A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Nepal inzake technische assistentie bij het opstellen van biodiversiteitsprofielen in Nepal;

New Delhi/Kathmandu, 29 juni 1994/8 juli 1994

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1994, 172.

C. VERTALING

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Nepal inzake „technische assistentie bij het opstellen van biologische diversiteitsprofielen in Nepal"

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van het Koninkrijk Nepal,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I

1. De beide Regeringen zullen gezamenlijk het project „Technische assistentie bij het opstellen van biologische diversiteitsprofielen in Nepal" uitvoeren.

2. De belangrijkste doelstelling van dit project is het in stand houden en verzekeren van een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

3. De duur van het project is bepaald op 1 (een) jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van dit Verdrag.

4. De waarde van de bijdrage van de Nederlandse Regering wordt geraamd op hfl 506.232/ - (vijfhonderdzesduizendentweehonderdtweeëndertig Nederlandse gulden).

Artikel II

De beide Regeringen stellen in onderlinge overeenstemming een Projectdocument op waarin gedetailleerd is aangegeven de bijdrage die beide partijen leveren, het aantal Nederlandse personeelsleden en hun taakomschrijving, de duur van hun deelname aan het project en een beschrijving van de uitrusting en materialen die ter beschikking zullen worden gesteld.

Artikel III

De Regering van het Koninkrijk Nepal treft alle nodige maatregelen om het Nederlandse personeel vrij te stellen van voorschriften of andere wettelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor de uitvoering van de uit hoofde van dit Verdrag bedoelde werkzaamheden, en verleent hun de nodige faciliteiten om een snelle en doeltreffende uitvoering te bevorderen van het project, zoals dit is beschreven in het door de beide Regeringen goedgekeurde werkplan.

De Regering van het Koninkrijk Nepal

1. verstrekt de Nederlandse personeelsleden, hun echtgenotes of echtgenoten en de personen te hunnen laste kosteloos en zonder onnodige vertraging de benodigde visa, vergunningen en machtigingen;

2. verleent de Nederlandse personeelsleden toegang tot de werkplek en alle benodigde rechten van doorgang;

3. verleent de Nederlandse personeelsleden vrijheid van beweging, zowel voor de heen- en terugreis als voor binnenlandse reizen;

4. verleent de Nederlandse personeelsleden de geldende wisselkoers;

5. biedt de Nederlandse personeelsleden, hun echtgenotes of echtgenoten en de personen te hunnen laste repatriëringsfaciliteiten in tijden van nationale of internationale crisis;

6. stelt de Nederlandse personeelsleden, hun echtgenotes of echtgenoten en de personen te hunnen laste vrij van nationale dienstplicht;

7. stelt de Nederlandse personeelsleden vrij van belastingen, rechten en heffingen op:

  • a. salarissen, emolumenten of lonen die in het kader van dit Verdrag door de Nederlandse Regering worden betaald;

  • b. de in- en uitvoer van goederen (met inbegrip van één motorvoertuig) voor persoonlijk gebruik;

8. vrijwaart de Nederlandse personeelsleden van rechtsvervolging op grond van enig gesproken of geschreven woord en enig handelen in hun officiële hoedanigheid.

Artikel IV

Voorrechten en immuniteiten worden aan leden van het Nederlandse personeel niet verleend voor hun persoonlijk voordeel. De Nederlandse Regering zal de immuniteit opheffen in alle gevallen waarin zij van mening is dat deze immuniteit de rechtsgang verhindert, en wanneer zij dit kan doen zonder haar belangen te schaden.

Artikel V

1. De Regering van het Koninkrijk Nepal vrijwaart de Nederlandse Regering en het Nederlandse personeel terzake van aansprakelijkheid op grond van het verrichten of nalaten van handelingen door de Nederlandse personeelsleden tijdens de uitoefening van hun functie met als gevolg de dood van of letsel toegebracht aan derden of schade aan het eigendom van derden, tenzij de aansprakelijkheid het gevolg is van opzettelijk onjuist handelen of grove nalatigheid van een of meer personeelsleden.

2. Indien de Regering van het Koninkrijk Nepal een vordering uit hoofde van het vorige lid moet behandelen, is zij gerechtigd alle rechten uit te oefenen die door de Nederlandse Regering en het Nederlandse personeel kunnen worden uitgeoefend.

Artikel VI

1. De Regering van het Koninkrijk Nepal stelt de uitrusting (met inbegrip van motorvoertuigen) en andere materialen die de Nederlandse Regering in verband met het project verschaft, vrij van alle in- en uitvoerrechten en andere officiële heffingen.

2. Tenzij beide Regeringen anders overeenkomen, zal het eigendom van de door de Nederlandse Regering beschikbaar gestelde uitrusting en materialen bij beëindiging van het project worden overgedragen aan de Regering van het Koninkrijk Nepal.

Artikel VII

1. Dit Verdrag treedt in werking voor een periode van 1 (een) jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening.

2. Dit Verdrag wordt beschouwd te zijn verlengd voor onbepaalde tijd, of voor zolang als beide Regeringen zulks nodig achten, tenzij het 30 (dertig) dagen voor het einde van het jaar wordt opgezegd.

3. Indien dit Verdrag wordt verlengd, eindigt het op de datum van voltooiing van het project.

4. Alle kosten die in deze verlengde periode met betrekking tot het project worden gemaakt, zijn voor rekening van de Nederlandse Regering.

5. Na het eindigen van het Verdrag overeenkomstig het tweede en derde lid van dit artikel, zullen de bepalingen van het Verdrag nog voor een periode van ten hoogste 3 (drie) maanden worden toegepast, met het oog op de administratieve afwikkeling van het project.

Artikel VIII

1. De Honorair Consul der Nederlanden in Nepal treedt op als contactpersoon namens de Nederlandse Regering in zaken met betrekking tot de probleemloze uitvoering van het project.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) K. P. M. DE BEER

Zijne Excellentie de Ambassadeur der Nederlanden in India en Nepal

New Delhi, 29 juni 1994

Voor de Regering van het Koninkrijk Nepal

(w.g.) THAKUR NATH PANTHY

Secretaris-Generaal/Directeur-Generaal

Ministerie van Financiën

Kathmandu, 8 juli 1994


D. PARLEMENT

Bij brieven van 8 december 1994 (Kamerstukken II 1994/95, 24 030, nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking J. P. PRONK en de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 13 januari 1995.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1994, 172.

Uitgegeven de zevenentwintigste januari 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven