A. TITEL

Verdrag inzake duurzame ontwikkeling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica;

Noordwijk, 21 maart 1994

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1994, 86.

Voor wijziging van artikel VI van het Verdrag zie rubriek J hieronder.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1994, 86.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1994, 86.

J. GEGEVENS

Op 19 mei 1995 zijn te San José brieven gewisseld tussen de Nederlandse en de Costaricaanse Regering houdende een verdrag tot wijziging van artikel VI van het Verdrag. De tekst van de brieven luidt als volgt:

Nr. Ia

San José, 19 de mayo de 1995

CdP/SJO-068/95

Reformulación del Artículo VI del Convenio Bilateral de Desarrollo Sostenible.

Excelentísimo señor Ministro,

Tengo el agrado de dirigirme a Vuestra Excelencia para referirme a la modificación del Artículo VI del Convenio Bilateral de Desarrollo Sostenible entre la República de Costa Rica y el Reino de Los Países Bajos, firmado el 21 de marzo de 1994.

Al respecto propongo que la modificación se lea de la siguiente manera:

«Con el propósito de promover la implementación de este Convenio, los Gobiernos de ambos países definirán o establecerán el mecanismo nacional para la preparación y la ejecución de las decisiones adoptadas en el marco del presente Convenio.

Una vez concluido este proceso, ambos Gobiernos se informarán de las instancias a instalar.

En la preparación e implementación de tales decisiones se promoverá la participación de todos los intereses de la sociedad en ambos países».

Si este texto es de la conformidad de Vuestra Excelencia, con base en lo dispuesto en el Artículo VII párrafo V del Convenio, esta Nota y la Nota de respuesta de su Excelencia constituyen un Acuerdo entre El Reino de Los Países Bajos y la República de Costa Rica, el cual entrará en vigencia el día en que ambos Gobiernos notifiquen por escrito que se han cumplido los requisitos legales requeridos y serán parte integrante del Convenio cuando éste entre en vigor.

Aprovecho la ocasión para reiterar a Vuestra Excelencia las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) F. B. A. M. VAN HAREN

Frans B. A. M. van Haren

Embajador

Reino de los Países Bajos

Al Honorable Ministro de

Relaciones Exteriores y Culto

de la República de Costa Rica,

Señor Fernando Naranjo

Nr. Ib

San José, 19 de mayo de 1995

CdP/SJO-068/95

Reformulación del Artículo VI del Convenio Bilateral de Desarrollo Sostenible.

Excelentísimo señor Ministro,

Tengo el agrado de dirigirme a Vuestra Excelencia para referirme a la modificación del Artículo VI del Convenio Bilateral de Desarrollo Sostenible entre la República de Costa Rica y el Reino de Los Países Bajos, firmado el 21 de marzo de 1994.

Al respecto propongo que la modificación en holandés se lea de la siguiente manera:

«Teneinde de uitvoering van dit verdrag te bevorderen, zullen beide regeringen een nationaal mechanisme aanwijzen of in het leven roepen voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen die in het kader van dit verdrag zijn genomen.

De beide regeringen zullen elkaar op de hoogte stellen van de door hen te benoemen uitvoerende instantie.

Bij de voorbereiding en uitvoering van dergelijke beslissingen zal de participatie van alle maatschappelijke belangengroeperingen van beide landen worden bevorderd».

Si este texto es de la conformidad de Vuestra Excelencia, con base en lo dispuesto en el Artículo VII párrafo V del Convenio, esta Nota y la Nota de respuesta de su Excelencia constituyen un Acuerdo entre El Reino de Los Países Bajos y la República de Costa Rica, el cual entrará en vigencia el día en que ambos Gobiernos notifiquen por escrito que se han cumplido los requisitos legales requeridos y serán parte integrante del Convenio cuando éste entre en vigor.

Aprovecho la ocasión para reiterar a Vuestra Excelencia las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) F. B. A. M. VAN HAREN

Frans B. A. M. van Haren

Embajador

Reino de los Países Bajos

Al Honorable Ministro de

Relaciones Exteriores y Culto

de la República de Costa Rica,

Señor Fernando Naranjo

Nr. II

EL MINISTRO DE RELACIONES EXTERIORES Y CULTO

San José, 19 de mayo de 1995

No. 257-95-ST-PE

Excelentísimo señor Embajador:

Tengo el agrado de hacer referencia a su atenta nota de 19 de mayo del año en curso, cuyo texto es el siguiente:

(Zoals in Nr. Ia)

Al respecto, manifiesto mi conformidad con el texto de su nota constituyendo esta y la de su Excelencia un Canje de Notas que entrará en vigor de la manera prevista.

Aprovecho la ocasión para reiterar a su Excelencia las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) F. E. NARANJO V.

Fernando E. Naranjo V.

Al Excelentísimo señor

F. B. A. M. van Haren

Embajador del Reino

de los Países Bajos

Ciudad


De vertaling van Nrs. Ia en Ib luidt als volgt:

San José, 19 mei 1995

CdP/SJO-068/95

Herformulering van artikel VI van het Bilaterale Verdrag inzake duurzame ontwikkeling.

Excellentie,

Hierbij heb ik het genoegen mij tot Uwe Excellentie te richten teneinde te refereren aan de wijziging van artikel VI van het op 21 maart 1994 gesloten bilaterale Verdrag inzake duurzame ontwikkeling tussen de Republiek Costa Rica en het Koninkrijk der Nederlanden.

Te dezer zake stel ik voor de wijziging [in het Nederlands] als volgt te lezen:

(Zoals in Nr. Ib)

Indien Uwe Excellentie akkoord gaat met deze tekst, vormen overeenkomstig het in artikel VIII, vijfde lid, van het Verdrag bepaalde, de onderhavige brief en uw antwoordbrief een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica, dat in werking treedt op de datum dat beide Regeringen elkaar schriftelijk mededelen dat de wettelijk vereiste procedures zijn voltooid en maken deze brieven een integrerend deel uit van het Verdrag wanneer dat in werking treedt.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie wederom mijn bijzondere hoogachting te betuigen.

(w.g.) F. B. A. M. VAN HAREN

Frans B. A. M. van Haren

Ambassadeur

Koninkrijk der Nederlanden

Zijne Excellentie

de Minister van Buitenlandse Zaken

en Eredienst van de Republiek Costa Rica,

de heer Fernando Naranjo


De vertaling van Nr. II luidt als volgt:

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN EREDIENST

San José, 19 mei 1995

No. 257-95-St-PE

Excellentie,

Hierbij heb ik het genoegen te refereren aan uw brief van 19 mei van het lopende jaar, waarvan de tekst als volgt luidt:

(Zoals in Nr. 1b)

Te dezer zake verklaar ik akkoord te gaan met de tekst van uw brief, die samen met de onderhavige een briefwisseling vormt die op de wijze als voorzien van kracht wordt.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie wederom mijn bijzondere hoogachting te betuigen.

(w.g.) E. NARANJO V.

Fernando E. Naranjo V.

Aan Zijne Excellentie

de heer F. B. A. M. van Haren,

Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden

Alhier


De wijziging behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring der Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de wijziging kan worden gebonden.

De bepalingen van het in de brieven vervatte verdrag zullen ingevolge het in de nota's gestelde in werking treden op de datum waarop beide regeringen elkaar schriftelijk mededelen dat de wettelijk vereiste procedures zijn voltooid.

Uitgegeven de zestiende oktober 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven