A. TITEL

Overeenkomst ter uitvoering van het tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg op 4 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen;

Schengen, 19 juni 1990

B. TEKST

De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1990, 145.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1993, 115.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1993, 1151, Trb. 1994, 39 en Trb. 1995, 5.

F. TOETREDING

Zie Trb. 1994, 155.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1993, 115, Trb. 1994, 39 en Trb. 1995, 75.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1990, 145, Trb. 1993, 115, Trb. 1994, 39, 155 en 217, Trb. 1995, 5 en 75.

Verwijzingen

Voor het op 13 december 1957 te Parijs tot stand gekomen Europees Verdrag betreffende uitlevering zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 218.

Besluiten

Het Uitvoerend Comité heeft op 28 april 1995 een aantal besluiten genomen. De Nederlandse tekst van de volgende besluiten is hierna afgedrukt:

– inzake de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5 en 9 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie d.d. 22 december 1994, alsmede de bijlagen 5 en 11 van het Gemeenschappelijk Handboek;1

– inzake realisering van het SIRENE-netwerk fase II;

– inzake goedkeuring van de nieuwe op de C.SIS-installatiebegroting geboekte uitgaven;

– inzake Bijlage 5B bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie.

Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op de artikelen 9 en 17 van deze Overeenkomst,

Besluit:

De bijlagen 1, 2, 3, 4, 5 en 9 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie d.d. 22 december 1994 (doc. SCH/II-Visa (93) 11, 7e herz.) alsmede de bijlagen 5 en 11 van het Gemeenschappelijk Handboek (doc. SCH/Gem-Handb (91) 10, 18de herz.) worden herzien; de nieuwe versies zijn als bijlage opgenomen.

Brussel, 28 april 1995

De Voorzitter,

(w.g.) R. URBAIN


Bijlage 2

Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides

I. Regeling voor reisverkeer aan de buitengrenzen

1. De gemeenschappelijke lijst van visumplichtige Staten laat de regeling voor reisverkeer van houders van bovengenoemde paspoorten onverlet. De Staten verbinden zich evenwel ertoe de overige Staten vooraf op de hoogte te stellen van wijzigingen welke zij voornemens zijn aan te brengen in de regeling voor reisverkeer van houders van deze paspoorten en rekening te houden met het belang van de overige Schengen-Staten.

2. Ten einde op bijzonder flexibele wijze harmonisatie van de regeling voor reisverkeer van houders van deze categorie paspoorten na te streven, zal bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie ter informatieeen overzicht worden opgenomen van Staten wier onderdanen in een of meerdere Schengen-Staten niet visumplichtig zijn, wanneer zij houder zijn van een diplomatiek paspoort en/of een dienst- of speciaal paspoort, niettegenstaande de geldende visumplicht voor uit deze Staten afkomstige houders van een gewoon paspoort. Tevens zal een overzicht worden opgenomen van Staten waarvoor het omgekeerde geldt. Het Uitvoerend Comité zal erop toezien dat beide overzichten worden bijgewerkt.

3. De in dit document vervatte regeling inzake reisverkeer is niet van toepassing op zogeheten gewone paspoorten voor openbare aangelegenheden, noch op dienst-, officiële en bijzondere paspoorten waarvan afgifte door derde Staten niet overeenstemt met de door de Schengen-Staten gevolgde internationale praktijk. Daartoe kan het Uitvoerend Comité, op voorstel van een groep deskundigen, een lijst opstellen van andere dan gewone paspoorten aan wier houders door de Schengen-Staten geen bevoorrechte behandeling zal worden gegeven.

4. Personen die voor de eerste maal in een Schengen-Staat een visum ter accreditering hebben ontvangen, kunnen ten minste over het grondgebied van de overige Staten reizen tot aan het grondgebied van de Staat die het visum volgens de in artikel 18 van de Uitvoeringsovereenkomst bepaalde voorwaarden heeft afgegeven.

5. Reeds geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen met het oog op binnenkomst van het Schengen-gebied de buitengrens overschrijden op vertoon van deze kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

6. Houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort zijn algemeen, ook al zijn zij aan de in voorkomend geval bestaande visumplicht onderworpen, vrijgesteld van de verplichting aan te tonen dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikken.

7.

7.1 Het systeem van voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van andere Staten is (voor de gevallen als bedoeld in document SCH/FMAD/SG (92) 101, 4de herz.) van toepassing op visumaanvragen welke door houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort worden ingediend. Voorafgaande raadpleging wordt niet uitgevoerd ten aanzien van de Staat welke een overeenkomst inzake afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek en/of dienstpaspoort heeft gesloten met het land voor wier onderdanen raadpleging, conform in onderhavig document opgenomen bijgewerkte bijlage, is vereist.

Indien een der Staten bezwaar aantekent, kan de Schengen-Staat die over de visumaanvraag moet beslissen een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven.

7.2 De Schengen-Staten verbinden zich ertoe in de toekomst, zonder voorafgaande instemming van de overige Schengen-Staten, geen overeenkomsten te sluiten strekkende tot afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, met Staten voor wier onderdanen een andere Schengen-Staat voorafgaande raadpleging voorschrijft.

7.3 Met betrekking tot afgifte van een visum ter accreditering van een vreemdeling die ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd en voor wie voorafgaande raadpleging is voorgeschreven, wordt de raadplegingsprocedure overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst gevolgd.

8. Wanneer een Staat gebruik maakt van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst, is ook de toelating van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten beperkt tot het nationale grondgebied van de desbetreffende Schengen-Staat, die hiervan de overige Schengen-Staten in kennis dient te stellen.

II. Regeling voor reisverkeer aan de binnengrenzen

In algemene zin is op houders van diplomatieke en dienstpaspoorten de in artikel 19 e.v. van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde regeling voor reisverkeer van toepassing, behoudens wanneer een territoriaal beperkt visum is afgegeven.

Houders van bovengenoemde paspoorten kunnen gedurende drie maanden te rekenen vanaf de datum van binnenkomst (indien zij niet aan de visumplicht zijn onderworpen) of gedurende de geldigheidsduur van het afgegeven visum binnen het Schengen-gebied reizen.

Geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen gedurende een periode van maximaal drie maanden over het grondgebied van de overige Schengen-Staten reizen, op vertoon van genoemde kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

III. De in dit document vervatte regeling geldt voor vrijgeleides welke door internationale intergouvernementele organisaties waarbij alle Schengen-Staten partij zijn, aan hun ambtenaren worden afgegeven, indien deze ambtenaren krachtens de constituerende verdragen van genoemde organisaties van de registratieplicht van vreemdelingen alsmede van de verplichting over een verblijftitel te beschikken, zijn vrijgesteld (zie Gemeenschappelijk Handboek, blz. 40).

Regeling voor reisverkeer toepasselijk op houders van diplomatieke, officiële en dienstpaspoorten

Overzicht A

Staten wier onderdanen in een of meerdere Schengen-Staten NIET visumplichtig zijn voor zover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en WEL visumplichtig zijn voor zover zij houder zijn van een gewoon paspoort.

 BNLDGRSFIP
Algerije     DD 
Albanië  DD  D 
Antigua en Barbuda       
Barbados     DD 
Benin     DD 
Botswana     DD 
Bulgarije DDD    
Burkina Faso     DD 
Canada   DD   
Dominic. Rep.     DD 
Dominica     DD 
Egypte     DD 
Fiji (eilanden)     DD 
Filippijnen, de DDDDD DD 
Gabon    D  
Gambië     DD 
Ghana DD     
Guyana     DD 
India D     
Iran     D1) 
IvoorkustDD   DDDD 
Kaapverdië      DD
Koeweit     DD 
Lesotho     DD 
MarokkoDDDD  DDDD
Mauritanië     DD 
Niger     DD 
PakistanDDDD     
Peru     DD 
Roemenië  D  D 
Samoa     DD 
SenegalDDDD  DDD 
Swaziland     DD 
ThailandDDDD   DD 
Togo     DD 
TsjaadDDD     
TunesiëDD D  DD 
TurkijeDDDDDDDDDDDD 
Uganda     DD 
Venezuela      D
Zimbabwe  D    

DD: Houders van Diplomatieke en Dienstpaspoorten zijn van de visumplicht vrijgesteld.

D: Alleen houders vanD iplomatieke paspoorten zijn van de visumplicht vrijgesteld.

1) De interne procedures voor de inwerkingtreding van de wederinvoering van de visumplicht zijn nog niet afgerond.

Overzicht B

Staten wier onderdanen in een of meerdere Schengen-Staten WEL visumplichtig zijn voor zover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en NIET visumplichtig zijn voor zover zij houder zijn van een gewoon paspoort.

Tot op heden is geen enkele Staat in overzicht B opgenomen.


Bijlage 3

Lijst van Staten wier onderdanen of houders van door deze Staten afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen.

 D BNLES1)FGRI2)P
AfghanistanXXXX   
Albanië   X   
AngolaXXXX   
BangladeshXXXX X 
BulgarijeX      
EthiopiëXXXX X 
GambiaX      
GhanaXXXX X 
Guinee-Bissau  X    
Haïti   X   
IndiaX3)XX  X 
IrakXXXX   
IranXXXX   
Ivoorkust  X    
JordaniëX      
LibanonXX     
Liberia  XX   
Libië   X   
Mali  X    
NigeriaXXXX X 
PakistanX3)XXX X 
RoemeniëX      
Senegal  X  X 
Sierra Leone  XX   
SomaliëXXXX X 
Sri LankaXXXX X 
SyriëXX     
Togo  X    
TurkijeX3)X     
Zaïre XXX   

1) Alleen indien de houders van een gewoon paspoort niet over een geldig visum voor de EG-Staten, Canada en de Verenigde Staten beschikken.

2) Alleen indien de houders niet over een geldige verblijfstitel voor de EG-Staten, Canada en de Verenigde Staten beschikken.

3) Alleen indien de houders niet over een geldig visum voor de EG-Staten, Canada en de Verenigde Staten beschikken.


Bijlage 4

Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst

België

1. . Carte d'identité d'étranger

. Identiteitskaart voor vreemdelingen

. Personalausweis für Ausländer

2. . Certificat d'inscription au régistre des étrangers

. Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

. Bescheinigung der Eintragung im Ausländer-register

3. . Door het Ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfstitels

= Carte d'identité diplomatique

Diplomatieke identiteitskaart

Diplomatischer Personalausweis

= Carte d'identité consulaire

Consulaire identiteitskaart

Konsularer Personalausweis

= Carte d'identité spéciale – couleur bleue

Bijzondere identiteitskaart – blauw

Besonderer Personalausweis – blau

= Carte d'identité spéciale – couleur rouge

Bijzondere identiteitskaart – rood

Besonderer Personalausweis – rot

Duitsland

– Aufenthaltserlaubnis für die Bundesrepublik Deutschland

– Aufenthaltserlaubnis für Angehörige eines Mitgliedstaates der EWG

– Aufenthaltsberechtigung für die Bundesrepublik Deutschland

– Aufenthaltsbewilligung für die Bundesrepublik Deutschland

– Aufenthaltsbefugnis für die Bundesrepublik Deutschland

Deze verblijfsvergunningen geven alleen recht op visumvrije binnenkomst indien zij in een paspoort zijn aangebracht, dan wel als visumverklaring bij een paspoort zijn gevoegd; zij geven geen recht op visumvrije binnenkomst indien zij in de plaats van een nationaal identiteits- document zijn afgegeven.

Documenten betreffende een opgeschorte uitzettingsmaatregel (»Aussetzung der Abschiebung« (»Duldung«)) alsmede voorlopige verblijfstitels voor asielzoekers (»Aufenthaltsgestattung für Asylbewerber«) geven evenmin recht op visumvrije binnenkomst.

Op het verkeer van diplomatieke ambtenaren zijn de algemene visumbepalingen van toepassing.

Griekenland

– Αδ∊ια& acute;παραμονης& acute;αλλοδαπου για& acute;∊ρλασια &(acute;werkvergunning)

– Αδ∊ια& acute;παραμονης μ∊λων& acute;οικογ∊ν∊ιας& acute;αλλοδαπου &(acute;in het kader van gezinshereniging afgegeven verblijfstitel)

– Αδ∊ια παραμονης& acute;αλλοδαπου για& acute;σπουδ∊ς &(acute;verblijfstitel voor studiedoeleinden)

Spanje

In de Spaanse regelgeving is niet in de afgifte van terugkeervisa voorzien.

De geldige verblijfstitels op grond waarvan een vreemdeling, die uit hoofde van zijn nationaliteit aan de visumplicht zou zijn onderworpen, zonder visum het Spaanse grondgebied kan binnenkomen, zijn de volgende:

1. Permiso de Residencia Inicial

2. Permiso de Residencia Ordinario

3. Permiso de Residencia Especial

4. Tarjeta de Estudiante

5. Permiso de Trabajo y Residencia tipo A

6. Permiso de Trabajo y Residencia tipo B

7. Permiso de Trabajo y Residencia tipo b

8. Permiso de Trabajo y Residencia tipo C

9. Permiso de Trabajo y Residencia tipo D

10. Permiso de Trabajo y Residencia tipo E

11. Reconocimiento de la excepción a la necesidad de obtener Permiso de Trabajo y Permiso de Residencia.

12. Permiso de Trabajo en prácticas y Permiso de Residencia.

13. Tarjeta de Familiar de Residente Comunitario.

14. Tarjeta temporal de Familiar de Residente Comunitario.

15. Permiso de Residencia para Refugiados.

1. (Voorlopige verblijfsvergunning)

2. (Gewone verblijfsvergunning)

3. (Bijzondere verblijfsvergunning)

4. (Studentenkaart)

5. (Werk- en verblijfsvergunning type A)

6. (Werk- en verblijfsvergunning type B)

7. (Werk- en verblijfsvergunning type b)

8. (Werk- en verblijfsvergunning type C)

9. (Werk- en verblijfsvergunning type D)

10. (Werk- en verblijfsvergunning type E)

11. (Erkenning van de uitzondering op de werkvergunnings- en verblijfsvergunningsplicht)

12. (Stagevergunning en verblijfsvergunning)

13. (Document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

14. (Tijdelijk document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

15. (Verblijfsvergunning voor vluchtelingen)

Voor houders van geldige, door het Ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven accreditatiebewijzen is visumvrije binnenkomst toegestaan.

Frankrijk

– Carte de séjour temporaire comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé (tijdelijke verblijfsvergunning met een bijzondere, naar gelang van het toegestane doel van het verblijf verschillende vermelding)

– Carte de résident (verblijfsvergunning)

– Certificat de résidence pour Algérien comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé (1 an, 10 ans) (verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met een bijzondere, naar gelang van het toegestane doel van het verblijf verschillende vermelding (1 jaar, 10 jaar))

– Certificat de résidence portant la mention «membre d'un organisme officiel» (verblijfsvergunning met de vermelding „lid van een officiële instantie")

– Carte de séjour des Communautés européennes (1 an, 5 ans, 10 ans) (verblijfskaart van de Europese Gemeenschappen (1 jaar, 5 jaar, 10 jaar))

– Carte diplomatique délivrée par le Ministère des Affaires Etrangères aux diplomates accrédités en France (door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan in Frankrijk geaccrediteerde diplomaten afgegeven legitimatiebewijs)

Italië

– Permesso di soggiorno (verblijfsvergunning)

– Visto di reingresso (terugkeervisum)

– Carta d'identità M.A.E.- corpo diplomatico (identiteitskaart M.A.E.- diplomatiek korps)

– Carta d'identità - Organizzazioni internazionali e Missioni Estere Speciali (internationale organisaties en bijzondere buitenlandse zendingen)

– Carta d'identità - Rappresentanze Diplomatiche (diplomatieke vertegenwoordigingen)

– Carta d'identità - Corpo Consolare (consulair korps)

– Carta d'identità - Uffici Consolari (consulaire diensten)

– Carta d'identità - Rappresentanze Diplomatiche (personale amministrativo e tecnico) (diplomatieke vertegenwoordigingen, administratief en technisch personeel)

– Carta d'identità - Rappresentanze Diplomatiche e Consolari (personale di servizio) (diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, dienstpersoneel)

Luxemburg

– Carte d'identité d'étranger (identiteitkaart voor vreemdelingen)

– Autorisation de séjour provisoire (sous forme d'un cachet apposé dans le passeport national) (machtiging tot voorlopig verblijf (in de vorm van een in het nationale paspoort aangebracht stempel))

Nederland

– Vergunning tot vestiging

– Toelating als vluchteling

– Verblijfstitel voor verblijf van onbepaalde duur

– Vergunning tot verblijf

– Vergunning tot verblijf, in de vorm van een in het door de vreemdeling bij grensoverschrijding overgelegd document aangebracht stempel

– Legitimatiebewijs voor leden van diplomatieke of consulaire posten

– Legitimatiebewijs voor ambtenaren met een bijzondere status

– Legitimatiebewijs voor ambtenaren van internationale organisaties

– Identiteitskaart voor leden van internationale organisaties waarvan de zetel in Nederland is gevestigd

– Visum voor terugkeer

Portugal

– Cartão de Identitade (afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) (identiteitsbewijs)

Consulair corps, hoofd van de zending

– Cartão de Identitade (afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) (identiteitsbewijs)

Consulair corps, functionaris van de zending

– Cartão de Identitade (afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) (identiteitsbewijs)

Hulppersoneel van de buitenlandse zending

– Cartão de Identitade (afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) (identiteitsbewijs)

Administratief functionaris van de buitenlandse zending

– Cartão de Identitade (afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) (identiteitsbewijs)

Diplomatiek corps, hoofd van de zending

– Cartão de Identitade (afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) (identiteitsbewijs)

Diplomatiek corps, functionaris van de zending

– Título de Residência Anual (1 ano)

(vergunning tot verblijf van 1 jaar)

– Título de Residência Temporário (5 anos)

(voorlopige vergunning tot verblijf van 5 jaar)

– Título de Residência Vitalício

(permanente vergunning tot verblijf)

– Cartão de Residência de Nacional de um Estado Membro da Comunidade Europeia

(verblijfskaart van een onderdaan van een Lid-Staat der Europese Gemeenschap)

– Cartão de Residência Temporário

(voorlopige verblijfskaart)

– Cartão de Residência

(verblijfskaart)

– Autorização de Residência Provisória

(toelating tot voorlopig verblijf)

– Título de Identitade de Refugiado

(identiteitsdocument voor vluchteling)


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Besluit:

Ten einde de noodzakelijke verbeteringen aan het bestaande netwerk te realiseren, o.a. ten behoeve van de inter-SIRENE-communicatie, en met het oog op toepassing van het mechanisme voor raadpleging van de centrale autoriteiten als bedoeld in artikel 17 van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst, acht het Uitvoerend Comité zo spoedig mogelijke realisering van het SIRENE-netwerk fase II noodzakelijk.

Brussel, 28 april 1995

De Voorzitter,

(w.g.) R. URBAIN


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op de artikelen 92 en 119 van deze Overeenkomst,

neemt met instemming kennis van document SCH/OR.SIS (94) 114, 3e herz. en

Besluit:

De nieuwe op de C.SIS-installatiebegroting geboekte uitgaven worden goedgekeurd; bijgevolg zijn de door de onderscheidene Staten verschuldigde aandelen opeisbaar volgens de procedure als bedoeld in punt II.2 van het financieel reglement betreffende de installatie- en exploitatiekosten van het Schengen-C.SIS (doc. SCH/Com-ex (93) 16).

Brussel, 28 april 1995

De Voorzitter,

(w.g.) R. URBAIN


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op de artikelen 9 en 17 van deze Overeenkomst,

Besluit:

1. Bijlage 5B bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie wordt uitgebreid met Burundi in de kolom België.

2. Bijlage 5B bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie wordt uitgebreid met Burundi, Zaïre en Ruanda in de kolom Frankrijk met de navolgende voetnoot: „Voor deze Staten dienen de diplomatieke en consulaire posten van Frankrijk rechtstreeks te worden geraadpleegd door de posten van de overige Schengen-Staten voor wie een visumaanvraag is ingediend. Het antwoord op deze raadpleging zal ter plekke door de desbetreffende diplomatieke of consulaire post van Frankrijk worden medegedeeld.".

Brussel, 28 april 1995

De Voorzitter,

(w.g.) R. URBAIN


Voorts heeft het Uitvoerend Comité op 29 juni 1995 een aantal besluiten genomen. De Nederlandse tekst van de volgende besluiten is hierna afgedrukt:

– inzake het instellen van een SIS-beheereenheid;

– inzake het op 28 april 1995 vastgestelde besluit inzake de goedkeuring van de nieuwe op de C.SIS-installatiebegroting geboekte uitgaven;

– inzake het verzoek aan het Comité van Ministers van de Benelux ermee in te stemmen dat de Schengen-Staten een beroep doen op de rechtspersoonlijkheid van het Secretariaat-Generaal van de Benelux als aanbestedende dienst voor het SIRENE-netwerk fase II;

– inzake de vereiste structuur voor gunning van de opdracht tot realisering van het SIRENE-netwerk fase II;

– inzake goedkeuring van de voorbegroting 1995 voor de totstandbrenging van het SIRENE-netwerk fase II;

– inzake goedkeuring van de C.SIS-werkbegroting voor 1996;

– inzake goedkeuring aan het door Frankrijk overgelegde beheerrapport inzake de uitvoering van de installatie en werkingsbegroting van het C.SIS te Straatsburg voor 1994;

– inzake mandaatverlening aan de Centrale Groep de bijlagen bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie, bij het Gemeenschappelijk Handboek en bij het SIRENE-handboek bij te werken;

– inzake de vaststelling van de opvolging van de Schengen-voorzitterschappen.

Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Besluit:

Gelet op de rapporten van de onafhankelijke deskundigen en de in het kader van de Schengen-structuur gebleken noodzaak, acht het Uitvoerend Comité het noodzakelijk een SIS-beheereenheid in te stellen, welke zich onder toezicht van de Permanente Werkgroep (PWG) met het beheer van het gehele SIS zal belasten.

De samenstelling van de beheereenheid, welke voor 1995 op twee personen is vastgesteld, kan voor 1996 tot vier personen worden verhoogd, voor zover de noodzaak van een dergelijke verhoging wordt aangetoond.

Het Uitvoerend Comité hecht zijn goedkeuring aan de financiële consequenties van deze aanwerving alsmede aan de gekozen financieringsregeling, welke voorziet in een verhoging van de werkingsbegroting van het Schengen-Secretariaat, hetgeen de jureen de facto toepassing van de ad hoc-verdeelsleutel tot gevolg heeft (cf. het aangehechte document SCH/OR.SIS (95) 67, 2e herz.).

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op het op 28 april 1995 vastgestelde besluit met kenmerk SCH/Com-ex (95) 3,

Besluit:

1. Het Uitvoerend Comité bekrachtigt het besluit tot gebruikmaking van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie ten behoeve van de gunning van de opdracht tot totstandbrenging van SIRENE fase II en stelt te dien einde bijgaand document SCH/Com-ex (95) 8 vast.

2. De gebruikmaking van de rechtspersoonlijkheid van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie veronderstelt de goedkeuring van het Comité der Ministers van de Benelux, hetwelk heeft te kennen gegeven dat aan een aantal randvoorwaarden dient te worden voldaan (SCH/SG/COORD (95) 36 herz.). Het Uitvoerend Comité mandateert de Centrale Groep om na te gaan of de door de Benelux vastgestelde randvoorwaarden zijn vervuld, alsmede om het Comité der Ministers van de Benelux hiervan officieel op de hoogte te brengen.

3. De door het Comité der Ministers van de Benelux vastgestelde randvoorwaarden zijn:

  • a. De totstandbrenging van een structuur binnen welke de diverse bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het Secretariaat-Generaal (aanbestedende dienst in de hoedanigheid van mandataris van de Schengen-Staten) alsmede van de respectieve Schengen-Staten (opdrachtgevers) duidelijk zijn omschreven.

Bedoelde structuur is omschreven in document SCH/OR.SIS (95) 38, 6e herz., hetwelk door de Centrale Groep op 10 mei 1995 op hoofdlijnen is goedgekeurd.

Het Uitvoerend Comité bekrachtigt deze structuur en de totstandbrenging daarvan en stelt te dien einde bijgaand document SCH/Com-ex (95) 91 vast.

  • b. De uitwerking van een specifieke voorbegroting (los van de rest van de Schengen-begroting), met toepassing van de verdeelsleutel als bedoeld in artikel 119 van de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst. De ontwerp-voorbegroting 1995 bedraagt 3.362.381 BEF. Dit bedrag dient door de respectieve Schengen-Staten vóór aanvang van de gunningsprocedure en uiterlijk 4 weken vóór de opeisbaarheid ervan te worden vrijgemaakt.

De reële werkingsbegroting zal na de uitvoering worden opgesteld volgens een mechanisme dat op grond van het vast te stellen financieel en administratief reglement zal worden toegepast.

Het Uitvoerend Comité stelt bijgaand document SCH/Com-ex (95) 102 betreffende de voorbegroting 1995 vast.

Voor 1996 dient te worden voorzien in een werkingsbegroting, welke zal bestaan uit installatiekosten ten bedrage van circa 10 miljoen BEF en maandelijkse werkingskosten ten bedrage van circa 3 miljoen BEF. Tevens dient tot op het tijdstip van inbedrijfstelling van het netwerk SIRENE FASE II te worden rekening gehouden met kosten voortvloeiend uit de voor de gunning van de opdracht tot stand gebrachte structuur.

Op grond van een eerste inschatting (cf. doc. SCH/OR.SIS (95) 38, 6e herz., blz. 6) kan de inbedrijfstelling van het netwerk SIRENE fase II – in optimale omstandigheden – per 1 juli 1996 haar beslag krijgen. Op basis hiervan komt de eerste raming van de begroting 1996 uit op 31.362.381 BEF, welk bedrag als volgt is samengesteld: 10 miljoen BEF installatiekosten, 18 miljoen BEF voor 6 maanden werkingskosten, alsmede de kosten voortvloeiend uit de tijdelijke structuur, welke ongeveer gelijk zijn aan de voor 1995 geraamde kosten – deze waren eveneens voor ongeveer één halfjaar berekend – en uitkomen op circa 3.362.381 BEF.

Het Uitvoerend Comité verklaart zich in beginsel akkoord met de voor 1996 voorziene begroting.

  • c. Een tijdelijke verhoging van het personeelsbestand van de Benelux ten behoeve van de uitvoering van de gunningsprocedure (cf. punt 3.a).

Het Uitvoerend Comité bekrachtigt de aanwijzing van de heer R. GUSTAFSSON als coördinator en de aanwerving van een vervanger voor de uitvoering van diens huidige taken.

  • d. De aanwijzing van de rechtbanken te Brussel als uitsluitend bevoegde rechtbanken in geval van geschillen ter zake.

  • e. De waarborg dat de financiële risico's voortvloeiend uit het optreden van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie in het kader van de totstandbrenging van het netwerk SIRENE fase II volledig door de Schengen-Staten worden gedragen. De Schengen-Staten dragen gemeenschappelijk alle thans dan wel in de toekomst uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

  • f. De totstandbrenging van een mechanisme voor gebruikmaking van een kredietlijn door het Secretariaat-Generaal van Schengen voor het geval dat niet voldoende fondsen beschikbaar zijn ten gevolge van niet-betaling van bijdragen (de hieruit voortvloeiende kosten gaan ten laste van de Schengen-Staat die zijn bijdrage niet heeft betaald).

  • g. De uitwerking van een specifiek administratief en financieel reglement ten behoeve van de totstandbrenging van het netwerk SIRENE fase II, ter waarborging van afdoende garanties. In dit document dienen onder meer de financiële risico's verbonden aan devaluatie van een munteenheid dan wel van de gekozen munteenheid te worden vastgesteld.

    Het Uitvoerend Comité verklaart zich in beginsel akkoord met het bepaalde onder de punten 3d, 3e, 3f en 3g en mandateert de Centrale Groep met het oog op de formalisering en/of waarborging daarvan.

4. Tevens dienen op korte termijn een bekendmaking van een te gunnen opdracht (bijgaand document SCH/OR.SIS (95) 891) en een administratief en technisch bestek (bijgaand document SCH/OR.SIS (95) 88 herz.1) te worden uitgewerkt.

Het Uitvoerend Comité mandateert de Centrale Groep om zorg te dragen voor de follow-up van de procedure, met inbegrip van de uitwerking en de ondertekening van de overeenkomst met de gekozen firma.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter Uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Besluit:

Aansluitend op het te Parijs op 14 december 1993 door het Uitvoerend Comité genomen besluit (doc. SCH/Com-ex (93) 3), verzoekt het Uitvoerend Comité het Comité van Ministers van de Benelux ermee in te stemmen dat de Schengen-Staten een beroep doen op de rechtspersoonlijkheid van het Secretariaat-Generaal van de Benelux als aanbestedende dienst voor het SIRENE-netwerk fase II.

Het Uitvoerend Comité draagt de Centrale Groep op, toe te zien op de uitwerking van een administratieve en financiële regeling waarmee het Secretariaat-Generaal en de Benelux-Staten alle aan deze opdracht gerelateerde juridische en financiële garanties kunnen worden geboden.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op de door de Benelux-Staten in document SCH/SG/COORD (95) 36 herz. gestelde randvoorwaarden,

Besluit:

De vereiste structuur voor gunning van de opdracht tot realisering van het SIRENE-netwerk fase II zoals deze in het aangehechte document SCH/OR.SIS (95) 38, 6e herz. is omschreven, wordt toegepast.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE

1) Niet afgedrukt.


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op de door de Benelux-Staten in document SCH/SG/COORD (95) 36 herz. gestelde randvoorwaarden,

Besluit:

De voorbegroting 1995 voor de totstandbrenging van het SIRENE-netwerk fase II, welke op 3.362.381 BF is vastgesteld en welke in het aangehechte document SCH/OR.SIS (95) 68, 4e herz.1 is opgenomen, wordt goedgekeurd. De werkelijke werkingsbegroting zal na de uitvoering ervan worden vastgesteld.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op artikel 119 van deze Overeenkomst,

Besluit:

Overeenkomstig het financieel reglement betreffende de installatie- en exploitatiekosten van het Schengen-C.SIS dat op 14 december 1993 onder kenmerk SCH/Com-ex (93) 16 te Parijs is vastgesteld, hecht het Uitvoerend Comité zijn goedkeuring aan de C.SIS-werkingsbegroting voor 1996 (zoals opgenomen in het aangehechte document SCH/OR.SIS (95) 101)1. Het besluit houdende goedkeuring van deze begroting door het Uitvoerend Comité brengt de opeisbaarheid van de bijdragen van de onderscheidene Partnerstaten met zich mee, welke door de Franse Partij zullen worden berekend en opgeëist.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op artikel 119 van deze Overeenkomst,

Besluit:

Overeenkomstig het financieel reglement betreffende de installatie- en werkingskosten van het Schengen-C.SIS dat op 14 december 1993 onder kenmerk SCH/Com-ex (93) 16 te Parijs is vastgesteld, hecht het Uitvoerend Comité zijn goedkeuring aan het door Frankrijk overgelegde beheerrapport inzake de uitvoering van de installatie- en werkingsbegroting van het C.SIS te Straatsburg voor 1994 (doc. SCH/OR.SIS (95) 94)1. Deze goedkeuring geldt als dechargeverlening.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132, lid 4, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Besluit:

Aan de Centrale Groep wordt mandaat verleend om de bijlagen bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie, bij het Gemeenschappelijk Handboek en bij het SIRENE-handboek bij te werken, voor zover deze bijwerking uitsluitend voortvloeit uit wijziging van nationale wettelijke bepalingen waarvan de Overeenkomstsluitende Partijen mededeling dienen te doen en niet uit door de Overeenkomstsluitende Partijen gezamenlijk te treffen voorzieningen.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Besluit van het Uitvoerend Comité

Het Uitvoerend Comité,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op zijn Reglement van Orde van 14 december 1993 (SCH/Com-ex (93) 1 rév.2) dat voorziet dat de opvolging van de Schengen-voorzitterschappen behoort te geschieden volgens een vastgestelde volgorde,

Besluit:

– dat het voorzitterschap tot 31 december 1995 wordt waargenomen door België;

– dat twee landen die elkaar opvolgen in de reglementaire volgorde kunnen vragen dat hun toerbeurt in de omgekeerde volgorde geschiedt;

– dat het voorzitterschap van 1 januari 1996 tot 30 juni 1996 wordt waargenomen door Nederland;

– dat het voorzitterschap van 1 juli 1996 tot 31 december 1996 wordt waargenomen door Luxemburg.

Brussel, 29 juni 1995

De Voorzitter,

(w.g.) J. VANDE LANOTTE


Uitgegeven de vierde oktober 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

De Bondsrepubliek Duitsland heeft op 3 april 1995 de volgende verklaring afgelegd:

»Die Behörden nach Artikel 57 des Schengener Durchführungsübereinkommens sind die ermittlungsführenden Staatsanwaltschaften als ersuchende sowie die jeweils örtlich zuständigen Staatsanwaltschaften, in deren Bezirk die rechtskräftige Aburteilung mutmasslich stattgefunden hat, als ersuchte Behörde.«

XNoot
1

Bijlagen 1, 5 en 9 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en bijlagen 5 en 11 van het Gemeenschappelijk Handboek zijn vertrouwelijk en derhalve hier niet afgedrukt.

XNoot
1

Afgedrukt op blz. 18 onderaan van dit Tractatenblad.

XNoot
2

Afgedrukt op blz. 19 bovenaan van dit Tractatenblad.

XNoot
1

Niet afgedrukt.

XNoot
1

Niet afgedrukt.

XNoot
1

Niet afgedrukt.

XNoot
1

Niet afgedrukt.

Naar boven