dépôt sur lequel se base le droit de priorité invoqué.

3. Le Bureau Benelux exécute sans délai les ordres d'enregistrement visés à l'article 6ter de la loi uniforme, dès qu'ils ont acquis force de chose jugée.

Article 8

1. Toute requête en vue d'apporter des modifications au registre Benelux doit être adressée au Bureau Benelux et contenir le numéro d'enregistrement, le nom et l'adresse du titulaire de la marque, sa signature ou celle de son mandataire et, le cas échéant, le nom et l'adresse du mandataire ou l'adresse postale visée à l'article 16, par. 3. A la demande du Bureau Benelux la requête doit être accompagnée d'une pièce justificative.

2. L'extrait de l'acte constatant une cession, une transmission, une licence ou un droit de gage, visé à l'article 11, lettre C, de la loi uniforme, doit être dûment certifié conforme, le cas échéant par les parties contractantes.

3. La radiation de l'enregistrement d'un droit de gage ou d'une saisie est effectuée sur base d'un document justificatif.

CHAPITRE III

Renouvellement

Article 9

1. La requête de renouvellement de l'enregistrement d'un dépôt Benelux s'opère auprès du Bureau Benelux et s'effectue de préférence par le renvoi d'un exemplaire du rappel visé à l'article 10 de la loi uniforme, signé par le requérant ou, à défaut, par un formulaire signé par le requérant, et qui contient les données suivantes:

  • a) le nom du titulaire de la marque;

  • b) son adresse et, le cas échéant, le nom et l'adresse du mandataire ou l'adresse postale visée à l'article 16, par. 3;

  • c) si elle est limitée par rapport à la dernière publication, la liste des produits et services rédigée en termes précis et autant que possible, par les termes de la liste alphabétique de la classification internationale des produits et services, prévue par l'Arrangement de Nice du 15 juin 1957; en tout cas, les produits et services doivent être groupés selon les classes et dans l'ordre de celles-ci dans ladite classification;

  • d) le numéro du dernier enregistrement;

  • e) s'il s'agit d'une rectification ou d'un complément des indications relatives à un dépôt, visé à l'article 30 de la loi uniforme, les données visées à l'article 35 du présent règlement.

2. Le modèle et le nombre d'exemplaires du formulaire, visé au par. 1er, sont fixés par règlement d'application.

3. La requête doit être accompagnée des documents suivants:

  • a) une preuve du paiement des taxes visées à l'article 25, par. 1er, lettres b), h), i) ou j);

  • b) un pouvoir, si le renouvellement est requis par un mandataire;

  • c) un nombre de reproductions de la marque conformes aux exigences du règlement d'application, si le Bureau Benelux le juge nécessaire.

Article 10

1. Si, lors de la requête de renouvellement, il n'est pas satisfait aux dispositions des articles 9, 15 et 16, le Bureau Benelux en avertit le requérant sans retard et lui donne la faculté d'y satisfaire au plus tard un an à compter de la date d'expiration de l'enregistrement.

2. Si la régularisation de la requête de renouvellement n'intervient pas dans le délai précité, le requérant est informé que l'enregistrement ne sera pas renouvelé et les taxes perçues, diminuées de la moitié, lui seront restituées.

Article 11

1. Le Bureau Benelux enregistre les renouvellements en mentionnant:

  • a) le numéro d'ordre de l'enregistrement;

  • b) la date du renouvellement et le numéro du dépôt;

  • c) les indications visées à l'article 1er, compte tenu des indications visées à l'article 9, par. 1er, et, le cas échéant, la revendication du droit de priorité et les indications visées à l'article 5, par. 1er;

  • d. la date à laquelle l'enregistrement expire;

  • e) les numéros des classes de la classification internationale des produits et services, prévue par l'Arrangement de Nice du 15 juin 1957, dans lesquelles sont rangés les produits et services qui figurent dans la liste des produits et services de la marque qui fait l'objet du dépôt;

  • f) le cas échéant, les indications de la classification prévue par l'Arrangement de Vienne du 12 juin 1973 instituant une classification internationale des éléments figuratifs des marques.

2. Un certificat de renouvellement de l'enregistrement contenant les données portées au registre est remis sans délai au titulaire par le Bureau Benelux.

CHAPITRE IV

Dépôt international

Article 12

1. En ce qui concerne les dépôts internationaux pour lesquels les déposants ont demandé qu'ils produisent leurs effets dans le territoire Benelux, le Bureau Benelux enregistre les notifications du Bureau international pour la protection de la propriété industrielle, visées aux articles 8 et 17 de la loi uniforme.

2. En outre, et pour autant qu'elles concernent le territoire Benelux, sont mentionnées dans le registre les données relatives aux décisions d'annulation et d'extinction ainsi que les licences, droits de gage et saisies.

3. Si le dépôt international d'une marque collective n'est pas accompagné d'un règlement d'usage et de contrôle, le Bureau Benelux avertit sans retard le déposant de son obligation de produire ce règlement dans le délai visé à l'article 21, par. 2 de la loi uniforme.

4. Le registre mentionne pour les marques collectives, la production, le défaut de production et les modifications du règlement d'usage et de contrôle.

5. Le Bureau Benelux exécute sans délai les ordres d'enregistrement visés à l'article 6ter de la loi uniforme dès qu'ils ont acquis force de chose jugée.

Article 13

1. Le délai visé à l'article 8, par. 2 de la loi uniforme pour répondre à l'avis de refus provisoire est de trois mois; ce délai peut être prolongé sur demande ou d'office sans excéder six mois à compter de la date de l'envoi de la première communication.

2. Si le déposant réfute l'avis de refus provisoire, il doit, endéans le délai fixé au par. 1er, constituer un mandataire ou indiquer une adresse postale visée à l'art. 16, par. 3.

3. Si dans ce délai il n'est pas satisfait aux dispositions du par. 2, l'avis de refus provisoire devient définitif.

CHAPITRE V

Demande d'enregistrement international et de son renouvellement

Article 14

1. Toute personne se trouvant dans les conditions prévues par l'Arrangement de Madrid concernant l'enregistrement international des marques, qui veut s'assurer la protection de sa marque dans d'autres pays membres de cet Arrangement, doit adresser au Bureau Benelux une demande d'enregistrement international ou d'extension territoriale de la protection. Le renouvellement d'un enregistrement international peut être demandé soit par l'intermédiaire du Bureau Benelux soit directement auprès du Bureau international.

2. La demande s'opère par la production d'un formulaire dont le modèle et le nombre d'exemplaires sont fixés par règlement d'application. Ce formulaire contient toutes les indications exigées par le règlement d'exécution de l'Arrangement de Madrid et est accompagné, s'il y a lieu, des pièces prévues par ledit règlement d'exécution.

3. Les articles 15 et 16 du présent règlement sont applicables à ces demandes ainsi qu'aux requêtes de modification d'un enregistrement international.

4. A ces demandes et requêtes doivent être jointes une preuve du paiement des émoluments prévus par l'Arrangement de Madrid, pour autant que ces émoluments ne sont pas directement acquittés auprès du Bureau international pour la protection de la propriété industrielle, ainsi qu'une preuve du paiement de la taxe visée à l'article 25, par. 3, lettre e, lorsque la taxe est due.

5. La date de la demande qui satisfait aux dispositions du présent article est celle de sa réception par le Bureau Benelux. Si la demande ne satisfait pas entièrement à ces dispositions, le bénéfice de cette date reste acquis au demandeur, qui effectue la régularisation de la demande dans un délai à fixer par le Bureau Benelux en vertu de l'article 18. En aucun cas la date de la demande ne peut être antérieure à celle du dépôt Benelux de cette marque.

6. Le Bureau Benelux fait immédiatement parvenir au Bureau international toute demande ou requête qui, faisant l'objet du présent article, répond à ces dispositions.

CHAPITRE VI

Dispositions administratives

Article 15

1. Tous les documents transmis au Bureau Benelux ou aux administrations nationales doivent être lisibles et établis en langue française ou néerlandaise. Sont cependant acceptés, les pièces justificatives d'un droit de priorité, d'un changement de nom, les extraits d'acte constatant une cession, une autre transmission ou une licence ou un droit de gage, ou les déclarations y relatives, ainsi que les règlements d'usage et de contrôle et leurs modifications établis dans une autre langue, s'ils sont accompagnés d'une traduction en langue française ou néerlandaise.

Toutefois le Bureau Benelux peut dispenser de l'obligation de fournir une telle traduction, si les documents précités sont présentés en langue allemande ou anglaise ou accompagnés d'une traduction dans une de ces langues.

2. Les documents à transmettre au Bureau Benelux ou aux administrations nationales peuvent être communiqués par télécopie; ils peuvent également être transmis par des moyens électroniques selon des modalités à fixer par le Conseil d'Administration.

3. Lorsqu'un document, produit en vue de son enregistrement au registre Benelux ou au registre des enregistrements internationaux tenu par le Bureau international pour la protection de la propriété industrielle, est signé au nom d'une personne morale, le signataire doit mentionner son nom et sa qualité.

Article 16

1. Toute opération auprès du Bureau Benelux ou d'une administration nationale peut être effectuée par l'intermédiaire d'un mandataire. Celui-ci doit avoir un domicile ou un siège sur le territoire Benelux et produire un pouvoir. Si un pouvoir général a été déposé auprès du Bureau Benelux ou auprès d'une administration nationale, un renvoi à ce pouvoir suffit.

2. Dans les cas où un mandataire a été constitué, toute communication concernant les opérations rentrant dans les termes du mandat lui sera adressée.

3. Les personnes qui n'ont pas de siège ou de domicile sur le territoire Benelux et qui n'y ont pas constitué de mandataire doivent y indiquer une adresse postale dans les cas prévus par le présent règlement.

Article 17

1. La demande d'examen d'antériorités qui n'accompagne pas le dépôt comporte:

  • a) le nom et l'adresse du requérant;

  • b) la reproduction de la marque et, le cas échéant, la mention de la ou des couleurs et la mention que la marque ou une partie de la marque est à trois dimensions (marque plastique), constituée entre autres par la forme du produit ou du conditionnement;

  • c) une liste précise des produits et services;

  • d) le cas échéant, la mention qu'il s'agit d'une marque collective.

2. Si une telle demande vise une marque enregistrée, elle comporte le nom et l'adresse du requérant ainsi que le numéro de l'enregistrement.

3. Le requérant peut solliciter l'exécution accélérée de l'examen d'antériorités visé au paragraphe 1er. Dans ce cas la demande doit être accompagnée d'une preuve du paiement de la surtaxe visée à l'article 25, par. 1er. lettre c.

4. Sur requête, et moyennant paiement de la rémunération prévue à l'article 25, par. 3 lettre g, le Bureau Benelux peut fournir une liste de marques verbales établie selon des critères de recherche déterminés par le Conseil d'Administration.

Article 18

1. S'il n'est pas satisfait aux dispositions du présent règlement relatives à une requête en vue d'apporter des modifications au registre Benelux ou aux demandes et requêtes visées aux articles 14 et 17, ou si les taxes et rémunérations dues n'ont pas été ou n'ont pas été intégralement acquittées, le Bureau Benelux en avertit l'intéressé sans retard et lui fixe un délai pour y satisfaire.

2. S'il n'est pas satisfait, dans le délai imparti, aux dispositions visées au par. 1er, les documents reçus sont classés sans suite et les taxes et rémunérations perçues sont remboursées diminuées de la moitié.

Article 19

1. L'autorité compétente accuse réception, qu'il lui soit remis en mains propres ou adressé par la voie postale, de tout document destiné à être enregistré au registre Benelux ou au registre des enregistrements internationaux tenu par le Bureau international pour la protection de la propriété industrielle.

2. A sa réception par l'autorité compétente, tout document est daté par un cachet indiquant l'heure, le jour, le mois et l'année de réception.

3. Les documents arrivés après la fermeture du service sont censés avoir été reçus à minuit du même jour et porteront le cachet de cette heure.

Article 20

1. Les délais prévus par le présent règlement et exprimés en mois partent du jour où l'événement considéré a lieu et expirent, dans le mois à prendre en considération, le jour qui correspond par son quantième à celui du point de départ des délais; toutefois, si le mois à prendre en considération n'a pas de jour correspondant, le délai expire le dernier jour de ce mois.

2. Si le service de l'autorité compétente est fermé le dernier jour d'un délai prévu par la loi uniforme ou le présent règlement, ce délai sera prolongé jusqu'à la fin du premier jour d'ouverture de ce service.

3. En cas de perturbation de la distribution postale normale dans un des pays du Benelux durant au moins un des cinq jours ouvrables précédant l'expiration du délai visé à l'article 3, par. 2, à l'article 4, par. 1er, à l'article 5, par. 4, à l'article 6, par. 1er, à l'article 10, par. 1er et à l'article 18, par. 1er, les pièces reçues par l'autorité compétente après l'expiration des délais fixés aux articles précités, pourront être traitées par cette autorité comme si elles avaient été introduites dans les délais, à condition qu'il puisse être admis raisonnablement que la perturbation de la distribution postale normale est la cause de la réception de ces pièces après l'expiration des délais précités.

4. En ce qui concerne les opérations affectant la date du dépôt Benelux, le Bureau Benelux et les services des administrations nationales sont ouverts aux mêmes jours et heures.

Article 21

1. Sur base du registre Benelux, le Bureau Benelux fournit aux intéressés des renseignements et copies moyennant paiement des rémunérations fixées à l'article 25. Les administrations nationales, agissant au nom et pour compte du Bureau Benelux, fournissent les mêmes renseignements et copies pour autant qu'elles en disposent.

2. Le registre peut être consulté soit par accès en ligne soit sous forme d'abonnement selon des modalités à fixer par le Conseil d'Administration.

3. Les documents de priorité visés à l'article 4, lettre D, par. 3, de la Convention de Paris sont remis aux intéressés par le Bureau Benelux ou, le cas échéant, par les administrations nationales, moyennant paiement de la taxe fixée à l'article 25, par. 3, lettre d. Un tel document ne peut être délivré que si le dépôt satisfait aux dispositions de l'article 1er, par. 1er sous a, b, e et f, et de l'article 2, sous a et b, et, en ce qui concerne les taxes ou les rémunérations de base, sous d.

Article 22

Le Bureau Benelux et les administrations nationales mettent à la disposition des intéressés les formulaires prévus au présent règlement.

Article 23

1. Le registre Benelux comprend deux parties:

  • a) le registre des dépôts Benelux;

  • b) le registre des dépôts internationaux.

2. Le registre Benelux ainsi que les documents produits comme preuves des mentions enregistrées peuvent être consultés gratuitement au Bureau Benelux.

3. Le registre Benelux peut également être consulté gratuitement auprès des administrations nationales belge et luxembourgeoise.

Article 24

1. Le recueil prévu à l'article 17 de la loi uniforme Benelux porte le titre de «Recueil des Marques Benelux – Benelux-Merkenblad».

2. Ce recueil contient, rédigées uniquement dans la langue de l'enregistrement:

  • a) toutes les indications enregistrées relatives aux dépôts Benelux, visées aux articles 7, 8 et 11;

  • b) toutes les indications enregistrées relatives aux dépôts internationaux, visées à l'article 12, par. 2 et 4.

CHAPITRE VII

Taxes et rémunérations

Article 25

1. Le montant des taxes ou des rémunérations concernant les dépôts Benelux est fixé en regard des diverses opérations mentionnées ci-après:

  • a) dépôt d'une marque:

  • 1. montant de base de F 4.066,– ou f 221,– pour une marque individuelle;

  • 2. montant de base de F 7.397,– ou f 402,– pour une marque collective;

  • 3. supplément de F 718,– ou f 39,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés;

  • b) le renouvellement de l'enregistrement du dépôt:

  • 1. montant de base de F 6.458,– ou f 351,– pour une marque individuelle;

  • 2. montant de base de F 11.758,– ou f 639,– pour une marque collective;

  • 3. supplément de F 1.159,– ou f 63,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés;

  • c) examen visé à l'article 6, B, ou à l'article 9, premier alinéa, de la loi uniforme:

  • 1. montant de base de F 1.914,– ou f 104,–, augmenté dans le cas visé à l'article 17, par. 3 d'une surtaxe de F 3.662,– ou f 199,–;

  • 2. un supplément de F 184,– ou f 10,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés, augmenté dans le cas visé à l'article 17, par. 3 d'une surtaxe de F 662,– ou f 36,–;

  • d) enregistrement de la déclaration spéciale relative au droit de priorité, visée à l'article 6, lettre D, de la loi uniforme: F 386,– ou f 21,– par marque;

  • e) enregistrement d'une cession ou transmission, d'une licence, d'un droit de gage ou d'une saisie:

    F 1.104,– ou f 60,–;

    si cet enregistrement concerne plusieurs marques:

    F 552,– ou f 30,– pour chaque marque suivante;

  • f) enregistrement d'un changement de mandataire, y compris son inscription après l'enregistrement du dépôt, d'un changement de nom ou d'adresse du titulaire, du licencié, ou d'un changement de l'adresse postale:

    F 424,– ou f 23,–;

    si l'enregistrement concerne plusieurs marques:

    F 212,– ou f 11,50 pour chaque marque suivante;

  • g) enregistrement d'une limitation de la liste des produits et services, sauf lors du renouvellement de l'enregistrement:

    F 1.104,– ou f 60,–;

  • h) supplément de F 957,– ou f 52,– pour la publication de l'indication prévue à l'article 1er, par. 6;

  • i) supplément de F 4.048,– ou f 220,– pour la publication en couleur prévue à l'article 1er, par. 6;

  • j) supplément de F 957,– ou f 52,– pour la publication de la description prévue à l'article 1er, par. 7;

  • k) enregistrement d'un changement de nom ou d'adresse du mandataire:

    F 424,– ou f 23,– jusqu'à 100 marques;

    si le changement concerne plus de 100 marques un supplément de F 424,– ou f 23,– par groupe ou fraction de groupe de 100 marques.

2. Le montant des taxes concernant les dépôts internationaux est fixé en regard des diverses opérations mentionnées ci-après:

enregistrement d'une licence, d'un droit de gage ou d'une saisie:

F 1.104,– ou f 60,–;

si cet enregistrement concerne plusieurs marques:

F 552,– ou f 30,– pour chaque marque suivante.

3. Les opérations mentionnées ci-après donnent lieu au paiement de la taxe ou de la rémunération dont le montant est fixé comme suit:

  • a) renseignements visés à l'article 21, par. 1er:

    F 750,– ou f 31,– augmenté de F 957,– ou f 52,– par heure lorsque la recherche des éléments et la formulation des renseignements nécessitent plus d'une heure;

  • b) copies d'un enregistrement:

    F 92,– ou f 5,– par enregistrement et pour toutes les autres copies F 129,– ou f 7,– par page;

  • c) copies certifiées conformes d'un enregistrement:

    F 386,– ou f 21,– par enregistrement et pour toutes les autres copies certifiées conformes F 442,– ou f 24,– par page;

  • d) documents de priorité visés à l'article 21, par. 3:

    F 386,– ou f 21,–;

  • e) demandes d'enregistrement international ou de renouvellement de l'enregistrement international:

    F 1.527,– ou f 83,–;

  • f) correction après l'enregistrement d'erreurs de plume imputables au titulaire et sur demande de celui-ci:

    F 294,– ou f 16,–;

    si la correction concerne plusieurs dépôts appartenant au même titulaire:

    F 147,– ou f 8,– pour chaque dépôt suivant;

  • g) liste de marques visée à l'article 17, par. 4:

    F 902,– ou f 49,– par critère de recherche augmenté de F 129,– ou f 7,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés.

4. La surtaxe visée à l'article 10, quatrième alinéa, de la loi uniforme est de F 552,– ou f 30,–.

5. Le Conseil d'Administration fixe le montant des rémunérations pour des opérations non prévues par le présent règlement d'exécution.

6. Le paiement doit être effectué selon les modalités fixées par le règlement d'application.

Article 26

Le prix du Recueil des Marques Benelux est de F 552,– ou f 30,– par fascicule.

Le prix de l'abonnement annuel est de F 5.520,– ou f 300,–.

Ces prix sont augmentés de F 55,– ou f 3,– par fascicule et de F 552,– ou f 30,– pour les abonnements en dehors du territoire Benelux.

Les modalités de paiement sont fixées par le règlement d'application.

Article 27

En exécution de l'article 7 de la Convention Benelux en matière de marques de produits, le Bureau Benelux verse aux administrations nationales 20% du montant des taxes perçues à l'occasion des opérations effectuées par leur intermédiaire.

Article 28

1. Le Conseil d'Administration peut adapter les tarifs fixés par le présent règlement pour tenir compte de l'augmentation des frais de fonctionnement du Bureau Benelux. L'adaptation ne peut intervenir plus d'une fois par an.

2. Si les parités officielles du franc belge, du franc luxembourgeois ou du florin sont modifiées l'une vis-à-vis de l'autre, le conseil d'administration adapte les tarifs fixés par le présent règlement en fonction de ce changement. Cette décision peut être prise suivant une procédure d'urgence prévue au règlement du conseil d'administration.

3. Les nouveaux tarifs sont publiés au journal officiel de chacun des pays du Benelux et au Recueil des Marques Benelux; ils entrent en vigueur à la date fixée par le conseil d'administration et au plus tôt à la date de la dernière publication dans un journal officiel.

CHAPITRE VIII

Dispositions relatives à l'application du Protocole du 27 juin 1989 relatif à l'Arrangement de Madrid

Article 29

Les dispositions du Chapitre IV relatives au dépôt international et celles du Chapitre V relatives à la demande d'enregistrement international et de son renouvellement s'appliquent aux dépôts, aux demandes d'enregistrement et de renouvellement ainsi qu'aux requêtes de modification de l'enregistrement international effectués en vertu du Protocole relatif à l'Arrangement de Madrid.

Article 30

Les demandes et les requêtes visées à l'article 29 peuvent également être établies en langue anglaise.

Article 31

La demande d'enregistrement visée à l'article 9quinquies du Protocole relatif à l'Arrangement de Madrid doit être accompagnée d'une pièce justificative de la radiation de l'enregistrement international.

Article 32

Le montant de la taxe individuelle visée à l'article 8, 7) a) du Protocole relatif à l'Arrangement de Madrid est fixé comme suit:

  • a) dépôt international:

  • 1. montant de base de F 3.938,– ou f 214,– pour une marque individuelle;

  • 2. montant de base de F 5.612,– ou f 305,– pour une marque collective;

  • 3. supplément de F 368,– ou f 20,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés;

  • b) renouvellement de l'enregistrement international:

  • 1. montant de base de F 6.458,– ou f 351,– pour une marque individuelle;

  • 2. montant de base de F 11.758,– ou f 639,– pour une marque collective;

  • 3. supplément de F 1.159,– ou f 63,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés.

CHAPITRE IX

Dispositions relatives à l'application du Règlement (CE) n° 40/94 du Conseil du 20 décembre 1993 sur la marque communautaire

Article 33

Le montant de la taxe visée à l'article 25, par. 2 du Règlement du Conseil sur la marque communautaire est de F 1.527,– ou f 83,–.

Article 34

1. Endéans un délai de trois mois le demandeur d'une requête visée à l'article 110 du Règlement du Conseil sur la marque communautaire doit:

  • a) acquitter les taxes visées à l'article 25, par. 1er, lettres a), h), i) ou j);

  • b) produire soit en langue française soit en langue néerlandaise, une traduction de la requête et des pièces jointes à celle-ci;

  • c) élire domicile sur le territoire Benelux;

  • d) introduire des reproductions de la marque conformes aux exigences du règlement d'application.

2. Ce délai peut être prolongé sur demande ou d'office, sans excéder six mois à compter de la date de l'envoi du premier avertissement. Si dans le délai imparti, il n'est pas satisfait à ces dispositions, les documents reçus seront classés sans suite.

CHAPITRE X

Dispositions transitoires relatives aux marques de produits

Article 35

Les titulaires des dépôts Benelux visés à l'article 30 de la loi uniforme ont la faculté de rectifier ou de compléter les indications suivantes:

  • a) la nature et le moment des faits qui ont donné naissance au droit acquis,

  • b) si des dépôts ou des enregistrements antérieurs ont eu lieu: les dates et les numéros de ceux-ci,

    et d'ajouter des éléments de preuve.

    Ces données n'ont aucune influence sur la date déjà arrêtée de l'expiration de l'enregistrement.


D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van Protocol en Uitvoeringsreglement, behoudens Hoofdstuk VIII van het Reglement, zullen ingevolge artikel 4 van het Protocol op 1 januari 1996 in werking treden.

Hoofdstuk VIII van het Reglement zal in werking treden op de datum waarop het Protocol van 27 juni 1989 bij de Overeenkomst van Madrid voor de landen van de Benelux van kracht wordt.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zullen Protocol en Reglement alleen voor Nederland gelden.

J. GEGEVENS

Van de op 15 juni 1957 te Nice tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten waarop fabrieks- en handelsmerken betrekking hebben, naar welke Overeenkomst onder meer in artikel 1, vijfde lid, van het Uitvoeringsreglement wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1958, 76 en is de vertaling geplaatst in Trb. 1959, 89; zie ook, laatstelijk, Trb. 1979, 93.

Van het op 19 maart 1962 te Brussel tot stand gekomen Benelux-Verdrag inzake de warenmerken, tot uitvoering van welk Verdrag het onderhavige Protocol strekt, is de tekst geplaatst in Trb. 1962, 56; zie ook, laatstelijk, Trb. 1989, 89.

Van het op 31 maart 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, naar welk Verdrag in artikel 2 van het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1965, 71; zie ook, laatstelijk, Trb. 1986, 192.

Van het op 20 maart 1883 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom, naar welk Verdrag in artikel 5 van het Uitvoeringsreglement wordt verwezen, is de tekst zoals herzien op 14 juli 1967 te Stockholm, geplaatst in Trb. 1969, 144 en is de vertaling geplaatst in Trb. 1970, 187; zie ook, laatstelijk, Trb. 1988, 22.

Van de Herziene Schikking van Madrid van 14 april 1891 betreffende de internationale inschrijving van merken, zoals herzien te Stockholm op 14 juli 1967, naar welke Schikking in artikel 14 van het onderhavige Uitvoeringsreglement wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1969, 143 en is de vertaling geplaatst in Trb. 1970, 186 zie ook, laatstelijk, Trb. 1989, 54.

Van de op 12 juni 1973 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken, naar welke Overeenkomst onder meer in artikel 7, eerste lid, van het Uitvoeringsreglement wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1974, 28; zie ook, laatstelijk, Trb. 1986, 12.

Van het op 31 mei 1989 te Brussel tot stand gekomen Protocol houdende de vaststelling van een uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken, met Uitvoeringsreglement, naar welk Protocol en Uitvoeringsreglement onder meer in artikel 3 van het onderhavige Protocol wordt verwezen en welk Protocol en Uitvoeringsreglement, zoals nadien gewijzigd, door het onderhavige Protocol buiten werking worden gesteld, is de tekst geplaatst in Trb. 1989, 84; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 291.

Van het op 27 juni 1989 te Madrid tot stand gekomen Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, naar welk Protocol in artikel 4 van het onderhavige Protocol en in Hoofdstuk VIII van het Uitvoeringsreglement wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1990, 44.

Van het op 23 oktober 1991 te Brussel tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van het Uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken, naar welk Protocol in de preambule tot het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1991, 163.

Van het op 2 december 1992 te Brussel tot stand gekomen Protocol tussen het Koninrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg houdende wijziging van de eenvormige Benelux-wet op de merken, naar welk Protocol onder meer in de preambule tot het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1993, 12; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 293.

De Verordening (EG) nr. 40/94 inzake het Gemeenschapsmerk, naar welke Verordening onder meer in artikel 1 van het onderhavige Protocol wordt verwezen, is geplaatst in Pb. EG L nr. 11 van 14 januari 1994.

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat bovenstaand Protocol in Nederland zal zijn bekendgemaakt op 1 januari 1996.

Uitgegeven de eenentwintigste december 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Het voorbehoud is ingetrokken bij brief van 20 december 1995.

XNoot
1

Het voorbehoud is ingetrokken bij brief van 20 december 1995.

Naar boven